Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2023
Discriminatie en racisme zijn verboden in Nederland. Dat volgt uit artikel 1 van de
Grondwet. Dat is niet voor niets. Discriminatie en racisme kunnen een grote impact
hebben op het leven van degenen die er slachtoffer van zijn. Zij worden anders behandeld
dan anderen om hoe ze eruit zien, hoe ze zijn of om wat ze geloven. Discriminatie
en racisme heeft tot gevolg dat mensen worden uitgesloten van volledige deelname aan
het maatschappelijk leven. Het raakt daarmee niet alleen de slachtoffers, maar de
hele samenleving. Daarom zet het kabinet zich ervoor in om discriminatie en racisme
te voorkomen en te bestrijden. De gezamenlijke aanpak van het kabinet is neergelegd
in het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme.
Hierbij stuur ik u het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme 2023, mede
namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Armoedebeleid,
Participatie en Pensioenen, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister
voor Primair en Voortgezet onderwijs, de Minister voor Langdurige zorg en Sport, de
Minister voor Rechtsbescherming, de Staatssecretaris voor Cultuur en Media en de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het programma is een vervolg op het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme
2022, dat op 19 september 2022 is verschenen (Kamerstuk 30 950, nr. 316). Het Nationaal programma 2023 bevat 29 nieuwe maatregelen om discriminatie en racisme
op diverse terreinen aan te pakken. Daarnaast geeft het een terugblik en een overzicht
van de stand van zaken met betrekking tot de maatregelen die in het Nationaal programma
van 2022 zijn opgenomen. Het Nationaal programma 2023 is tot stand gekomen onder coördinatie
van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR), mede op basis
van signalen die hij heeft opgehaald in de samenleving en in samenwerking met de betrokken
bestuursorganen.
Als bijlage bij het Nationaal programma is een brief gevoegd van de NCDR, gericht
aan het kabinet, waarin hij zijn bevindingen ten aanzien van (de aanpak van) discriminatie
in Nederland belicht en aandacht vraagt voor tien onderwerpen die niet op dezelfde
wijze door het kabinet onderschreven worden en daarom ook niet in het Nationaal programma
zijn opgenomen.
Met deze brief geeft de NCDR uitdrukking aan zijn onafhankelijke rol als regeringscommissaris.
Ook bij het eerdere Nationaal programma was een oplegbrief van de NCDR gevoegd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge