22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3878 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2024

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 8 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Herziening richtlijn consulaire bescherming niet-vertegenwoordigde EU-burgers in derde landen (Kamerstuk 22 112, nr. 3877)

Fiche: Mededeling Een verenigd Europa tegen haat

Fiche: Mededeling «Fur free Europe» (Kamerstuk 22 112, nr. 3879)

Fiche: Verordening gemeenschappelijk databestand chemische stoffen (Kamerstuk 22 112, nr. 3880)

Fiche: Verordening en richtlijn herverdeling taken en bevorderen samenwerking EU-agentschappen aangaande chemische stoffen (Kamerstuk 22 112, nr. 3881)

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

Fiche: Mededeling Een verenigd Europa tegen haat

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en Raad «Een verenigd Europa tegen haat»

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    6 december 2023

  • c) Nr. Commissiedocument

    JOIN (2023) 51

  • d) EUR-Lex

    https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52023JC0051

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie:

    N.v.t.

  • f) Behandelingstraject Raad:

    Raad Justitie en Binnenlandse Zaken

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie:

    Ministerie van Justitie en Veiligheid

2. Essentie voorstel

Op 6 december 2023 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) de mededeling «Een verenigd Europa tegen haat» (hierna: de mededeling) gepubliceerd. De mededeling vormt een aanvulling op het instrumentarium dat sinds het Kaderbesluit voor de bestrijding van racisme en xenofobie uit 20081 ontwikkeld is en sluit aan bij artikel 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie2. De recente toename van haatuitingen, met name gericht op Joodse burgers in de EU vormt de directe aanleiding voor de mededeling.

De mededeling bevat vier actielijnen: 1) Bescherming van mensen en plaatsen; 2) Betrokkenheid van de samenleving in haar geheel; 3) In verscheidenheid verenigd tegen haat; en 4) Samenwerking met de voornaamste belanghebbenden. Zij bouwen voor het overgrote deel voort op reeds bestaande kaders en initiatieven. Slechts enkele acties zijn nieuw. Te noemen is het voornemen in de tweede actielijn om een nieuwe prijs onder het programma Creatief Europa in te stellen, gericht op de bescherming van Joods cultureel erfgoed.

De eerste actielijn geeft een prominente plaats aan acties gericht op de (fysieke) bescherming van mensen en plaatsen. Daarnaast wordt ingezet op toepassing van met name de Digitaledienstenverordening3 om op te treden tegen bedreigingen in de onlinewereld.

De tweede actielijn ziet op een scala aan interventies gericht op de versterking van maatschappelijke spelers zoals journalisten, het onderwijsveld, cultuur, sport en de versterking van het netwerk van factcheckers binnen de EU en het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hier ligt de focus op bewustzijnsvergroting en het tegengaan van antisemitisme en moslimhaat.

De derde actielijn richt zich op monitoring en afronding van reeds ingezette beleidsinitiatieven zoals de Verordening tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie4 en een verdere herziening van de Geannoteerde Subsidie-overeenkomst5. De Commissie herhaalt de toezegging uit de conclusies van de Raad over de bestrijding van racisme en antisemitisme van 2 maart 20226 om nationale strategieën tegen antisemitisme te ontwikkelen.

De vierde actielijn bevat een actie gericht op het verlenen van een expliciet mandaat aan EU coördinatoren en agentschappen bij specifieke door de EU gefinancierde projecten, verbetering van de dataverzameling en dialoog met internationale organisaties en samenwerkingsinitiatieven buiten de EU.

De meeste acties zullen worden uitgevoerd door de Commissie en zien veelal op de versterking van coördinatiemechanismen en de eigen kennispositie, samenwerking met externe private partijen (bijvoorbeeld hostingdiensten en journalisten) en samenwerkingsinitiatieven buiten de EU. Voor zover lidstaten worden aangesproken, betreft het reeds lopende (wetgevings)trajecten (de hierboven genoemde Verordening en de Slachtofferrichtlijn) of reeds gedane toezeggingen (het opstellen van nationale strategieën).

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het kabinet voert een breed en actief beleid tegen discriminatie en racisme dat onder andere gericht is op het vergroten van kennis (waaronder dataverzameling) en bewustwording. Het kabinetsbeleid is vooral nationaal gericht. In 2021 zijn zowel de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme als de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding aangesteld, die een Nationaal Programma7, respectievelijk Werkplan8 hebben opgesteld.

Het kabinet onderschrijft de gezamenlijk Europese aanpak die de Commissie nastreeft en hecht aan verdieping van de dialoog binnen de EU en met landen buiten de EU op dit terrein.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet verwelkomt de mededeling van de Commissie. De toename van met name antisemitische uitingen, maar ook moslimhaat, vrouwenhaat en haat richting lhbtiq+ personen, ondermijnt de democratische rechtsorde. Met de mededeling geeft de Commissie concreet invulling aan de centrale waarden van de Europese Unie zoals opgenomen in het Verdrag betreffende de Europese Unie: menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, rechtsstatelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van minderheden. Het kabinet kan zich vinden in de keus om deze waarden vorm te geven via de borging van de (fysieke en online) veiligheid van burgers en gebruikmaking van reeds bestaande infrastructuur van uitvoerende organisaties9, inzet en handhaving van (juridische) instrumenten10, samenwerkingsgremia11, programma’s12 en toezeggingen13. Het kabinet is positief over het feit dat de Commissie de eigen activiteiten op de terreinen van cultuur, media, onderwijs, herdenking en voorlichting centraal stelt alsook de samenwerking met internationale en maatschappelijke organisaties14. Dit geldt des te meer voor de acties gericht op samenwerking in het Midden-Oosten en Noord-Afrika bij het tegengaan van desinformatie.

De monitoring en rapportage-activiteiten van de Commissie ten aanzien van het EU Antiracisme Actieplan, de EU Strategie tegen Antisemitisme en de LHBTIQ Gelijkheidsstrategie zijn belangrijk om de effectiviteit van deze programma’s te kunnen meten. Het kabinet is hier positief over.

Het kabinet volgt met belangstelling hoe door de Commissie in concrete zin vorm wordt gegeven aan het voornemen om de positie van de EU coördinatoren voor de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van het joodse leven, de bestrijding van anti-moslimhaat en voor antiracisme te versterken met een expliciet mandaat voor elk van hen. Het kabinet zet in op een ambitieus en effectief vervolg op de genoemde activiteiten, actieplannen en strategieën onder de nieuwe Commissie.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

De verwachting is dat de mededeling van de Commissie en de daarin vervatte plannen en voornemens door de meerderheid van de lidstaten positief zal worden ontvangen. Een groot aantal lidstaten voert een actief beleid tegen discriminatie en antisemitisme, investeert in bewustwording en ondersteunt slachtoffers van discriminatie op verschillende manieren. Bovendien bevat de mededeling een groot aantal lopende acties, waarbij de Commissie, de Europese Unie als geheel of individuele lidstaten zich al aan de uitvoering ervan verbonden hebben.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

a) Bevoegdheid

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling heeft betrekking op de aanpak van haat en haatuitingen en daarmee op het terrein van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, is er sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten op basis van artikel 4, tweede lid, sub j VWEU.

b) Subsidiariteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De mededeling heeft tot doel om haat en haatuitingen tegen te gaan door middel van verscheidene acties vanuit de Commissie, in samenwerking met verscheidene andere Europese instanties en de lidstaten. Gelet op de grensoverschrijdende aspecten van online discriminatie, racisme en haat, zowel ten aanzien van de aard van het delict als van een effectieve bestrijding van discriminatie, kan dit onvoldoende door lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Daarom is een EU-aanpak wel nodig.

Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.

c) Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De mededeling roept op tot actie om ervoor te zorgen dat Europa een plaats is waar iedereen in gelijke mate van onze fundamentele waarden kan genieten. Dit doel wordt bereikt door de voorgestelde acties. Bovendien gaat het voorgestelde optreden, juist omdat het hoofdzakelijk voortbouwt op reeds bestaand instrumentarium, niet verder dan noodzakelijk en laat het voldoende ruimte aan de lidstaten. De acties gericht aan de lidstaten betreffen niet-bindende verzoeken met alleen een inspanningsverplichting.

d) Financiële gevolgen

In de mededeling worden geen financiële gevolgen benoemd. Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

Er zijn geen gevolgen voor de Rijksbegroting voorzien uit de navolging van deze mededeling. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

Van de mededeling worden op dit moment geen gevolgen voor de regeldruk verwacht. De mededeling bevat geen voorstellen die van invloed zullen zijn op de concurrentiekracht van de EU.

Het belangrijkste geopolitieke aspect van de mededeling is dat de Commissie een leidende en norm zettendepositie op deze specifieke thematiek nastreeft. Onder deze noemer moet ook de vergroting van de samenwerking binnen de EU, tussen de afzonderlijke lidstaten en met internationale organisaties worden begrepen.


X Noot
1

Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht.

X Noot
2

2012/C 326/02.

X Noot
3

Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening).

X Noot
4

(EU, Euratom) 2018/1046 van 18 juli 2018; https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32018R1046.

X Noot
6

6406/1/22 REV 1.

X Noot
7

Bijlage bij Kamerstukken II, 2023–2024, 30 950, nr. 355.

X Noot
8

Bijlage bij Kamerstukken II, 2023–2024, 30 950, nr. 317.

X Noot
9

Europol, CEPOL, het Europees Observatorium voor Digitale Media, het Europees Bureau voor de grondrechten.

X Noot
10

Waaronder de Digitaledienstenverordening, de Slachtofferrichtlijn, de Verordening tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en de Geannoteerde Subsidie-overeenkomst. Ook wordt verwezen naar lagere regelgeving zoals de Richtsnoeren voor leerkrachten en onderwijsactoren inzake het aanpakken van desinformatie en het bevorderen van digitale geletterdheid via onderwijs en opleiding en de Resolutie over het EU-Werkplan voor Cultuur 2023–2026.

X Noot
11

UNESCO en OVSE maar ook op de praktijk gerichte samenwerkingsgremia zoals het EU Internet Forum, Radicalisation Awareness Network en het Arabisch Factcheckersnetwerk.

X Noot
12

PROTECT, Erasmus, Creatief Europa.

X Noot
13

Zoals de reeds aangehaalde conclusies van de Raad over de bestrijding van racisme en antisemitisme van 2 maart 2022.

X Noot
14

Raad van Europa, de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

Naar boven