22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2042 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2015

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij drie fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Doorgifte van persoonsgegevens uit de EU naar de VS na uitspraak HvJEU (Safe Harbour) (Kamerstuk 22 112, nr. 2040)

Fiche 2: Verordening overdracht zaken en bevoegdheden Gerecht voor Ambtenarenzaken naar EU-Gerecht (Kamerstuk 22 112, nr. 2041)

Fiche 3: Verordening betreffende Europese statistieken over de prijzen van aardgas en elektriciteit

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Verordening betreffende Europese statistieken over de prijzen van aardgas en elektriciteit

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over de prijzen van aardgas en elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 2008/92/EG van het Europees parlement en de Raad betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers.

b) Datum ontvangst Commissiedocument

18 november 2015

c) Nr. Commissiedocument

COM(2015) 496

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

f) Behandelingstraject Raad

Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken

h) Rechtsbasis

Artikel 338, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

i) besluitvormingsprocedure Raad

Gekwalificeerde meerderheid Raad

j) rol Europees parlement

Medebeslissingsrecht Europees parlement.

2. Essentie voorstel

  • Inhoud voorstel

    Het voorstel behelst een nieuwe verordening betreffende Europese statistieken over de prijzen van aardgas en elektriciteit onder gelijktijdige intrekking van Richtlijn 2008/92/EG. Met het voorstel worden de volgende doelen beoogd.

    Het eerste doel van de verordening is het vaststellen van een gemeenschappelijk kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van vergelijkbare Europese statistieken over de aardgas- en elektriciteitsprijzen voor huishoudelijke afnemers en niet-huishoudelijke eindafnemers in de Europese Unie. Dit is essentieel om te voorzien in Europese statistieken ter ondersteuning van het energiebeleid uit het pakket Energie-Unie, vooral met het oog op de totstandbrenging van een volledig geïntegreerde interne energiemarkt voor afnemers. Het onderhavige voorstel maakt onderdeel uit van het governancesysteem van de Energie-Unie. De verordening zorgt ervoor dat de gegevensverstrekking consistent, tijdig en op geharmoniseerde wijze1 plaatsvindt. De gegevens die de lidstaten over de prijzen van aardgas en elektriciteit bij de Commissie (Eurostat) moeten indienen worden omschreven in bijlage I en II van het onderhavige voorstel.

    Met het oog op de kwaliteitsborging voorziet het voorstel onder meer in een driejaarlijks aan de Commissie aan te leveren standaardkwaliteitsverslag over de gebruikte gegevensbronnen, methoden en definities. Tevens voorziet het voorstel in bepalingen dat lidstaten in geval dat deze verordening aanzienlijke aanpassingen van het nationale statistische systeem en een aanzienlijke extra belasting voor respondenten met zich meebrengt, afwijkingen voor maximaal 3 jaar bij de Commissie kunnen aanvragen.

    De verordening voorziet erin om de op vrijwillige basis bestaande gegevensverzameling over de detailhandelsprijzen van aardgas en elektriciteit aan eindafnemers in de huishoudelijke sector op te nemen in dit juridisch kader. Om de productie van vergelijkbare en kwalitatief hoogwaardige statistieken te kunnen garanderen is de Commissie van oordeel dat een verordening het meest geschikte instrument is. Het handhaven van de vrijwillige gegevensverzameling is een groot risico omdat de gegevens op het EU-niveau onvergelijkbaar, inconsistent en te laat beschikbaar zijn.

    Volgens artikel 10 van het voorstel krijgt de Commissie de bevoegdheid om voor onbepaalde tijd gedelegeerde handelingen vast te stellen. De gedelegeerde handelingen hebben betrekking op artikel 4 lid 3. Daarmee krijgt de Commissie de bevoegdheid om door middel van gedelegeerde handelingen de drempelwaarde2 voor de indiening van gegevens bij de Commissie (Eurostat)over aardgastarieven voor huishoudelijke afnemers aan te passen. De Commissie krijgt op basis van artikel 11 de bevoegdheid om door middel van de onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vast te stellen. Het gaat hierbij om gemeenschappelijke regels voor de kwaliteitsnormen. Deze zijn nodig om te garanderen dat er statistische gegevens van goede kwaliteit worden geproduceerd. De Commissie krijgt verder de bevoegdheid door middel van de onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vast te stellen format en de modaliteiten voor de indiening van de statistische gegevens aan de Commissie (Eurostat).

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland erkent de noodzaak van vergelijkbare, relevante, coherente en betrouwbare statistische gegevens en informatie voor een gedegen meting van de voortgang bij het opzetten van de Energie-Unie. Hierbij zijn volgens Nederland kwalitatief hoogwaardige Europese statistieken over de aardgas- en elektriciteitsprijzen voor huishoudelijke afnemers en niet-huishoudelijke eindafnemers in de Europese Unie essentieel ter ondersteuning van het energiebeleid uit het pakket Energie-Unie. Hierdoor kunnen de energieprijzen en -kosten tussen de lidstaten nauwkeurig en volledig worden vergeleken en kan het concurrentievermogen van energieprijzen en -kosten voor de industrie en andere verbruikers worden geëvalueerd.

Het verzamelen van gegevens over de detailhandelsprijzen van aardgas en elektriciteit aan eindafnemer in de huishoudelijke sector, tot dusver uitgevoerd op vrijwillige basis, is een waardevolle uitbreiding ter verbetering van de vergelijkbaarheid en kwaliteit van de energiestatistieken. In de praktijk levert Nederland deze statistieken al aan bij de Commissie.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland verwelkomt het voorstel op hoofdlijnen en onderschrijft de noodzaak van vergelijkbare, relevante, coherente en betrouwbare statistische gegevens en informatie voor een gedegen meting van de voortgang bij het opzetten van de Energie-Unie. Nederland beschouwt het voorstel van de commissie om van een richtlijn over te gaan tot een verordening als een essentiële maatregel ter verbetering van de beschikbaarheid van geharmoniseerde Europese energiestatistieken.

Voorts steunt Nederland dat verzamelen van gegevens over de detailhandelsprijzen van aardgas en elektriciteit aan eindafnemer in de huishoudelijke sector, tot dusver uitgevoerd op vrijwillige basis, wordt opgenomen in een juridisch kader. Hierdoor wordt de inhoud, de kwaliteit, en de vergelijkbaarheid van de statistische informatie gegarandeerd. Het handhaven van de vrijwillige gegevensverzameling is een risico omdat de gegevens op het EU-niveau onvergelijkbaar, inconsistent en te laat beschikbaar zijn.

Nederland kan instemmen met de door de Commissie voorgestelde bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen, aangezien het een technische uitvoering van de verordening betreft, waarbij de Commissie het beste het initiatief kan nemen.

Nederland is geen voorstander dat de bevoegdheidsdelegatie aan de Commissie voor onbepaalde tijd wordt verleend. Nederland acht het daarnaast van belang dat de bevoegdheidsdelegatie wordt geëvalueerd. Dit zou volgens Nederland kunnen door middel van een verslag, dat de Commissie indient bij het Europees parlement en de Raad, en dat betrekking heeft op de uitvoering, de resultaten en de algemene beoordeling van de bevoegdheidsdelegatie. Nederland zal voorstellen de gebruikelijke standaardtekst3 die op deze onderdelen toezien in de verordening op te nemen.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

De verwachting is dat een meerderheid van de lidstaten evenals Nederland het voorstel van de Commissie op hoofdlijnen zal steunen. Verder zullen naar verwachting een groot aantal lidstaten kritisch staan tegenover het voorstel om voor onbepaalde tijd aan de Commissie de bevoegdheid te verlenen voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen alsmede tegenover de aanpassing van de drempelwaarde door middel van gedelegeerde handelingen.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

a) Bevoegdheid

De Commissie baseert de bevoegdheid van de EU op artikel 338 lid 1 VWEU. Op grond van dit artikel nemen de Raad en het EP volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aan voor de opstelling van statistieken wanneer dat voor de vervulling van de taken van de Europese Unie nodig is. Dit is volgens Nederland de juiste rechtsgrondslag. Er is sprake van een gedeelde bevoegdheid van EU en lidstaten.

b) Subsidiariteit

Het subsidiariteitsoordeel is positief. Het doel van de verordening, namelijk het vaststellen van het juridisch kader van geharmoniseerde en vergelijkbare Europese statistieken over de prijzen van aardgas en elektriciteit kan het best op Europees niveau worden bereikt. Dit kan niet op een afdoende wijze door de lidstaten afzonderlijk worden uitgevoerd en kan daarom beter op Europees niveau worden verwezenlijkt.

c) Proportionaliteit

Het proportionaliteitsoordeel is deels positief, deels negatief. Een verordening is het juiste instrument, aangezien hierdoor in de gehele Europese Unie hetzelfde kader kan gelden, zodat de productie van kwalitatief hoogwaardige en vergelijkbare energiestatistieken op EU-niveau kan worden gegarandeerd.

Ten aanzien van het voorstel met betrekking tot de bevoegdheidsdelegatie voor wat betreft de aanpassing van de drempelwaarde door middel van gedelegeerde handelingen zoals in artikel 4, lid 3 wordt beschreven, beoordeelt Nederland de proportionaliteit van het voorstel negatief. Binnen het domein van de Europese statistiek wordt namelijk de drempelwaarde en het vast stellen ervan gezien als een essentieel onderdeel. Essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling kunnen alleen via de gewone wetgevingsprocedure worden aangepast.

Bovendien is Nederland van mening dat bevoegheidsdelegatie voor onbepaalde tijd, die de Commissie zichzelf toekent, niet in verhouding staat tot het doel van de verordening om te zorgen voor vergelijkbare, relevante, coherente en betrouwbare statistische gegevens en informatie ter ondersteuning van het energiebeleid voor de Energie-Unie. Om het doel te bereiken volstaat het om de bevoegdheidsdelegatie te verlenen voor een termijn van 5 jaar, zoals gebruikelijk is.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

Dit voorstel heeft geen directe financiële consequenties voor Nederland. Aan de toekomstige voorgestelde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen kunnen echter mogelijk wel uitvoeringskosten voor het CBS verbonden zijn. Voor deze eventuele toekomstige financiële gevolgen geldt dat deze dienen te worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels voor de budgetdiscipline.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Dit voorstel heeft geen directe financiële consequenties voor bedrijfsleven en burger.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Op basis van het onderhavige voorstel blijven de administratieve lasten gelijk. De toekomstige voorgestelde gedelegeerde handelingen kunnen wel leiden tot extra administratieve lasten voor het bedrijfsleven omdat de Commissie door middel van gedelegeerde handelingen tot een uitbreiding van de te verzamelen informatie kan besluiten.

e) Gevolgen voor concurrentiekracht

Het voorstel heeft mogelijk positieve gevolgen voor de concurrentiekracht. De statistieken die op basis van dit voorstel worden samengesteld, vormen voor de Commissie de basis voor het maken van een analyse van de energieprijzen en kosten. Op basis van deze analyse kunnen maatregelen worden genomen met betrekking tot de verschillende componenten van energieprijzen op huishoudens, kleine en middelgrote bedrijven en energie-intensieve industrieën, en meer in het algemeen het concurrentievermogen onderzoeken van de Europese Unie in relatie tot haar mondiale economische tegenhangers.

1. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

Niet van toepassing

b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

Zie hiervoor de onderdelen punt 3b en 4c.

c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Deze verordening treedt in werking op de 20e dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor Nederland is dat haalbaar.

d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

Geen, afgezien van de in dit fiche genoemde wens van Nederland om de bevoegdheidsdelegatie aan de Commissie, na de toegekende termijn van 5 jaar, te evalueren.

2. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

In artikel 4 van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek is bepaald dat het CBS op nationaal niveau belast is met de productie van statistieken in het kader van de Europese Unie.

Het CBS dient de statistische resultaten in bij de Commissie (Eurostat). De gevolgen voor de werkzaamheden van het CBS zullen gering zijn.

3. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen


X Noot
1

Tot nu toe verschafte Richtlijn 2008/92/EG van het Europees parlement en de Raad een gemeenschappelijk kader voor de productie, indiening en verspreiding van vergelijkbare statistieken over de detailhandelsprijzen van aardgas en elektriciteit voor industriële afnemers in de Unie. Het verzamelen van gegevens over de detailhandelsprijzen van aardgas en elektriciteit aan eindafnemers in de huishoudelijke sector werd tot dusver uitgevoerd op basis van vrijwillige overeenkomsten.

X Noot
2

De drempelwaarde bepaald of lidstaten kunnen worden vrijgesteld van de verplichting om gegevens over het aardgastarieven voor de huishoudelijke sector bij de Commissie in te dienen. Deze drempelwaarde is thans vastgesteld op 1%. Dit betekent dat lidstaten waarvan het aardgasverbruik door huishoudelijke afnemers onder de 1% ligt van het totale energieverbruik in de huishoudelijke sector niet verplicht zijn informatie over aardgastarieven voor de huishoudelijke sector bij de Commissie in te dienen.

X Noot
3

De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

Naar boven