21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 406 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2017

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het verslag aan van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 mei jl. De Raad bestond uit een deel Interne Markt en Industrie (op 29 mei), Ruimtevaart en Onderzoek (beide op 30 mei).

Tijdens het deel Interne Markt en Industrie werden algemene oriëntaties bereikt op het voorstel voor de verordening over de toelating en markttoezicht van motorvoertuigen en hun aanhangers, het voorstel voor de richtlijn handhaving notificatieverplichting onder de dienstenrichtlijn en het voorstel voor de richtlijn proportionaliteitstoets gereglementeerde beroepen. Er werden raadsconclusies aangenomen over het Europees industriebeleid.

Tijdens het deel Ruimtevaart werden raadsconclusies aangenomen waarin onder andere de Commissie wordt aangemoedigd de ambities van de Europese ruimtevaartstrategie in goede samenwerking met relevante ruimtevaartorganisaties zoals ESA na te streven.

Tijdens het deel Onderzoek werden raadsconclusies aangenomen over stroomlijning van het monitoring- en rapportagelandschap op het terrein van onderzoek en innovatie.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Bijlage: Verslag Raad voor Concurrentievermogen 29 en 30 mei

Interne Markt en Industrie (29 mei)

Typegoedkeuring van motorvoertuigen/Voorstel voor een verordening over de toelating en markttoezicht van motorvoertuigen en hun aanhangers

Algemene oriëntatie

De Raad voor Concurrentievermogen bereikte met zeer ruime meerderheid een algemene oriëntatie op de verordening voor toelating en markttoezicht van motorvoertuigen en hun aanhangers (delegates portal: 9272/17). Het Maltees voorzitterschap noemde het bereikte compromis evenwichtig en erkende daarbij dat niet iedere lidstaat op alle onderdelen zijn zin had gekregen. De Eurocommissaris voor interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf Bieńkowska gaf aan dat wat haar betreft de essentiële onderdelen overeind waren gebleven, maar zei ook liever meer van het oorspronkelijke voorstel te hebben behouden. Nederland heeft in zijn interventie aangegeven dat het compromisvoorstel weliswaar was afgezwakt ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel, maar dat Nederland waarde hechtte aan spoedige besluitvorming en derhalve het voorliggend compromis kon steunen. Hiermee is invulling gegeven aan de motie van het lid Paternotte c.s. (Kamerstuk 21 501-30, nr. 404).

Veel lidstaten namen het woord om de algemene oriëntatie te steunen. Het belang van snelle invoering voor het herstellen van het vertrouwen van de consument werd meerdere malen genoemd. Hoewel veel lidstaten steun uitspraken voor het compromis, gaven zij ook aan dat het compromis niet helemaal in lijn was met de door hen gewenste uitkomst.

Het kabinet, onder beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu, heeft zich in de onderhandelingen actief ingezet voor een verordening die voor daadwerkelijke verbetering zorgt, zodat schandalen zoals in het verleden zoveel mogelijk worden voorkomen (BNC-fiche: Kamerstuk 22 112, nr. 2073). Het compromis voorziet in vergelijking met de huidige regelgeving in meer gecoördineerde, meer transparante en versterkte typegoedkeurings- en markttoezichtsystematiek.

Het Europees parlement heeft op 4 april zijn positie vastgesteld (P8_TA(2017)0097). De triloogfase tussen de Raad vertegenwoordigd door het Voorzitterschap en het Europees parlement zal binnenkort van start gaan, waarbij Nederland het nu bereikte compromis als ondergrens ziet.

Competitiveness check-up en mainstreaming

Presentatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling

Eurocommissaris Bieńkowska gaf een presentatie over de interne markt vanuit het perspectief van waardeketens. Zij gaf het belang aan van het op de juiste manier meten van de toegevoegde waarde. Gelet op de toegevoegde waarde valt op dat diensten en het mkb in toenemende mate een belangrijke plek innemen. Daarnaast is noemenswaardig dat meer dan 20% van de regeldruk een spill-over effect is van regeldruk in andere landen. Nederland heeft aangegeven de nieuwe methodes om de prestaties van de interne markt beter te kunnen beoordelen te verwelkomen. Veel lidstaten benadrukten het belang om te kunnen blijven concurreren met China, de VS en opkomende economieën. Daarbij werd het onderwerp veelal vanuit de eigen, nationale invalshoek benaderd. Sommige lidstaten gaven aan dat het belang van de traditionele industrie niet vergeten diende te worden, anderen benadrukten juist het belang van nieuwe technologieën. Een aantal lidstaten benadrukten het belang om fragmentatie in de interne markt te voorkomen. Ook de noodzaak van het verlichten van de regeldruk, het voorkomen van onnodig opvragen van informatie en het stimuleren van investeringen werden genoemd.

Voorstel voor een richtlijn proportionaliteitstoets gereglementeerde beroepen

Algemene oriëntatie

De Raad bereikte een algemene oriëntatie op het voorstel voor een bindende proportionaliteitstoets die disproportionele nationale regulering van gereglementeerde beroepen moet voorkomen (delegates portal: 9057/1/17). De Nederlandse zorgen ten aanzien van de proportionaliteitstoets zijn daarin geadresseerd (BNC-fiche: Kamerstuk 22 112, nr. 2315). Zo sluit het akkoord aan bij de Nederlandse toetsingspraktijk met onder andere de toepassing van het Integraal Afwegingskader (IAK). De Raad nam de voorgestelde compromistekst aan zonder interventies van lidstaten.

Voorstel voor een richtlijn handhaving notificatieverplichting onder de dienstenrichtlijn

Algemene oriëntatie

De Raad bereikte een algemene oriëntatie op het voorstel dat de reeds bestaande notificatieverplichting onder de Dienstenrichtlijn moet verduidelijken en versterken (delegates portal: 9507/17). Alleen Spanje stemde tegen, vanwege juridische bezwaren. Veel lidstaten, waaronder Duitsland en Frankrijk, spraken hun steun uit voor het compromis. Verschillende lidstaten gaven daarbij aan dat dit een broos compromis is, waar niet verder aan gesleuteld dient te worden. Nederland heeft het bredere belang van de interne markt benadrukt, en heeft aangegeven dat dit voorstel barrières kan helpen slechten voor ondernemers. Het standpunt van het kabinet is ook terug te lezen in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2314).

Voortgang van de implementatie van de digitale internemarktstrategie en de internemarktstrategie

Presentatie van de Europese Commissie en beleidsdebat

De Raad besprak de voortgang op de verschillende internemarktstrategieën. Nederland heeft, net als veel andere lidstaten, het belang van een hoog ambitieniveau nu en in de toekomst benoemd. Meer specifiek heeft Nederland het belang van een effectieve e-kaart benoemd, zodat deze van toegevoegde waarde kan zijn voor ondernemers. Verschillende lidstaten brachten in dat wetgeving gelijke tred moet houden met technologische ontwikkelingen. In dat kader werd ook het belang van vrij dataverkeer benoemd en daaraan gerelateerd het belang van gegevensbescherming. Er waren lidstaten die opriepen om fragmentatie van de interne markt te voorkomen en Solvit te versterken. Het Maltees voorzitterschap zegde toe een rapport op te stellen ten bate van de Europese Raad van 22 en 23 juni 2017. Het vatte de uitkomst van de discussie mondeling samen in drie punten: ten eerste moet er werk worden gemaakt van de interne markt strategie en de digitale interne markt strategie voor meer economische groei en banen. Ten tweede concludeerde het voorzitterschap dat er vooruitgang is geboekt door de strategieën, maar dat het een voortgaand proces is. De lat moet hoog gelegd worden bij lopende voorstellen om belemmeringen in de dienstensector op te heffen. Als laatste moet ingespeeld worden op nieuwe ontwikkelingen, zoals op het gebied van digitalisering.

Industriebeleid

Presentatie van de Europese Commissie, beleidsdebat en aanname raadsconclusies

Eurocommissaris Bieńkowska nam het woord en gaf aan dat een sterke industrie van belang is voor de Europese Unie. Door de wereldwijde economische veranderingen is omscholing nodig voor de arbeidskrachten in de Europese Unie. Regio’s moeten sterker gemaakt worden en technologische vooruitgang moet beter verspreid worden in Europa om kloven tussen regio’s te dichten. Daarom komt de Commissie binnenkort met een mededeling over slimme specialisatie. Commissaris Bieńkowska blikte terug op de industriedag die de Commissie in februari 2017 heeft georganiseerd om te spreken over het Europees Industriebeleid. De Commissie heeft het plan opgevat om deze dag in 2018 te herhalen.

Onder de lidstaten was eensgezinde steun voor de raadsconclusies waarin de Commissie wordt verzocht om voor de bijeenkomst van de Europese Raad in het voorjaar van 2018 met een alomvattende strategie voor het industriebeleid van de EU voor de toekomst te komen (delegates portal: 9110/17). Ook Nederland heeft de raadsconclusies gesteund en het belang van innovatie en het focussen op de grootste maatschappelijke uitdagingen zoals de transitie naar een duurzame economie en de digitalisering van de economie benoemd.

Een aantal lidstaten noemde het belang van een «evenwichtig handelsbeleid» waarbij werd aangegeven dat het handelsbeleid beschermingsmaatregelen zou moeten bevatten. Andere lidstaten gaven aan tegen protectionistische maatregelen te zijn. Door veel lidstaten werd gewezen op het belang van ezegd investeringen in de industrie. Hierbij moet ingezet worden op innovatie in combinatie met geschoold personeel. Ook zou de EU volgens een aantal lidstaten moeten werken aan een lange termijn visie op de industrie, bijvoorbeeld over een periode van 20 jaar. Lidstaten verschilden met elkaar over de benadering: een aantal landen bepleitten een horizontale benadering waar anderen een sectorale benadering voorstonden. Eurocommissaris Bieńkowska gaf aan naar concrete acties te streven, maar zei dat hierbij in elk geval een gedeeltelijk sectorale focus nodig is.

«Fitness check» van richtlijnen op consumententerrein

Presentatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling

In het kader van de REFIT van het consumentenrecht heeft de Commissie een uitgebreide beoordeling uitgevoerd van zes horizontale richtlijnen op het gebied van consumenten en marketing: de richtlijn oneerlijke handelspraktijken, de richtlijn betreffende de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen, de richtlijn oneerlijke bedingen, de richtlijn prijsaanduidingen, de richtlijn misleidende en vergelijkende reclame en de richtlijn betreffende het doen staken van inbreuken.

Eurocommissaris voor Justitie en Consumentenzaken Jourová gaf aan dat uit de resultaten van de analyse van EU-regels op het vlak van consumenten en marketing blijkt dat Europese consumenten al sterke rechten hebben, maar dat er nog ruimte voor verbetering is wat betreft de handhaving van deze rechten en de aanpassing ervan aan het digitale tijdperk. Actualisering van de regels moet er ook voor zorgen dat bedrijven met grensoverschrijdende activiteiten meer rechtszekerheid hebben. De Commissie zal verschillende concrete vervolgmaatregelen onderzoeken, zoals uitbreiding van de bescherming van consumenten naar onlinediensten die consumenten betalen met hun gegevens en het ervoor zorgen dat consumenten die gebruikmaken van onlineplatforms kunnen weten of zij van een professionele verkoper of een andere consument kopen en of deze consumenten dan onder de regels inzake consumentenbescherming vallen. Ook kijkt de Commissie naar het verzwaren en harmoniseren van de sancties wegens inbreuk op het consumentenrecht. Nederland heeft deze presentatie aangehoord.

Diversenpunten

Eenheidsoctrooi en het eengemaakt octrooigerecht

Een aantal lidstaten en de Commissie deden een oproep om het eenheidsoctrooi en het eengemaakt octrooigerecht spoedig te ratificeren. Het Verenigd Koninkrijk gaf aan te moeten wachten op de verkiezingen in dat land, die 8 juni plaatsvonden. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Estland en Litouwen verklaarden dichtbij ratificatie te zijn. Nederland heeft het verdrag al geratificeerd.

Implementatie van het verdrag van Marrakesh

Het Maltees voorzitterschap informeerde de Raad over een akkoord dat het met het Europees parlement heeft bereikt over de implementatie van het verdrag van Marrakesh tot bevordering van toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben. De Raad heeft het voorzitterschap aangehoord.

Versterken bevoegdheden nationale mededingingsautoriteiten

De Europese Commissie presenteerde de richtlijn versterken bevoegdheden nationale mededingingsautoriteiten (BNC fiche: Kamerstuk 22 112, nr. 2339). De Raad heeft de presentatie aangehoord.

Prioriteiten Ests voorzitterschap

Estland presenteerde kort zijn prioriteiten voor zijn voorzitterschap van de Raad van Ministers van de Europese Unie voor de tweede helft van 2017 op het gebied van interne markt en industrie. Estland wil inzetten op de vier vrijheden, op diensten en het makkelijker maken om een bedrijf te starten. De Raad heeft de presentatie aangehoord.

Ruimtevaart (30 mei)

Europese ruimtevaartstrategie

Gedachtewisseling over de implementatie en aanname raadsconclusies

Het Maltees Voorzitterschap markeerde in de inleiding van dit agendapunt dat de ruimtevaartprogramma’s een voorbeeld zijn van vruchtbare samenwerking binnen de EU en bedankte de voorgaande voorzitterschappen, waaronder Nederland, voor het gedane werk voor de totstandkoming van de ruimtevaartstrategie.

Eurocommissaris Bieńkowska benadrukte dat ruimtevaart er voor haar toe doet en bedankte de lidstaten voor de brede steun aan de strategie en het totstandkomingsproces. In 2017 en 2018 wil de Europese Commissie concrete resultaten laten zien en de infrastructuur van Copernicus en Galileo verder ontwikkelen en onderhouden. Daarnaast blijft het stimuleren van de benutting van de data en -signalen van Copernicus en Galileo een prioriteit. De Eurocommissaris noemde een aantal acties die daarvoor in gang zijn gezet: zo zijn er aanbestedingen om data-disseminatieplatforms te ontwikkelen, vinden er gesprekken plaats met de Europese Investeringsbank om een specifiek investeringsprogramma met risicokapitaal voor ruimtevaart start-ups op te richten en wordt er intensief samengewerkt met de industrie. Ten slotte riep de Eurocommissaris Bieńkowska de lidstaten op om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor het volgend Meerjarig Financieel Kader teneinde de ambities op het gebied van de ruimtevaart te kunnen realiseren.

De lidstaten verwelkomden breed deze gedachtewisseling over de implementatie van de ruimtevaartstrategie en gaven aan de raadsconclusies te kunnen steunen. Net als de Commissie, gingen veel lidstaten in op het belang van voldoende financiering voor ruimtevaart nu en in de toekomst om de huidige ruimtevaartinfrastructuur te onderhouden en verder te ontwikkelen en de ambities van de ruimtevaartstrategie te kunnen realiseren. Er werd gewezen op de voordelen van de ruimtevaart voor de Europese economie en maatschappelijke- en veiligheidsuitdagingen. Ook werden verschillende suggesties gedaan om de benutting van ruimtevaartdata en -signalen te stimuleren en de positieve impact van ruimtevaart op de economie en maatschappij te maximaliseren. Meer aandacht voor het betrekken van het midden- en kleinbedrijf werd vaak daarbij vaak genoemd. Een aantal lidstaten, waaronder Duitsland, benadrukte het belang van het civiele karakter van de ruimtevaartprogramma’s. Veel lidstaten, waaronder Nederland, refereerden aan het belang van een nauwe en duidelijke samenwerking tussen de EU, ESA en andere ruimtevaartorganisaties in Europa om synergiën te creëren en kosten te drukken. Nederland benadrukte verder het belang van een snelle en succesvolle implementatie van de strategie, en sloot aan bij een aantal andere lidstaten, waaronder Frankrijk, door te wijzen op de noodzaak van een continue data- en signalenstroom in het licht van het stimuleren van de benutting van ruimtevaartdata en -signalen. Ten slotte sprak Nederland zich uit voor een vraaggestuurde verdere ontwikkeling van de programma’s.

In haar reactie signaleerde Eurocommissaris Bieńkowska dat er consensus was over de conclusies en verdere discussies over de ontwikkeling van de ruimtevaartprogramma’s Copernicus en Galileo noodzakelijk zijn. Ruimtevaart, als één van de snelst groeiende sectoren in Europa, is de aandacht waard. Ze benadrukte met klem dat goede samenwerking met ESA en andere organisaties prioriteit heeft en dat er voldoende duidelijkheid bestaat over de rolverdeling.

De raadsconclusies (delegates portal: 9817/17) waarin onder andere de Commissie wordt aangemoedigd de ambities van de Europese ruimtevaartstrategie in goede samenwerking met relevante ruimtevaartorganisaties zoals ESA na te streven, werden zonder verdere opmerkingen aangenomen.

Diversenpunten

Eerste Sentinel 2B beelden

De Commissie presenteerde de nieuwe beelden van de Sentinel 2b, gelanceerd op 6 maart 2017. De Raad heeft de presentatie aangehoord.

Prioriteiten Ests voorzitterschap

De Estse delegatie gaf aan voornemens te zijn een ruimtevaartweek te organiseren met een informele EU-ESA ministeriele bijeenkomst. Daarnaast zal het voorzitterschap inzetten op de aanname van raadsconclusies over de tussentijdse evaluatie van de implementatie van het Europese aardobservatieprogramma Copernicus. De Raad heeft de presentatie aangehoord.

Onderzoek (30 mei)

Stroomlijning van het monitoring- en rapportagelandschap op het terrein van onderzoek en innovatie

Aanname raadsconclusies

Alvorens de raadsconclusies (delegates portal: 9267/17) werden aangenomen over stroomlijning van het monitoring- en rapportagelandschap op het terrein van onderzoek en innovatie, lichtte het Maltees voorzitterschap nog kort het belang hiervan toe. Hij gaf aan dat monitoring en rapportage enerzijds belangrijk zijn voor evidence based beleid, maar dat ze anderzijds een belasting vormen voor de lidstaten. Daarom geldt dat hoe efficiënter en effectiever informatie wordt opgehaald en gedeeld, hoe beter dat is. Eurocommissaris voor onderzoek, wetenschap en innovatie Moedas gaf aan dat de Commissie meteen actie zal ondernemen om de monitoring en rapportage van de Commissie op het terrein van onderzoek en innovatie te verbeteren. De Commissie werkt nu toe naar een simpelere set van maximaal vijf rapporten over prestaties, beleidsontwikkelingen en ranking van lidstaten als het gaat om onderzoek en innovatie. Daarnaast zal de Commissie lidstaten niet meer ad hoc vragen om gegevens, maar voor een structurele benadering kiezen waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande bronnen en waarbij nauw wordt samengewerkt met de OECD.

Economische onderbouwing van publiek gefinancierd onderzoek en innovatie en de impact daarvan

Beleidsdebat

De Raad besprak het belang en de impact van investeringen in onderzoek en innovatie voor productiviteit en economische groei, mede naar aanleiding van een recent rapport van de Europese Commissie.1 Het voorzitterschap vroeg de Raad van gedachten te wisselen over maatregelen om innovatie (en de verspreiding daarvan) te versnellen en over de mogelijkheden om impact van investeringen in onderzoek en innovatie verder te vergroten.

Eurocommissaris Moedas benadrukte in zijn inleiding dat publieke investeringen in onderzoek en innovatie niet alleen nodig zijn om het tekort aan private investeringen in onderzoek en innovatie (marktfalen) te corrigeren. Investeringen in onderzoek en innovatie bieden de mogelijkheid om daaraan richting te geven en om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden. Het is daarbij van groot belang dat onderzoek en innovatie beter verspreid en benut worden en daarvoor noemde Moedas diverse maatregelen: (1) menselijk kapitaal dat interdisciplinair is en beschikt over de vaardigheden voor de toekomst; (2) nationale investeringen in onderzoek en innovatie zodat Europa kan concurreren met andere werelddelen zoals Azië en Amerika; en (3) hervormingen als de ontwikkeling van innovatievriendelijke regelgeving. Daarbij benoemde Moedas de innovatiedeals -geïnspireerd door de Nederlandse greendeals- die kunnen bijdragen aan het wegnemen van barrières voor innovaties bij bedrijven.

De Raad liet zich eensgezind uit over de noodzaak van investeringen in onderzoek en innovatie voor vooruitgang, economische groei en maatschappelijke uitdagingen. De verschillende lidstaten noemden hierbij diverse maatregelen, die grotendeels in het verlengde lagen van de door Moedas genoemde punten. Het ging daarbij bijvoorbeeld om het belang van onderwijs gericht op ondernemerschap en de juiste vaardigheden, waarbij ook het belang van Life Long Learning werd benadrukt om over het juiste menselijke kapitaal te kunnen beschikken in Europa. Daarnaast benoemde men het belang van fiscale stimuleringsregelingen, durfkapitaal voor nieuwe potentieel baanbrekende innovaties, vereenvoudiging van financieringsmogelijkheden en publieke aanbesteding van innovatie. Benadrukt werd dat het van belang is om oog te houden voor het stimuleren van de gehele kennis- en innovatieketen en voor publiek-private samenwerking. Tot slot benadrukten enkele lidstaten dat de Europese staatssteunregels goed bezien moeten worden in het licht van hun effect op het stimuleren van innovatie. Ook noemde een aantal lidstaten, waaronder Nederland, het belang van verbinden van maatschappelijke uitdagingen en de sleuteltechnologieën voor de toekomst.

Nederland onderstreepte onder meer dat snelle ontwikkeling van innovatie in de digitale context nieuwe uitdagingen biedt voor overheden, waardoor het belangrijk is om de randvoorwaarden op orde te hebben. Dit vraagt om een nieuwe aanpak van beleid en wet -en regelgeving, zoals het toepassen van het innovatieprincipe.1 Wat betreft de impact legde Nederland een sterke verbinding met excellentie: het is cruciaal te investeren in de beste voorstellen. Om een maximale impact te generen is het daarnaast ook belangrijk om te investeren in potentieel markt creërende innovatie. Nederland noemde als voorbeeld om dit te bewerkstelligen het «Innovatiekrediet». Tot slot benadrukte Nederland het belang van coherentie tussen de verschillende onderzoeks- en innovatieprogramma’s, de samenhang met maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën en van publiek-private partnerschappen.

Diversenpunten

Partnership for Research and Innovation in the Mediterranean Area (PRIMA)

De Lidstaten werden geïnformeerd over het voorstel van het Europees parlement en de Raad over de deelname van de Europese Unie in het Partnerschap voor onderzoek en innovatie in Middellandse Zeegebied (Kamerstuk 21 501-30, nr. 400). Het betreft een intensivering van de samenwerking tussen de Middellandse Zeelanden op de gebieden van waterbeheer en voedselproductie. Een aantal mediterrane landen maakte van deze gelegenheid gebruik om te benadrukken dat zij dit initiatief steunen en van groot belang achten voor de verdere ontwikkeling van de regio.

Open Science

Eurocommissaris Moedas informeerde de Raad over de vorderingen die het door de Commissie opgerichte Open Science Policy Platform maakt. Het platform richt zich op verschillende thema’s binnen open science en heeft onlangs twee rapporten aangenomen: over de governance en financiering van de European Open Science Cloud en over publicatie van onderzoeksartikelen. Nederland maakte samen met Duitsland van deze gelegenheid gebruik om een gezamenlijk document te verspreiden waarin zij het belang benadrukken van snelle implementatie van de European Open Science Cloud en de Europese Commissie en lidstaten oproepen om voortvarend te werk te gaan in het realiseren hiervan, om onderzoeksdata zo snel mogelijk optimaal te kunnen benutten en hergebruiken.1 Een lidstaat sprak direct zijn steun uit voor het Nederlands-Duitse initiatief en ook Eurocommissaris Moedas benadrukte het document te verwelkomen.

European Spallation Source

De Zweedse delegatie informeerde de Raad over de voortgang van de ontwikkeling van de European Spallation Source (ESS) in Zweden. De ESS is een neutronenfaciliteit voor wetenschappelijk onderzoek die alle bestaande en verouderde neutronenbronnen in Europa zal vervangen. Op dit moment is ruim dertig procent van de bouw gerealiseerd en de verwachting is dat de bouw is afgerond in 2025. De eerste experimenten kunnen echter al in 2021 plaatsvinden.

Prioriteiten Ests voorzitterschap

Het Estse voorzitterschap zal vooral in het teken staan van de tussentijdse evaluatie van Horizon 2020 die de Europese Commissie in de loop van dit jaar zal presenteren. Estland richt zich daarbij in het bijzonder op het aantonen van het belang van dit programma en de impact van wetenschap. Daarnaast zal het voorzitterschap zich ervoor inspannen dat er aandacht wordt besteed aan het versimpelen en verhelderen van het Europese instrumentarium voor onderzoek en innovatie.


X Noot
1

Europese Commissie, The Economic Rationale for Public R&I Funding and its Impact (maart 2017).

X Noot
1

Innovatieprincipe: bij ontwikkeling van nieuw beleid en regelgeving dient eerst de impact op onderzoek en innovatie te worden nagegaan.

Naar boven