23 235 Thuiszorg en wijkverpleging

Nr. 243 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 1 juli 2024.

Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op 1 augustus 2024.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2024

In mijn brief van 12 juni 2024 over het experiment wijkverpleging heb ik aangegeven het verplichte gebruik van cliëntprofielen te laten vervallen, maar wel de mogelijkheid om prestatiebeschrijvingen te declareren op basis van cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model (DKDL-model) te laten bestaan.1 Dit naar aanleiding van de aangenomen motie van de leden Joseph (NSC) en Agema (PVV).2 De brief bevatte de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik aan de NZa wilde geven.

Naar aanleiding van dit voornemen heeft de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) advocatenkantoor Pels Rijcken (hierna: de landsadvocaat) gevraagd of door het ontbreken van een wettelijke registratieverplichting eveneens de doorbrekingsgrond van het medisch beroepsgeheim wegvalt. De landsadvocaat heeft dit bevestigd.

Het wegvallen van deze wettelijke verplichting leidt ertoe dat aanbieders van wijkverpleging hun medisch beroepsgeheim niet mogen doorbreken door de cliëntprofielen te registreren en aan te leveren. Dit leidt tot de conclusie dat deze eerder voorgenomen aanwijzing juridisch niet uitvoerbaar is. Hierom heb ik besloten eerdergenoemde aanwijzing niet te versturen.

Hierbij informeer ik u daarom, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), over mijn voornemen om een aanwijzing te sturen aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op grond van artikel 7 Wmg met betrekking tot het wijzigen van het experiment over de bekostiging in de wijkverpleging op basis van cliëntprofielen. Er zal niet eerder worden overgegaan tot het versturen van de aanwijzing dan 30 dagen na verzending van deze brief.

Wijziging experiment

Het is noodzakelijk om het experiment binnen de wijkverpleging dusdanig te wijzigen, dat registratie en aanleveren van cliëntprofielen aan de NZa niet langer onderdeel is van het experiment. Het experiment, waarvan ook integrale prestaties voor verpleging en verzorging deel uitmaken, wordt wel vervolgd, maar dus zonder de mogelijkheid om cliëntprofielen te registreren en declareren binnen het experiment. Het vrijwillig blijven werken met cliëntprofielen door zorgaanbieders ten behoeve van bijvoorbeeld het bepalen van de te leveren zorg blijft mogelijk.

Ik heb besloten om het experiment verder ongewijzigd voort te laten duren. Dit doe ik om mijn ambtsopvolger de tijd en ruimte te bieden om tot een weloverwogen besluit te komen over het vervolg en de invulling van het experiment.

Monitoring en evaluatie van het experiment

De NZa zal het experiment nauwgezet monitoren. De komende periode werkt de NZa samen met het veld uit hoe de evaluatie en monitoring van het gewijzigde experiment vormgegeven zal worden. Onderdeel daarvan is in ieder geval de voortgang van het onderzoek naar de mogelijkheden om het experiment om te zetten in reguliere bekostiging. De NZa zal op basis van signalen uit de tussentijdse monitoring op verzoek van mijn ambtsopvolger het experiment voortzetten of stopzetten.

Zakelijke inhoud van de aanwijzing

Ik ben voornemens om de NZa een aanwijzing te geven om binnen het experiment bekostiging wijkverpleging, in afwijking van hetgeen is bepaald in de aanwijzing van 25 juli 20233, de mogelijkheid te laten bestaan om prestatiebeschrijvingen te declareren met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal.

De mogelijkheid om cliëntprofielen te registreren volgens het DKDL-model en mee te sturen met de declaratie komt te vervallen.

De looptijd van het experiment wijzigt niet.

Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstukken II 2023–24, 23 235, nr. 242.

X Noot
2

Kamerstukken II 2023–24, 29 509, nr. 80.

X Noot
3

Staatscourant 2023, nr. 20725, 25 juli 2023.

Naar boven