22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2266 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij zeven fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling EU toetreding tot de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV);

Fiche: Mededeling de toekomstige leiders van Europa: het starters- en opschalingsinitiatiefWijnbouw en Wijnbereiding (OIV); (Kamerstuk 22 112, nr. 2267)

Fiche: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen; (Kamerstuk 22 112, nr. 2268)

Fiche: Mededeling modelstatusovereenkomst inzake acties in derde landen in het kader van de verordening voor een Europese grens- en kustwacht (Frontex); (Kamerstuk 22 112, nr. 2269)

Fiche: Mededeling Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst; Kamerstuk 22 112, nr. 2270)

Fiche: Mededeling Nieuwe EU Consensus on Development; (Kamerstuk 22 112, nr. 2271)

Fiche: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken. (Kamerstuk 22 112, nr. 2272)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Mededeling EU toetreding tot de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel:

    Mededeling van de Commissie aan de Raad over het bereiken van een akkoord waarbij aan de Europese Unie een bijzondere status wordt verleend in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    25 november 2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    Com(2016) 735

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1481100488585&uri=CELEX:52016DC0735

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet van toepassing

  • f) Behandelingstraject Raad

    Landbouw- en Visserijraad

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Inhoud voorstel

De Europese Commissie stelt voor dat de Europese Unie een bijzondere status bij de OIV zal verkrijgen waarmee de EU een formele positie binnen de OIV krijgt, goed geïnformeerd wordt over de OIV-resoluties, beter in staat is de coördinerende rol te vervullen en het woord kan nemen in de verschillende bijeenkomsten en commissies van de OIV. In een briefwisseling heeft de Europese Commissie aan de OIV het verzoek gericht deze bijzondere status te verlenen. De OIV is hiertoe in principe bereid en heeft een bijzondere regeling in verband met de specifieke situatie van de Europese Unie in de OIV ontworpen.

Toelichting

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, tafeldruiven, krenten, rozijnen en andere wijnbouwproducten.

Er zijn 45 staten lid van de OIV, met name productielanden (maar niet de Verenigde Staten, Canada en China). Van de Europese Unie zijn 19 lidstaten aangesloten als lid: België, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Zweden, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Hongarije en Cyprus.

De doelstellingen van de OIV omvatten:

  • Leden attenderen op relevante maatregelen.

  • Bijstaan van organisaties op het gebied van normstelling.

  • Internationale harmonisatie van bestaande praktijken, vaststelling van internationale normen en behartiging van consumentenbelangen.

De normstellingsactiviteiten van OIV hebben geleid tot een aantal normatieve codes, waarvan voor de EU het meest relevant zijn:

  • Internationale Oenologische Codex

  • Internationale Code van oenologische procedés

  • Handboeken voor analysemethoden (wijn, most en gedistilleerde dranken)

  • Internationale normen voor etikettering van wijn en gedistilleerde dranken

Op het niveau van de bevoegdheden van de Europese Unie vallen deze codes, die overigens niet bindend zijn, onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), of onder het beleid inzake de werking van de interne markt. In verschillende EU-verordeningen en -richtlijnen komen deze onderwerpen aan de orde, inclusief etikettering, geografische aanduidingen en wijncategorieën.

In sommige EU-verordeningen wordt verwezen naar OIV-resoluties, zoals op het gebied van analysemethoden, oenologische procedés en geïmporteerde wijnen. Op deze terreinen hebben de OIV-resoluties rechtstreekse gevolgen voor de EU-wetgeving en vervult de EU een coördinerende rol bij het bepalen van een Raadsstandpunt.

Gezien de impact van de werkzaamheden van de OIV op het acquis van de Unie, en de bevoegdheden van de Unie op werkterreinen van de OIV, moet de rol van de EU in de OIV worden geformaliseerd en versterkt. De toetreding van de EU als volwaardig lid van de OIV werd in 2009 in de Raad door een meerderheid van lidstaten verworpen. Het reglement van de OIV voorziet echter in een bijzondere status voor deelname van internationale intergouvernementele organisaties, zoals de Europese Unie. Deze status stelt de EU in staat volledig geïnformeerd te zijn over voorgenomen resoluties en zo mogelijk een gecoördineerd standpunt naar voren te brengen. De Commissie kreeg mandaat deze mogelijkheid met de OIV te verkennen. De OIV is bereid deze status te verlenen onder de gestelde voorwaarden.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland is lid van de OIV en heeft een kleine wijnproductie en er is in- en uitvoer van wijn, wijnproducten en gedistilleerde dranken uit wijn binnen en buiten de EU. De Nederlandse overheid voert een beleid voor verantwoord alcoholgebruik. Internationale normstelling kan hierbij van nut zijn. Ook de bescherming van consumentenbelangen en volksgezondheid zijn hierbij essentieel.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Inhoudelijk zijn er voor Nederland geen belemmeringen om het besluit tot toekenning van de speciale status aan de EU te steunen. Wel waakt Nederland voor een goede afbakening van bevoegdheden van EU en de EU-lidstaten in de bijeenkomsten van de OIV. Een goed coördinatiemechanisme is hier van groot belang, door middel van, indien nodig, coördinatievergaderingen met de lidstaten ter plaatse.

Nederland ziet mogelijkheden om aan te sluiten bij thema’s rond verantwoord alcoholgebruik en gezonde voeding/leefstijl.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Er zijn 19 EU-landen lid van de OIV. Grote Europese wijnproducenten hechten veel waarde aan hun volwaardig lidmaatschap. Met de bijzondere status van de EU zal dit niet veranderen, maar deze landen zullen de bevoegdheidsverdeling tussen de EU-delegatie en de lidstaten goed bewaken. Enkele lidstaten hebben aangegeven voorstander te zijn van de bijzondere status van de EU. In 2013 werden de onderhandelingen stil gelegd in verband met een Hofzaak (Zaak C-399/12) over vaststelling van Raadsbesluiten tot bepaling van het namens de Unie in te nemen standpunt in de OIV (ook al was de Unie zelf geen lid van de OIV).

Het EU-Hof heeft in die zaak geoordeeld dat art. 218, lid 9, VWEU vereist dat een Uniestandpunt wordt vastgesteld t.a.v. aanbevelingen die gevolgen kunnen hebben voor het EU-acquis.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De Nederlandse grondhouding t.a.v. de bevoegdheid is positief. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid is een gedeelde bevoegdheid van de Unie (art. 4, lid 2, onder d, VWEU). Voor zover resoluties van de OIV gevolgen kunnen hebben voor het EU-acquis of dit kunnen aantasten, en voor zover de uitoefening van haar interne bevoegdheid daartoe noopt, heeft de Unie o.g.v. art. 3, lid 2, VWEU een exclusieve externe bevoegdheid op dit gebied.

b) Subsidiariteit

Positieve grondhouding. Voor zover het onderwerpen betreft die rechtstreeks gevolgen hebben voor de EU-wetgeving (oenologische procedés, analysemethoden), moet de Raad, op grond van art. 218, lid 9, VWEU het standpunt dat namens de Unie wordt ingenomen in de OIV vaststellen. Gezien de relatie tussen de normstellingsactiviteiten van de OIV, het GLB en andere EU verordeningen is een formele status van de Europese Unie binnen de OIV wenselijk. De speciale status geeft de EU-delegatie de mogelijkheid om de standpunten namens de Unie naar voren te brengen in de algemene vergadering en de vergadering van het uitvoerend comité van de OIV.

c) Proportionaliteit

Positieve grondhouding. Met de speciale status krijgt de EU een formele positie binnen de OIV, is de EU goed geïnformeerd over en voorbereid op voorgenomen resoluties van OIV en beter in staat om een coördinerende rol te vervullen.

d) Financiële gevolgen

EU-begroting: aan de speciale status zijn voor de EU formeel geen kosten verbonden. Wel is de EU voornemens een jaarlijkse financiële bijdrage aan OIV te betalen voor de speciale status. Deze bijdrage wordt later bepaald. Bij deelname aan bijeenkomsten/commissies draagt de EU-delegatie zijn eigen reis- en verblijfkosten en zo nodig de kosten voor coördinatievergaderingen met lidstaten ter plaatse.

Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting; tenzij er geen gevolgen zijn voor de EU-begroting.

Nederlandse overheden: geen additionele kosten, Nederland is immers al lid van OIV.

Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline; tenzij er geen gevolgen zijn voor de NL begroting.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Er zijn geen gevolgen ten aanzien van regeldruk en administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger.

Naar boven