22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 254 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2014

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van € 5.240.000,00 voor uitvoer van overtollig defensiematerieel naar Jordanië.

Het Ministerie van Defensie heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer van twintig Cheetah pantserrupsvoertuigen tegen luchtdoelen (PRTL) en gereedschap en twee bergingsvoertuigen (Armoured Recovery Verhicles) naar Jordanië. Eindgebruiker is de Jordaanse krijgsmacht voor landsverdediging.

Het betreft de tweede levering van overtollig defensiematerieel die onderdeel uitmaakt van een contract met Jordanië ad € 21 miljoen (all-in) waarover de Kamer op 8 februari 2013 is geïnformeerd door de Minister van Defensie (Kamerstuk 22 054, nr. 208).

De levering van de eerste batch vond plaats in april van dit jaar. De Kamer werd hierover versneld per brief d.d. 4 februari 2014 geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 239). De volgende en tevens laatste batch is voorzien in april 2016.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan hier de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria wordt weergegeven en waarbij vooral de regionale context (criterium 4) goed in ogenschouw is genomen, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:

Mensenrechten (criterium 2):

De mensenrechtensituatie in Jordanië wordt beter beoordeeld dan in veel andere landen in de regio; in vergelijking is Jordanië stabiel en gematigd. Toch blijft er aanleiding tot zorg. Zorgen bestaan over incidentele slechte behandeling van gevangenen, schending van rechten van Palestijnse vluchtelingen en beperkingen van de persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en van vergadering.

Gezien de aard van de goederen (luchtverdedigingssystemen) bestaat er echter geen risico dat deze ingezet zullen worden bij geconstateerde mensenrechtenschendingen.

Interne conflicten (criterium 3):

De economische situatie van het land blijft zorgelijk. Veel Jordaniërs zijn ontevreden. De werkeloosheid is hoog. De burgeroorlog in Syrië en de recente opmars van ISIS in Irak en Syrië heeft een aanzienlijk spillover effect naar Jordanië. De toestroom van vluchtelingen heeft tot grote schaarste geleid op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en water.

Ondanks alle turbulentie in de regio is de interne situatie in Jordanië relatief stabiel. De regering doet haar best om de rust en vrede te bewaren en de kans op conflicten is beperkt. Bovendien is de krijgsmacht in de afgelopen jaren niet ingezet tegen demonstraties. Ook zijn onderhavige goederen niet geschikt om in te zetten tegen de eigen bevolking.

Regionale stabiliteit (CR4)

Jordanië speelt een belangrijke stabiliserende rol in de regio, o.a. bij de Israëlisch-Palestijnse besprekingen als ook inzake Syrië en IS(IS). De internationale positie van Jordanië is versterkt toen Jordanië verkozen werd in de VN Veiligheidsraad.

De rol van Jordanië bij de opvang van Syrische vluchtelingen heeft het internationale belang van het land tevens doen groeien.

Jordanië stelde zich tot voor kort voorzichtig op richting Syrië en probeerde via politieke weg tot een oplossing te komen. Op 22 september 2014 heeft Jordanië zich aangesloten bij de coalitie tegen IS(IS), samen met de VS en een aantal Golfstaten. Het land heeft reeds IS(IS)-doelen gebombardeerd.

Onderhavige goederen zijn in principe defensief van aard en geschikt om vliegtuigen mee uit de lucht te schieten ter bescherming van het luchtruim.

De Cheetah’s kunnen daarnaast, hoewel zij primair defensieve doeleinden dienen, in theorie ook offensief worden ingezet. De Jordaanse krijgsmacht beschikt echter reeds over een aanzienlijke hoeveelheid offensief landmacht materieel, inclusief tanks, waardoor inzet van de Cheetah door Jordanië voor offensieve doeleinden niet waarschijnlijk is.

Jordanië heeft een zeer legitieme veiligheidsbehoefte, heeft geen intentie om als agressor op te treden tegen andere landen of een territoriale claim af te dwingen en is onderdeel van een brede internationale coalitie tegen IS(IS) waaraan ook Nederland deelneemt. Toetsing aan dit criterium is dan ook positief.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

GS 2008/944 van 8 december 2008

Naar boven