21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 874 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2015

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de extra Landbouwraad die 7 september jl. plaatsvond in Brussel.

Agendapunten Landbouwraad

Marktontwikkelingen

(Informatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling)

De Europese Commissie heeft een pakket aan maatregelen gepresenteerd dat de marktsituatie in zijn geheel moet verbeteren. Het pakket, ter waarde van 500 miljoen euro, bestaat uit drie onderdelen: het aanpakken van de liquiditeitsproblemen, het stabiliseren van markten en hervorming van de voedsel toeleveringsketen. Verder wordt er ook aandacht besteed aan enkele sociale aspecten. De Europese Commissie heeft aangegeven dat het budget komt uit de beschikbare begrotingsmarge, met gebruikmaking van de bestemmingsontvangsten, en niet uit de landbouwcrisisreserve.

De Europese Commissie heeft het volgende pakket van maatregelen voorgesteld:

Hulp aan landbouwers met korte termijn liquiditeitsproblemen

  • directe steun aan alle melkveehouders door middel van een systeem van nationale enveloppen;

  • de mogelijkheid voor lidstaten om een hoger voorschot uit te keren vanaf 16 oktober 2015, namelijk tot 70% van de directe betalingen (was 50%) en tot 85% van oppervlakte-gebonden plattelandsontwikkelingsbetalingen (was 75%). De Europese Commissie gaf daarbij aan te willen kijken naar flexibiliteit bij de controles die lidstaten moeten uitvoeren alvorens zij tot betaling over kunnen gaan;

Aanpakken van de instabiliteit van de markt

  • een nieuw en verbeterd private opslagregeling voorgesteld voor magere melkpoeder en kaas met hogere steunbedragen en langere opslagperioden. Deze maatregel is gericht om de aanbodkant van de markt aan te pakken en op die manier de marktoriëntatie van het beleid te behouden;

  • een nieuwe private opslag voor varkensvlees, waarbij aantal producten wordt uitgebreid;

  • verhoging van het budget voor promotie van zuivel en varkensvlees, waarbij ook voorwaarden worden versoepeld;

  • extra inzet van de Europese Commissie bij het openen van nieuwe afzetmarkten benadrukt en het slechten van non-tarifaire handelsbarrières in derde landen;

  • versterking van de rol van het «Milk Market Observatory» in de vorm van correcte en tijdige verspreiding van marktinformatie;

Aanpakken van uitdagingen in de voedsel toeleveringsketen

  • instellen van een «High Level Group» in te stellen die specifiek moet kijken verbetering van het functioneren van de keten en versterking van de rol van de producent;

  • vervroegen van het evaluatierapport over het Melkpakket dat de Europese Unie in 2012 heeft ingesteld, naar 2016 in plaats van 2018;

  • uitwisselen van best practises in het kader van de toepassing van de gemeenschappelijke marktordening en rol van producentenorganisaties.

Tot slot heeft de Europese Commissie enkele sociale aspecten belicht:

  • extra steun aan kwetsbare groepen in de samenleving, waaronder vluchtelingen, door middel van leveren van;

  • uitbreiden van het systeem voor schoolfruit en schoolmelk.

De Europese Commissie heeft geen verhoging van de interventieprijs voorgesteld. Zij geeft aan dat het voor de landbouwers duidelijk moet zijn dat een verhoging van de interventieprijs niet de juiste reactie is op de huidige situatie. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is de weg van marktoriëntatie ingeslagen en daar moet aan vastgehouden worden. De Europese Commissie gelooft niet dat een verhoging van de interventieprijs in lijn is met die aanpak. Marktoriëntatie is de noodzakelijke basis van het beleid om een zekere toekomst te bieden aan Europese landbouwers. Bovendien biedt het geen oplossing voor het huidige marktprobleem. In tijden van een moeizame marktsituatie zal het verhogen van de interventieprijs niet bijdragen aan herstel van de markt maar zorgen dat er een kunstmatige vraag gecreëerd wordt. Het zou tevens slecht zijn voor het concurrentievermogen van de Europese Unie. De Europese Commissie is daarnaast bezorgd dat de voorraden die zullen ontstaan hierdoor, de marktprijzen verder zullen doen dalen. Dit veroorzaakt een verergering en verlenging van de moeizame marktsituatie. Tot slot zal het de prikkel om minder te produceren wegnemen, in tijden van een slechte marktsituatie. De oplossing ligt volgens de Europese Commissie in het aanpakken van de aanbodkant.

Ik heb mijn waardering voor de voorstellen van de Europese Commissie uitgesproken omdat daarmee een krachtig Europees antwoord wordt gegeven op de moeilijkheden waarin de Europese melkveehouders en varkenshouders verkeren. Er zijn met name in de melkveehouderij en varkenshouderij grote problemen op de Europese markt en ik heb aangegeven de zorgen van de boeren te delen. Tegelijkertijd heb ik benadrukt dat geweld en vernielingen door boeren uit onvrede, zoals die tijdens de Raad in Brussel plaatsvonden maar ook bij de protesten op de weg in onder andere Frankrijk afgelopen zomer, niet acceptabel zijn. Dat signaal moet door alle lidstaten krachtig afgegeven worden.

Een Europese crisis vereist Europese actie. Ik heb aangegeven dat het instellen van nationale maatregelen kan leiden tot een ongelijk speelveld; dat kan niet de bedoeling zijn. Verschillende lidstaten ondersteunden dit. De oorzaken van de ongunstige marktsituatie voor de zuivel- en varkenssector zijn verschillend en vereisen dus ook maatwerk binnen het maatregelenpakket zoals voorgesteld door de Europese Commissie.

Voor de zuivelsector zijn de lange termijn vooruitzichten nog steeds goed en daar moeten de maatregelen rekening mee houden. Ik heb mijn steun uitgesproken voor de inzet van de Europese Commissie die gericht is op marktoriëntatie, samenwerking in de keten en export. Ik ben blij dat de Europese Commissie het door mij bepleite systeem van enveloppen heeft voorgesteld. Met een systeem kunnen lidstaten een toekomstbestendige en marktgeoriënteerde herstructurering van de zuivelsector mogelijk maken. Ik vind het daarbij belangrijk dat alle melkveehouders van de extra steun kunnen profiteren en niet, zoals door sommige andere lidstaten voorgesteld, slechts enkelen in een paar lidstaten. Ik heb mij hier hard voor gemaakt tijdens de Raad.

Onder leiding van Frankrijk heeft een grote groep van lidstaten gepleit voor een tijdelijke verhoging van de interventieprijs. Volgens deze lidstaten heeft het mechanisme van interventieprijzen tot nu toe het beste effect getoond in het stabiliseren van de markt. Zij oefenden grote druk op de Europese Commissie en andere lidstaten uit om met een voorstel hiertoe te komen. Met een aantal andere lidstaten heb ik nadrukkelijk de Commissie gesteund om niet te komen met een dergelijk voorstel. Een verhoging van de interventieprijzen geeft een verkeerd signaal af en zou de Nederlandse en Europese concurrentiepositie alleen maar verslechteren. Er moet voorkomen worden dat boeren gaan produceren voor de interventieprijs, want melkplassen en boterbergen kunnen dan weer snel in zicht komen. In een situatie van overproductie zal de Europese Commissie gedwongen worden zich weer te wenden tot productiebeperkende maatregelen; dat moet vermeden worden.

Ik heb het belang van samenwerking in de keten onderschreven en daarbij aangegeven dat dit ook om verruiming van de mededingingsregels vraagt zodat er in de keten afspraken gemaakt kunnen worden over de productie. Hierin werd ik gesteund door enkele lidstaten. Dit was mij tevens gevraagd in een motie Geurts cs. (Kamerstuk 21501–32, nr. 860). Enkele lidstaten vroegen om een tijdelijke versoepeling van de mededingingsregels door verhoging van de de-minimissteun.

Over de verhoging van het voorschotpercentage van directe betalingen heb ik opgemerkt dat dit alleen werkt als de Europese Commissie flexibel omgaat met de vereisten van controle, waaraan normaal gesproken voldaan moet worden alvorens uitbetaling kan plaatsvinden.

Enkele lidstaten hebben aangegeven een verdeling van de steun te willen die rekening houdt met de lidstaten die het meest geraakt zijn door de ongunstige marktsituatie. Ik heb, samen met andere lidstaten, vragen gesteld over de precieze verdeling en de criteria hiervan. De Europese Commissie heeft aangegeven de komende dagen met een voorstel te komen. Enkele lidstaten gaven verder aan het bedrag van 500 miljoen euro te laag te vinden om de marktsituatie werkelijk te verbeteren.

Verschillende lidstaten hebben ook steun voor de varkenssector gevraagd en niet alleen in de vorm van een regeling voor private opslag. In de varkenssector is sprake van een al langer bestaand structureel probleem. Het aanbod van varkensvlees overtreft in ruime mate de vraag op de Europese markt en het wegvallen van de Russische markt heeft het probleem nog pregnanter gemaakt. Ik heb aangegeven dat er gekomen moet worden tot een maatregelenpakket dat leidt tot herstructurering van de Europese varkenshouderij en -markt, omdat er ook voor de lange termijn geen betere vooruitzichten zijn. De Europese Commissie moet inzetten op verbetering van de marktoriëntatie, samenwerking in de keten, versterking van de exportpositie, maar ook verkleining van de varkenshouderij. Alleen zo kan gekomen worden tot een vitale Europese varkenshouderij. Ik heb daarom ervoor gepleit dat de nationale enveloppen uit het voorstel van de Europese Commissie ook ten goede moeten komen aan een toekomstgerichte en marktgeoriënteerde herstructurering van de Europese varkenssector. Verschillende andere lidstaten steunden mijn voorstel.

Daarnaast spraken verscheidene lidstaten hun steun uit voor een eerlijke verdeling in de keten van de opbrengsten, zodat niet alleen de boeren de gevolgen van deze ongunstige marktsituatie ondervinden.

Tot slot heb ik, en de grote meerderheid van lidstaten met mij, gevraagd om snelle invoering van het maatregelenpakket om zo een goed antwoord te hebben op de acute moeilijkheden waar de boeren zich in bevinden. Over het pakket zal tijdens de vergadering op 15 september a.s. in Luxemburg verder gesproken worden. Mijn inzet heb ik reeds met u gedeeld in mijn brief van 28 augustus jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 852) en tijdens het Algemeen Overleg van 3 september jl.

Diversen

Afrikaanse varkenspest in de Baltische staten en Polen

(Informatie van de Estse delegatie)

Estland, Litouwen, Letland en Polen hebben sinds 2014 uitbraken van Afrikaanse varkenspest. Deze vier EU-lidstaten hebben aan Eurocommissaris Andriukaitis voorstellen gedaan om de bestrijdingsstrategie voor deze dierziekte op enkele punten aan te passen. Het betreft onder andere het aangeven van heldere criteria over de begrenzing van besmette regio's, maar ook meer flexibiliteit in de regelgeving om de lasten voor varkenshouders wat te verlichten en maatregelen om de ziekte in de wilde zwijnen te bestrijden. Ook willen deze lidstaten een verhoging van de co-financiering vanuit de Europese Unie van 75% naar 100%.

Afrikaanse varkenspest is een bestrijdingsplichtige ziekte bij varkens. De ziekte komt sinds 2014 voor in de Baltische staten en Polen. Vooral wilde zwijnen en varkens op back yard farms (kleinschalige bedrijven) raken besmet, maar recent zijn ook besmettingen gevonden op grotere bedrijven.

De voorstellen zijn in de Raad besproken (ST 11555/15). De Europese Commissie gaf aan dat zij openstaat voor aanpassingen aan de technische aspecten van het beleid voor Afrikaanse varkenspest. Zij is daarbij bereid te kijken naar de afbakening van gebieden en naar de derogaties voor verplaatsing van dieren om de flexibiliteit te verhogen.

Gevolgen van droogte in Polen en Roemenië

(Informatie van de Poolse delegatie)

Polen en Roemenië hebben de Europese Commissie om extra steunmaatregelen verzocht voor de dierhouderij in verband met de droogte. Deze landen hebben te kampen gehad met een flinke terugval in de productie van gewassen en ruwvoer als gevolg van de droogte, die de afgelopen zomer erger was dan normaal gesproken. Daardoor is de dierlijke productie gedaald en zijn de prijzen voor ruwvoer flink gestegen. De daling in productiewaarde en toegenomen kosten heeft de dierhouderij in deze landen in serieuze problemen gebracht, bovenop de toch al ongunstige marktsituatie. De schatting is dat familiebedrijven in de landbouw in sommige gevallen zelfs een daling van 25% van hun inkomen zien, in vergelijking met vorig jaar.

De Europese Commissie benadrukte dat de slechte klimatologische omstandigheden deze zomer, waaronder de droogte, hebben bijgedragen aan de ongunstige marktsituatie. Het pakket aan maatregelen van de Europese Commissie dat ik hierboven toegelicht heb, moet soelaas bieden voor alle landbouwproducenten, dus ook degenen die last hebben gehad van de droogte. De inbreng door Polen werd gesteund door enkele lidstaten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven