21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 453 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2017

Op 19 en 20 juli aanstaande vindt de Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, in Tallinn, Estland plaats.

Het thema van deze raad onder Estlands EU-voorzitterschap is de balans tussen werk en privéleven. Het is gebruikelijk dat er bij Informele Raden WSBVC geen lopende Europese wetgevende trajecten behandeld worden. Het recent uitgebrachte «EU-voorstel voor een richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253» staat dan ook niet op de agenda. Het Estlandse voorzitterschap wil deze Informele Raad graag gebruiken om gedachten uit te wisselen over de balans tussen werk en privéleven, nieuwe werkvormen, verschillende gezinssamenstellingen en de rol van mannen in het vervullen van zorgtaken.

Conform de vastgestelde afspraken1 informeer ik uw Kamer middels de Geannoteerde Agenda tevens over de voortgang van de onderhandelingen inzake de herziening van de Detacheringsrichtlijn, de onderhandelingen over de herziening van de Coördinatie verordening Sociale Zekerheid en de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel Evenwicht tussen Werk en Privéleven.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 19 en 20 juli 2017

Voortgangsrapportage Detacheringsrichtlijn

Tijdens de Raad WSBVC van 15 juni 2017 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 452) heeft het Maltese voorzitterschap een voortgangsrapportage gepresenteerd.

Hoewel er zich aanvankelijk een gekwalificeerde meerderheid voor het Maltese compromisvoorstel leek te vormen, bleek na bespreking in COREPER dat dit niet langer haalbaar was, omdat Frankrijk een verdere versterking wenste van dit compromisvoorstel. Dit heeft ertoe geleid dat de Maltezen uiteindelijk een voortgangsverslag hebben geagendeerd in plaats van de voorgenomen Algemene Oriëntatie. Frankrijk heeft tijdens de Raad nogmaals aangegeven verdere versterking van het compromisvoorstel te willen, zoals een bekorting van de duur van de detachering, het garanderen dat de detacheringsrichtlijn volledig van toepassing is op transport en een versterking van de administratieve samenwerking tegen fraude. De Europese Commissie en een groot aantal lidstaten vonden het jammer dat het niet gelukt is om op deze Raad tot een algemene oriëntatie te komen. Tegelijkertijd waren zij van mening dat de Maltese compromistekst een goede basis biedt om te komen tot een akkoord tijdens de EPSCO in oktober. Nederland heeft ingebracht tevreden te zijn dat in de Maltese compromistekst de tweede pijlerpensioenen onderdeel uitmaken van het concept van «remuneration». Daarnaast vindt Nederland dat het uitgangspunt van «gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde werkplek» voor alle economische sectoren het uitgangspunt dient te zijn. Ook heeft Nederland opgemerkt dat het in algemene zin sympathiek staat tegenover de Franse voorstellen. Nederland roept het voorzitterschap op deze verder onderzoeken. De Europese Commissie verzocht de lidstaten tenslotte om het detacheringsvoorstel niet te verknopen met andere dossiers, zoals het recent uitgebrachte transportpakket. de Raad heeft ingestemd met de voortgangsrapportage.

Voortgangsrapportage verordening coördinatie Sociale Zekerheidsstelsels

Tijdens de Raad WSBVC van 15 juni 2017 heeft het Maltese voorzitterschap een voortgangsrapportage gepresenteerd van de resultaten van de besprekingen van het voorstel tot wijziging van de Coördinatieverordening sociale zekerheid nr. 883/2004. De besprekingen hadden betrekking op deelterreinen. In de eerste plaats op gelijke behandeling en in hoeverre een lidstaat de sociale zekerheid voor niet actieve migrerende EU-burgers mag inperken. Daarnaast is gesproken over toepasselijke wetgeving en de samenwerking omtrent A1 verklaringen. Er is vooruitgang geboekt op deze terreinen, maar de discussie is nog niet afgerond. De Raad heeft ingestemd met de voortgangsrapportage.

Nederland heeft in zijn bijdrage aangegeven dat voor Nederland het hoofdstuk over detachering het belangrijkste is. Nederland wil dat de procedures rondom de afgifte van A1-verklaringen aangescherpt worden. Nederland heeft ingebracht van mening te zijn dat de voorstellen op dit punt nog voor verbetering vatbaar zijn. Het nieuwe Estse EU-voorzitterschap (per 1 juli) heeft aangegeven verder te willen gaan met de nog resterende punten op de genoemde deelterreinen om tot een afronding te komen. Verder wordt in juli van start gegaan met een technische bespreking van twee nieuwe onderwerpen, namelijk langdurige zorg en gezinsbijslagen.

Voortgangsrapportage richtlijnvoorstel Evenwicht tussen Werk en Privéleven

Het voorstel wordt begin juli gepresenteerd in de Raadswerkgroep Sociale Vraagstukken en Werkgelegenheid, het voorportaal van de Raad WSBVC. Inhoudelijke behandeling van het voorstel start begin september. Nederland zal in lijn met de BNC fiches en Kamermoties interveniëren.

Thema Informele Raad WSBVC te Tallinn, Estland: Work Life balance

Het thema van deze raad onder Estlands EU-voorzitterschap is de balans tussen werk en privéleven. Het is gebruikelijk dat er bij Informele Raden WSBVC geen lopende Europese wetgevende trajecten behandeld worden. Het recent uitgebrachte «EU-voorstel voor een richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253» staat dan ook niet op de agenda. Het Estlandse voorzitterschap wil deze Informele Raad graag gebruiken om gedachten uit te wisselen over de balans tussen werk en privéleven, nieuwe werkvormen, verschillende gezinssamenstellingen en de rol van mannen in het vervullen van zorgtaken.

In haar toelichting op de keuze voor dit thema geeft het Estlandse voorzitterschap aan dat alle Europese lidstaten staan voor de uitdaging van een vergrijzende en afnemende bevolking. Aan de ene kant is er een tekort aan werknemers maar aan de andere kant zijn mensen in de actiefste leeftijdscategorieën ook degenen die potentieel kinderen hebben en die de zorg van afhankelijke familieleden dragen. Daarom is het van belang om voldoende maatregelen te nemen die de combinatie van werk met het gezinsleven en zorg voor andere behoevenden faciliteren. Naast het evenwicht tussen werk en privéleven is het ook belangrijk om een evenwichtigere verdeling van de zorgtaken tussen mannen en vrouwen te ondersteunen.

Op de eerste dag zal gestart worden met een gedachtewisseling over het belang van een balans tussen werk en privéleven en gendergelijkheid in de Europese Unie en in hoeverre deze in de verschillende lidstaten reeds gerealiseerd is. In haar interventie zal Nederland aangeven wat de mate van gendergelijkheid in Nederland is en hoe de balans tussen werk en privéleven in ons land wordt bevorderd. Hierbij zal het beleid van het kabinet op deze onderwerpen worden toegelicht. Het Nederlandse beleid richt zich op een modern stelsel met onder meer passende verlofregelingen en de wettelijke mogelijkheid om flexibel te werken, maar ook op het bewustzijn van burgers om weloverwogen en toekomstbestendige beslissingen in de verdeling van werk- en zorgtaken te stimuleren. Dit beleid richt zich op het tot stand brengen van een goede balans tussen werk- en privéleven, waarbij mannen en vrouwen in gelijkere mate zorgtaken op zich nemen en ruimte hebben om door participatie op de arbeidsmarkt economische zelfstandigheid te verwerven dan wel te behouden, nu en in de toekomst.

In de middag zal de Raad van gedachten wisselen over de effectiviteit van huidige maatregelen op het terrein van werk-privébalans in relatie tot nieuwe werkvormen en verschillende gezinssamenstellingen. Tijdens deze uitwisseling zal Nederland enkele maatregelen benoemen die recent op deze terreinen zijn genomen, zoals de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden en de Wet flexibel werken. Hiermee zijn belangrijke stappen gezet om het stelsel beter aan te laten sluiten op de toegenomen arbeid- en zorgverantwoordelijkheden van werkenden en niet-werkenden. Ook zal worden gewezen op de cultuurcampagne waarmee bij partners meer aandacht gevraagd wordt voor de onderlinge verdeling van arbeid, zorg en andere taken.

Op dag twee zal de Raad ingaan op de evenwichtige verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Daarbij zal worden ingezoomd op de rol van mannen bij zorgtaken binnen het gezin maar ook ten aanzien van andere zorgbehoevenden. In haar interventie zal Nederland erop wijzen dat een evenwichtige verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen door het kabinet wordt bevorderd, maar dat partners uiteindelijk zelf beslissen hoe zij hun taken verdelen. De overheid en werkgevers kunnen hierin een ondersteunende rol vervullen. Zo stimuleert de overheid met een cultuurcampagne partners over de verdeling na te denken en dit met elkaar te bespreken. Dit ten einde een bewuste, afgewogen en toekomstbestendige keuze te maken die recht doet aan zowel het belang van arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid van vrouwen als aan de rol van mannen bij zorgtaken.


X Noot
1

Kamerstuk 34 439, nr. 3, van 14 april 2016, Kamerstuk 34 655, nr. 2, van 13 februari 2017 en Kamerstuk 34 719.

Naar boven