24 077 Drugbeleid

Nr. 533 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2023

Op 16 juni 2022 nam uw Kamer de motie1 van de Leden Bikker (ChristenUnie) en Slootweg (CDA) aan die oproept om in gezamenlijkheid met de gemeente Amsterdam, grensgemeenten, de luchtvaart- en toerismebranche een plan van aanpak op te stellen om drugstoerisme tegen te gaan (Handelingen II 2022/23, nr. 94, item 14). Op 29 maart jl.2 is tijdens het commissiedebat drugspreventie toegezegd aan het Lid Bisschop (SGP) om bij de uitwerking van dit plan het verzoek aan het kabinet voor een bewustwordingscampagne voor buitenlandse toeristen over de gevolgen van drugsgebruik mee te nemen. Met voorliggende brief worden de motie en de toezegging, mede namens de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gestand gedaan.

Kader motie

Om uitvoering te kunnen geven aan de motie en de toezegging is de afgelopen maanden gesproken met de gemeente Amsterdam, diverse grensgemeenten, de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG), Schiphol, KLM, Easyjet, amsterdam&partners, het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC), Destinatie NL, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en onderzoeksbureau Breuer&Intraval.

De motie constateert dat de gemeente Amsterdam aangeeft te maken te hebben met grote hoeveelheden overlastgevende toeristen en dat de lokale driehoek een duidelijke verwevenheid ziet tussen de softdrugshandel voor toeristen en de zware criminaliteit in de stad. Er is daarom bij de gevoerde gesprekken met Amsterdam en andere organisaties gefocust op de rol van softdrugs bij (overlastgevend) toerisme, de huidige inzet van de burgemeester bij de aanpak hiervan en mogelijke ondersteuning van het Rijk. Daarnaast constateert de motie dat ook andere steden, zoals die in de grensregio, te maken hebben met drugstoerisme en daarbij behorende problematiek. Met de gesproken grensgemeenten is daarom in kaart gebracht:

  • Is er sprake van drugstoerisme en waar bestaat dit uit?

  • Welke instrumenten gebruikt een gemeente om drugstoerisme te bestrijden?

  • Worden er instrumenten gemist?

Wat is drugstoerisme en wat is de omvang?

Onderzoeksbureau Breuer&Intraval heeft de afgelopen tien jaar in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) meerdere keren de situatie in Nederland rondom drugstoerisme in kaart gebracht. Daarbij hebben onderzoekers onderscheid gemaakt tussen coffeeshop- en softdrugstoerisme. Onder coffeeshoptoerisme wordt verstaan het kopen van hasj/wiet door niet-ingezetenen in de coffeeshop. Onder softdrugstoerisme wordt verstaan het kopen van softdrugs door niet-ingezetenen buiten de coffeeshop.

In de laatste monitor ontwikkelingen coffeeshopbeleid3 concludeerden de onderzoekers dat coffeeshoptoerisme een «beperkt lokaal fenomeen» is en vaak al jaren plaats vindt in dezelfde gemeenten. Daarbij spelen de geografische ligging, de omvang van een gemeente en de algehele aantrekkingskracht van een gemeente op toeristen uit het buitenland een rol. In gemeenten die hiermee te maken hebben, hebben slechts enkelen noemenswaardige overlast door het coffeeshoptoerisme. In die gemeenten is vaak sprake van grote(re) bezoekersstromen naar coffeeshops, hetgeen kan resulteren in verkeersproblematiek. In andere gemeenten – waar al jaren niet of nauwelijks of hooguit een aantal coffeeshoptoeristen komen – signaleren lokale experts vrijwel geen problemen. De onderzoekers concluderen dat de situatie al jaren onder controle en stabiel is en het is sterk de vraag of die in de toekomst zal veranderen. De meeste gemeenten geven aan geen softdrugstoerisme te kennen. In gemeenten die wel bekend zijn met dit fenomeen vertoont het over de metingen gezien een dalende trend4.

Amsterdam

In 2020 heeft Amsterdam de Aanpak Binnenstad gelanceerd waarin wordt gewerkt aan een aantrekkelijke, bruisende en leefbare Amsterdamse binnenstad. Het betreft een langjarig traject waarbij tal van partijen zijn betrokken. Van bewoners en ondernemers, tot brancheorganisaties en kennisinstellingen. Het is een brede en integrale aanpak, want centraal staan de verbetering van het woon-, werk-, en leefklimaat waarbij het streven is om deze functies voor de inwoners van Amsterdam te versterken.

Daarnaast heeft de gemeenteraad in 2021 de Verordening «Toerisme in balans» aangenomen. Deze Verordening ziet op een balans in het aantal bezoekers van Amsterdam. Het college van Burgemeesters en Wethouders wordt geacht actief in te grijpen wanneer de balans tussen de belangen van bewoners, ondernemers en bezoekers verstoord (dreigt te) raken. Maatregelen die onderdeel zijn van de Amsterdamse aanpak5 en specifiek gericht zijn om overlast te voorkomen zijn zeer uitgebreid en variëren van een aanpak van straatdealers, het inzetten van hosts op de uitgaanspleinen en het Wallengebied tot het aanpakken van notoir overlastgevende bedrijven in de binnenstad.

De burgemeester van Amsterdam heeft de afgelopen jaren meerdere malen met de Amsterdamse gemeenteraad gesproken over de groeiende toeristenstroom in Amsterdam en de negatieve effecten die dit met zich mee brengt. Daarbij is ook specifiek gesproken over de coffeeshops. In een gemeenteraadsbrief van april 2022 schetst de burgemeester dat het grote aantal coffeeshops samen met de horeca en de prostitutieramen vooral in de binnenstad veel overlastgevende toeristen aantrekt.

Daarnaast schrijft de burgemeester dat uit onderzoeken en analyses het beeld is ontstaan dat de cannabismarkt is verweven met zware en georganiseerde criminaliteit, geweld, bedreigingen en ripdeals. De lokale driehoek wil daarom de aantrekkingskracht die de coffeeshops hebben op de (buitenlandse) toeristen verminderen. Volgens onderzoek zijn in Amsterdam van de 166 coffeeshops er ongeveer 100 nodig om te voorzien in het cannabisaanbod voor de buitenlandse toeristen6. Het voorstel van de burgemeester om (tijdelijk) te gaan handhaven op het ingezetenencriterium werd in september 2022 echter niet gesteund door de gemeenteraad. De burgemeester zal daarom voorlopig niet gaan handhaven, wat betekent dat buitenlandse toeristen toegang blijven hebben tot (de verkoop van cannabis in) de coffeeshops in Amsterdam.

Om de overlast van (drugs)toerisme in de binnenstad tegen te gaan werkt Amsterdam aan andere maatregelen. Er loopt o.a. een onderzoek op welke manier verdienmodellen die zich met name richten op overlastgevende vrijgezellenfeesten aangepakt kunnen worden. Daarnaast heeft het college sinds kort sluitingstijden van horeca en raamprostitutie verkort en een blowverbod ingesteld in een deel van de binnenstad. Met het blowverbod wordt beoogd de overlast te beperken en de inbreuk op het woon- en leefklimaat terug te dringen. Indien nodig kan het blowen op coffeeshopterrassen in het blowverbodsgebied worden verboden en wordt een mogelijk verbod op het «afhalen» van softdrugs (het verkopen van softdrugs in coffeeshops anders dan voor consumptie in de coffeeshops) op bepaalde tijdstippen nog door Amsterdam onderzocht.

Naast het inzetten van een heel maatregelenpakket is Amsterdam een communicatiecampagne gestart met als uitgangspunt «Stay Away». Deze campagne richt zich op jongeren met als boodschap dat wangedrag niet wordt getolereerd en richt zich op bewustwording voorafgaand en tijdens een bezoek. Afgelopen maanden is deze campagne specifiek gericht op mannelijke bezoekers tussen de 18 en 35 jaar uit het Verenigd Koninkrijk. Amsterdam is nog bezig de effecten van de campagne in kaart te brengen. Indien de evaluatie positief is wordt gekeken naar een campagne in omringende EU-landen en de Nederlandse doelgroep. Als de resultaten van de effectiviteit van de campagne bekend zijn wordt met Amsterdam besproken of en hoe het Rijk een eventueel vervolg kan ondersteunen. Dan kan ook bekeken worden of de toezegging aan het Lid Bisschop, over het ondersteunen van een internationale campagne, effectief is als onderdeel van het plan om drugstoerisme tegen te gaan.

De gemeente Amsterdam zet zich vol in om de leefbaarheid in de (binnen)stad te bevorderen. Dit ziet zowel op het tegengaan van overlast als beleid om het aantal toeristen te reguleren. De instrumenten die worden ingezet en de maatregelen die worden getroffen zijn onderdeel van een zeer uitgebreide lokale aanpak waar het college in samenspraak met de gemeenteraad lokale keuzes heeft gemaakt. Amsterdam geeft aan geen instrumenten te missen die op landelijk niveau mogelijk gemaakt moeten worden of op dit moment een andere bijdrage vanuit het Rijk te wensen.

Verwevenheid met criminaliteit

Het feit dat het telen van cannabis voor recreatief gebruik verboden is en het wordt gedoogd dat coffeeshops deze illegaal geteelde cannabis (onder strikte voorwaarden) verkopen, leidt tot een verwevenheid tussen de boven- en onderwereld. Het bezoeken van een coffeeshop door een toerist of een Nederlands ingezetene verschilt daarin niet. Dit gegeven is een belangrijke reden om te onderzoeken hoe het in de toekomst mogelijk anders kan. In het experiment gesloten coffeeshopketen wordt daarom onderzocht of het mogelijk is een gesloten coffeeshopketen te realiseren waarbij er geen sprake is van criminele inmenging en welke effecten dit heeft op o.a. de criminaliteit en veiligheid. Amsterdam heeft aangegeven te willen deelnemen aan het experiment met stadsdeel Oost.

Grensgemeenten

Gesproken is met een aantal grensgemeenten die aangaven coffeeshoptoerisme te ervaren. Niet al deze gemeenten ervaren het bezoek van niet-ingezetenen als een probleem. Dit sluit aan bij de onderzoeksresultaten uit de laatste coffeeshopmonitor7 dat coffeeshoptoerisme een beperkt lokaal fenomeen is en dat slechts in enkele gemeenten het bezoeken van een coffeeshop door niet-ingezetenen een merkbare invloed heeft op de beleving van de openbare ruimte. Andere gemeenten gaven aan een effectief beleid te voeren om de negatieve effecten van drugstoerisme te verminderen. De gemeente Venlo hanteert een systeem waarbij het ingezetenencriterium wordt gehandhaafd, maar niet voor inwoners uit Duitse gemeenten vlakbij Venlo. Drugstoerisme kan ook voorkomen in gemeenten zonder coffeeshop. Er meldde zich één gemeente zonder coffeeshop die aangaf drugstoerisme te kennen, namelijk niet-ingezetenen die in afgelegen gebieden softdrugs gebruiken.

Lokaal maatwerk bij inzetten ingezetenencriterium

Sinds 2012 is het ingezetenencriterium opgenomen in het (strafrechtelijke) landelijke kader van het Openbaar Ministerie (OM). Daarnaast kan het ingezetenencriterium door de burgemeester in het (bestuursrechtelijke) lokale coffeeshopbeleid worden opgenomen. Bij overtreding kan de burgemeester besluiten een bestuursrechtelijke maatregel in te zetten, zoals het tijdelijk sluiten van de coffeeshop. Het wel of niet actief handhaven van het ingezetenencriterium is lokaal maatwerk. In de praktijk maken de burgemeester, OM en de politie in de lokale driehoek afspraken over de inzet van de (handhavings)capaciteit.

In enkele gemeenten met een coffeeshop aan de grens wordt het ingezetenencriterium gehandhaafd. Dit is voor die gemeenten een effectief middel om drugstoerisme tegen te gaan. Buitenlandse toeristen zijn inmiddels bekend met het feit dat zij geen toegang hebben tot de coffeeshops en reizen niet (meer) af naar de gemeenten waar dit criterium geldt. Andere gemeenten lijken er juist baat bij te hebben om niet op het ingezetenencriterium te handhaven. Buitenlandse bezoekers hebben daar wel toegang tot de coffeeshops. Zij zoeken hierdoor niet hun mogelijkheden bij de straathandelaren waardoor er minder sprake is van overlast en eventuele openbare orde problematiek. Dit sluit aan bij wat onderzoeksbureau Breuer&Intraval heeft geconstateerd in hun onderzoeken.

Breuer&Intraval heeft in veel gemeenten onderzocht wat de effecten van het wel of niet handhaven van het ingezetenencriterium zijn. Zij concluderen dat of het wenselijk is om het ingezetenencriterium te (gaan) handhaven mede afhankelijk is van de «beginsituatie» in een gemeente. Zowel het wel als het niet handhaven van het ingezetenencriterium kan namelijk leiden tot de gewenste lokale resultaten afhankelijk voor welk probleem het ingezetenencriterium een vermeende oplossing is8. Ook de VNG heeft het belang van lokaal maatwerk bij het inzetten van het ingezetenencriterium benadrukt. Er is dus geen aanleiding om het huidige beleid ten aanzien van het ingezetenencriterium aan te passen.

Wens tot het delen en ontsluiten van kennis

De gesproken grensgemeenten hebben geen suggesties gedaan aan het Rijk om uitbreiding van het instrumentarium mogelijk te maken om drugstoerisme tegen te kunnen gaan. Naast het wel of niet handhaven van het ingezetenencriterium zijn wel veel andere instrumenten genoemd, waaronder een blowverbod, het inzetten van een bestuursrechtelijke aanpak bij straatdealers en het verlagen van het maximum aantal gram dat een coffeeshop aan een klant mag verkopen. Een aantal (kleinere) grensgemeenten heeft aangegeven dat er niet altijd voldoende kennis en capaciteit beschikbaar is om een passende lokale aanpak te ontwikkelen om overlastgevend drugstoerisme tegen te gaan. Zij zouden zijn geholpen als het Rijk kan bevorderen dat kennis over werkwijzen en instrumenten makkelijk te vinden is. Om te zorgen dat de kennis over de instrumenten breed beschikbaar is, wordt budget beschikbaar gesteld aan het CCV9. Het CCV zal een webdossier drugstoerisme ontwikkelen waardoor gemeenten ondersteund worden in het ontwikkelen van een passende lokale aanpak. Dit houdt in dat het CCV een online omgeving realiseert waarin zaken als best practices, modelbeleid en Q&A´s te vinden zijn. Daarnaast zal een CCV adviseur beschikbaar zijn voor het afhandelen van vragen en wordt het onderwerp geagendeerd in de al bestaande leerkring van het CCV «bestuurlijke aanpak drugs». Hierdoor wordt op een laagdrempelige manier een breed pallet aan instrumenten beschikbaar voor iedere gemeente en kan lokaal worden bezien wat passend is voor de situatie.

Gegevensuitwisseling over de grens

Voor het tegengaan van overlast kan het voor een grensgemeente nuttig zijn de ontwikkelingen en het lokale beleid van omliggende (buitenlandse) gemeenten te kennen of hen te informeren over het eigen lokaal beleid. De mogelijkheid voor informatie-uitwisseling op persoons- of casusniveau of ten behoeve van het gericht inzetten van beleid is beperkt en vereist een grondslag. Op enkele gebieden werkt het Euregionaal Informatie- en Expertise Centrum (EURIEC) aan handreikingen om in kaart te brengen wat hierin mogelijk is. Gemeenten kunnen wel informatie op fenomeenniveau bespreken, elkaar in het algemeen informeren over het gemeentelijk beleid en informeel informatie uitwisselen. Tevens kan openbare informatie (van gemeenten aan de andere kant van de grens) ingezet worden voor het lokaal maatwerk om overlastgevende coffeeshoptoeristen of softdrugstoeristen tegen te gaan.

Ontwikkelingen Duitsland mogelijk van invloed

Enkele grensgemeenten hebben aangegeven met interesse de voortgang van de plannen van de Duitse regering te volgen ten aanzien van het reguleren van de cannabisteelt en verkoop. Grensgemeenten aan de Duitse grens hebben vaak veel Duitse bezoekers in de coffeeshops. Onlangs heeft de Duitse regering aangekondigd een wetsvoorstel op te stellen dat non-commerciële cannabisteelt via zogenaamde cannabisclubs mogelijk moet maken. Deze clubs mogen maximaal 500 leden hebben. Deze leden mogen zelf planten kweken en cannabis aan elkaar verkopen. Tevens wil de regering starten met een wetenschappelijke pilot met een regionale distributieketen. Vijf jaar lang zal de productie, distributie en verstrekking van cannabis in gespecialiseerde winkels mogelijk zijn. Mogelijk leiden de ontwikkelingen in Duitsland tot een afname van drugstoeristen in de grensregio.

Luchtvaartbranche

In Amsterdam komt bijna de helft van de aanwezige toeristen met het vliegtuig naar Amsterdam toe10. Slechts een klein deel van alle toeristen is overlastgevend, waarbij overigens niet altijd sprake is van een relatie met het bezoeken van een coffeeshop of drugsgebruik. Met Schiphol, KLM en Easyjet is gesproken over de mogelijkheden die er zijn om, binnen de luchtvaartbranche, een bijdrage te leveren aan de aanpak van drugstoerisme. Luchtvaartmaatschappijen hebben echter geen wettelijke mogelijkheden om passagiers te selecteren op basis van mogelijk reismotief of toekomstige overlast. Er zijn hiertoe geen wettelijke mogelijkheden, noch is het wenselijk om deze informatie van passagiers te vragen of te verzamelen op grond van de privacyregels. Daarnaast, zelfs als die informatie wel bekend zou zijn, is er geen wettelijke grondslag om een persoon op een vlucht te weigeren. Evenmin zijn er juridische mogelijkheden om te sturen op de bestemmingen die luchtvaartmaatschappijen aan doen. Luchtvaartmaatschappijen mogen op basis van luchtvaartverdragen en de slots die zij hebben vrij hun vluchten plannen op basis van vraag & aanbod. Zolang er animo bestaat onder reizigers om naar Amsterdam te komen, zullen luchtvaartmaatschappijen vluchten blijven aanbieden.

Concluderend kan worden gezegd dat er geen juridische mogelijkheden zijn om vluchten te reguleren op basis van vertreklocatie en/of reismotief van passagiers en dit ook niet als wenselijk wordt gezien. Het is mogelijk dat andere toekomstige ontwikkelingen binnen de luchtvaartbranche enig effect hebben op het aantal (budget)toeristen dat per vliegtuig naar Amsterdam komt. Bijvoorbeeld als er minder vluchten zijn uit bepaalde korte afstand bestemmingen en/of de prijs van een ticket. Tegelijkertijd is het grootste deel van de jonge toeristen in Amsterdam (die potentieel overlastgevers kunnen zijn door drugstoerisme) afkomstig uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk11 en voor hen zijn er ook alternatieve vervoersmogelijkheden om naar Amsterdam te komen.

Toerismebranche

Het toerismebeleid van het kabinet is gericht op het aantrekken van bepaalde doelgroepen bezoekers die passen bij de desbetreffende bestemming. Dit kan voor elk gebied een andere toerist zijn, dit bepalen bestemmingen zelf (zie ook hoofdlijnenbrief toerisme12). Het kabinet streeft naar een duurzame ontwikkeling van de gastvrijheidssector in zowel economisch, maatschappelijke als ecologisch opzicht. De inzet van het kabinet richt zich op het verwezenlijken van deze doelstellingen. Het weren of ontmoedigen van de komst van toeristen, zoals omschreven in de motie van de leden Bikker en Slootweg, is geen onderdeel van dit beleid. Wel kunnen er lokaal keuzes gemaakt worden om niet actief de eigen stad in het buitenland te promoten. Echter heeft de toerismebranche ook aangegeven dat de maakbaarheid hiervan beperkt is. De invloed van social media is groot en positieve verhalen daarop kunnen bijdragen aan de populariteit een stad, zonder dat hier veel sturing op mogelijk is. Daarnaast zijn er -behalve de coffeeshops- ook veel andere redenen waarom toeristen een stad als Amsterdam willen bezoeken. Communicatie voor de al aanwezige toerist kan zich richten op zaken als spreiding over de stad en het verleiden van toeristen om andere gelegenheden te bezoeken dan de coffeeshops in het centrum. Dit betreffen lokale keuzes en in te zetten middelen.

Conclusies

  • Het bezoeken van een coffeeshop door niet-ingezetenen zorgt in slechts enkele gemeenten voor noemenswaardige overlast.

  • De problematiek in deze paar gemeenten is divers. Zo is de situatie in Amsterdam niet vergelijkbaar met de situatie in de grensgemeenten.

    Het is daarom van de lokale situatie afhankelijk welke maatregelen kunnen bijdragen om overlast tegen te gaan of een afname van het aantal toeristen te bewerkstelligen.

  • Uit de gevoerde gesprekken en de beschikbare onderzoeken kan worden geconcludeerd dat er lokaal voldoende instrumenten beschikbaar zijn, indien de situatie daarom vraagt en dat deze ook worden ingezet. Dit wordt ook op diverse manieren gedaan. Denk hierbij aan de internationale communicatiecampagne van de gemeente Amsterdam, het wel of niet handhaven op het ingezetenencriterium of het instellen van een blowverbod in een bepaald gebied.

  • Door de gemeente Amsterdam is aangegeven dat op dit moment geen extra instrumenten nodig zijn die op landelijk niveau mogelijk gemaakt moeten worden en dat op dit moment geen andere bijdrage vanuit het Rijk gewenst wordt.

  • Het feit dat het telen van cannabis voor recreatief gebruik verboden is en het wordt gedoogd dat coffeeshops deze illegaal geteelde cannabis (onder strikte voorwaarden) verkopen, leidt tot een verwevenheid tussen de boven- en onderwereld. In het experiment gesloten coffeeshopketen wordt daarom onderzocht of het mogelijk is een gesloten coffeeshopketen te realiseren waarbij er geen sprake is van criminele inmenging en welke effecten dit heeft op o.a. de criminaliteit en veiligheid. Amsterdam heeft aangegeven te willen deelnemen aan het experiment met stadsdeel Oost.

  • Voor het nemen van maatregelen tegen drugstoerisme via regulering van vluchten op bestemming en/of reismotief ontbreekt een juridische grondslag en hier staan luchtvaartverdragen aan in de weg.

  • Het ontmoedigen van de komst van toeristen past niet in het kabinetsbeleid voor de gastvrijheidssector.

Acties

  • De meerwaarde van een aanpak tegen drugstoerisme is gelegen in het versterken van lokaal maatwerk.

  • Om te zorgen dat de kennis over de instrumenten breed beschikbaar is, stel ik budget beschikbaar aan het CCV.

  • Het CCV zal een webdossier drugstoerisme ontwikkelen waardoor gemeenten ondersteund worden in het ontwikkelen van een passende lokale aanpak. Dit houdt in dat het CCV een online omgeving realiseert waarin zaken als best practices, modelbeleid en Q&A´s te vinden zijn.

  • Daarnaast zal een CCV adviseur beschikbaar zijn voor het afhandelen van vragen en wordt het onderwerp geagendeerd in de al bestaande leerkring van het CCV «bestuurlijke aanpak drugs». Hierdoor wordt op een laagdrempelige manier een breed pallet aan instrumenten beschikbaar voor iedere gemeente en kan lokaal worden bezien wat passend is voor de situatie.

  • Met betrekking tot een internationale campagne beziet het Rijk of het een eventueel vervolg van de campagne van Amsterdam kan ondersteunen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 24 077, nr. 495.

X Noot
2

Kamerstuk 24 077, nr. 524.

X Noot
3

Kamerstuk 24 077, nr. 463, Monitor ontwikkelingen coffeeshopbeleid, meting 2018. De monitor betreft een landelijk beeld gebaseerd op landelijke en regionale gegevens van de politie en het Openbaar Ministerie. Tevens zijn in een steekproef van 31 geselecteerde gemeenten lokale experts van gemeenten en politie geraadpleegd. Daarnaast zijn coffeeshopeigenaren en medewerkers verspreid over de steekproefgemeenten bevraagd.

X Noot
4

Bij deze meting blijkt dat lokale experts minder goed zicht hebben op het softdrugstoerisme dan op het coffeeshoptoerisme.

X Noot
5

De gehele aanpak is veelzijdiger dan alleen maatregelen gericht op het tegengaan van overlast. De aanpak is gericht op een balans tussen de leefbaarheid en de toeristische draagkracht van de stad. Zo wordt ook gekeken naar touringcars, rivier- en zeecruise, vakantieverhuur, hotels, de toeristenbelasting, spreiding en verplaatsing van leisure en inzet op duurzaam toerisme.

X Noot
6

J. Snippe, R. Mennes, B. Bieleman (2020). De markt voor coffeeshops in de gemeente Amsterdam: 2020 en 2025. Breuer & Intraval.

X Noot
7

Kamerstuk 24 077, nr. 463.

X Noot
8

BI-Position-Paper-Handhaving-I-criterium.pdf (breuerintraval.nl).

X Noot
9

Het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) is een stichting en draagt bij aan het in kaart brengen van veiligheidsproblemen en het oplossen daarvan. Daarvoor bieden ze kennis, instrumenten, keurmerken, voorlichtingsmateriaal en advies op maat gericht op veilig wonen, veilig werken en veilig leven. Preventie is daarbij steeds het uitgangspunt.

X Noot
10

J.A. de Muijnck, J Snippe, M. Kamperman (2021), Handhaven I-criterium Amsterdam; ervaringen vergelijkingsgemeenten, Breuer & Intraval.

X Noot
11

Idem.

X Noot
12

Kamerstuk 26 419, nr. 96.

Naar boven