21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 282 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2017

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, het verslag van de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport Raad (OJCS-Raad) van 20 en 21 november jl. Voor de onderdelen Jeugd en Sport stuur ik u dit verslag mede namens de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische Zorg en Sport.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Verslag OJCS-Raad 20 en 21 november 2017

Jeugddeel 20 november

Algemene oriëntatie van de Raad voor de Verordening Europees Solidariteitskorps

De Raad heeft ingestemd met de vaststelling van de algemene oriëntatie van de Raad voor de Verordening Europees Solidariteitskorps (extranetnummer: 14881/17). Eén lidstaat maakte formeel bezwaar tegen de algemene oriëntatie in verband met het beschikbare budget. Met het aannemen van een algemene oriëntatie geeft de Raad zijn standpunt weer ten aanzien van het oorspronkelijke Commissievoorstel en wordt dit standpunt in de komende periode ingebracht in de triloog tussen Europese Commissie, (hierna: Commissie), Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement.

De algemene oriëntatie bevat een aantal inhoudelijke aanpassingen op het voorstel van de Commissie1 overeenkomstig de wens van de lidstaten, inclusief Nederland, zoals verwoord in de geannoteerde agenda van de Raad2 en de toelichting van Staatssecretaris van VWS in het AO van 15 november 2017 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 281).

In de stemverklaring van enkele lidstaten, waaronder Nederland, is benadrukt dat in de onderhandelingen met de Commissie en het Europese Parlement, het de inzet van de Raad is dat alle middelen voor het Solidariteitskorps gevonden worden via een herschikking van bestaande middelen. Diverse lidstaten merkten daarbij wel op dat het Erasmus+ programma ontzien moet worden. Nederland heeft daarnaast benadrukt dat rekening dient te worden gehouden met nationale initiatieven en wet- en regelgeving, zoals de maatschappelijke diensttijd en dat het Solidariteitskorps vooral aanvullend daarop moet zijn. De Commissie heeft aangegeven open te staan voor het samenvoegen van het vrijwilligersonderdeel van het Solidariteitskorps en het huidige European Voluntary Service (EVS) programma, zodat dezelfde voorwaarden worden gehanteerd en deze in elkaar kunnen opgaan. De Commissie zal in de onderhandelingen echter pleiten voor nieuw geld voor dit initiatief en niet slechts voor een herschikking van bestaande middelen.

Raadsconclusies over «Smart Youth Work»

De Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over «Smart Youth Work» (extranetnummer 13593/17). De Raadsconclusies nodigen lidstaten uit tot het uitwisselen van goede voorbeelden, het gebruik maken van synergie in programma’s, het opnemen van «Smart Youth Work» in training programma’s van het jeugdwerk en het op elkaar aansluiten en gebruik maken van al bestaande infrastructuren en EU financieringsprogramma’s, waaronder Erasmus+ en Horizon 2020.

De Commissie onderschrijft het belang van de Raadsconclusies en zal positief ingaan op de uitnodigingen, zoals die tot ondersteuning van projecten. In de reactie van enkele lidstaten wordt gemeld dat een peer learning-project zal worden gestart over digitaal werken in het jeugdwerk. Naast de enorme kansen wordt ook aandacht gevraagd voor de gevaren en wordt gesuggereerd om een ethische code te laten ontwikkelen door het Europees agentschap voor internetveiligheid.

Beleidsdebat met als thema «uitdagingen die relevant zijn voor jongeren en wat Europa hierin kan betekenen»

Tijdens de Raad heeft er een gedachtewisseling plaatsgevonden tussen de bewindspersonen verantwoordelijk voor Jeugdbeleid, over de rol van Europa bij de toekomstige uitdagingen waar de jeugd voor staat (extranetnummer 13548/17). Het doel van het debat was het uitwisselen van kennis en ervaringen uit de lidstaten.

Een externe expert (Professor Howard Williamson, European Youth Policy, University of South Wales) blikte terug op de positieve impact van EU betrokkenheid met Jeugdzaken, inclusief jeugdwerk en benoemde een aantal uitdagingen waar de jeugd van tegenwoordig voor staat, zoals het omgaan met nepnieuws, migratie, angst en geestelijke gezondheidsproblemen in een diverse samenleving en de confrontatie met populisme en radicalisering. Ook signaleerde Williamson een braindrain van jongeren van het platteland naar steden.

De Commissie stelde dat jongeren centraal moeten staan bij de vraag wat we willen van de EU in de toekomst. Uit onlangs gehouden interviews met jongeren blijkt dat zij over het algemeen positief zijn over de EU, maar dit vertaalt zich nog niet door in bijvoorbeeld een hogere opkomst bij Europese verkiezingen. De geplande nieuwe EU-jeugdstrategie moet verder ingaan op de betrokkenheid van jongeren.

Bovendien moeten de verdere kwaliteitsverbetering van de jeugdsector en de EU-instrumenten die daarvoor beschikbaar zijn, zoals Erasmus+ en het Solidariteitskorps, hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Ook meldde de Commissie de uitgebrachte mededeling «De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur».

De lidstaten gaven aan dat de jeugd met verschillende uitdagingen wordt geconfronteerd in de snel veranderende samenleving, zoals digitalisering, ongelijkheden, zorgen over veiligheid, onderwijs, opleiding, uitzicht op een baan, fake nieuws en mediawijsheid. Aandacht werd gevraagd voor het samen met jongeren en bijvoorbeeld hulpverleners, leraren en jeugdwerkers nadenken over het weerbaarder maken van jongeren op weg naar een zelfstandig leven en actief aan de samenleving deelnemen. Daarnaast benadrukten de lidstaten het betrekken van alle jongeren inclusief de moeilijk te bereiken en kansarme jongeren en migranten en de rol die de sociale media hierbij kunnen spelen. Nederland benadrukte dat jeugdbeleid primair een nationale competentie is en dat acties op EU niveau een EU toegevoegde waarde moeten hebben. Ook vroeg Nederland aandacht voor geestelijke gezondheid van jongeren en het betrekken van jongeren ook buiten het directe jeugdbeleid domein.

Tijdens het openbaar debat konden jongeren uit heel Europa via Twitter reacties geven op de interventies van de jeugdministers. De resultaten van het debat worden in een brief samengevat, die door de Estse Minister en naar presidenten van de Raad, de Commissie en het Europees Parlement zal worden gestuurd.

Overige zaken

Bulgarije heeft als inkomend voorzitter van de Raad van de Europese Unie de prioriteiten en activiteiten gepresenteerd voor de periode van januari tot en met juni 2018 op het gebied van jeugd. Het Bulgaars voorzitterschap zet in op de rol van jongeren bij de totstandkoming van veiligheid en vrede en het bevorderen van Europese waarden3 en het bevorderen van de ontwikkeling en weerbaarheid van jongeren gebaseerd op effectieve partnerschappen en gelijke kansen in Europa4. Daarnaast zal zij namens de Raad de onderhandelingen voeren in de trilogen met de Commissie en het Europees Parlement over het Solidariteitskorps.

Onderwijsdeel 20 november

Raadsconclusies over ontwikkeling van scholen en uitstekend onderwijs

De Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over de mededeling «Een goede start in het leven dankzij ontwikkeling van scholen en uitstekend onderwijs» (extranetnummer 13538/17). De Raadsconclusies onderstrepen het belang van kwalitatief en inclusief onderwijs, zijn gericht op versterking van leraren en schoolleiders en op effectievere en efficiëntere governance in het onderwijs. In de Raadsconclusies wordt de Commissie uitgenodigd de lidstaten te ondersteunen en hun acties aan te vullen.

Raadsconclusies over een nieuwe EU-agenda voor hoger onderwijs

De Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over een nieuwe EU-agenda voor hoger onderwijs (extranetnummer 13539/17). Het overkoepelende doel van de conclusies is het hoger onderwijs zodanig te moderniseren dat het blijft passen bij een snel veranderende wereld. De Raadsconclusies nodigen lidstaten uit zich te richten op vier thema’s: bevorderen van excellentie bij de ontwikkeling van vaardigheden, tegemoetkomen aan de behoeften van een divers studentenbestand en ondersteunen van het academisch personeel, bijdragen aan innovatie in de bredere economie, en bevorderen van efficiëntie en ontwikkelen van nadere kwaliteitsborging in het hogeronderwijssysteem. De Raad heeft de Commissie verzocht met deze conclusies rekening te houden in de voorstellen voor het toekomstige strategische samenwerkingskader op het gebied van onderwijs en opleiding, het EU-financieringsprogramma voor onderwijs en opleiding na 2020 en andere financieringsinstrumenten.

Raadsaanbeveling over het volgen van afgestudeerden

De Raad heeft een Raadsaanbeveling aangenomen over het volgen van afgestudeerden (extranetnummer 13361/17). Het doel van deze aanbeveling is om lidstaten te stimuleren de kwaliteit en beschikbaarheid van informatie over wat afgestudeerden doen na het verlaten van het hoger of beroepsonderwijs te verbeteren. De aanbeveling moedigt lidstaten aan op nationaal niveau volgsystemen te ontwikkelen en samenwerking te verbeteren, zodat data uit verschillende lidstaten gemakkelijker kunnen worden vergeleken. Dit moet leiden tot meer inzicht in en oplossingen voor werkloosheid en tot een hogere kwaliteit en relevantie van opleidingen. De Commissie nodigde de lidstaten vrijwillig uit om deel te nemen aan een pilot op Europees niveau over dit onderwerp.

Beleidsdebat met als thema «De toekomst van vaardigheden en de veranderende rol van het beroepsonderwijs»

In de Raad heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over toekomstige vaardigheden en de veranderende rol van beroepsonderwijs. Het doel van het debat was het uitwisselen van kennis en ervaring uit de lidstaten (extranetnummer 13540/17). Gastspreker Risto Mäeots, CEO van het Estse Magnetic MRO (onderneming voor technisch onderhoud van vliegtuigen) stelde in zijn inleiding dat goed beroepsonderwijs een cruciale rol speelt voor het goed functioneren van deze sector. Belangrijkste uitdaging zou het tekort aan specifieke vaardigheden bij jongeren zijn, en daarmee ligt er een opgave voor het beroepsonderwijs.

De Commissie onderstreepte het belang van het beroepsonderwijs voor toekomstige arbeidsmarkt en innovaties, zoals reeds onderstreept in de Europese Vaardighedenagenda van de Commissie, en noemde ook de benodigde veerkracht van studenten als essentieel om in een veranderende arbeidsmarkt te kunnen blijven functioneren.

Alle lidstaten bevestigden in de gedachtewisseling tussen Ministers het belang van het beroepsonderwijs voor de toekomstige (kennis)economie. Het debat richtte zich vooral op het belang van (basis)vaardigheden, van nieuwe (digitale) methodes, van samenwerking met hoger onderwijs- en onderzoeksinstellingen en de private sector, van het vergroten van de aantrekkelijkheid (positieve marketing) van het beroepsonderwijs, van het Erasmus+ programma, en van beroepsonderwijs voor een Leven Lang Leren en volwasseneneducatie.

Nederland heeft aangegeven dat een toekomstbestendig beroepsonderwijs moet bijdragen aan een sterke arbeidsmarkt, aan innovaties en aan economische groei. Vanwege veranderende eisen van de arbeidsmarkt vervagen de grenzen tussen onderwijslagen, zoals tussen beroeps- en hoger onderwijs, en om die reden. heeft Nederland onder meer een associate degree ingevoerd als nieuw onderwijsniveau tussen middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Nederland heeft ook aangegeven dat (beroeps)onderwijs een nationale bevoegdheid is, en dat op EU-niveau nationale inspanningen kunnen worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld via het zeer succesvolle Erasmus+ programma voor mobiliteit in alle onderwijssectoren, ook in beroepsonderwijs. Ook kunnen de Europese Structuurfondsen een belangrijker rol spelen voor de toekomst van beroepsonderwijs in een regionale context volgens Nederland.

