21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2018

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Informele Landbouwraad die van 23 tot 25 september plaatsvond in Schloss Hof, Oostenrijk.

Op de agenda stond plattelandsontwikkeling en de productie van hoogwaardig voedsel in het kader van het toekomstig gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Hiertoe had het Oostenrijks Voorzitterschap een discussiedocument opgesteld, waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1124). Daarnaast is de situatie rondom Afrikaanse Varkenspest (AVP) in België kort ter sprake gekomen. Tot slot presenteerde de Franse kandidaat voor de verkiezing van DG FAO zich aan de Raad.

Plattelandsontwikkeling en productie van hoogwaardig voedsel

Commissaris Hogan benadrukte het belang van spoedige besluitvorming over het toekomstig GLB (en daarmee duidelijkheid voor de sector) met het oog op de Europees Parlementsverkiezingen in het voorjaar van 2019. Als reactie op het discussiedocument gaf Commissaris Hogan aan de Cork 2.0 verklaring uit 2016 – die gaat over integrale plattelandsontwikkeling – te zien als belangrijk referentiekader voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden. Hij benadrukte hierbij dat zowel de eerste als tweede pijler van het GLB hiervoor onmisbaar zijn en dat er daarnaast gefocust moet worden op innovatie, met name op de uitrol van onderzoeksresultaten op het boerenerf. Tot slot benadrukte Hogan dat er vanuit het GLB voldoende steun moet blijven voor gebieden met een natuurlijke handicap (Less Favoured Areas, LFA).

In de reactie van de lidstaten op het discussiedocument kwamen veelal de bekende standpunten naar voren. Veel lidstaten benadrukten het belang van directe betalingen voor de ontwikkeling van het platteland. Ook het belang van de tweede pijler voor het leveren van publieke diensten werd door verschillende lidstaten naar voren gebracht. Daarnaast werd benoemd dat er voldoende incentives voor boeren moeten zijn om de benodigde milieu en klimaatinspanningen te leveren. Ook enkele lidstaten noemden innovatie en de uitrol daarvan op het boerenerf als belangrijk facet voor een vitaal platteland.

Tot slot gaven enkele lidstaten aan dat het belangrijk is dat de consument inzicht heeft in de herkomst van het voedsel.

Het GLB moet minder gericht worden op inkomensondersteuning en meer op innovatie, duurzaamheid, voedselzekerheid en voedselveiligheid.

De tweede pijler van het GLB is hierbij van groot belang en moet stimuleren dat landbouwers reageren op mondiale trends als klimaatverandering en een groeiende wereldbevolking.

Het GLB moet er tevens aan bijdragen dat de landbouw haar marktoriëntatie behoudt en dat een gelijk Europees speelveld gewaarborgd wordt. Daarnaast moet de positie van de boer versterkt worden en moeten marktprijzen de productie van hoogwaardig voedsel belonen. Ik heb tevens aangegeven dat er ingezet moet worden op kortere voedselproductieketens, waarbij ketens van grondstoffen zoveel mogelijk gesloten worden. Hierbij heb ik de Raad ook geattendeerd op mijn recent verschenen landbouwvisie (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5), die in meerdere talen beschikbaar komt. Tot slot heb ik het Nederlandse beleid voor het ondersteunen van jonge boeren toegelicht.

Afrikaanse varkenspest in België

België gaf aan in nauw overleg met de Europese Commissie maatregelen te hebben genomen tegen de besmetting met AVP in het land. Onder deze maatregelen valt onder meer het ruimen van een varkenshouderij in het besmette gebied. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, en de Europese Commissie hebben positief gereageerd op de adequate aanpak van België. Wel werden zorgen geuit over de houding van enkele derde landen, omdat deze niet het principe van regionalisering uit het Verdrag inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen respecteren. Op basis van dit principe zijn verdragspartijen in beginsel verplicht om elkaars plaag- of ziektevrije gebieden te erkennen.

Presentatie Franse kandidaat DG FAO

Het Oostenrijks voorzitterschap heeft, net als eerder het Bulgaars voorzitterschap, een prioriteit gemaakt van het presenteren van één EU-kandidaat voor de verkiezing in 2019 van een nieuwe Directeur-Generaal van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties. Op dit moment is de Franse Catharine Geslain-Lanéelle hiervoor als enige voorgedragen. Zij kreeg de gelegenheid zichzelf te presenteren aan de Raad. Achttien lidstaten steunden deze kandidaat.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven