22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1852 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2014

Overeenkomstig de bestaande afspraken, en met verwijzing naar uw verzoek per brief van 25 april 2014, heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling Europese luchtvaartmarkt voor het veilige en duurzame civiele gebruik van drones (Kamerstuk 22 112, nr. 1849)

Fiche 2: Mededeling Gezondheidssystemen (Kamerstuk 22 112, nr. 1850)

Fiche 3: Mededeling Actiekader Hyogo na 2015 (Kamerstuk 22 112, nr. 1851)

Fiche 4: Besluit Europees platform tegengaan zwartwerk

Fiche 5: Verordening conflictmineralen (Kamerstuk 22 112, nr. 1853)

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Besluit Europees platform tegengaan zwartwerk

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees platform voor de intensivering van de samenwerking bij het voorkomen en tegengaan van zwartwerk

Datum ontvangst Commissiedocument

10 april 2014

Nr. Commissiedocument

COM (2014) 221

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52014SC0137&from=NL

Behandelingstraject Raad

Raad WSBVC

Eerstverantwoordelijk ministerie

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

  • a) Rechtsbasis

    artikel 153 VWEU

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement

    Gewone wetgevingsprocedure

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

    n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Korte inhoud voorstel

Dit besluit strekt tot oprichting van een Europees platform ten behoeve van een betere samenwerking tussen de lidstaten en de Unie bij de bestrijding van verschillende vormen van zwartwerk en schijnzelfstandigheid en daartoe kennis bijeen te brengen. De samenwerking tussen de lidstaten en de technische mogelijkheden tot bestrijding van grensoverschrijdend misbruik moeten worden verbeterd, en het bewustzijn van het belang van de bestrijding van misbruik vergroot. Dat moet geschieden door het uitwisselen van best practices, het ontwikkelen van kennis, en het coördineren van grensoverschrijdende acties. Nederland kan instemmen met oprichting van zo’n platform.

Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel worden positief beoordeeld.

Implicaties/risico’s/kansen

Het belangrijkste voordeel van het platform is dat het voor Nederland de mogelijkheid opent om de kabinetsvoornemens met betrekking tot grensoverschrijdende misbruikbestrijding, zoals verwoord in het actieplan Schijnconstructies, goed in Europa te agenderen.

Nederlandse positie

Nederland kan instemmen met het voorstel.

3. Samenvatting voorstel

Inhoud voorstel

Dit besluit strekt tot oprichting van een Europees platform ten behoeve van een betere samenwerking tussen de lidstaten en de Unie bij de bestrijding van zwartwerk en schijnzelfstandigheid. Oprichting van dit platform vloeit voort uit de in Europa breed gevoelde noodzaak om ook op Europees gebied meer te ondernemen tegen de verschillende vormen van misbruik, met name die met een grensoverschrijdend karakter.

Met dit platform hoopt de Commissie de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren en beoogt zij bij te dragen aan een betere handhaving van de Europese en nationale wetgeving, met name op het gebied van de werkgelegenheid, de arbeidswetgeving en gezondheid en veiligheid. Ook wil de Commissie op een positieve en constructieve manier de uitdagingen oppakken die de arbeidsmobiliteit binnen Europa oproept, terwijl daarbij het vrij verkeer van personen, als een fundamentele vrijheid, wordt gerespecteerd.

Momenteel is er geen formeel mechanisme beschikbaar voor alle betrokken autoriteiten in de lidstaten voor het aanpakken van kwesties in verband met de grensoverschrijdende aspecten van zwartwerk. Weliswaar zijn op een aantal deelonderwerpen andere Europese instellingen als bijvoorbeeld het Comité van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie (SLIC) en de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels bevoegd, maar het ontbreekt in een Europa aan een orgaan, waar deze verschillende aspecten van zwart werken in hun samenhang worden besproken. In dit platform zullen alle lidstaten vertegenwoordigd zijn. Ook andere belanghebbenden, zoals de Europese sociale partners, Eurofound en ILO zullen als waarnemers deelnemen.

Concrete doelstelling van het platform is om kennis bijeen te brengen over hoe bijvoorbeeld zwarte arbeid en schijnzelfstandigheid te bestrijden, en wie daarbij de belangrijkste actoren zijn in de lidstaten. Op basis daarvan wil men toewerken naar verder uitgewerkte vormen van samenwerking en kennisvorming. Uiteindelijk zullen vanuit het platform gezamenlijke trainingen, uitwisseling van personeel, gezamenlijk inspecties en data-uitwisseling opgezet gaan worden. Op basis van de zo opgedane ervaringen zullen ook de bestaande Europese instrumenten en beleidsdoelstellingen op handhavinggebied tegen het licht gehouden kunnen worden.

Impact assessment Commissie

Het voorstel gaat vergezeld van een impact assessment waarin verantwoord wordt hoe de Commissie tot dit voorstel is gekomen. Aangegeven wordt dat de inrichting van het platform in de hier voorgestelde vorm de beste mogelijkheden biedt om alle lidstaten en belangrijkste stakeholders een rol te geven in het proces. Er zijn aan het voorstel geen directe financiële of administratieve gevolgen verbonden voor het bedrijfsleven, de nationale budgetten of uitvoeringsinstellingen.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid

Op basis van artikel 153 VWEU is de Commissie bevoegd, onder andere ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden en een adequate sociale bescherming van werknemers, maatregelen te stellen voor samenwerking tussen de lidstaten, het verwerven van kennis en het uitwisselen van informatie en goede praktijken. Een deugdelijke handhaving van de nationale en Europese regelgeving maakt hiervan een onlosmakelijk onderdeel uit. De voorgestelde activiteiten van het platform treden niet in de nationale bevoegdheden van de lidstaten en daarom acht Nederland instelling van het platform in overeenstemming met doel en strekking van artikel 153.

b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

De nadelige effecten van zwarte arbeid en schijnzelfstandigheid doen zich in de gehele Unie voor, en zijn vaak grensoverschrijdend van karakter. EU-optreden ter intensivering van de samenwerking op EU-niveau kan de lidstaten effectief ondersteunen bij het tegengaan van zwartwerk en hun optreden daartegen doelmatiger en doeltreffender maken. Vanuit die optiek gezien is er een toegevoegde waarde van de maatregelen naast die van de nationale handhavingsautoriteiten. Met name de grensoverschrijdende aspecten kunnen door samenwerking op EU-niveau beter worden aangepakt. Nederland acht dit voorstel dan ook in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Het voorstel beoogt geen harmonisatie van de wet- en regelgevingen van de lidstaten, en grijpt niet in op de nationale bevoegdheden ten aanzien van de fraudebestrijding. Er wordt geen nieuw agentschap gecreëerd met zelfstandige bevoegdheden. Wel komen uit de activiteiten van het platform wellicht voorstellen voort tot herziening van regelgeving. Die zullen alsdan vanzelfsprekend op hun merites worden beschouwd. Het voorstel zoals dit nu voorligt leidt niet tot nieuwe verplichtingen voor de lidstaten, is dan ook in overeenstemming met het proportionaliteitsvereiste.

c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

n.v.t.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

De financiering van het platform geschiedt binnen het EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (opvolger van Progress); voor het platform en de activiteiten die in dat kader worden verricht is een bedrag van gemiddeld 2 miljoen euro per jaar voorzien. Nederland is van mening dat de middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. De lidstaten kunnen ESF-middelen inzetten om de capaciteit van hun nationale autoriteiten te versterken om zwartwerk tegen te gaan.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

Er worden geen additionele budgettaire gevolgen voorzien voor Nederland.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

n.v.t.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Het voorstel leidt niet tot nieuwe administratieve verplichtingen.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

geen

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

n.v.t.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

Het functioneren van het platform wordt vier jaar na zijn instelling geëvalueerd, en de Commissie zal regelmatig aan de Raad rapporteren over de voortgang van het samenwerkingsproces tussen de lidstaten.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid

Het voorstel is uitvoerbaar.

b) Handhaafbaarheid

Niet van toepassing, het betreft instelling van een platform.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen

9. Nederlandse positie

Nederland staat positief ten aanzien van dit voorstel. Bestrijding van schijnconstructies en het tegengaan van malafide praktijken van uitzendbureaus en detacheringsbedrijven is een nationale prioriteit en Nederland heeft bij verschillende gelegenheden te kennen gegeven ook groot belang te hechten aan eerlijker verhoudingen op de Europese arbeidsmarkt, het tegengaan van onderbetaling, uitbuiting, misbruik en oneerlijke concurrentie tussen werkgevers en werknemers. Veel vormen van zwartwerk en schijnzelfstandigheid hebben belangrijke grensoverschrijdende aspecten. Daarom is het niet alleen noodzakelijk dat alle lidstaten zelf actief actie ondernemen om deze verschijnselen tegen te gaan, maar dat dit ook op Europees niveau geschiedt.

Een belangrijk argument voor een gecoördineerde Europese aanpak is dat grensoverschrijdend misbruik van sociale en arbeidsrechtelijke regelingen het draagvlak voor de interne markt ondermijnen. Het kabinet onderschrijft dan ook de opvatting van de Commissie dat het gewenst is dat er EU-brede strategieën worden ontwikkeld ter bestrijding van grensoverschrijdend misbruik en van bewustwording van de noodzaak tot het treffen van effectieve maatregelen. Nederland hecht dan ook aan een spoedige inrichting van het platform en een ambitieuze invulling. Nederland zal actief aan het platform deelnemen en bevorderen dat het platform in zijn werkprogramma’s komt tot concrete voorstellen voor bestrijding van zwarte arbeid en schijnzelfstandigheid in Europa. Nederland zal er daarbij op aandringen om het begrip zwartwerk ruim te interpreteren, zodat ook de bij zwartwerk vaak gebruikte internationale schijnconstructies daaronder komen te vallen.

Naar boven