21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 440 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2018

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen aan die op 27 en 28 september in Brussel plaats zal vinden.

Op 27 september zal de Raad een beleidsdebat houden met als thema «Rethinking European industry: Artificial Intelligence and robotics». De Europese Commissie houdt voorafgaand aan het debat een presentatie. Bij de «competitiveness «check-up», een vast onderdeel van de agenda van de Raad, zal de Commissie een presentatie geven over de regionale dimensie van concurrentiekracht en het belang van convergentie tussen regio’s. Hierna zal er een gedachtewisseling plaatsvinden. Het industriedeel van de Raad wordt afgesloten met een informele lunch met als het thema «het MFK in het licht van het concurrentievermogen».

Op 28 september vindt het onderzoeksdeel van de Raad plaats. Daarin wordt gedebatteerd over de voortgang van de onderhandelingen over Horizon Europe en over het Strategisch Planning Proces. Tijdens de informele lunch zullen de rapporteurs van het Europees Parlement voor Horizon Europe aanschuiven.

Het onderzoeksdeel van de Raad kent geen diversenpunten. Op het industriedeel staan de volgende diversenpunten geagendeerd:

  • Terugkoppeling van het Oostenrijks Voorzitterschap over de Informele Raad voor Concurrentievermogen die op 16 en 17 juli heeft plaatsgevonden (Kamerstuk 21 501-30, nr. 439).

  • Implementatie van het initiatief Digitale Interne Markt e-commerce: stand van zaken en vervolgstappen.

  • Een mededeling van de Commissie: een Europese detailhandel die past bij de 21e eeuw.

  • De uitkomst van een conferentie in Tsjechië over het 25-jarig bestaan van de Interne Markt.

  • De uitkomsten van het Single Market Forum (SIMFO) in Riga op 14 september.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

INTERNE MARKT EN INDUSTRIE

Rethinking European industry: Artificial Intelligence and robotics

Presentatie door de Commissie en politiek debat

Nederland verwelkomt dat op de Raad voor Concurrentievermogen van 26 en 27 september Artificial Intelligence (AI) wordt besproken. Het onderwerp AI stond eerder op de agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 16 en 17 juli 2018. De Raad en de Commissie wisselden van gedachten over onder meer AI en de kansen en uitdagingen die dit biedt voor het Europese concurrentievermogen, en de noodzaak om gezamenlijk te investeren in digitale innovaties en sleuteltechnologieën om zo concurrerend te blijven ten opzichte van mondiale spelers zoals de VS en China. Het is daarom van belang de toepassing van nieuwe technologieën door de industrie en het mkb te bevorderen. Daarnaast wezen verschillende lidstaten in hun interventie op de belangrijke rol van Digital Innovation Hubs in het delen van ervaringen en het ontwikkelen van de benodigde vaardigheden1

Eind dit jaar komt de Commissie met een gecoördineerd plan over AI. Dit plan moet de impact van investeringen op EU en nationaal niveau maximaliseren, synergiën en samenwerking in de EU bevorderen, inclusief aandacht voor ethiek en het uitwisselen van best practices, om er zo toe te leiden dat de EU wereldwijd kan concurreren.

Binnen het Nederlandse innovatiebeleid wordt AI (en ICT in het algemeen) beschouwd als een sleuteltechnologie2. AI biedt mogelijkheden om bij te dragen aan maatschappelijke doelen, zoals lagere zorgkosten en minder files op de wegen. Er komt daarom een nieuw nationaal publiek-privaat programma. Met dit programma gaan we kennis ontwikkelen over techniek, toepassingen en de menselijke factor (ethiek, gedrag en acceptatie). Daarnaast levert de Smart Industry Fieldlabs een belangrijke bijdrage aan het tot stand komen van digitale innovaties. Binnen deze labs werken het mkb en kennisinstellingen actief samen3. Bij deze Smart Industry Fieldlabs zet het kabinet in op voldoende experimenteerruimte om innovatieve toepassingen (van onder andere AI) in de praktijk te kunnen testen. De Smart Industry Fieldlabs bieden deze faciliteiten en zijn hiervoor dus het geschikte instrument. Voor de ontwikkeling van innovatieve AI-toepassingen is ook de beschikbaarheid van betrouwbare datasets cruciaal. Data moeten dan ook zo goed en verantwoord mogelijk worden benut.

Op de Raad zal Nederland wederom benadrukken dat digitalisering en AI ook nieuwe kansen en uitdagingen creëren voor het mkb.

Competitiveness «check-up»

Gedachtenwisseling

Op de agenda van de Raad staat een presentatie van de Europese Commissie en een gedachtewisseling over het belang van de regionale dimensie en convergentie binnen de EU voor het versterken van het concurrentievermogen. De Europese Commissie wijst daarbij op het verschil in ontwikkeling tussen kerngebieden en meer achtergelegen gebieden dat uit diverse studies naar boven komt. Het verhogen van de productiviteit in de achterblijvende regio’s is daarbij een belangrijke factor om de gezamenlijke concurrentiekracht van Europa te verhogen. Hiervoor is het van belang dat kennis en innovatieve technologieën breed verspreid worden; ook in de wat afgelegener regio’s. In Europa maakt het kabinet zich hiervoor sterk door onder meer in te zetten op een scherpere focus van het cohesiebeleid op innovatie en grensoverschrijdende samenwerking, omdat dit veel Europese toegevoegde waarde heeft. De ontwikkeling van nieuwe kennis, producten en diensten is niet alleen relevant voor de regio zelf, maar heeft ook een positieve uitstraling op omringende regio’s. Daarnaast is het belangrijk om samenwerking tussen innovatieve clusters over grenzen heen te bevorderen zodat kennis en technologie zich sneller verspreiden.

ONDERZOEKSDEEL

Verordening en Besluit Horizon Europe 2021–2027: voortgang onderhandelingen

Beleidsdebat

De Raad zal debatteren over Horizon Europe 2021–2027, het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, waarvoor het voorstel op 7 juni jl. werd gepubliceerd door de Europese Commissie en waarover uw Kamer het BNC-fiche ontving.4 Het Oostenrijkse voorzitterschap zal ter voorbereiding van het debat een voortgangsrapportage opstellen.

Op 17 juli jl. vond tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen een eerste gedachtewisseling plaats over het voorstel voor Horizon Europe. In het algemeen werd het voorstel positief ontvangen, waarbij vrijwel alle lidstaten uiteraard wel aandachtspunten hadden, zoals u in het Verslag van die bijeenkomst kunt lezen.5 Inmiddels hebben lidstaten de gelegenheid om de Commissie vragen te stellen over het voorstel, zodat zij goed geïnformeerd aan de onderhandelingen kunnen beginnen. Met name over de tweede pijler (mondiale uitdagingen en industrieel concurrentievermogen) leven nog veel vragen, omdat deze pijler nog vrij globaal is van opzet. Dat heeft veel te maken met de vragen en discussie over het Strategisch Planningsproces (zie hieronder). Een ander punt dat vragen oproept betreft de rechtsbasis voor het specifiek programma dat de hoofdlijnen bevat voor de implementatie van het kaderprogramma. De Commissie heeft gekozen voor een dubbele rechtsbasis (art. 182 (4) en art. 173 (3), VWEU) en de Commissie, Raad en hun juridische diensten bespreken momenteel het nut en de noodzaak daarvan.

De daadwerkelijke onderhandelingen zijn onlangs gestart met de bespreking van de regels voor deelname. Nederland zet zich daarbij onder andere in voor beheersing van de administratieve lasten. Daarover wordt in Nederland nauw contact onderhouden met belanghebbenden.

Nederland zal kennis nemen van de voortgangsrapportage en van de gelegenheid gebruik maken om de Nederlandse positie ten opzichte van Horizon Europe naar voren te brengen zoals vastgelegd in het BNC-fiche. De onderhandelingen over Horizon Europe vallen binnen het kader van de integrale, horizontale MFK-onderhandelingen.

Strategisch Planningsproces

Beleidsdebat

De Raad debatteert over het Meerjarig Strategisch Plan, gericht op de implementatie van Horizon Europe, en het proces om te komen tot dit plan. Dit zogenaamde Strategisch Planningsproces is reeds besproken in de Informele Raad voor Concurrentievermogen op 17 juli jl.6 Met het Strategisch Planningsproces beoogt de Commissie een brug te slaan tussen de globaal opgestelde Verordening en het Besluit Horizon Europe en de vertaling hiervan in de werkprogramma’s.

Tijdens de Informele Raad voor Concurrentievermogen erkenden meerdere lidstaten het belang van het Strategisch Planningsproces bij de voorbereiding op de start van Horizon Europe- beoogd op 1 januari 2021. Hoofdpunt van de discussie betrof de vormgeving van het proces en de status van het Strategisch Plan, waarin het proces volgens de Commissie uit zou moeten monden. Vrijwel alle lidstaten gaven aan dat de Raad voor Concurrentievermogen daadwerkelijk zeggenschap moet hebben over de onderwerpen die voor het plan voorzien worden

De Commissie is zelf nog zoekende naar de beste invulling van het Strategisch Planningsproces en tot op heden zijn er veel verschillende scenario’s over tafel gegaan. De Commissie geeft er de voorkeur aan dat de Raad het plan middels Raadsconclusies aanneemt. Veel lidstaten zijn echter van mening dat ze daarmee onvoldoende inspraak hebben. Dat vinden ze belangrijk omdat de Commissie de volgende onderwerpen voor het Strategische Plan voorziet; de gebieden waar missies zich op zouden kunnen richten, thema’s voor partnerschappen, synergiën, internationale meerjarige projecten en strategische vragen rondom implementatie zoals de rol van sleuteltechnologieën. Ook voor Nederland zijn de door de Commissie beoogde onderwerpen van het Strategisch Plan belangrijke thema’s7.

In lijn met de interventie tijdens de Informele Raad voor Concurrentievermogen zal Nederland inbrengen dat de cruciale onderdelen van het plan onder politieke besluitvorming plaats dienen te vinden. Dat wil zeggen dat essentiële elementen worden opgenomen in het Besluit en er bij niet-essentiële onderwerpen gekozen wordt voor een uitvoerings- of een gedelegeerde handeling. Nederland ziet met belangstelling de definitieve positie van de andere lidstaten tegemoet.


X Noot
1

Zie Verslag informele Raad voor Concurrentievermogen, 4 september 2018. Kamerstuk 21 501-30, nr. 439.

X Noot
2

Zie Verslag informele Raad voor Concurrentievermogen, 4 september 2018. Kamerstuk 21 501-30, nr. 439.

X Noot
3

Nederlandse Digitaliseringsstrategie, 2018 (bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 541).

X Noot
4

Kamerstuk 22 112, nr. 2648.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-30, nr. 439.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-30, nr. 439.

X Noot
7

BNC fiche Horizon Europe, Kamerstuk 22 112, nr. 2648.

Naar boven