Overige zaken

De Raad werd zowel tijdens het onderwijs- als het cultuurdeel geïnformeerd door het Secretariaat-Generaal van de Commissie over de uitkomsten van de informele lunchdiscussie tijdens de Sociale Top in Gotenburg op 17 november jl.5, waar onderwijs en cultuur onderwerp van gesprek was. De Commissie heeft hierover een mededeling «De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur» opgesteld, als input voor de informele lunchdiscussie. Over de uitkomsten van deze lunchdiscussie tussen regeringsleiders is verder gesproken tijdens de Europese Raad van 14 en 15 december jl. Een verslag van de Europese Raad volgt.

De Commissie gaf toelichting bij de Onderwijstop die gepland staat op 25 januari 2018. Hiervoor zullen verschillende stakeholders, ook uit de private sector, worden uitgenodigd. Doel is discussie te voeren over basisvaardigheden, inclusief onderwijs, en vaardigheden voor de toekomst. De Commissie grijpt deze Onderwijstop aan om de inhoud van haar hierboven genoemde mededeling en daarin aangekondigde maatregelen over het voetlicht te brengen en de politieke rol en bijdrage van onderwijs en cultuur op Europees niveau te vergroten.

De Commissie meldde een aanbeveling te voorzien over het bevorderen van gedeelde waarden via onderwijs en informeel leren («Promoting common values through education, training and non-formal learning»). Gedeelde waarden en inclusief onderwijs vormen volgens de Commissie de ruggengraat van de samenleving. De Commissie benadrukte dat ze geen one size fits all-benadering wil toepassen, omdat onderwijs een nationale bevoegdheid is. Onderwijs is evenwel een krachtig instrument in dit licht en de Commissie vindt het belangrijk dat het potentieel van onderwijs voor actief burgerschap en het bewustzijn van een Europese identiteit volledig wordt ingezet.

Het inkomende Bulgaarse voorzitterschap presenteerde de prioriteiten voor het eerste semester van 2018 op het gebied van onderwijs. Die zullen zich richten zich op de mid-term review Erasmus+ en oriëntatie op het programma na 2020, investering in digitale vaardigheden, het

vastleggen van de nieuwe mandaten en taken van de werkgroepen in het kader van ET2020, een pakket rond modernisering van het onderwijs, een aanbeveling over gemeenschappelijke waarden en inclusief onderwijs en een herziening van de aanbeveling sleutelcompetenties voor een Leven Lang Leren.

Tijdens de informele lunchbijeenkomst voorafgaand aan het onderwijsdeel van deze Raad werd gesproken over best practices op het gebied van extra-curriculaire activiteiten.

Cultuur en Audiovisueel deel 21 november

Raadsconclusies over het bevorderen van de toegang tot cultuur via digitale middelen

De Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over het bevorderen van de toegang tot cultuur via digitale middelen (extranetnummer 12980/17). Digitale technologie biedt kansen voor bijvoorbeeld het ontsluiten van collecties en voor het digitaal verzamelen van informatie over het publiek.

Beleidsdebat over de rol van cultuur bij sociale cohesie

In de Raad heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over de rol van cultuur bij sociale cohesie. Het doel van het debat was het uitwisselen van kennis en ervaringen uit de lidstaten (extranetnummer 13419/17). Gastspreker Helen Sildna, directeur van de Tallinn Muziekweek gaf in de inleiding met verschillende voorbeelden aan hoe culturele en creatieve organisaties relevante verbinding in de maatschappij kunnen brengen via samenwerkingsprojecten met mensen uit en in andere landen, en daarmee bij moet dragen aan inclusiviteit. Een belangrijke vraag daarbij is hoe innovatie via cultuur gestimuleerd kan worden. Volgens Sildna zou dit kunnen door te investeren in een vrije, inclusieve ruimte voor kunstenaars en creatieve ondernemers, in kleine projecten en in creatieve hubs.

De Commissie vindt dat de EU volgens haar een sleutelrol heeft bij sociale inclusie. Cultuur kan grenzen overbruggen en de EU-financieringsprogramma’s Creative Europe en Erasmus+ dragen hier aan bij. Net als het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in 2018.

Nederland heeft aangegeven dat cultuur een belangrijke rol speelt bij sociale inclusie. Naast de intrinsieke waarde van cultuur, heeft cultuur een verbindende werking. Via cultuurbeleving of -uitoefening komen mensen met verschillende achtergronden met elkaar in contact die elkaar anders waarschijnlijk niet hadden leren kennen. Dit vergroot het wederzijdse begrip en verkleint de afstand tussen mensen binnen een samenleving. Alle lidstaten benadrukten de belangrijke rol die zij zien voor cultuur bij sociale cohesie. Verder haalden veel lidstaten het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in 2018 aan als goed voorbeeld van Europese samenwerking.

Overige zaken

Het Ests voorzitterschap informeerde de Raad dat in de ambtelijke voorbereidingsgroep (de zogenaamde «Friends of the Presidency»-groep internationale culturele strategie) de focus wordt gericht op bescherming van cultureel erfgoed. Er werd in dat kader gewezen op het voorstel van de Commissie voor een verordening voor de import van cultuurgoederen waarover thans ambtelijk wordt onderhandeld en op het feit dat bij missies in conflictgebieden aandacht kan worden besteed aan de bescherming van cultureel erfgoed.

Diverse lidstaten refereerden in deze context aan de noodzakelijke ratificatie en daadwerkelijke toepassing van het Verdrag van Nicosia als een belangrijk instrument tegen illegale handel in cultuurgoederen en stelden vragen bij de verhouding tussen de voorgestelde verordening van de Commissie en het UNESCO-verdrag uit 1970.

Frankrijk informeerde de Raad over een informele bijeenkomst van cultuurministers die op 11 oktober jl. en marge van de Frankfurter Buchmesse plaatsvond. Doel van deze informele bijeenkomst was aanknopingspunten te vinden voor gezamenlijk optrekken van cultuurministers op het terrein van mobiliteit van kunstenaars, literatuurvertalingen om diversiteit in Europa te bevorderen en billijke vergoedingen voor kunstenaars in het digitale tijdperk.

De Commissie wees op de visa-problematiek voor (Europese) kunstenaars reizend naar de Verenigde Staten (VS). De Commissie verzoekt lidstaten samen op te trekken om mobiliteit van kunstenaars te bevorderen.

Het Ests voorzitterschap informeerde de Raad over de stand van zaken van de onderhandelingen over de herziening van de Audiovisuele mediadiensten richtlijn. De Raad nam in mei jl. onder het Maltese voorzitterschap een algemene oriëntatie voor de herziening van de richtlijn aan en vervolgens is de triloog met het Europees Parlement onder het Ests voorzitterschap gestart. De Commissie riep op tot meer snelheid in de onderhandelingen en vroeg de Raad om flexibiliteit richting het Europees Parlement. Vanaf januari zal het inkomende Bulgaarse voorzitterschap de onderhandelingen voortzetten.

Nederland heeft samen met een aantal andere lidstaten gewezen op het belang van de kwaliteit van de nieuwe richtlijn boven meer snelheid, en op de noodzaak van juridische helderheid en uitvoerbaarheid van de richtlijn. Vooral het behoud van het land van oorsprong-beginsel is erg belangrijk voor Nederland. Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 15 november jl. zal de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de Kamer binnenkort via een aparte brief nader informeren over de stand van zaken en de Nederlandse inzet met betrekking tot de onderhandelingen over de herziening van de Audiovisuele mediadiensten richtlijn.

Polen uitte zorgen over de mogelijke, vanuit Pools perspectief, onjuiste weergave van de geschiedenis in het Huis van de Europese Geschiedenis van het Europees Parlement in Brussel.

Het inkomende Bulgaarse voorzitterschap presenteerde de prioriteiten voor cultuur voor het eerste semester van 2018. De herziening van de Audiovisuele mediadiensten richtlijn, Raadsconclusies over cultureel erfgoed en een voorstel voor de herziening van het Creative Europe programma (2014–2020) staan vooralsnog geagendeerd.

Sportdeel 21 november

Raadsconclusies over «de rol van coaches in de samenleving»

De Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over «de rol van Coaches in de Samenleving» (extranetnummer 13433/17). De Raadsconclusies onderschrijven dat coaches een centrale rol hebben in de sport en vanuit die positie ook een rol kunnen spelen bij de maatschappelijke uitdagingen in de EU. Om die rol te kunnen vervullen worden lidstaten, de Commissie en Sportorganisaties uitgenodigd om coaches bewust te maken van hun centrale rol en aandacht te besteden aan de trainingen en kwalificaties van coaches.

De Commissie onderschrijft het belang van de Raadsconclusies, omdat coaches een belangrijke opvoedkundige rol spelen, inclusief het overbrengen van sociale waarden. Zij ondersteunt inmiddels 13 projecten via Erasmus+ en in 2018 zullen er richtsnoeren ontwikkeld worden door de Expertgroep «Human Resources» en zal er tijdens de Europese week voor de Sport aandacht zijn voor de rol van de coach en een speciale prijs worden ingesteld.

Ontwerp van de Resolutie over «het verder ontwikkelen van de gestructureerde dialoog in de sport»

De Raad heeft de Resolutie aangenomen over «het verder ontwikkelen van de gestructureerde dialoog in de sport» (extranetnummer 13432/17). Het doel van de Raadsresolutie is het optimaliseren van de gestructureerde dialoog met de sport, zodat de EU en de sport voortdurend en gestructureerd informatie en bevindingen kunnen uitwisselen op diverse niveaus, met name over hun samenwerking op het vlak van de sport. In de resolutie is overeengekomen dat meer flexibiliteit en openheid richting de betrokkenen uit de sportwereld nodig is en dat informatie hierover goed moet worden teruggekoppeld. Deze Raadsresolutie bouwt voort op de resolutie van 2010.

De Commissie onderschrijft het belang van de resolutie, omdat een reguliere dialoog met de sportwereld op diverse niveaus noodzakelijk is. Ook het beleidsdebat laat dat zien. Zij is bereid ook het EU Sportforum samen met andere EU instituties en lidstaten hiervoor nog beter te benutten.

Een beleidsdebat met als thema «De grootste uitdagingen waar de sport voor staat in de 21e eeuw»

Tijdens de Raad heeft er een gedachtewisseling plaatsgevonden tussen de Ministers verantwoordelijk voor Sport en Thomas Bach, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) over «De grootste uitdagingen in de sport in de 21e eeuw» (extranetnummer 13549/17).

Aan de orde zijn gekomen de eerste stappen die het IOC heeft gezet met de «Olympic Agenda 2020» t.a.v. de eigen organisatie en de Olympische evenementen waar IOC zelf verantwoordelijk voor is, maar ook op de terreinen van goed bestuur, integriteit, doping en matchfixing. Oprukkende commercialisering van de sport ziet IOC als een van de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst. Verder staat het Europese sportmodel met een duidelijke sociale sportmissie en eerlijke sportcompetities onder druk door een te stringente toepassing van Europese antitrustwetgeving.

Diverse lidstaten gaven aan dat de sport met verschillende uitdagingen wordt geconfronteerd, zoals doping, matchfixing, corruptie en goed bestuur, maar ook op onderwerpen als duurzaamheid, oprukkende technologie, toewijzing van sportevenementen, toegankelijkheid van sport voor iedereen, het bereiken van jongeren, geweld van sportpubliek en seksueel geweld. Door diverse lidstaten wordt de geloofwaardigheid en het vertrouwen in sportbesturen genoemd als grootste uitdaging, omdat dit grote gevolgen kan hebben voor de populariteit en daarmee sportbeoefening op alle niveaus. Nederland noemt daarbij in het bijzonder nog de bescherming van de clubstructuur. Lidstaten uiten diverse commentaren op het functioneren van Internationale Sport Federaties (IF’s), maar onderstrepen ook het belang van de autonomie van de sport, zolang nationale wettelijke kaders worden gerespecteerd.

De Commissie benadrukt het belang van goed bestuur en wijst op de ondertekening van inmiddels 46 sportorganisaties van de belofte («Pledge») voor goed bestuur. Verder zijn de afgelopen jaren verschillende projecten via Erasmus+ ondersteund met als doel de integriteit van sport te verbeteren op verschillende niveaus. Ook staat goed bestuur op de agenda van Expertgroepen en is onderwerp van het jaarlijkse Sportforum.

In een reactie op de interventies stelt het IOC de vraag of alle kritiek op de sector niet juist de negatieve beeldvorming over sport versterkt en verzoekt Ministers niet te generaliseren in hun kritiek op sportorganisaties, die ook allemaal weer autonoom zijn. Samenwerking is nodig om de uitdagingen te trotseren. IOC nodigt de EU-lidstaten uit de Conventie in de strijd tegen manipulatie van sportwedstrijden snel te ondertekenen, zodat de strijd tegen matchfixing met verenigende krachten aangepakt kan worden. Conclusie van het beleidsdebat is dat de sportwereld nog te maken heeft met belangrijke uitdagingen en dat een goede dialoog tussen de sportwereld, nationale overheden en EU noodzakelijk is.

Overige zaken

Bulgarije heeft als inkomend voorzitter van de Raad van de Europese Unie de prioriteiten en activiteiten gepresenteerd voor de periode van januari tot en met juni 2018 op het gebied van sport. Het Bulgaars voorzitterschap zal Raadsconclusies voorbereiden over de bevordering van Europese waarden door sport. Op 24 en 25 januari 2018 vindt een conferentie plaats over preventie en bestrijding van doping in het kader van de WADA code review. De DG bijeenkomst en een conferentie over de rol van breedtesport bij sociale integratie, met daarbij aandacht voor de rol van traditionele en innovatieve sporten, vinden plaats van 11–12 juni 2018. De volgende Sportraad, als onderdeel van de OJCS-Raad, staat geagendeerd voor 23 mei 2018 in Brussel. De Commissie organiseert het EU Sportforum in Sofia op 22–23 maart 2018.

De belangrijkste resultaten van de laatste WADA vergadering op 15–16 november jl. in Seoul, Korea zijn dat besloten is de ban van Rusland te handhaven, omdat niet aan voldoende voorwaarden is voldaan, de review van de WADA code te beperken en consultaties te starten. Verder is het bestuur akkoord gegaan met een 8% contributie stijging voor 2018 en is er met Montreal, Canada, een nieuw contract gesloten over de vestiging van WADA voor de komende 10 jaar. Verder wordt gemeld dat voortaan voorafgaand aan de WADA vergadering een bijeenkomst zal plaatsvinden voor de overheidsvertegenwoordigers in het WADA stichtingsbestuur. Deze structuur zal vanaf 1 januari 2018 ondersteund worden door de Raad van Europa. Polen meldt dat de WADA wereld conferentie, waar de nieuwe WADA code wordt vastgesteld, zal plaatsvinden in de herfst van 2019 in Katowice, Polen.

Onlangs is de resolutie van de Verenigde Naties aangenomen over de Olympische Wapenstilstand («Olympic Truce») in Korea voor de periode van de Olympische Winterspelen van 9 tot 25 februari 2018. Tijdens deze Spelen worden ook diverse activiteiten georganiseerd door de Olympische Academie in Griekenland.


X Noot
1

Kamerstuk 34 738, nr. 2.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-34, nr. 280.

X Noot
3

«building secure, cohesive and peaceful society and fostering the European values».

X Noot
4

«building resilience and ensuring demographic dividend based on effective partnership and equity across Europe».

X Noot
5

Kamerbrief over Sociale Top van 13 november 2017, Kamerstuk 21 501-31, nr. 462 en Verslag Sociale Top Gotenburg dd. 24 november 2017, Kamerstuk 21 501-31, nr. 470.

Naar boven