22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 2868 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2020

Op 6 april 2020 (Kamerstukken 22 112 en 35 420, nr. 2856) heeft de Minister van Buitenlandse Zaken mede namens mij uw Kamer geïnformeerd over een nieuw pakket maatregelen als onderdeel van de economische response op de COVID-19 uitbraak. Het agrofood-onderdeel van dit maatregelenpakket is hierin niet meegenomen, omdat deze voorstellen met vertraging zijn gepubliceerd. Uw Kamer kan deze brief als een aanvulling op de eerder verzonden brief beschouwen.

Het agrofood-onderdeel van het maatregelenpakket bestaat uit twee voorstellen die bestaande uitvoeringsregelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wijzigingen. Uitvoeringsregelingen van het GLB omschrijven in detail hoe het GLB in de lidstaten moet worden uitgevoerd. Deze regelingen zijn gebaseerd op de GLB-verordeningen voor de periode 2014–2020 (Kamerstuk 28 625, nr. 165). Het komt vaker voor dat uitvoeringsregelingen voor uiteenlopende redenen worden aangepast. Deze wijzingen worden voorgelegd in de afzonderlijke landbouwcomités waar Nederland zijn mening hierover kan geven. Ik informeer uw Kamer over deze twee voorstellen aangezien het specifieke maatregelen betreft die de Europese Commissie neemt in het kader van de COVID-19-crisis.

In de toelichtende mededelingen op deze voorstellen omschrijft de Europese Commissie dat de COVID-19-crisis leidt tot exceptionele administratieve uitdagingen in alle EU-lidstaten bij het plannen en uitvoeren van het vereiste aantal controles ter plaatse. Hierdoor bestaat het risico dat de uitvoering van de controles en de daaruit voortvloeiende betalingen aan de boeren worden vertraagd. Boeren zijn op dit moment al economisch kwetsbaar door de verstoringen die worden veroorzaakt door de COVID-19-crisis. De voorstellen hebben daarom ten doel om de moeilijkheden te verlichten door wijzigingen aan te brengen in de uitvoeringsverordeningen ten behoeve van de uitbetalingen van voorschotten alsmede de administratieve controles ter plaatse. De Europese Commissie heeft op grond van betreffende basisverordeningen de bevoegdheid om deze voorstellen te maken.

1) Voorstel voor aanpassing van Uitvoeringsverordening (EU) No 1306/2013 t.b.v. de hoogte en timing van de voorschotten voor rechtstreekse betalingen

Inhoud voorstel

De aanpassingen aan de Uitvoeringsverordening betreffen een verhoging van 50% naar 70% van de standaardpercentages voor de voorschotbetalingen van de directe inkomenssteun van het GLB en een verhoging van 75% naar 85% van de standaardpercentages voor het Agrarisch Natuurbeheer (ANLb) in 2020. Daarnaast mogen voorschotbetalingen gedaan worden zonder dat alle fysieke controles hebben plaatsgevonden, al moeten de administratieve controles wel zijn afgerond. De vroegst mogelijke datum van de uitbetaling van de voorschotten blijft staan op 16 oktober.

Appreciatie

Zoals de bewindspersonen van EZK en Financiën u in hun brief van 7 april «Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren en aanvullende maatregelen op het gebied van financiering voor bedrijven» (Kamerstuk 35 420, nr. 16) hebben laten weten, vindt het kabinet deze aanpassingen onvoldoende toereikend om de Nederlandse boeren te helpen om hun liquiditeitsproblemen tijdig te overbruggen. Omdat veel boeren nu liquiditeitsproblemen hebben of snel zullen gaan krijgen, is het essentieel dat zo vroeg mogelijk betalingen kunnen worden gedaan. Nederland zou daarom liever een vervroeging van de uitbetalingsdatum zien naar 1 juli, zo spoedig mogelijk nadat alle aanvragen voor de directe inkomenssteun binnen zijn. Daarnaast zou Nederland ook graag zien dat het percentage voor de voorschotbetalingen van de directe inkomenssteun wordt verhoogd naar 80%. Veel lidstaten delen de Nederlandse wensen. Nederland hecht eraan dat deze maatregelen een tijdelijk karakter hebben. Het kabinet werkt nu ook een nationale maatregel uit om boeren toch in juli te laten beschikken over de GLB-inkomenssteun.

Deze maatregel betekent dat er nationaal zou worden voorgefinancierd, zoals dat overigens normaliter ook gebeurt, maar nu zou dat eerder plaatsvinden. Een deel (80%) van de verwachte GLB-steun (basispremie en vergroening), die normaliter vanaf 1 december wordt uitbetaald, zou naar voren worden gehaald – inzet is betaling vanaf 1 juli. Dit heeft geen effect op de nationale en de Europese begroting aangezien de vooruitbetaling in hetzelfde jaar plaatsvindt. Over deze maatregel wordt overlegd met de Europese Commissie.

2) Voorstel voor aanpassing van Uitvoeringsverordening (EU) No 809/2014, Uitvoeringsverordening (EU) No 180/2014, Uitvoeringsverordening (EU) No 181/2014, Uitvoeringsverordening (EU) No 2018/892, Uitvoeringsverordening No 2016/1150, Uitvoeringsverordening No 2018/274, Uitvoeringsverordening No 2017/39 en Uitvoeringsverordening No 2015/1368 t.b.v. de uitvoering van bepaalde administratieve controles ter plaatse die in het jaar 2020 moeten worden uitgevoerd

Inhoud voorstel

De aanpassingen in de verschillende uitvoeringsverordeningen beperken het aantal vereiste fysieke controles die Lidstaten moeten worden uitgevoerd, doordat de vanwege COVID-19 afgekondigde beperkingen binnen de EU controles ter plaatse vaak onmogelijk maken. Deze wijzigingen zijn van toepassing in het jaar 2020.

Het minimale percentage van controles ter plaatse voor de GLB-betalingen onder pijler 1 en pijler 2 wordt verlaagd van 5 naar 3%. Het gaat hier om bijvoorbeeld betalingen voor de vergroening en aan jonge landbouwers. In het geval van Nederland wordt het controlepercentage voor de basispremie verlaagd van 3% naar 1%. Nederland heeft deze mogelijkheid vanwege het zeer lage foutenpercentage in basispremiebetalingen. In het kader van Cross Compliance, de randvoorwaarden van het GLB, is het controlepercentage van de GLB-steunaanvragers verlaagd van minimaal 1% naar minimaal 0,5%. Lidstaten mogen de rest van de fysieke controles of uitstellen, of ondervangen met data verkregen via alternatieve bronnen, zoals bijvoorbeeld satellietbeelden.

De controles op de totale steunaanvragen van de (Unie van) Producentenorganisaties ((U)PO’s) wordt verlaagd van 30% naar 10%. Daarnaast stelt de Europese Commissie voor dat het voorschrift dat elke (U)PO met een operationeel programma minstens 1x in de drie jaar wordt bezocht niet van toepassing zal zijn op 2020. In de wijziging van de controles op de EU-schoolregeling wordt voor het schooljaar 2018–2019 de termijn waarin controles ter plaatse kunnen worden verricht verlengd tot 15 oktober 2020. Voor de bijenteelt worden de 5% controles ter plaatse vervangen door tenminste 10% administratieve controle. Voor de controles op openbare interventies als particuliere opslag wordt het lidstaten toegestaan om de controles op de opgeslagen hoeveelheden uit te voeren binnen 15 dagen na beëindiging van de bewegingsbeperkende maatregelen of om de controles ter plaatse volledig te vervangen door gebruik van alternatief relevant (digitaal)bewijs.

Appreciatie

Nederland kan het voorstel van de Europese Commissie op hoofdlijnen steunen, maar zal ook aandringen op een bevestiging dat landbouwers in individuele gevallen waarin zij als gevolg van de COVID-19-crisis niet kunnen voldoen aan bepaalde verplichtingen, zoals betaaltermijnen, een beroep op overmacht kunnen doen. Verder voorziet het voorstel te weinig in het voor Nederland belangrijke collectieve stelsel van agrarisch natuurbeheer. Daarom zal Nederland de Europese Commissie vragen om versoepeling van de controlevoorschriften voor die regeling. Voorts zal Nederland bij de Europese Commissie nagaan hoe om te gaan met controles waarbij de administratie bij de landbouwer nog altijd moet worden ingezien, zoals voor de Cross Compliance, de vrijwillig gekoppelde steun (graasdierpremie) en de I&R-controles. Ook zal Nederland aansturen op meer versoepeling t.a.v. de controles in de groenten- en fruit sector. Nederland hecht eraan dat deze maatregelen een tijdelijk karakter hebben. De wijzingen betreffende controlevoorschriften voor de steunprogramma’s voor de wijnsector en controlevoorschriften voor de ultraperifere gebieden en kleinere Egeïsche eilanden zijn niet van toepassing op Nederland, omdat Nederland niet deelneemt aan deze programma’s.

Tot slot

De wijzigingen die de Europese Commissie heeft voorgesteld zijn niet voldoende om alle specifieke problemen waar de sectoren nu voor staan weg te nemen. Ik blijf me daarom zowel nationaal als Europees inzetten voor maatregelen om problemen in de landbouw te verzachten en waar mogelijk op te lossen. Daarbij zoek ik nadrukkelijk de samenwerking tussen lidstaten, omdat in andere lidstaten veelal vergelijkbare problemen spelen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven