Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 17 juli 2023, kenmerk 3613517-1050013-PZO, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake het experiment voor bekostiging wijkverpleging op basis van cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 13 juni 2023 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2022–23, 23 235, nr. 222) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg over het voornemen om een aanwijzing te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit over het invoeren van een experiment voor bekostiging op basis van cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model in de wijkverpleging;

Gezien de inbreng op 3 juli 2023 van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het verslag van een schriftelijk overleg (Kamerstukken II 2022–23, 23 235, nr. 235) en het Tweeminutendebat Voorhang doorontwikkeling van bekostiging wijkverpleging op basis van clientprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model op 5 juli 2023 en de stemming over de moties (Kamerstukken II 2022–23, 23 235, nr. 236 en Kamerstukken II 2022–23, 23 235, nr. 237 en Kamerstukken II 2022–23, 23 235, nr. 238 en Kamerstukken II 2022–23, 23 235, nr. 239) op 6 juli 2023;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

DKDL model:

het Draagkracht Draaglast model;

wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

wijkverpleging:

verpleging en verzorging zoals omschreven in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering;

zorgautoriteit:

de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op wijkverpleging.

Artikel 3 Experiment cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model

  • 1. De zorgautoriteit voorziet met ingang van 1 januari 2024 in een experiment voor bekostiging op basis van cliëntprofielen in de wijkverpleging. De zorgautoriteit hanteert hierbij:

    • prestatiebeschrijvingen met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal voor alleen het jaar 2024. Deze prestatiebeschrijvingen kennen een vrij tarief;

    • prestatiebeschrijvingen op basis van cliëntprofielen met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal. Deze prestatiebeschrijvingen kennen een vrij tarief;

    • prestatiebeschrijvingen voor hoogcomplexe technische thuiszorg met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal. Deze prestatiebeschrijvingen kennen een vrij tarief.

  • 2. Op grond van dit experiment krijgt een zorgaanbieder de mogelijkheid om op basis van een overeenkomst met de zorgverzekeraar af te wijken van de reguliere prestaties en tarieven van wijkverpleging.

  • 3. De zorgautoriteit behoudt expliciet de mogelijkheid om de prestatiebeschrijvingen als bedoeld in het eerste lid verder door te ontwikkelen.

Artikel 4 Uitgangspunten experiment

De zorgautoriteit neemt bij de vaststelling van de regelgeving voor het experiment als bedoeld in artikel 3 de volgende uitgangspunten in acht:

  • a. Doel van het experiment is dat een zorgverzekeraar en een zorgaanbieder afspraken maken over de integrale bekostiging van verpleging en verzorging op basis van herkenbare cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model.

  • b. Iedere zorgaanbieder die voldoet aan de voorwaarden, moet gedurende de looptijd van het experiment te allen tijde kunnen starten met het experiment. Dit geldt ook voor een zorgaanbieder die geen gebruik heeft gemaakt van de prestatiebeschrijvingen met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal.

  • c. Het is enkel in 2024 mogelijk om binnen het experiment nog niet te declareren op basis van cliëntprofielen met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal. In die tijd kan een zorgaanbieder al wel cliëntprofielen registreren als voorbereiding op het uiteindelijk declareren op basis van cliëntprofielen in het vervolg van het experiment.

  • d. Per 2025 is registratie en declaratie op basis van clientprofielen met bepaalde tijdseenheden en prestatiebeschrijvingen voor hoogcomplexe technische thuiszorg van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal verplicht.

  • e. De administratieve lasten die de implementatie en uitvoering van het experiment met zich brengen, blijven zo beperkt mogelijk.

  • f. De zorgautoriteit neemt in haar voorwaarden op dat dubbele bekostiging niet is toegestaan.

  • g. Personen aan wie zorg wordt verleend in het kader van wijkverpleging, komen door het experiment niet in een nadeliger positie te verkeren, dan wanneer het experiment niet zou plaatsvinden.

Artikel 6 Looptijd

Het experiment heeft een looptijd van maximaal 5 jaar en eindigt uiterlijk op 31 december 2028.

Artikel 7 Evaluatie experiment

De zorgautoriteit evalueert de effecten van het experiment als bedoeld in het zesde lid van artikel 58 van de wet.

Artikel 8 Beëindigen experiment bekostiging via cliëntprofielen in de wijkverpleging

De zorgautoriteit beëindigt met ingang van 1 januari 2024 de uitvoering van het experiment bekostiging via cliëntprofielen in de wijkverpleging, als bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, en 7 van de aanwijzing van 25 januari 2021 (Stcrt. 2021, 4639).

Artikel 9 Citeertitel

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing experiment voor bekostiging wijkverpleging op basis van cliëntprofielen volgens het DKDLmodel.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

Met deze aanwijzing geef ik de Nederlandse Zorgautoriteit (zorgautoriteit) opdracht om op grond van artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg (wet) in haar regelgeving de mogelijkheid van een experiment op te nemen zodat er geëxperimenteerd kan worden met een bekostiging op basis van cliëntprofielen in de wijkverpleging en dit verder ontwikkeld kan worden. Cliëntprofielen kan men zien als een classificatiesysteem waarmee cliënten op basis van de zorgvraag en zorgzwaarte in een groep (cliëntprofiel) worden ingedeeld.

Deze aanwijzing geeft de zorgautoriteit de mogelijkheid om in vervolg op het eerdere experiment als beschreven in de ‘Aanwijzing invoering systeemfunctie organisatie en beschikbaarheid van onplanbare avond-, nacht- en weekendzorg en experiment bekostiging via cliëntprofielen in de wijkverpleging’ (Stcrt. 2021, 4639) te experimenteren met het gebruik van de in dit experiment ontwikkelde clientprofielen en deze clientprofielen door te ontwikkelen.

Het doel van het experiment is dat een zorgverzekeraar en een zorgaanbieder afspraken maken over de integrale bekostiging van verpleging en verzorging op basis van herkenbare cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model, waarbij de beweging wordt gemaakt van kwantiteit naar kwaliteit. De cliëntbehoeften en inhoudelijke resultaten en uitkomsten van de wijkverpleging zijn daarin steeds meer leidend, zowel voor de cliënt, als voor de zorgaanbieder, zorgverzekeraar en de contractering.

Dit bereiken partijen door:

  • 1. Afspraken te maken over passende bekostiging van verpleging en verzorging.

  • 2. Afspraken te maken over de zorg op basis van de gemiddelde draagkracht, draaglast en ondersteuningsbehoefte van de in zorg zijnde cliëntenpopulatie.

  • 3. Zo laag mogelijke administratieve lasten na te streven onder andere door een goede inrichting van cliëntprofielen in het elektronisch cliënten dossier.

Het experiment zal moeten uitwijzen of en hoe cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model als basis zouden kunnen dienen voor reguliere bekostiging van geleverde zorg door zowel grote als kleine zorgaanbieders in de wijkverpleging. De zorgautoriteit zal dit zorgvuldig monitoren en evalueren, zodat zij na afloop van het experiment kan adviseren over een eventuele structurele bekostiging.

Aan het eerdere experiment dat zag op de ontwikkeling van clientprofielen namen bijna alle gecontracteerde aanbieders deel en werd daarmee door het veld gedragen. Een vervolg op dit eerdere experiment acht het veld wenselijk. Zorgaanbieders die niet deelnemen aan het experiment kunnen gebruik maken van de reguliere bekostiging in de wijkverpleging.

Artikelsgewijs

Artikel 3

Het experiment voor ‘bekostiging wijkverpleging op basis van cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model’ voorziet in een vervolgexperiment op het eerdere experiment beschreven in de ‘Aanwijzing invoering systeemfunctie organisatie en beschikbaarheid van onplanbare avond-, nacht- en weekendzorg en experiment bekostiging via cliëntprofielen in de wijkverpleging’ (Stcrt. 2021, 4639). De reden voor een nieuw experiment is dat de uitvoering van het huidige experiment binnen de wettelijke termijn van 5 jaar niet tot een zorgvuldige uitvoering en evaluatie kan leiden, op basis waarvan weloverwogen besluitvorming ten aanzien van de reguliere bekostiging kan plaatsvinden. Wel kan de zorgautoriteit in het nieuwe experiment voortborduren op de cliëntprofielen die in het eerdere experiment zijn ontwikkeld.

Artikel 4

Voor zorgaanbieders die deelnemen aan het experiment is het alleen in 2024 mogelijk om op basis van tijdelijke prestatiebeschrijvingen met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, week en maand en met een vrij tarief zorg te declareren. Deze prestatiebeschrijvingen geven zorgaanbieders de tijdelijke mogelijkheid om zich binnen het experiment voor te bereiden op declaratie op basis van cliëntprofielen. Per 2025 is registratie en declaratie op basis van clientprofielen met bepaalde tijdseenheden van onder meer een uur, dag, week, maand en kwartaal verplicht.

Het is de bedoeling dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars de verkregen data via de cliëntprofielen in hun gesprek over de contractering van wijkverpleging gebruiken. Zorgaanbieders kunnen ieder jaar starten met het experiment mits zij voldoen aan de voorwaarden.

Dubbele bekostiging van dezelfde zorg voor dezelfde cliënt is niet toegestaan. Dat betekent dat de zorg die gedeclareerd wordt door middel van een prestatiebeschrijving binnen het experiment niet ook nog mag worden gedeclareerd door middel van een prestatiebeschrijving binnen de reguliere bekostiging.

Artikel 7

Naast het evalueren van het experiment zal de zorgautoriteit expliciet de risico’s op administratieve lasten, onderbehandeling, risicoselectie en upcoding monitoren alsmede de uitgaven van de wijkverpleging. Hiervan zal ook monitoring van het hanteren van vrije tarieven in combinatie met een contractvereiste onderdeel uitmaken.

Artikel 8

Gelijktijdig met de start van het nieuwe experiment, wordt de uitvoering van het eerdere experiment beëindigd.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven