Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2024
Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg), over mijn voornemen om een aanwijzing te sturen aan de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) op grond van artikel 7 Wmg met betrekking tot het experiment over de bekostiging
in de wijkverpleging op basis van cliëntprofielen. Zoals besproken tijdens het Tweeminutendebat
Wijkverpleging op 29 mei 2024, zal ik niet eerder overgaan tot het geven van de aanwijzing
dan 12 dagen na verzending van deze brief. Hiermee wijk ik dus af van de wettelijke
termijn van 30 dagen zoals genoemd in artikel 8 Wmg.
Toelichting op de aanwijzing en verkorte voorhangprocedure
Met deze voorgenomen aanwijzing geef ik uitvoering aan de door uw Kamer aangenomen
motie van de leden Joseph (NSC) en Agema (PVV) die oproept om cliëntprofielen niet
langer verplicht te stellen1. Voor de uitvoering van deze motie zie ik af van de invoering van de verplichte registratie
en aanlevering van cliëntprofielen per 2025 in het experiment bekostiging wijkverpleging op basis van cliëntprofielen. Het experiment, waarvan ook integrale prestaties deel uitmaken, wordt dus vervolgd
maar zonder de verplichte registratie en aanlevering van cliëntprofielen.
Zoals ik in het Tweeminutendebat op 29 mei jl. heb aangegeven, is het belangrijk dat
de NZa deze aanwijzing voor 1 juli 2024 ontvangt, zodat zij tijdig haar regelgeving
voor 2025 kan vaststellen en zorgverzekeraars en zorgaanbieders hier hun (inkoop)processen
op kunnen aanpassen. Ik heb de Tweede Kamer daarom verzocht om hiervoor een verkorte
voorhangprocedure te hanteren.
Bij de uitvoering van de aanwijzing vraag ik de NZa afspraken met zorgverzekeraars
en zorgaanbieders te maken over het beperken van de administratieve lasten. Door het
vervallen van het verplichte gebruik van de cliëntprofielen blijven er binnen het
experiment verschillende systemen in gebruik.
Dit geeft een risico op dubbele registratielasten. Ik vind het belangrijk dat zorgaanbieders
niet genoodzaakt worden om beide systemen te gebruiken en verwacht daarom dat zorgverzekeraars
en aanbieders met ondersteuning van de NZa in gesprek gaan met als doel de administratieve
lasten zoveel als mogelijk te beperken door slechts één systeem per zorgaanbieder
te hanteren.
De NZa zal het experiment nauwgezet monitoren. De komende periode werkt de NZa samen
met het veld uit hoe de evaluatie en monitoring van het gewijzigde experiment vormgegeven
zal worden. Ik vraag de NZa hierbij aandacht te hebben voor de verschillen die ontstaan
tussen zorgaanbieders die met cliëntprofielen werken en zorgaanbieders die dat niet
doen. Ik verwacht de eerste monitoringsresultaten in de eerste helft van 2025 te ontvangen.
Tot slot hoop en verwacht ik dat de zorgaanbieders die al aan de slag zijn met cliëntprofielen
of hierop in voorbereiding waren ook zonder de verplichting doorgaan op de ingeslagen
weg. Het is voor de doorontwikkeling van de bekostiging in de wijkverpleging van groot
belang dat er voldoende informatie wordt verzameld over het DKDL-model.
Zakelijke inhoud van de aanwijzing
Ik ben voornemens om de NZa een aanwijzing te geven om binnen het experiment bekostiging
wijkverpleging, in afwijking van hetgeen is bepaald in de aanwijzing van 25 juli 20232, de mogelijkheid te laten bestaan om prestatiebeschrijvingen te declareren met bepaalde
tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal. Hierbij blijft
het mogelijk om ook na 2024 prestatiebeschrijvingen te declareren zonder registratie
van en declaratie met cliëntprofielen.
De mogelijkheid om prestatiebeschrijvingen te declareren op basis van cliëntprofielen
volgens het DKDL-model blijft ook bestaan. De looptijd van het experiment wijzigt
niet.
Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de
Staatscourant.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder