23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 373 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2014

Hierbij bied ik u de reactie aan op het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken van 22 april 2014 om een appreciatie van de stand van zaken van het Midden-Oosten vredesproces en op het verzoek van lid Voordewind tijdens regeling van werkzaamheden op 28 mei 2014 (Handelingen II 2013/14, nr. 87, Regeling van Werkzaamheden) om duiding van de ontwikkelingen m.b.t. verzoening tussen Fatah en Hamas en de consequenties voor de samenwerking met de Palestijnse Autoriteit.

Na negen maanden onderhandelen is op 29 april jl. de door Secretary of State Kerry gestelde deadline verlopen zonder uitkomst. Naar aanleiding van het verzoeningsakkoord tussen Hamas en Fatah had Israël op 24 april jl. de onderhandelingen opgeschort. In reactie op deze ontwikkelingen heeft Secretary of State Kerry een pauze in de vredesbesprekingen ingelast. De VS beraadt zich nu op een strategie voorwaarts. Kerry heeft benadrukt dat zijn deur voor partijen openstaat, maar dat het aan beide partijen zelf is de benodigde stappen te zetten ter hervatting van de besprekingen. Naar verwachting zal hij binnen enkele weken een indicatie geven van de weg vooruit.

Een fundamenteel gebrek aan vertrouwen tussen beide partijen ligt ten grondslag aan het vastlopen van de vredesbesprekingen. Dat vertrouwen is de laatste maanden niet gegroeid. De partijen hebben stappen gezet die het vredesproces onder druk hebben gezet, waaronder de verdere uitbreiding van nederzettingen en het niet vrijlaten van de laatste lichting gevangenen door Israël; de Palestijnse toetreding tot een aantal internationale verdragen voor het verstrijken van de deadline en het op het laatste moment sluiten van een verzoeningsakkoord tussen Hamas en Fatah.

Het is evenwel positief dat beide partijen vooralsnog proberen een verdere escalatie te voorkomen. Abbas heeft niet direct verdere stappen gezet tot toetreding tot verdragen of VN-organisaties en Israël heeft na eerdere opschorting de douane-inkomsten voor de maand april grotendeels overgemaakt aan de Palestijnse Autoriteit. Beide partijen verklaren onder voorwaarden bereid te zijn tot hervatting van de besprekingen.

Het kabinet betreurt de opschorting van de vredesonderhandelingen. Het blijft inzetten op de hervatting van de vredesbesprekingen onder leiding van de VS. Afgewacht moet echter worden of er perspectief is op hervatting van de besprekingen. De pauze in de vredesbesprekingen zouden partijen moeten benutten om hun eigen huis op orde te brengen en zich te bezinnen op hun rol in het vredesproces.

Het kabinet blijft van mening dat onderhandelingen de enige weg zijn naar duurzame vrede tussen Israël en de Palestijnen en zal onverminderd in blijven zetten op het bereiken van een twee-statenoplossing. Nederland blijft de partijen in bilaterale contacten aanspreken op hun verantwoordelijkheid zich te onthouden van eenzijdige stappen die de kans op hervatting ondergraven. Waar mogelijk zal Nederland bijdragen aan het bevorderen van de hervatting van de besprekingen en aan de-escalatie van de spanningen tussen partijen. Nederland trekt hierbij samen op met de EU.

Sinds de start van de vredesbesprekingen heeft de EU eensgezind het proces onder leiding van John Kerry gesteund, laatstelijk bevestigd door de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken op 12 mei jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1383) Daarin riep de Raad beide partijen op de besprekingen te hervatten en geen acties te ondernemen die het vredesproces ondermijnen, zoals uitbreiding van nederzettingen. De Raad herhaalde de toezegging van een speciaal geprivilegieerd partnerschap met verreikende samenwerking op economisch, politiek en veiligheidsterrein aan beide partijen ingeval van een finale statusakkoord. Voorts sprak de EU steun uit een nieuwe Palestijnse regering bestaande uit onafhankelijke leden, mits deze de Kwartetbeginselen onderschrijft; en verwelkomde democratische verkiezingen. Het kabinet streeft er naar het eensgezinde optreden van de EU voort te zetten.

Verzoeningsakkoord tussen Fatah en Hamas

Een ontwikkeling die in hoge mate zal bepalen wat de mogelijkheden zijn voor hervatting van de vredesbesprekingen is de recente toenadering tussen Fatah en Hamas. De regionale ontwikkelingen, met name het conflict in Syrië en de transitie in Egypte, hebben geleid tot een verzwakking en isolatie van Hamas. Vanuit deze verzwakte positie bleek Hamas op 23 april jl. onverwacht bereid akkoord te gaan met een verzoeningsakkoord met Fatah. De intra-Palestijnse verzoening wordt zowel politiek als financieel gesteund door de Arabische landen.

In dat akkoord zijn Fatah en Hamas overeengekomen dat binnen vijf weken een technocratische regering wordt gevormd en na minimaal zes maanden verkiezingen zullen worden georganiseerd. De technocratische regering onder leiding van president Abbas zal volgens het akkoord de kwartetbeginselen – erkennen van Israël, afzweren van geweld, erkennen van bestaande akkoorden – onderschrijven. Hamas zal geen deel uitmaken van deze regering. Deze overgangsregering heeft drie opdrachten: het dagelijks bestuur van de Palestijnse Gebieden, de voorbereiding van de verkiezingen en het uitwerken van de integratie tussen de ambtenarenapparaten.

Doordat aan beide zijden de eerste stappen worden gezet tot implementatie van het akkoord, lijkt deze verzoeningspoging serieuzer dan eerdere pogingen daartoe in 2011 en 2012. Het kabinet verwacht dat – mocht het tot daadwerkelijke uitvoering komen – het een langdurig en complex proces zal worden.

Het kabinet heeft kennisgenomen van het akkoord tussen Hamas en Fatah en wil een regering bestaande uit technocraten een kans geven. In de beoordeling van deze regering zijn de Kwartetbeginselen leidend. Zoals het kabinet steeds heeft benadrukt, en verwoord in een brief aan uw Kamer ingezonden op 12 december 2012 (Kamerstuk 23 432, nr. 339), is Palestijnse verzoening op basis van deze beginselen een belangrijke voorwaarde voor een duurzame vredesregeling.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven