23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 334 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2012

Hierbij bied ik u – mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie – het verslag aan van mijn bezoeken aan Jordanië, Israel en de Palestijnse Gebieden (PG), respectievelijk zijn bezoek aan Israël, die plaatsgevonden hebben van 5–7 juni 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Inleiding

De context en achtergrond van de bezoeken van minister Verhagen en mijzelf aan Israël is beschreven in mijn brieven van 5 april en 29 mei 2012 (Kamerstukken 23 432, nrs. 331 en 333). Mijn reis had bovendien ten doel de bilaterale betrekkingen met Jordanië en de Palestijnse Autoriteit (PA) te versterken, alsook om de Nederlandse steun uit te spreken aan de pogingen van het Kwartet om het Midden-Oosten vredesproces (MOVP) vlot te trekken.

Mijn bezoek vond plaats tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in Syrië, de presidentsverkiezingen in Egypte, de recente Israëlische kabinetstransformatie en de toenaderingspogingen tussen Fatah en Hamas. Ik heb gesproken met mijn collega-ministers van Buitenlandse Zaken, met prominente leden van de zakengemeenschap in Jordanië, met (voormalige) ministeriële adviseurs en met commentatoren in Israël, Jordanië en de PG, alsook – samen met minister Verhagen – met de Israëlische minister-president. Vanuit de PG heb ik daarnaast een telefonisch onderhoud gehad met president Abbas, die op dat moment in het buitenland verbleef. Mijn reis heb ik afgesloten met een ontmoeting met Kwartetgezant Tony Blair.

De Nederlandse beleidsopvattingen ten aanzien van het MOVP heb ik met al mijn gesprekspartners gedeeld. Daarbij onderstreepte ik dat Nederland ondubbelzinnig voorstander is van een tweestatenoplossing, gebaseerd op de grenzen van 1967, met wederzijds overeengekomen landruil. Partijen dienen zich te onthouden van unilaterale stappen die op een finalestatusakkoord vooruitlopen en de onderhandelingssfeer ondermijnen. Dat betekent enerzijds dat Nederland een eventuele hernieuwde gang van de PA naar de VN afwijst; anderzijds dat Nederland de Israëlische nederzettingen als illegaal beschouwt en nieuwe bouwbesluiten afkeurt. Beide partijen heb ik opgeroepen de rechtstreekse onderhandelingen te hervatten, zonder voorwaarden vooraf, leidend tot een (raamwerk)akkoord over grenzen en veiligheid voor het einde van 2012, conform de Kwartetverklaring van september 2011.

De reis heeft mij de gelegenheid geboden het recente Nederlandse besluit te bekrachtigen om – op verzoek van Israël en de PA – de plaatsing van een containerscanner te financieren bij de grensovergang Allenby / King Hussein Bridge tussen Jordanië en de Westelijke Jordaanoever. Aldus beoogt Nederland een bijdrage te geven aan versneld goederentransport van en naar de Westelijke Jordaanoever en daarmee aan versterking van de Palestijnse economie.

Jordanië

Ik heb mijn steun uitgesproken voor het Jordaanse hervormingsproces en de regering aangespoord koersvast de weg te vervolgen naar verdere democratisering, versterking van de rechtsstaat en verdere verruiming van politieke vrijheden.

Ik heb mijn waardering uitgesproken voor de niet aflatende inzet van mijn collega in de afgelopen maanden om Israël en de Palestijnen weer om de tafel te krijgen. Minister Judeh zei onverminderd ambitieus op deze weg verder te gaan.

Minister Judeh schetste de gevolgen van de onrust in Syrië voor de Jordaanse economie. Het aantal gevluchte Syriërs die de Syrisch-Jordaanse grens zijn overgestoken is opgelopen tot 120 000. Slechts ruim 20 000 van hen hebben zich bij UNHCR als vluchteling laten registreren. Daarnaast is Syrië weggevallen als de belangrijkste Jordaanse handelspartner in de regio, met aanzienlijke gevolgen voor de handelsbalans van Jordanië. Ik heb er op aangedrongen dat Jordanië zich aansluit bij de internationale sancties tegen Syrië. Daarbij heb ik Nederlandse ondersteuning aangeboden bij de opvang van Syrische vluchtelingen. Het kabinet heeft hiertoe inmiddels besloten via een extra bijdrage aan UNHCR ter grootte van $3,5 miljoen.

Tijdens het bezoek werd afgesproken de politieke samenwerking tussen Nederland en Jordanië te versterken. Daartoe ondertekenden minister Judeh en ik een Memorandum of Understanding, inhoudende dat Nederland en Jordanië in het vervolg jaarlijks bilaterale consultaties over buitenlandspolitieke onderwerpen zullen houden.

Israël

In Israël is gesproken over de mogelijke toekomstige nauwere samenwerking op het gebied van onder meer cultuur, handel, wetenschap en ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en Israël. Zoals uiteengezet in mijn brief van 29 mei 2012 (Kamerstuk 23 432, nr. 333) is het aan een volgend Nederlands kabinet om te beslissen of het uitvoering geeft aan de intenties die beide landen inzake de oprichting van een Nederlands-Israëlische Samenwerkingsraad hebben neergelegd in bijgevoegde gemeenschappelijke verklaring1.

Doel van het geslaagde bezoek van minister Verhagen was het onderhouden van de goede economische en politieke banden evenals het bevorderen van de bilaterale handel, investeringen en samenwerking met ondernemings- en innovatiegericht Israël. Rond zestig ondernemers – onder meer uit de sectoren agrofood, (duurzame) energie, ict/high tech en logistiek – reisden met de minister mee voor matchmaking en om te netwerken. De minister opende seminars over de thema’s gas en voedselzekerheid. Hij bezocht enkele innovatieve bedrijven, waaronder Better Place. Naast de ontmoeting met premier Netanyahu vonden gesprekken plaats met minister van Energie Landau, minister van Industrie en Handel Simhon. Minister Verhagen onderstreepte daarin de bereidheid om Nederlandse kennis en kunde te delen bij de verdere ontwikkeling van de gassector in Israël. Ook onderstreepte hij het belang voor Israël om een effectief Nationaal Contact Punt (NCP) ter implementatie van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen 2011 op te zetten. Geconstateerd werd dat Nederland en Israël natuurlijke partners zijn voor de ontwikkeling van marktgerichte oplossingen voor vraagstukken op het gebied van de mondiale voedselvoorzieningszekerheid. Afgesproken werd dit najaar in Nederland een gezamenlijke Innovatiedag (Joint Innovation Day) te organiseren.

Ten aanzien van het MOVP heb ik naar voren gebracht dat Nederland partijen oproept geen stappen te zetten die het onderhandelingsklimaat doen verslechteren. Daarbij is in het gesprek van minister Verhagen en mij met premier Netanyahu de hoop uitgesproken dat de nieuw ontstane politieke situatie in Israël ruimte biedt voor vertrouwenwekkende maatregelen jegens de Palestijnse Autoriteit. Premier Netanyahu beaamde dat dat de uitbreiding van de regeringscoalitie mede ingegeven is door de wens nieuwe initiatieven te nemen ten aanzien van het vredesproces.

Ik heb gemarkeerd dat Nederland tegen eenzijdige stappen is die niet bevorderlijk zijn voor het vredesproces, of die nu aan Israëlische of Palestijnse zijde worden gezet. De recente bouwbesluiten inzake nederzettingen heb ik als zodanig genoemd en de zoals hierboven omschreven positie inzake nederzettingen heb ik uitgedragen. Daarnaast vroeg ik bij mijn gesprekspartners aandacht voor het gebruik door Israël van administratieve detentie. Ik heb mijn zorgen uitgesproken over het toegenomen geweld door kolonisten en de heroprichting van de trilaterale commissie betreffende opruiing bepleit (ref. motie-Voordewind/Van der Staaij/Ten Broeke, Kamerstuk 21 501-02, nr. 1123). Verder deelde ik de Nederlandse zorgen over de schade aan Nederlandse en Europese OS-infrastructuur op de Westelijke Jordaanoever.

De visie van de Israëlische gesprekspartners op de regionale ontwikkelingen is somber. De ontwikkelingen in Syrië en in Egypte dragen niet bij aan stabiliteit aan de grenzen van Israël. De gevolgen van het Syrische conflict op de stabiliteit van Libanon zijn ongewis. De transitie in Egypte leidt tot onrust in de Sinaï, zoals blijkt uit aanslagen op gaspijpleidingen. Ten aanzien van Iran heb ik bepleit het sanctiespoor zijn werk te laten doen. Nederland speculeert niet over andere opties maar wil ze ook niet uitsluiten.

Palestijnse Gebieden

Tijdens mijn bezoek aan de Palestijnse Gebieden sprak ik met name over het MOVP, de intra-Palestijnse verzoeningspogingen en het Nederlandse OS-programma. Voorts heb ik een bezoek gebracht aan de grensovergang tussen Jordanië en de Westelijke Jordaanoever bij Allenby / King Hussein Bridge, waar de containerscanner die Nederland financiert, geïnstalleerd wordt. In Jeruzalem heb ik hierover een gemeenschappelijke intentieverklaring ondertekend met het Kantoor voor Projectdiensten van de Verenigde Naties (UNOPS).

President Abbas bleek teleurgesteld te zijn over het antwoord van Israël op zijn brief met voorwaarden voor hervatting van rechtstreekse onderhandelingen. Tegelijkertijd is nog niet besloten de deur dicht te doen voor verder overleg. Mijn gesprekspartners in Ramallah stelden dat onderhandelingen alleen van start kunnen gaan als Israël vertrouwenwekkende maatregelen neemt, zoals een nederzettingenbouwstop. Bij uitblijven hiervan zou een hernieuwde gang naar de VN tot de mogelijkheden behoren.

Ik benadrukte de Nederlandse steun voor een onderhandelde tweestatenoplossing langs de lijnen van de EU-parameters en de Kwartettijdlijn. Eenzijdige stappen, waartoe ik de Palestijnse strategie in de VN nadrukkelijk reken, dragen niet bij aan dit doel. Tevens zei ik dat Nederland de PA blijft ondersteunen, in het bijzonder op het gebied van economische ontwikkeling, waterbeheer, veiligheid en ontwikkeling van de rechtsstaat. Een Palestijnse eenheidsregering kan enkel rekenen op voortzetting van die steun indien deze de Kwartetbeginselen onderschrijft.

Er bestond breed gevoelde waardering – niet alleen bij de PA maar ook aan Israëlische kant – voor de Nederlandse donatie van de scanner bij Allenby / King Hussein Bridge: deze zal bijdragen aan Palestijnse economische groei en komt tegelijkertijd tegemoet aan Israëlische veiligheidsgaranties. De bijeenkomst van alle betrokken partijen – PA, Israël, Jordanië, Kwartet en Nederland – stond in het teken van het potentieel belang van deze transactie en van de mogelijkheden die deze biedt voor ontwikkeling van de PG.

Ik heb en marge van de ondertekening van de gemeenschappelijke intentieverklaring met UNOPS gesprekken kunnen voeren met Nederlanders die in de regio actief zijn bij het MOVP, met name militairen betrokken bij twee veiligheidsmissies in de regio UNTSO2 en USSC3. Ik heb de grote waardering van het kabinet uitgesproken voor het werk van deze militairen. Nederland zal zijn inspanningen ter ondersteuning van de Palestijnse veiligheidssector voortzetten. Dit gebeurt niet alleen financieel, maar ook via deelname van Nederlands personeel aan de EU-missies in de PG en aan de Amerikaanse veiligheidsmissie USSC. Hiertoe zijn vijf Nederlandse civiele experts gedetacheerd bij de EU-politiemissie in de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) en twee à vier militairen bij USSC. Daarnaast stelt Nederland drie militairen (KMAR) ter beschikking ten behoeve van de Europese missie bij Gazaans-Egyptische grens (EUBAM Rafah) die binnen drie maanden kunnen aantreden. EU-lidstaten zijn overeengekomen om met ingang van 30 juni het mandaat van EUPOL-COPPS en EUBAM Rafah te verlengen tot eind juni 2013.

Tony Blair

Ik sloot mijn reis af met een gesprek met Kwartetgezant Tony Blair. Hij bedankte Nederland voor de donatie van de scanner bij Allenby / King Hussein Bridge, die aantoont dat Nederland verschil kan maken: in een situatie waarin vooruitgang op politiek en veiligheidsgebied steeds ongedaan gemaakt kan worden, zijn dit soort »feiten op de grond» van groot belang. Met Blair besprak ik de mogelijkheden voor het leveren van een tweede scanner op een andere locatie, die ertoe moet leiden dat er een ononderbroken, gecontroleerde transportketen van de PG met de wereldmarkt ontstaat.

Appreciatie

Duidelijk blijkt dat beide partijen beseffen dat het uitblijven van een tweestatenoplossing niet in het belang van Israël of dat van de Palestijnen is. Een ontwikkeling die leidt tot een binationale staat Israël op bestaand Israëlisch en Palestijns grondgebied is het slechtst denkbare scenario.

Tevens beseffen veel gesprekspartners dat de huidige regionale situatie een extra argument moet zijn om voortgang te boeken in het vredesproces. De solide politieke basis van het nieuw geformeerde Israëlische kabinet biedt daarvoor aan Israëlische kant ook de mogelijkheden. Aan Palestijnse kant is blijvend engagement aan de Kwartetbeginselen een voorwaarde, willen onderhandelingen leiden tot resultaat.

Het bezoek leidt ertoe dat het kabinet door zal gaan met het beleid zoals ingezet, neerkomend op een gebalanceerde reactie zowel in rechtstreekse contacten met partijen als in de Nederlandse opstelling in internationale fora. Het kabinet is van oordeel dat het isoleren van Israël niet bijdraagt aan een oplossing, evenmin als het bestraffen van Palestijnen, dit in reactie op stappen en besluiten van partijen die niet bijdragen aan het onderhandelingsproces. Het voornemen om een Samenwerkingsraad met Israël op te richten moet in dit licht worden bezien, evenals het besluit om financieel te investeren in de Palestijnse containerscanner. De bijgevoegde gemeenschappelijke verklaring geeft de lijnen weer waarlangs Nederland en Israël de samenwerking ter hand zullen nemen.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

de VN-waarnemersmissie United Nations Truce Supervision Organization is sinds 1948 belast met toezicht op uitvoering van verdragen en bestanden in de regio; zij is onder meer actief op de Golan-hoogte. Nederland levert sinds 1956 een bijdrage aan deze missie bijdraagt.

X Noot
3

de Amerikaanse missie van de United States Security Coordinator (USSC), ter ondersteuning van de opbouw van de Palestijnse veiligheidssector.

Naar boven