21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 888 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2015

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad van 16 november jongstleden.

Internationale handel in landbouwproducten

(stand van zaken)

De Europese Commissie heeft een toelichting gegeven op de internationale handel in landbouwproducten (ST 13936/15). Daarbij heeft zij aangegeven dat de Europese Unie de belangrijkste exporteur en importeur van agrovoedingsproducten is, ondanks de nadelige gevolgen van het Russische embargo en de met veterinaire en fytosanitaire maatregelen verband houdende handelsbarrières. Hij gaf aan dat de export van landbouwproducten vanuit de EU naar de Russische Federatie tussen augustus 2014 en augustus 2015 is afgenomen met ca. 4,7 miljard euro, maar dat dit ruim gecompenseerd wordt door een toename van export vanuit de EU van 6,7 miljard euro.

De Europese Unie zet zich om dit te compenseren in voor de verhoging van de uitvoer naar derde landen. Eurocommissaris Hogan wees erop dat hiervoor ook financiering beschikbaar is. Het nieuwe afzetbevorderingsbeleid, dat met ingang van 1 december 2015 in werking treedt, maakt de toegang tot financiering van afzetbevordering makkelijker en efficiënter. Ook gaf Eurocommissaris Hogan aan dat de Europese Unie ondanks moeizame onderhandelingen, onder andere over landbouwsteun, blijft ijveren voor een succesvolle 10e Ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Nairobi in december aanstaande.

Daarnaast gaf Eurocommissaris Hogan aan aandacht te besteden aan de landbouwonderdelen in de bilaterale vrijhandelsakkoorden van de EU. Zo kondigde hij aan volgend jaar handelsmissies te zullen leiden naar onder meer Mexico, Colombia, China en Japan. De EU heeft de afgelopen tijd verdragen afgesloten met diverse landen zoals Canada, Peru, Vietnam en een aantal Afrikaanse landen. Handelsverdragen met onder meer Mexico, India, Turkije, Nieuw-Zeeland, Japan, landen van de Mercosur (douane-unie tussen Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela) en de Verenigde Staten zijn in onderhandeling.

De 11e ronde van onderhandelingen met de Verenigde Staten, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), heeft van 19 tot en met 23 oktober jongstleden plaatsgevonden in Miami. Er werden nieuwe tariefaanbiedingen uitgewisseld, onder meer over landbouwproducten. De inzet van de Europese Unie is dat zij haar normen ter bescherming van mens, dier, plant en milieu niet zal verlagen en beleidsvrijheid wil houden om zelf wetgeving daarvoor vast te stellen. Eurocommissaris Hogan gaf aan dat dit ook de inzet is bij andere akkoorden. Ook heeft hij aangegeven zich in te zetten voor het beschermen van de agrarische producten met geografische aanduidingen en oorsprongsbenaming. De inzet van de Europese Commissie werd in de Raad door veel lidstaten gesteund. Daarnaast drong een aantal lidstaten aan op transparantie in de onderhandelingen inzake TTIP. De Eurocommissaris weerlegde dit door te stellen dat de Europese Commissie meer transparantie geeft dan ooit.

Marktontwikkelingen en EU-steunmaatregelen voor landbouw

(stand van zaken)

Eurocommissaris Hogan gaf een toelichting op de marktsituatie en het gebruik van het maatregelenpakket tot nu toe (ST 13541/15).

Veel lidstaten spraken hun zorgen uit over de lage prijzen voor varkensvlees en zuivel mede als gevolg van de importboycot van de Rusland. Ook spraken enkele lidstaten hun zorgen uit over de lage prijs van suiker, groenten en fruit.

Ik heb benadrukt dat voor structurele problemen in de markt, structurele oplossingen noodzakelijk zijn. Momenteel zijn de vraag en het aanbod van varkensvlees en zuivel op de markt niet met elkaar in overeenstemming. Wat betreft het steunmaatregelenpakket dat recent is opengesteld, heb ik de Europese Commissie gevraagd onder welke voorwaarden de particuliere opslagregeling voor varkensvlees opengesteld zal worden. De voorwaarden zijn namelijk van belang voor de effectiviteit van de opslagregeling. Ik heb benadrukt dat een dergelijke regeling geen antwoord is op de structurele problemen die er spelen in de varkenssector en dat ik in overleg ben met de varkenssector in Nederland over de verdeling van het budget uit de nationale envelop voor de varkenssector. Mijn ambitie is om het budget in te zetten voor een herstructurering gericht op de toekomst van de varkenssector.

Ik heb aangegeven dat de langetermijnontwikkelingen voor de zuivelsector positief zijn. Ik heb aangegeven, gesteund door enkele andere lidstaten, dat Nederland blijft vasthouden aan marktoriëntatie en dat ik daarom zeer tegen een verhoging van de interventieprijs ben. Mijns inziens moeten wij inzetten op maatregelen die gericht zijn op de versterking van de marktoriëntatie, de samenwerking in de keten en de export. De structuur van de Europese zuivelsector zou volgens mij verbeterd moeten worden.

Eurocommissaris Hogan gaf aan dat het steunmaatregelenpakket, dat in de Landbouw- en Visserijraad is overeengekomen in september (Kamerstuk 21 501-32, nr. 876), op 16 oktober jl. in werking is getreden. Hij riep de betrokken lidstaten op om van dit pakket gebruik te maken. De Europese Commissie heeft in totaal 500 miljoen euro beschikbaar voor de veehouderij die te kampen heeft met grote marktproblemen. Hiervan wordt 420 miljoen euro in nationale enveloppen verdeeld onder de lidstaten als doelgerichte steun. Daarnaast zijn vanuit het pakket extra middelen beschikbaar gesteld door de Europese Commissie voor particuliere opslagregelingen voor magere melkpoeder, kaas en varkensvlees en voor regelingen voor de afzetbevordering van zuivel en varkensvlees. Ook is vervroegde uitbetaling van directe betalingen mogelijk.

Daarnaast heeft de Europese Commissie in het werkprogramma 2016 voor de EU-promotieregeling een extra EU-budget van 30 miljoen euro beschikbaar gesteld voor promotieprogramma’s in de sectoren zuivel en varkensvlees. De Europese Commissie heeft ook 30 miljoen euro beschikbaar voor de verdeling van zuivelproducten afkomstig uit de Europese Unie voor humanitaire hulp aan derde landen en Eurocommissaris Hogan gaf aan via handelsakkoorden ook bezig te zijn de markten van derde landen voor EU-agrarische producten open te stellen.

De Europese Commissie zal in januari de particuliere opslag voor varkensvlees openstellen.

Eurocommissaris Hogan heeft aangegeven begin volgend jaar te komen met een evaluatie van het maatregelenpakket.

Vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

(stand van zaken en gedachtewisseling)

Eurocommissaris Hogan heeft nieuwe voorstellen gepresenteerd voor de vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (ST 13878/15). Deze vereenvoudiging is een prioriteit van Eurocommissaris Hogan. Hij geeft zo bijvoorbeeld lidstaten de ruimte om de fysieke controles op agrarische bedrijven te verminderen. Ook wordt het voor lidstaten mogelijk om agrariërs toe te staan om aanvragen voor directe betalingen te corrigeren tot 35 dagen nadat deze zijn ingediend. Eurocommissaris Hogan gaf ook aan met een vereenvoudiging van de jongeboerenregeling en vrijwillige gekoppelde steun te komen. Medio 2016 zal de Eurocommissaris met vereenvoudigingen komen van uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen over vergroening en handelsnormen. Eurocommissaris Hogan onderzoekt of vereenvoudiging van het sanctiesysteem mogelijk is.

Eurocommissaris Hogan gaf aan open te staan voor verdere vereenvoudigingen van het GLB, ook als daarvoor de basisverordening van het GLB aangepast moet worden. Enkele lidstaten gaven aan geen veranderingen in de basisverordening te willen doorvoeren omdat deze verordening pas vorig jaar in werking is getreden.

Nederland heeft, evenals andere lidstaten, de voorgestelde vereenvoudigingen verwelkomd. Nederland heeft de Europese Commissie bedankt voor het overnemen van de Nederlandse vereenvoudigingsvoorstellen over onder andere de registratie van landschapselementen, jonge landbouwers en collectief natuurbeheer. Nederland heeft aangegeven uit te kijken naar de verdere vereenvoudiging van de vergroening. Daarbij heeft Nederland wel twee belangrijke randvoorwaarden: de vereenvoudigingen mogen de ambities van de vergroening niet ondermijnen en de principes van het financieel beheer dienen gerespecteerd te worden. Nederland heeft begin dit jaar concrete voorstellen gedaan over flexibiliteit van de regels voor mengsels van vanggewassen en de breedte van sloten en akkerranden.

Tot slot heeft Nederland aangegeven de verdere vereenvoudiging van het GLB tijdens het Nederlandse EU-Voorzitterschap graag verder te faciliteren.

Diversen

Russische boycot varkensvleesproducten

(Informatie van de Belgische delegatie)

Sinds eind januari 2014 weert de Russische Federatie varkensvleesproducten, zoals vetten en slachtbijproducten, uit de gehele Europese Unie vanwege de uitbraak van Afrikaanse Varkenspest in de Baltische lidstaten en Polen. Bij een uitbraak van een dierziekte worden in de EU die gebieden waar de ziekte is uitgebroken uitgesloten van export (regionalisering). Dit is een internationaal gangbare praktijk, onder ander afgesproken in het kader van de Organisation Internationale des Epizooties (OIE), de internationale organisatie voor dierziekten in Parijs. De Russische Federatie erkent deze regionalisering niet.

België, gesteund door meerdere lidstaten, heeft in de Raad een oproep aan de Europese Commissie gedaan om door te gaan met de onderhandelingen met de Russische Federatie om een oplossing te vinden voor de veterinaire boycot van EU-varkensvleesproducten (ST 13807/15). België gaf aan benieuwd te zijn naar de stappen die de Europese Commissie heeft genomen sinds de bespreking van de Russische veterinaire boycot in de Landbouwraad van 7 september jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 874).

Ik heb, tezamen met vele andere lidstaten, de oproep van België gesteund. Ik ben een voorstander van een gemeenschappelijke aanpak. Het is belangrijk voor de Nederlandse en Europese varkenssector om snel een oplossing te vinden.

De Europese Commissie gaf aan in gesprek te zijn met de Russische Federatie over een oplossing. Ook gaf de Europese Commissie aan een zaak bij het WTO-panel te hebben aangespannen omdat de Russische Federatie de EU-regionalisering niet erkent en niet bereid is over een constructieve oplossing te onderhandelen.

De Europese Commissie riep de lidstaten op om geen bilaterale afspraken met de Russische Federatie te maken. Haar uitgangspunt is een gemeenschappelijk optreden binnen de regels van de WTO en de EU.

Terugkoppeling bijeenkomst over jacht en wildbeheer

(informatie van de Tsjechische delegatie)

Tsjechië heeft de Raad geïnformeerd over een bespreking van directeuren-generaal van 15 lidstaten over jacht en wildbeheer op 1 en 2 september 2015 in Praag (ST13805/15). Nederland was hier niet bij aanwezig.

In deze bijeenkomst zijn actuele zaken aan de orde geweest, zoals schade aan bossen en landbouwgewassen en het risico op epidemieën en verspreiding van ziekten als gevolg van te grote populaties dieren, met name wilde zwijnen. Er is gesproken over samenwerking tussen lidstaten om deze problemen aan te pakken.

Ook is er gesproken over de Fitness Check van de EU-natuurwetgeving (Vogel- en Habitatrichtlijn), de populatie van grote carnivoren (vleeseters) en invasieve uitheemse diersoorten. Eén van de conclusies van deze bijeenkomst was dat jacht vanwege de relatie met landbouw en natuurbeheer meer aandacht verdient op nationaal en internationaal niveau.

De Europese Commissie gaf aan dat medio 2016 het werkdocument over de Fitness Check van de Vogel- en Habitatrichtlijn komt en stelde dat jachtregelgeving een bevoegdheid van de lidstaten zelf is. De lidstaten kunnen dus zelf maatregelen nemen om overpopulatie tegen te gaan en de verspreiding van dierziekten te voorkomen.

Toekomst van de suikersector in de EU

(informatie van de Italiaanse delegatie)

Op verzoek van Italië is er, gezien de lage prijzen op de suikermarkt op dit moment, over de toekomst van de suikersector gesproken (ST 13928/15). Italië, gesteund door enkele andere lidstaten, verzocht de productieheffing op suiker (12 euro per ton quotumsuiker) te benutten voor een herstructurering van de suikersector om deze klaar te maken voor de afschaffing van de suikerquota per 1 oktober 2017. De productieheffing komt nu ten goede aan de algemene middelen op de EU-begroting.

Italië vroeg verder om een highlevel-groep op te richten die met oplossingen voor de moeilijke situatie op de suikermarkt komt. Italië was niet tevreden met de resultaten van de expertgroep.

Eurocommissaris Hogan gaf aan dat er in 2006 al een herstructurering van de suikersector heeft plaatsgevonden om de suikermarkt gereed te maken voor de afschaffing van de suikerquota. Daar heeft de EU 6 miljard euro aan gespendeerd. Hij gaf aan een highlevel-groep over de suikermarkt niet nodig te vinden omdat er al een expertgroep suiker is die de situatie op de suikermarkt bespreekt.

Herziening schoolfruit- en schoolmelkregeling

(informatie van het voorzitterschap)

Het Luxemburgse voorzitterschap heeft de Raad geïnformeerd over de voortgang van het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening nr. 1308/2013 en Verordening nr. 1306/2013 wat betreft de steunregeling voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk aan kinderen in onderwijsinstellingen, en het daarbij behorende voorstel tot wijziging van Verordening nr. 1370/2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (ST 13962/15). De Europese Commissie heeft eind januari 2014 haar voorstellen hiervoor ingediend en het Luxemburgse voorzitterschap wil nu voortmaken met de afhandeling van de herziening. De voorstellen voorzien in één gemeenschappelijk kader voor de distributie van groenten, fruit en melk aan kinderen in scholen. Inmiddels zijn er twee trilogen geweest tussen de Raad en het Europees parlement om tot overeenstemming te komen. De discussie richt zich met name op de rechtsbasis van het voorstel voor wat betreft de overdracht van budget tussen het schoolfruit- en schoolmelkdeel, het totale steunbedrag en de criteria voor toewijzing van de nationale enveloppen.

Volgens de Raad ligt de beslissingsbevoegdheid over steunbedragen exclusief bij de Raad en heeft het Europees parlement geen rol hierin. De steunbedragen voor de programma’s voor schoolfruit en schoolmelk horen volgens de Raad niet thuis in de integrale Gemeenschappelijke Marktordening (Verordening nr. 1308/2013) waarop het Europees parlement mag meebeslissen, maar in de verordening tot vaststelling van steunbedragen (Verordening nr. 1370/2013), waarvoor de Raad de exclusieve beslissingsbevoegdheid heeft en er geen rol is weggelegd voor het Europees parlement. Het Europees parlement wil daarentegen volledig meebeslissen over de bepaling van de steunbedragen en geeft daarbij prioriteit aan het totale steunbedrag, de overdracht van budget tussen de schoolmelk- en schoolfruitenveloppe en de criteria voor toewijzing van de nationale enveloppen.

De Europese Commissie heeft het standpunt dat artikel 43 lid 3, als uitzondering op de codecisieprocedure, strikt moet worden geïnterpreteerd en vindt evenals het Europees parlement dat het Europees parlement medebeslissingsbevoegdheid moet hebben.

Het voorzitterschap heeft de lidstaten gevraagd flexibiliteit te tonen ten aanzien van de rechtsbasis. Een grote meerderheid van lidstaten riep het voorzitterschap op om vast te houden aan het Raadsstandpunt met betrekking tot de rechtsbasis. Het Luxemburgse voorzitterschap hoopt nog dit jaar een compromis te bereiken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven