22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1491 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling Blauwe groei

Fiche 2: Wijziging verordening langetermijnplan voor kabeljauwbestanden

(Kamerstuk 22 112, nr. 1492)

Fiche 3: Verordening Statuut en financiering Europese politieke partijen

(Kamerstuk 22 112, nr. 1493)

Fiche 4: Mededeling onderzoek en innovatie voor toekomstige mobiliteit in

Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 1494)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling Blauwe Groei

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s: Blauwe Groei: kansen voor duurzame mariene en maritieme groei

Datum Commissiedocument

13 september 2012

Nr. Commissiedocument

COM (2012) 494

Pre-lex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201926

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

N.v.t

Behandelingstraject Raad

Raad Algemene Zaken

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2. Essentie voorstel

«Blauwe groei» is de bijdrage van het geïntegreerd maritiem beleid van de EU voor het behalen van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Het doel van het initiatief is om kansen voor slimme, duurzame, inclusieve economische groei in (opkomende) mariene en maritieme sectoren en werkgelegenheid te promoten op korte, middellange en lange termijn. Onder meer door synergie te promoten en de voorwaarden te benoemen en te scheppen die specifieke mariene en maritieme economische activiteiten en hun waardeketens versterken. De mededeling geeft de aanzet tot een proces dat de blauwe economie stevig op de agenda van de lidstaten, de regio's, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld plaatst. In de mededeling wordt beschreven hoe de blauwe economie nu al wordt ondersteund door beleidsmaatregelen van de lidstaten en de EU. De Commissie identificeert vijf specifieke gebieden met veel groeipotentieel:

  • 1. maritiem en kusttoerisme en cruises,

  • 2. blauwe energie (energie uit water),

  • 3. delfstoffen op zee,

  • 4. aquacultuur en

  • 5. blauwe biotechnologie.

In de nabije toekomst zal de Commissie een reeks initiatieven nemen om het groeipotentieel in deze domeinen verder te onderzoeken en te ontwikkelen, waaronder mededelingen over maritiem en kusttoerisme, oceaanenergie, blauwe biotechnologie en winnen van delfstoffen op zee. De Commissie zal ook strategische richtsnoeren voor aquacultuur opstellen. Al deze initiatieven worden genomen in overleg met de lidstaten en de belanghebbenden.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Het EU-beleid op het terrein van geïntegreerd maritiem beleid kent geen expliciete rechtsbasis in het verdrag. De Commissie refereert bij de grondslag voor het geïntegreerd maritiem beleid gewoonlijk in zijn algemeenheid aan het Verdrag van de Europese Unie, en in het bijzonder artikelen 42, 43(2), 91(1), 100(2), 173(3), 175, 188, 192(1), 194(2) en 195(2).

In deze mededeling kondigt de Europese Commissie geen concrete wet- of regelgeving aan. Wel geeft de Commissie aan dat er op vijf deelgebieden nadere beleidsanalyses zullen worden uitgevoerd die mogelijk in 2013 en 2014 leiden tot een Commissie initiatief voor Europees beleid en/of -regelgeving.

Nederland is van mening dat de EU bevoegd is om voor het geïntegreerd maritiem beleid, inclusief de economische agenda, analyses uit te voeren en met voorstellen te komen voor verbeterd beleid in Europa. De subsidiariteit en proportionaliteit worden positief beoordeeld. Het grensoverschrijdende karakter van mariene en maritieme activiteiten rechtvaardigen een discussie op Europees niveau en het doen van nader onderzoek is in deze fase van de beleidsvorming een passende stap.

Op basis van de in de mededeling genoemde vervolgacties als nadere analyse en onderzoek valt op dit moment geen uitspraak te doen over eventuele financiële gevolgen. Voor zover in de toekomst aan de orde is Nederland van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland steunt het initiatief van «Blauwe Groei». Met name de keus om met de belanghebbenden samen te zoeken naar de beste mogelijkheden voor economische groei en meer werkgelegenheid in de geïdentificeerde gebieden vindt het Kabinet verstandig, net als het promoten van synergie. Dit laatste sluit ook aan bij de motie Ormel (kamerstuk 32 502 nr. 8), waarin de regering wordt verzocht inzichtelijk te maken waar nationaal bespaard kan worden door efficiënter in Europees verband samen te werken. Deze onderwerpen zijn ook voor Nederland en Nederlandse marktpartijen relevant. Nederland vindt het daarnaast van belang dat EU initiatieven voor nieuwe economische activiteiten niet ten koste gaan van reeds volwassen economische activiteiten en hun waardeketens, waarbij ook nog verbeteringen mogelijk zijn om de economische potentie te vergroten en/of te versterken. Als voorbeeld geldt de Interne maritieme markt zonder grenzen en het fiscale regiem voor de zeevaart. Immers blijkt uit de studie naar Blauwe Groei dat sectoren als de zeevaart, havens, kustvaart en binnenvaart qua economische omvang en werkgelegenheid per sector een grote bijdrage leveren aan de economische doelstellingen van Europa.

Naar boven