30 950 Racisme en Discriminatie

Nr. 355 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2023

Discriminatie en racisme zijn verboden in Nederland. Dat volgt uit artikel 1 van de Grondwet. Dat is niet voor niets. Discriminatie en racisme kunnen een grote impact hebben op het leven van degenen die er slachtoffer van zijn. Zij worden anders behandeld dan anderen om hoe ze eruit zien, hoe ze zijn of om wat ze geloven. Discriminatie en racisme heeft tot gevolg dat mensen worden uitgesloten van volledige deelname aan het maatschappelijk leven. Het raakt daarmee niet alleen de slachtoffers, maar de hele samenleving. Daarom zet het kabinet zich ervoor in om discriminatie en racisme te voorkomen en te bestrijden. De gezamenlijke aanpak van het kabinet is neergelegd in het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme.

Hierbij stuur ik u het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme 2023, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs, de Minister voor Langdurige zorg en Sport, de Minister voor Rechtsbescherming, de Staatssecretaris voor Cultuur en Media en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het programma is een vervolg op het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme 2022, dat op 19 september 2022 is verschenen (Kamerstuk 30 950, nr. 316). Het Nationaal programma 2023 bevat 29 nieuwe maatregelen om discriminatie en racisme op diverse terreinen aan te pakken. Daarnaast geeft het een terugblik en een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de maatregelen die in het Nationaal programma van 2022 zijn opgenomen. Het Nationaal programma 2023 is tot stand gekomen onder coördinatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR), mede op basis van signalen die hij heeft opgehaald in de samenleving en in samenwerking met de betrokken bestuursorganen.

Als bijlage bij het Nationaal programma is een brief gevoegd van de NCDR, gericht aan het kabinet, waarin hij zijn bevindingen ten aanzien van (de aanpak van) discriminatie in Nederland belicht en aandacht vraagt voor tien onderwerpen die niet op dezelfde wijze door het kabinet onderschreven worden en daarom ook niet in het Nationaal programma zijn opgenomen.

Met deze brief geeft de NCDR uitdrukking aan zijn onafhankelijke rol als regeringscommissaris. Ook bij het eerdere Nationaal programma was een oplegbrief van de NCDR gevoegd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven