21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 934 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2016

Met deze brief informeer ik u over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 18 juli 2016 in Brussel. Dit zal de eerste Landbouw- en Visserijraad zijn onder Slowaaks voorzitterschap.

Raadsonderwerpen

Werkprogramma van het voorzitterschap

Presentatie van het voorzitterschap

Het Slowaakse voorzitterschap zal zijn werkprogramma voor het voorzitterschap presenteren (juli-december 2016) op het terrein van landbouw en visserij. Nederland zal de presentatie aanhoren.

Het Slowaakse voorzitterschap heeft oneerlijke handelspraktijken en de vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid als prioriteiten aangemerkt. Het beoogt hierover in december Raadsconclusies vast te stellen. Slowakije heeft aangegeven de marktsituatie in de gaten te zullen houden en in te zetten op het versterken van de positie van boeren in de voedselketen. Ook zullen de onderhandelingen over het voorstel tot herziening van de verordening biologische productie en etikettering van biologische producten voortgezet worden. Tevens zal het voorzitterschap aandacht besteden aan internationale handelsdossiers zoals TTIP. Met betrekking tot bosbouw heeft Slowakije de bedoeling om het EU-standpunt op basis van de EU-Bossenstrategie mondiaal te versterken. Tenslotte zal het Slowaakse voorzitterschap zich op visserijgebied richten op het vaststellen van de vangstmogelijkheden voor 2017.

Vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: implementatie van de vergroening na het eerste jaar

Informatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling

De Europese Commissie zal de Raad informeren over de uitkomsten van de review en de publieke consultatie over de vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na een jaar. Eurocommissaris Hogan zal een toelichting geven op het staff working document over dit onderwerp. De Europese Commissie geeft in deze analyse aan dat het vergroeningsinstrument de potentie heeft een belangrijke rol te vervullen in het verbeteren van de prestaties van de landbouw op het vlak van biodiversiteit, milieu en klimaat. De daadwerkelijke effecten worden volgens de Europese Commissie echter voor een belangrijk deel bepaald door de keuzes van de lidstaten en de landbouwers. Bij de invulling van de verplichting om 5% van het areaal in te richten als ecologisch aandachtsgebied domineren de stikstofbindende gewassen (39,4%) en de vanggewassen (15%). Daarnaast is er veel gekozen voor braaklegging (38%). Ecologische aandachtsgebieden die een duidelijke meerwaarde hebben voor de biodiversiteit, met name landschapselementen, worden weinig ingezet. De verplichting om het areaal blijvend grasland op peil te houden draagt volgens de Europese Commissie bij aan het vastleggen van CO2. De vergroening heeft volgens de analyse van de Europese Commissie het gelijke speelveld in de EU nauwelijks aangetast.

De Eurocommissaris zal naar verwachting ook ingaan op een aantal voorstellen voor vereenvoudiging op basis van de uitkomsten van de review. Het algemene beleidskader, zoals vastgelegd in de basisverordening (Verordening (EU) nr. 1307/2013), staat bij deze review niet ter discussie. Het gaat bij deze review om verbetering en vereenvoudiging van de gedelegeerde verordening (Verordening (EU) nr. 639/2014) en eventueel de uitvoeringsverordening (Verordening (EU) nr. 641/2014). Per brief van 8 maart jl. (Kamerstuk 28 625, nr.234) heb ik de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inbreng in de consultatie. De analyse van de Europese Commissie geeft wat mij betreft aanleiding om de komende jaren te blijven streven naar een hoog ambitieniveau bij de invulling van de vergroening. De constatering dat landschapselementen nog maar weinig worden ingezet als ecologisch aandachtsgebied in Europa, vind ik zorgelijk. In Nederland kunnen landbouwers vanaf 2016 landschapselementen voor het eerst aanmelden als ecologisch aandachtsgebied. De door Europese Commissie voorgestelde vereenvoudingsopties zullen worden uitgewerkt in Gedelegeerde en Uitvoeringshandelingen. De Gedelegeerde Handelingen zullen naar verwachting op een Raad later dit jaar ter goedkeuring worden voorgelegd zodat ze per boekjaar 2017 in werking kunnen treden. Waar Nederlandse voorstellen hier niet in zijn meegenomen zal Nederland hier op blijven inzetten.

Marktsituatie en steunmaatregelen

Informatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling

De Europese Commissie zal een stand van zaken geven van de marktsituatie in met name de zuivel- en varkenssector.

In het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 14 maart jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 900) heb ik u geïnformeerd over het pakket marktmaatregelen van de Europese Commissie ter ondersteuning van de zuivel-, varkens-, groente- en fruitsector. Voor de stand van zaken van de maatregelen en de inzet van middelen verwijs ik u naar eerdere brieven, waaronder het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 11 april jl. (Kamerstuk 21 501-32 nr. 915).

Ondanks de maatregelen van de Europese Commissie en aantrekkende prijzen blijft de slechte situatie in de zuivel- en varkenssector in de Europese Unie voortduren wegens het ontbreken van een evenwicht tussen aanbod en vraag.

Zoals ik heb aangegeven in het onlangs aan u verzonden verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 27 en 28 juni jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 933), was er in de Raad een unanieme roep van lidstaten om meer actie door de Europese Commissie. Onder mijn voorzitterschap heeft de Raad benadrukt dat het in de Landbouw- en Visserijraad van juli een aanvullend financieel pakket verwacht.

De Europese Commissie heeft aangekondigd in de Raad een voorstel voor aanvullende maatregelen te presenteren, specifiek voor de zuivelsector. De Europese Commissie heeft aangegeven dat dit voorstel zal zijn gericht op stabilisatie van de markt en (structurele) verlaging van de productie. In de Raad van juni jl. heeft de Europese Commissie de uitgangspunten voor dit nieuwe pakket toegelicht.

De uitgangspunten zijn:

  • stabilisatie van de aanbodzijde in de melksector door een aanpak die gericht is op beperking van overproductie;

  • blijvende inzet op het openen van nieuwe markten;

  • de mogelijkheid bekijken of eerdere uitbetaling aan landbouwers van de voorschotten voor directe betalingen mogelijk is;

  • het bekijken van de mogelijkheden voor verruiming in de de minimis staatssteun;

  • Eventuele extra middelen komen bij voorkeur niet uit de crisisreserve.

De inhoud van de maatregelen heeft de Europese Commissie op dit moment nog niet gedeeld met de lidstaten.

Ik vind het belangrijk dat bij een eventueel aanvullend maatregelenpakket de uitgangspunten van het GLB worden gerespecteerd, zowel die ten aanzien van de gemeenschappelijke markt als de marktoriëntatie. Ik ben van opvatting dat eventuele aanvullende maatregelen niet alleen gericht moeten zijn op de zuivelsector, maar ook op de varkensvleessector. Ik zal er daarom in de Raad op aandringen dat aanvullende maatregelen ook moeten kunnen worden ingezet voor de varkenssector. Ik zal daarbij vragen om flexibiliteit, zodat ik met deze maatregelen kan bijdragen aan de uitwerking van het Actieplan vitalisering varkenshouderij (Kamerstuk 28 973, nr. 180) ten aanzien van het stimuleren van innovatie en de ontwikkeling van nieuwe marktconcepten in de varkenshouderij. Ook zal ik er in de Raad voor pleiten dat de situatie op de varkensvleesmarkt nauw in de gaten gehouden moet worden. Ik zal de Europese Commissie verzoeken om zich te blijven inzetten op het vergroten van afzetmogelijkheden via promotie, het openen van nieuwe markten en het herstellen van de handel met Rusland. Ik zal aangeven dat nieuwe maatregelen gefinancierd moeten worden binnen de bestaande kaders voor landbouwuitgaven in het Meerjarig Financieel Kader en gericht moeten zijn op verbetering van het concurrentievermogen (herstructurering, innovatie e.d.) en het stimuleren van de export. Ik ben kritisch op de verruiming van de de minimis en zal aangeven dat een eventuele verruiming alleen gericht mag zijn op structurele verbeteringen, zoals herstructurering of reductie van overproductie.

Internationale handel in landbouwproducten

Presentatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling

De Europese Commissie zal een presentatie geven over de stand van zaken van haar werkzaamheden op het gebied van internationale handel in landbouwproducten. Een achtergronddocument is nog niet beschikbaar.

De Europese Commissie zoekt actief naar alternatieve markten en bestemmingen voor Europese landbouwproducten, net zoals het kabinet zich inspant voor markttoegang, -uitbreiding en -behoud voor Nederlandse landbouwproducten. Sinds december 2015 is een nieuw Europees promotiebeleid van kracht. Ook spant de Europese Commissie zich in om non-tarifaire belemmeringen te beslechten. Commissaris Hogan is de afgelopen maanden naar verschillende landen op handelsmissie geweest.

Naar verwachting zal de Europese Commissie de stand van handelsakkoorden belichten die momenteel spelen en in verschillende fasen verkeren. Dit betreft onder andere de onderhandelingen met de Verenigde Staten, Japan en de Mercosurlanden en de verkenning van mogelijkheden voor handelsakkoorden met Australië en Nieuw-Zeeland.

Op verzoek van de lidstaten analyseert de Europese Commissie de cumulatieve impact van huidige en toekomstige handelsakkoorden op de Europese landbouwsector. De bespreking van de uitkomsten is voorzien voor de Landbouw- en Visserijraad van oktober aanstaande.

Nederland zal de presentatie aanhoren en de positie van de Europese Commissie om vast te houden aan eigen normen en beleidsvrijheid te behouden ondersteunen. Daarbij is het Nederlandse (en Europese) uitgangspunt dat het hoge beschermingsniveau voor mens, dier, plant en milieu in de EU behouden blijft.

Het risico dient vermeden te worden dat op het gebied van dierenwelzijn en milieu het Europese beleid wordt ondermijnd door extra voordelen toe te kennen aan producten die op basis van lagere standaarden tot stand komen.

Diversen

Bosbranden in Cyprus

Informatie van de Cypriotische delegatie

De Cypriotische delegatie vraagt met een diversenpunt aandacht voor de destructieve bosbranden die van 18 tot 22 juni jl. in verschillende gebieden in Cyprus woedden. Cyprus zal om solidariteit vragen en de lidstaten bedanken die bij de brandbestrijding geholpen hebben. Nederland zal de presentatie aanhoren.

Resultaten van de internationale expertconferentie «Strengthening of farmer’s position in the supply chain»

Informatie van het voorzitterschap

Op 30 juni en 1 juli jl. is de internationale expertconferentie «Strengthening of farmer’s position in the supply chain» in Bratislava gehouden. De resultaten van deze conferentie zullen door het Slowaakse voorzitterschap teruggekoppeld worden. Tijdens de conferentie werd duidelijk dat de roep om Europese wetgeving om oneerlijke handelspraktijken tegen te gaan, steeds luider wordt. Het Europees Parlement heeft in een resolutie van 7 juni 2016 de Europese Commissie opgeroepen om maatregelen voor te stellen die oneerlijke handelspraktijken in de agrofoodsector aanpakken. Het Europees Parlement is namelijk van mening dat de verhoudingen in onderhandelingsmacht tussen landbouwers en hun afnemers scheef liggen omdat de laatsten vaak een veel sterkere onderhandelingspositie in de afzetketen hebben.

De roep om Europese wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken komt vanuit een aantal lidstaten. Al in 2015 hebben de vier Visegrad-Ministers (Polen, Tsjechische Republiek, Hongarije en Slowakije) daarover een verklaring aangenomen. Ook in de Agricultural Market Taskforce onder leiding van de heer Veerman – de Europese adviescommissie om de positie van de boer te verbeteren – is dit aan de orde. De Europese Commissie heeft vorig jaar onderzocht of Europese wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken in de agrofoodsector nuttig zou zijn. De conclusie van dit onderzoek was dat de meeste EU-lidstaten al initiatieven hebben ondernomen om oneerlijke handelspraktijken aan te pakken op een manier die bij elke nationale situatie het beste past. De Europese Commissie ziet daarom geen noodzaak voor Europese regelgeving. De Europese Commissie zal de situatie blijven monitoren.

Nederland vindt Europese wetgeving niet nodig. De mate waarin oneerlijke handelspraktijken een probleem vormen verschilt tussen lidstaten. Daarom kan dit probleem beter op nationaal niveau worden opgepakt. In Nederland zijn het afgelopen jaar, tijdens een pilot eerlijke handelspraktijken, geen klachten ingediend en er zijn zeer weinig signalen dat dit probleem in Nederland urgent is. In Nederland zijn alle supermarkten, een aantal belangrijke verwerkende producenten en een aantal belangrijke producenten van land- en tuinbouwproducten aangesloten bij het Europese Supply Chain Initiative, waarin wordt gewerkt met een gedragscode voor eerlijke handelspraktijken. Dit heeft er volgens het bedrijfsleven onder andere toe geleid dat bedrijven zich bewuster zijn van wat als (on)eerlijke handelspraktijk wordt aangemerkt. Dit heeft volgens hen een zekere preventieve werking.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven