21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 636 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2017

Hierbij stuur ik uw Kamer de Geannoteerde Agenda van de informele Energieraad die op 18 mei onder Maltees voorzitterschap plaatsvindt te Malta.

Tijdens de informele Energieraad vindt een gedachtewisseling plaats over de belangrijkste aspecten van de Europese wetsvoorstellen op het gebied van energie-efficiëntie. Dit betreft naar verwachting de herziening van de richtlijn energie-efficiëntie (EED)1 en de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD)2. Beide voorstellen zijn onderdeel van het Winterpakket Energie Unie. De stand van zaken omtrent de onderhandelingen over deze voorstellen is opgenomen in bijlagen 1 en 2.

Vervolgens organiseert het voorzitterschap een sessie over de decarbonisatie van eilanden. Tijdens de sessie wordt het European Energy Islands Forum besproken, een initiatief ter stimulering van duurzame energie op eilanden van lidstaten zonder aansluiting op de nationale elektriciteits-en of gasnetwerken. Deze sessie wordt gevolgd door de lancering van het forum en een officiële ondertekening van een politieke verklaring over schone energie voor eilanden in de EU. De eilanden van Nederland vallen niet onder de gebruikte definitie.

Aansluitend op de informele Energieraad vindt een informele high level meeting on Energy Efficiency in the Mediterranean plaats.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE 1: GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE ENERGIERAAD 18 mei

EU Energy Efficiency Framework for 2030

Gedachtewisseling

Tijdens dit agendapunt zal de Raad kort van gedachten wisselen over de stand van zaken en belangrijkste aspecten van de voorstellen aangaande energie-efficiëntie uit het Winterpakket Energie Unie 2016.

In het voorstel tot een herziening van de richtlijn energie-efficiëntie (2012/27/EU) stelt de Commissie een bindende Europese energie-efficiëntie doelstelling van 30% in 2030 voor. In de conclusies van de Europese Raad van oktober 2014 was dit een indicatieve Europese doelstelling van 27% in 2030, met de mogelijkheid tot ophoging naar 30%. De onderhandelingen in de Raad richten zich nu op de wenselijkheid van ophoging naar een doelstelling van 30% en de aanpassing naar een bindende in plaats van een indicatieve doelstelling. Een meerderheid aan lidstaten wil vasthouden aan de conclusies uit de Europese Raad. Dit thema wordt in samenhang met het voorstel voor de governance van de Energie Unie3 behandeld. Tevens stelt de Europese Commissie voor dat de huidige verplichting voor lidstaten om jaarlijks 1,5% energiebesparing op het eindverbruik te realiseren, wordt voortgezet naar de periode van 2021 tot en met 2030. Een aantal lidstaten verzet zich tegen de continuering van deze besparingsverplichting. De onderhandelingen richten zich ook op het type maatregelen dat mee mag tellen voor de verplichting.

Het kabinet heeft ECN gevraagd de gevolgen van het Commissievoorstel voor Nederland in kaart te brengen. Ik verwacht uw Kamer medio mei te kunnen informeren over de uitkomsten van deze studie. Daarnaast laat het kabinet momenteel onderzoeken welke aandelen van energiebesparing, hernieuwbare energie en andere CO2-emissiereducerende opties passen binnen een kosteneffectief CO2-reductiepad richting 2030 en 2050. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zal hierover naar verwachting deze zomer de eerste resultaten opleveren. Het is aan het volgende kabinet om op basis van deze resultaten de verwachte Nederlandse bijdragen op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en andere CO2-emissiereducerende opties in het Integrale Energie en Klimaatplan (INEK) op te nemen en een definitief standpunt in te nemen over het voorstel van de Commissie voor ophoging van het energie-efficiëntiedoel naar 30% in 2030 en continuering van de in de EED vervatte energiebesparingsverplichting (zie ook mijn eerdere brief inzake moties over de Energieagenda, Kamerstukken 31 510 en 30 196, nr. 65).

Verder stelt de Europese Commissie voor de bepalingen ten aanzien van informatievoorziening over warmte- en koudegebruik in appartementsgebouwen of multifunctionele gebouwen met centrale warmte/koudevoorziening aan te scherpen. Hierbij vindt het merendeel van de lidstaten het wenselijk om ook voor nieuwbouw en grootschalige renovaties een uitzonderingsgrond te behouden voor de uitrol van individuele meters. Nederland sluit zich hierbij aan. Ook wordt een verplichting voorgesteld voor de uitrol van op afstand leesbare meters voor warmte en koude. Voor Nederland is het wenselijk dat deze verplichting aansluit bij de in Nederland gangbare praktijk.

Het voorstel tot aanpassing van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (2010/31/EU) gaat over de energetische kwaliteit van gebouwen en gebouwonderdelen. Dit voorstel valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en wordt besproken in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst. Hoewel het kabinet veel waarde hecht aan het verbeteren van de energieprestatie van gebouwen, is zij van mening dat het aanpassingsvoorstel veel nieuwe en gedetailleerde bepalingen bevat. Het kabinet vreest dat hierdoor de ruimte voor lidstaten om te bepalen welke kosteneffectieve maatregelen genomen kunnen worden om CO2-reductie te realiseren te veel wordt ingeperkt. Inmiddels hebben er vijf technische besprekingen over dit aanpassingsvoorstel plaatsgevonden. Op 25 april is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang met betrekking tot dit voorstel (Kamerstuk 22 112, nr. 2337).

Het Maltees Voorzitterschap van de Raad streeft er naar om in de Energieraad van 26 juni 2017 een voorlopig standpunt van de Raad vast te stellen over de richtlijn energie-efficiëntie en de richtlijn energieprestatie van gebouwen.

Politieke verklaring over de decarbonisatie van Europese eilanden

Presentaties, gedachtewisseling, lancering en tekenmoment

De Raad zal spreken over het initiatief van de Commissie, gesteund door het Maltees voorzitterschap, over decarbonisatie van eilanden binnen de Europese Unie. Het gaat om eilanden van lidstaten die geen aansluiting hebben op het elektriciteits- en/of gasnetwerk van de lidstaten en dus geheel zelfvoorzienend zijn. Doel van het initiatief is om ook op deze eilanden de energietransitie te realiseren. Op deze eilanden wordt vooralsnog tegen hoge kosten niet-duurzame energie opgewekt en daardoor ligt hier nog veel potentieel. Het voorzitterschap wil tijdens de informele Raad een politieke verklaring ondertekenen waarin wordt voorgesteld dat de Commissie een Forum voor eilanden initieert, als platform om «best practises» uit te wisselen en de energietransitie op de eilanden vorm te geven. Het is nog niet duidelijk welke lidstaten deze politieke verklaring gaan ondertekenen. Nederland staat positief tegenover dit initiatief, maar is geen belanghebbende. De eilanden van Nederland vallen niet onder de gebruikte definitie. Immers, in Nederland is er geen verschil tussen de eilanden en het vaste land met betrekking tot aansluiting op het net. De overzeese gebiedsdelen van lidstaten vallen niet onder de reikwijdte van de politieke verklaring.

BIJLAGE 2: ONDERHANDELINGEN OVERIGE VOORSTELLEN ENERGIE UNIE

Conform de gemaakte informatieafspraken wordt uw Kamer op de hoogte gehouden van de voortgang in de onderhandelingen over de voorstellen uit het Winterpakket Energie Unie 2016 alsmede de herziening van de verordening betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering. Het Winterpakket bestaat uit vier samenhangende voorstellen aangaande het marktontwerp van de elektriciteitsmarkt4, een verordening voor de governance van de Energie Unie5, en herziening van de richtlijnen voor hernieuwbare energie6, energie-efficiëntie en energieprestatie van gebouwen. Op 13 en 20 januari is uw Kamer op de hoogte gesteld van het standpunt van het kabinet inzake deze voorstellen.7

Onder Maltees voorzitterschap zijn inmiddels de besprekingen over alle voorstellen gestart. Hierbij is voornamelijk tijd besteed aan de voorstellen aangaande energie-efficiëntie en energieprestaties van gebouwen. De voortgang op deze twee voorstellen is opgenomen in de Geannoteerde Agenda voor de informele Energieraad. Voor wat betreft de overige voorstellen uit het Winterpakket is de bespreking onlangs pas van start gegaan en valt nog geen krachtenveld of voortgang te melden. Wel hebben diverse lidstaten aangegeven dat de verordening voor de governance van de Energie Unie in samenhang met de andere voorstellen besproken dient te worden, voornamelijk het voorstel tot herziening van de richtlijnen voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Derhalve wordt de meer gedetailleerde bespreking van deze verordening nu opgestart en worden tevens de relevante artikelen uit het governancevoorstel reeds meegenomen in de bespreking van de richtlijn energie-efficiëntie.

Tot slot werd op 1 februari jl. mandaat gegeven aan het Maltese voorzitterschap om een start te maken met de onderhandelingen met het Europees Parlement aangaande de herziening van de verordening betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening 994/2010. Er zijn nog geen uitkomsten van deze trilogen te melden.


X Noot
1

COM (2016) 761.

X Noot
2

COM (2016) 765.

X Noot
3

COM (2016) 759.

X Noot
4

COM (2016) 861, COM (2016) 862, COM (2016) 863, COM (2016) 864.

X Noot
5

COM (2016) 759.

X Noot
6

COM (2016) 767.

X Noot
7

Kamerstuk 22 112, nr. 2282 en Kamerstuk 34 663, nrs. 4 t/m 8

Naar boven