21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 725 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2013

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 15 juli jl. plaatsvond in Brussel. Ook informeer ik u over ontwikkelingen met betrekking tot een visserijprotocol tussen de EU en Gabon.

De Raad heeft een algemene oriëntatie vastgesteld over het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), specifiek over de artikelen die zijn gemoeid met de verdeling van de EFMZV-middelen over de lidstaten en met de uitvoering. Ik ben tevreden met het resultaat. Ik heb voorkomen dat Nederland wordt gekort op zijn aandeel in de toedeling van EFMZV-middelen over de lidstaten. Wat mij betreft zeer terecht, aangezien het bij uitstek de Nederlandse visserij is die werk maakt van innovatie en verduurzaming.

Ik heb in de Raad aandacht gevraagd voor de follow-up van de herbeoordeling door de EFSA (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) van de werkzame stof fipronil en voor etikettering van vlees van onbedwelmd geslachte dieren. Verder heeft de Raad van gedachten gewisseld over de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB; stand van zaken na het principeakkoord van 26 juni jl.), onjuiste etikettering van rundvleesproducten, voedselverspilling, de Newcastle-ziekte, richtsnoeren voor de vangstmogelijkheden voor de visserij in 2014 en de situatie in de makreelvisserij. Ook heeft de Raad kennis genomen van het werkprogramma van het Litouwse voorzitterschap.

Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

(Algemene oriëntatie)

De Raad heeft een algemene oriëntatie vastgesteld over het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) voor wat betreft de artikelen over de verdeling van de EFMZV-middelen over de lidstaten en de uitvoering (beheer en controle). In oktober 2.012 had de Raad al een algemene oriëntatie vastgesteld over de artikelen die de mogelijkheden voor steun vanuit het EFMZV betreffen. De Raad heeft nu een volledig standpunt ten aanzien van het EFMZV bepaald, waarmee het voorzitterschap namens de Raad de triloog over het EFMZV met het Europees Parlement en de Europese Commissie in zal gaan.

De belangrijkste punten van de tijdens deze Landbouw- en Visserijraad bereikte algemene oriëntatie zijn:

  • Het voor Nederland beschikbare bedrag in het huidige Europees Visserijfonds blijft in het nieuwe EFMZV gelijk;

  • Er zijn 3 allocatiecriteria bij de verdeling van de EFMZV-middelen over de lidstaten: werkgelegenheid in de visserij en aquacultuur, productiewaarde van de visserij en aquacultuur en het aandeel van de kleinschalige kustvisserij in de totale vloot;

  • Er kan tot uitstel, schorsing of intrekking van een subsidie of betaling uit het EFMZV besloten worden in het geval dat lidstaten of begunstigden verplichtingen niet nakomen of de regels van het Gemeenschappelijk Visserijeleid (GVB) niet naleven.

Ik ben tevreden met het resultaat. Ik heb voorkomen dat Nederland wordt gekort op zijn aandeel in de toedeling van EFMZV-middelen over de lidstaten. Wat mij betreft zeer terecht, aangezien het bij uitstek de Nederlandse visserij is die werk maakt van innovatie en verduurzaming. Die innovatie en verduurzaming moeten de sector uiteindelijk onafhankelijk van subsidies maken. Daar is ook het nieuwe EFMZV op gericht.

Ik heb mij tijdens de onderhandelingen sterk verzet tegen het gebruik van het criterium «aandeel van de kleinschalige kustvisserij in de totale vloot». De grootte van een vissersvaartuig zegt immers niets over de mate van duurzaamheid van de visserij. Goed nieuws voor Nederland is dat dit criterium, ook al is dit overeind gebleven, niet is doorvertaald in een vermindering van het aandeel van Nederland in de EFMZV-middelen.

Werkprogramma Litouws voorzitterschap

(Presentatie door het voorzitterschap)

Het nieuwe Litouwse voorzitterschap heeft zijn werkprogramma voor de Landbouw- en Visserijraad tot en met december 2013 gepresenteerd, zonder navolgende discussie. Het voorzitterschap zal zich in het bijzonder richten op de volgende beleidstrajecten:

  • Het wetgevingspakket voor dier- en plantgezondheid;

  • De hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB): implementatie van het GVB en vaststelling van het nieuwe EFMZV;

  • De jaarlijkse vaststelling van de vangstmogelijkheden voor de visserij;

  • Het opstellen van nieuwe meerjarenbeheerplannen voor de visserij en het daartoe vinden van een voor de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie acceptabele rechtsbasis;

  • De hervorming van het GLB: transitieregelingen en uitvoeringsbepalingen;

  • Wetgevingsvoorstel voor promotie van landbouwproducten;

  • Wetgevingsvoorstel voor verstrekking van landbouwproducten aan schoolkinderen;

  • Implementatie van de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit;

  • Raadsconclusies over een EU-bossenstrategie;

  • Commissievoorstellen voor diergeneesmiddelen, hygiëne, zoötechnische zaken en klonen voor voedselproductie.

Het volledige werkprogramma van het voorzitterschap is op internet te vinden (www.eu2013.lt ). Hierin ontbreekt overigens het onderwerp «klonen».

Commissaris Ciolos (Landbouw en Plattelandsontwikkeling) heeft in een reactie alle betrokkenen opgeroepen tot snelheid bij de definitieve goedkeuring van de hervorming van het GLB en bij het vaststellen van overgangsbepalingen ter zake. De Commissaris hoopt op formele afronding in november.

Hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

(Stand van zaken)

Het voorzitterschap heeft de Raad geinformeerd over de stand van zaken van de onderhandelingen tussen de Raad, het Europees Parlement (EP) en de Europese Commissie over de hervorming van het GLB. Doel van het voorzitterschap is om de definitieve wetgevingsteksten vast te stellen, volgend op het onderhandelingsakkoord van 26 juni jl. Ook moeten er overgangsbepalingen worden vastgesteld, die op 1 januari 2014 in werking treden.

Op 3 juli jl. heeft het EP een resolutie aangenomen waarin het politiek akkoord inzake het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 is bekrachtigd. Daarmee zijn tevens de met het Meerjarig Financieel Kader (MFK) samenhangende vraagstukkken voor het GLB afgerond. De rapporteur van het EP heeft echter aangegeven opnieuw te willen onderhandelen over aan het MFK gerelateerde onderwerpen. Het voorzitterschap heeft daarop de wens geuit om in september een formele vergadering te organiseren tussen het voorzitterschap en vertegenwoordigers van het EP en de Europese Commissie om te bezien welke aandachtspunten eventueel nog resteren. Het voorzitterschap heeft niettemin benadrukt dat het het mandaat van de Raad volgt. Het heeft aangegeven te streven naar een slotakkoord in oktober inzake MFK-gerelateerde onderwerpen.

Commissaris Ciolos heeft in zijn interventie met name snelheid in de afronding in definitieve wetgevingsteksten benadrukt. Hij heeft daarbij geen opening geboden voor heronderhandelingen. Verschillende lidstaten hebben deze oproep herhaald, waarbij zij hun zorgen hebben geuit over de wens van het EP om opnieuw te spreken over aan het MFK gerelateerde onderwerpen. Zij hebben ook de noodzaak benadrukt om tijdig duidelijkheid aan boeren te kunnen bieden.

Vangstmogelijkheden visserij 2014

(Presentatie door de Europese Commissie en gedachtewisseling)

De Raad heeft gesproken over de Mededeling van de Europese Commissie over de vangstmogelijkheden voor de visserij in 2014. In deze Mededeling geeft de Europese Commissie informatie over de staat van de visbestanden in de EU-wateren, geeft zij aan met welke algemene spelregels en richtsnoeren zij de vangstmogelijkheden voor 2014 wil vaststellen en geeft zij een agenda voor de betreffende besprekingen in het komende najaar. U bent over deze Mededeling geïnformeerd door middel van een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1654).

Commissaris Damanaki heeft de hoofdpunten van de Mededeling benadrukt. Het aantal overbeviste bestanden in het Noordoost-Atlantisch gebied is opnieuw gedaald en het aantal bestanden dat op het niveau van Maximaal Duurzame Oogst (Maximum Sustainable Yield; MSY) wordt geëxploiteerd is toegenomen. Het aantal bestanden waarvoor de internationale wetenschappers adviseren om onmiddellijk te stoppen met vissen blijft hoog, maar is wel gedaald. Problematisch blijft dat de staat van een groot aantal bestanden onbekend is. De Commissaris continueert haar aanpak die bestaat uit het reduceren van vangstmogelijkheden (quota en zeedagen) en het verder werken aan meerjarenbeheerplannen. Ook wil zij voorbereidingen treffen voor ophoging van de bestaande quota voor de pelagische visserij, uit hoofde van de aanlandplicht die in 2015 ingaat voor deze sector. In de nieuwe quota moet rekening worden gehouden met de ongewenste bijvangsten.

Ik heb aangegeven blij te zijn dat het over het algemeen steeds beter gaat met de visbestanden in de EU-wateren, maar me tegelijkertijd zorgen te maken over het langzame herstel van de kabeljauw en de afname van de omvang van het zeebaarsbestand. Ik heb me positief getoond over de Mededeling, die in mijn ogen een goede basis biedt voor de besluitvorming over de vangstmogelijkheden. Ik heb ook aangegeven dat ik het heel goed vindt dat ICES (International Council for the Exploration of the Sea) nu ook advies uitbrengt over bestanden waarover weinig gegevens beschikbaar zijn.

Ik heb een aantal vragen en zorgpunten onder de aandacht van de Commissaris gebracht. Ik heb aangegeven erg vóór meerjarenplannen te zijn, maar dat een doorbraak van de impasse rond de rechtsbasis van die plannen nodig is om hier weer mee aan de slag te kunnen. Ik heb de Commissaris gevraagd welke kansen zij ziet om zo spoedig mogelijk een oplossing te realiseren. Ook heb ik opnieuw gevraagd wanneer de Commissaris een voorstel voor een tweede fase van het schol- en tongplan zal presenteren. Deze bestanden in de Noordzee zijn al twee jaar binnen biologisch veilige grenzen. We kunnen niet blijven doorgaan met de reducties in vangstmogelijkheden en visserijinspanning zoals die in de eerste fase van het plan zijn voorgeschreven. Tot slot heb ik de Commissaris gevraagd welke richtsnoeren zij wil hanteren als zij de ophoging van quota in het kader van de invoering van de aanlandplicht wil verkennen. Ik heb aangegeven dat ik die richtsnoeren graag in de Landbouw- en Visserijraad zou bespreken.

Onder de lidstaten bestond ten algemene steun voor de aanpak van de Europese Commissie. Verschillende lidstaten hebben aandacht gevraagd voor het belang van een verbeterde datacollectie.

Diversen

Voedselverspilling

(Verzoek van de Hongaarse delegatie)

Hongarije heeft aandacht gevraagd voor mondiale voedselzekerheid en heeft in dat verband de voedselverspilling aan de orde gesteld. Het doet onderzoek naar voedselverspilling en wil graag uitwisseling met andere lidstaten over een verkorting van de voedselketen. Hongarije heeft de Europese Commissie verzocht het probleem van de voedselverspilling te analyseren en met aanbevelingen te komen voor reductie van voedselverspilling in de EU. Ook heeft zij een oproep gedaan om in dit kader samen te werken met internationale organisaties en stakeholders.

Ik heb aangegeven dat ik het voorstel van harte ondersteun en dat Nederland werkt aan een actieplan voor de verduurzaming van de voedselproductie, waarin onder meer gestreefd wordt naar een vermindering van voedselverspilling van 20 procent in 2015 ten opzichte van 2009. Daarnaast heb ik aangegeven te verwachten dat bij de nog te verschijnen Mededeling van de Europese Commissie over een duurzame voedselvoorziening voedselverspilling een prominente rol zal krijgen. Tot slot heb ik aangekondigd dat Nederland in 2014 een internationale conferentie zal organiseren over voedselverspilling, waarbij best practices centraal staan.

Ook diverse andere lidstaten hebben de Hongaarse oproep ondersteund. Commissaris Ciolos heeft aangegeven dat de Mededeling van de Europese Commissie over een duurzame voedselvoorziening eind 2013 zal uitkomen en dat daarin een belangrijke plek is voor het tegengaan van voedselverspilling en voedselverliezen. De publieke consultatie ten behoeve van de Mededeling is op 9 juli jl. gestart.

Newcastle-ziekte

(Verzoek van de Cypriotische delegatie)

Cyprus heeft gemeld financieel en economisch zwaar getroffen te zijn door de uitbraak van de Newcastle-ziekte op het eiland. Zo zijn zo’n 190.000 stuks pluimvee geruimd en is de consumptie van gevogelte naar schatting met 30 procent gedaald. Cyprus heeft de genomen maatregelen toegelicht en heeft benadrukt dat de producenten in financiële nood verkeren, waarbij het erop heeft gewezen dat veel bedrijven al in liquiditeitsproblemen verkeerden en te maken hebben met hoge veevoederprijzen. Cyprus doet een beroep op financiële bijstand van de EU.

Commissaris Ciolos heeft Cyprus gevraagd om een gedetailleerde uitwerking van de gevolgen van deze dierziekte voor Cyprus. De Europese Commissie zal de gegevens bestuderen en bekijken of zij financiële instrumenten wil inzetten, en zo ja welke.

Etikettering van vlees van onbedwelmd geslachte dieren

(Verzoek van de Nederlandse delegatie)

Ik heb de Europese Commissie verzocht de door haar aangekondigde studie naar de mogelijkheid om consumenten te voorzien van informatie over de bedwelming van dieren op voortvarende wijze uit te voeren, opdat zij zo spoedig mogelijk met gepaste voorstellen op dit gebied kan komen.

De Europese Commissie heeft in 2010 aangekondigd initiatief te zullen nemen om de etikettering van vlees afkomstig van onbedwelmd geslachte dieren mogelijk verplicht te stellen. In haar Mededeling over de EU-strategie voor de bescherming en het welzijn van dieren voor 2012–2015 heeft de Europese Commissie vervolgens in de lijst van geplande acties opgenomen om de hierboven genoemde studie uit te voeren.

Verschillende lidstaten hebben mijn verzoek gesteund. Een enkele lidstaat heeft aandacht gevraagd voor kostenaspecten van etikettering en voor het nemen van gelijke maatregelen waar het gaat om geïmporteerd vlees van buiten de EU, mits WTO-conform.

Commissaris Borg heeft de Raad eraan herinnerd dat slachten van dieren zonder bedwelming in de EU onder voorwaarden is toegestaan als dit om religieuze redenen gebeurt, maar dat lidstaten wel strengere regels kunnen instellen. De Commissaris heeft de lidstaten opgeroepen afdoende toezicht te blijven uitoefenen op de strenge voorwaarden die er zijn. Hij heeft verder aangegeven dat transparantie richting consumenten over bedwelming van dieren bij de slacht goed is, maar dat nog onzeker is of de consumenten deze wens hebben. Dat is de reden dat de Europese Commissie nu de genoemde studie uitvoert, alvorens eventueel voorstellen te doen. Commissaris Borg verwacht de resultaten van de studie begin 2014 te kunnen presenteren.

Met mijn verzoek aan de Europese Commissie heb ik invulling gegeven aan mijn overeenkomstige toezegging aan de Eerste en de Tweede Kamer (bij brief van 13 maart jl., Kamerstuk 28 286, nr. 137).

Follow-up van de EFSA-herbeoordeling van de werkzame stof fipronil

(Verzoek van de Nederlandse delegatie)

Ik heb de Europese Commissie bedankt voor het doen van een voorstel voor de aanpak van de schadelijke effecten van fipronil op bijen, naar aanleiding van een herbeoordeling van deze werkzame stof door de EFSA. De kern van het Commissievoorstel is:

  • Lidstaten moeten toepassing van fipronil verbieden vóór 31 december 2013, met een uiterste gebruiks- en verkooptermijn tot 1 maart 2014;

  • Met fipronil behandeld zaad mag niet meer worden gebruikt en op de markt gebracht. Uitgezonderd worden daarbij de zaden die in kassen worden gezaaid en de zaden van prei, uien en sjalotten die in het veld worden gezaaid, maar vóór oogst niet in bloei komen.

Ik heb mijn steun voor dit voorstel uitgesproken, alsmede mijn hoop dat de besluitvorming hierover spoedig zal verlopen. Ook heb ik de Europese Commissie bedankt voor haar besluit om de toepassing van drie neonicotinoïden op voor bijen aantrekkelijke gewassen te verbieden en heb ik de Europese Commissie – en via haar de EFSA – verzocht om de herbeoordeling van risico’s voor bijen van de twee resterende neonicotinoïden (thiacloprid en acetamiprid) zo spoedig mogelijk af te ronden.

Diverse lidstaten hebben mijn opmerkingen ondersteund. Sommige andere lidstaten hebben bepleit dat meer praktijkinformatie nodig is voordat voorstellen kunnen worden gedaan. Commissaris Borg heeft de kern van het Commissievoorstel voor fipronil gememoreerd en onderstreept dat de conclusie van de EFSA is dat er sprake is van een hoog gezondheidsrisico voor bijen. Hij heeft de Raad verzekerd dat de Europese Commissie waakzaam blijft waar het gaat om de gezondheid van bijen.

Een eerste bespreking van het voorstel vindt op 15 en 16 juli plaats in het Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCoFCAH). Indien de Raad uiteindelijk geen gekwalificeerde meerderheid vóór of tegen het voorstel bereikt, dan kan het voorstel worden voorgelegd aan een beroepscomité. Als daarin ook geen besluit valt, dan is de Europese Commissie gerechtigd zelf een besluit te nemen.

Onjuiste etikettering van rundvleesproducten

(Informatie van de Europese Commissie)

Commissaris Borg heeft de Raad een stand van zaken gegeven over de voedselfraudekwestie, oftewel de onjuiste etikettering van rundvleesproducten. Hij heeft de lidstaten bedankt voor hun intensieve aanpak in de afgelopen periode. De Commissaris heeft de belangrijkste acties uit het actieplan van de Europese Commissie, dat het verder zal uitwerken tezamen met de lidstaten, aangestipt:

  • Verbeteren van het controlesysteem van de EU, inclusief een meer proportionele strafmaat;

  • Het inrichten van een netwerk van lidstaten en Europese Commissie waarin samengewerkt wordt tegen voedselfraude;

  • Het instellen van strengere regels voor paardenpaspoorten.

Ik heb aangegeven dat het ontoelaatbaar is dat consumenten doelbewust worden misleid en dat frauderende bedrijven moeten rekenen op straffen die in verhouding staan tot deze praktijken. Dit is essentieel om het vertrouwen van de consument in het Europese voedsel te herstellen. Ik heb de acties die in Nederland zijn ondernomen onder de aandacht gebracht:

  • Er lopen nog twee stafrechtelijke onderzoeken naar fraude met paardenvlees;

  • Bedrijfsleven en overheid hebben de handen ineengeslagen om in een speciale task force tot een gezamenlijke aanpak te komen;

  • De Onderzoeksraad voor de Veiligheid doet onderzoek naar de vleesketen (conclusies volgen aan het einde van dit jaar).

Ik heb daarbij aangegeven dat de aanpak in Nederland goed aansluit bij het EU-actieplan om informatie-uitwisseling en samenwerking tussen betrokken partijen te intensiveren en dat het absoluut noodzakelijk is om op EU-niveau tot een gemeenschappelijk aanpak van voedselfraude te komen. Ik heb een proactieve bijdrage van Nederland daaraan beloofd.

Een aantal lidstaten heeft expliciet steun uitgesproken voor een EU-brede benadering van het voedselfraudeprobleem. Sommige lidstaten hebben daarbij opnieuw een pleidooi gehouden voor herkomstetikettering voor producten van dierlijke oorsprong. Commissaris Borg heeft in een reactie daarop ervoor gewaarschuwd dat herkomstetikettering en voedselfraude niet aan elkaar gekoppeld moeten worden: uit de oorsprong van een product is nog niet af te leiden of er sprake is van misleiding van de consument waar het de samenstelling betreft. Wel voert de Europese Commissie een haalbaarheidsonderzoek naar herkomstetikettering uit, omdat hier vanuit de lidstaten veel vraag naar is. Commissaris Borg verwacht de resultaten van dit onderzoek in het begin van de herfst.

Makreelvisserij

(Verzoek van de delegaties van Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Spanje)

Ierland, daarbij gesteund door het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Spanje, heeft de Europese Commissie gevraagd om handelssancties op te leggen aan IJsland en de Faeröer, vanwege de gecontinueerde niet-duurzame makreelvisserij door beide landen. Diverse lidstaten hebben de oproep gesteund. Enkele andere lidstaten hebben echter hun voorkeur uitgesproken voor een oplossing via de onderhandelingstafel.

Ik heb aangegeven dat het belangrijk is om als Raad de volle aandacht te houden voor de situatie in de makreelvisserij. Ik heb onderstreept dat het niet zo kan zijn dat de EU inzet op duurzame visserij, maar tegelijkertijd haar partners die inzet openlijk tegenwerken. Ik heb geconcludeerd dat het moment gekomen is om als EU maatregelen te nemen en heb de Commissaris opgeroepen het beschikbare sanctie-instrumentarium in werking te stellen.

Commissaris Damanaki heeft terugkoppeling gegeven van haar onderhoud met de nieuwe IJslandse visserijminister op 6 juli jl. Die ontmoeting heeft geen uitzicht op een akkoord over de verdeling van vangstmogelijkheden tussen EU, Noorwegen, IJsland, Faeröer en de Russische Federatie opgeleverd. IJsland heeft geen concreet tegenvoorstel gedaan. De Europese Commissie zal daarom het voorstel voor handelsmaatregelen uitwerken. Commissaris Damanaki heeft wel opnieuw benadrukt dat het voor toepassing van de handelsmaatregelen nodig is dat de EU kan aantonen dat het duurzaam en aansluitend bij wetenschappelijke adviezen op makreel vist.

Overig: visserijprotocol EU-Gabon

De Europese Commissie heeft op 2 juli jl. een nieuw protocol in het kader van de visserijpartnerschapovereenkomst tussen de EU en Gabon voorgelegd aan de Raad. De Europese Commissie stelt voor het protocol voorlopig in werking te laten treden en de betreffende vangstmogelijkheden vast te stellen.

U bent eerder over de onderhandelingen met Gabon geïnformeerd bij brief van 28 juni 2011 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 500). De onderhandelingen met Gabon hebben erg lang geduurd omdat Gabon aanvankelijk de opname van een mensenrechtenclausule weigerde. Deze clausule, die garandeert dat het protocol kan worden beëindigd in het geval van schendingen van de mensenrechten en democratische principes, is nu toch opgenomen. Het protocol geeft EU-vaartuigen de mogelijkheid tonijn te volgen naar de wateren van Gabon en deze daar te bevissen. Het gaat op dit moment om Franse en Spaanse vaartuigen die zich met name richten op de soorten geelvin-, grootoog- en skipjacktonijn. In het protocol is opgenomen dat de EU jaarlijks 900.000 euro betaalt voor toegang tot de wateren van Gabon en jaarlijks 450.000 euro voor de ondersteuning van het visserijbeleid in Gabon.

Het besluit over het daadwerkelijk afsluiten van het protocol, dat wil zeggen de definitieve inwerkingtreding, is op aandringen van onder anderen Nederland en het Verenigd Koninkrijk uitgesteld tot september. Dit omdat de Europese Commissie aan de Raad voorstelt haar te machtigen alle toekomstige afspraken over aanpassingen in het protocol, zoals in het gemengd comité overeengekomen, goed te keuren. Voor zover het gaat om technische aspecten van het protocol heb ik hier geen bezwaar tegen. Echter, afspraken over aanpassingen van de vangsthoeveelheden en de vergoedingen van de EU aan Gabon zouden naar mijn mening moeten worden voorgelegd aan de Raad.

De Europese Commissie, maar vooral ook Frankrijk en Spanje, hebben haast om het protocol nu voorlopig in werking te laten treden, omdat het tonijnseizoen in de visserijzone van Gabon in juli is begonnen en ongeveer drie maanden duurt. Het is al snel duidelijk geworden dat dit voorstel voor voorlopige inwerkingtreding en de verdeling van de vangstmogelijkheden op steun kan rekenen van een gekwalificeerde meerderheid in de Raad. Door dit alles wil de Europese Commissie al deze week een besluit van de Raad, waardoor niet alle nationale parlementen tijdig geraadpleegd konden worden. Ik handhaaf mijn parlementair voorbehoud en zal mij onthouden van stemming.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Bijlage: lijst van A-punten

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gemeenschappelijk visserijbeleid (eerste lezing); politiek akkoord

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten (eerste lezing); politiek akkoord

  • Voorstel voor een besluit van de Raad houdende machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen voor het sluiten van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een protocol met de Cookeilanden; aanneming

  • Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van het besluit van de Raad van 11 november 2008 houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Commissie voor de Instandhouding van Atlantische Tonijnen (ICCAT); aanneming

  • Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1259/2012 wat betreft de verdeling van de vangstmogelijkheden waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië; vaststelling

Naar boven