21 501-28 Defensieraad

Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2016

Op 15 november jl. zijn de bestuursraad van het Europese Defensieagentschap (EDA) en de Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie (RBZ-Defensie) gehouden in Brussel. De ministers van Defensie spraken over de uitvoering van de gezamenlijke EU-Navo verklaring van 8 juli jl. en de GVDB-operatie EUNAVFOR MED Sophia. De Secretaris-Generaal van de Navo, dhr. Stoltenberg, woonde delen van deze bijeenkomst bij.

Voorafgaand aan de RBZ-Defensie zijn op 14 november de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie bijeen gekomen voor een gezamenlijke sessie over het Implementation Plan on Security and Defence.

Hierbij bied ik u het verslag van deze vergaderingen aan. Tevens informeer ik u over het takenpakket van het EDA en over de uitspraken van de Duitse Minister van Financiën, de heer Schäuble, over een gezamenlijk EU defensiebudget, conform mijn toezeggingen tijdens het AO van 8 november jl.

Gezamenlijke sessie met ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over het EU Implementation Plan on Security and Defence

Tijdens de gezamenlijke sessie van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie op 14 november jl. is het Implementation Plan on Security and Defence unaniem verwelkomd. De Raad concludeerde dat de huidige politieke en veiligheidscontext waarin Europa zich bevindt noopt tot nauwere defensiesamenwerking binnen de Unie. Het implementatieplan geeft hier gevolg aan. Uw Kamer ontvangt, conform mijn toezegging tijdens het AO op 8 november jl., separaat een appreciatie van dit plan.

Hoge Vertegenwoordiger (HV) Mogherini onderstreepte tijdens de discussie dat de lidstaten de drijvende kracht zijn in dit proces. Het EU-ambitieniveau is in samenhang met de lidstaten bepaald. HV Mogherini is voornemens om de voorstellen uit het plan voortvarend uit te werken, onder meer ten aanzien van capaciteitsontwikkeling, het verdiepen van defensiesamenwerking, het herzien van structuren om de planning en aansturing van GVDB-missies en operaties te verbeteren, het herzien van de instrumenten voor financiering van missies en operaties, het onderzoeken van de mogelijkheden voor permanent gestructureerde samenwerking (PESCO) en het versterken van samenwerking met partners zoals de Navo en de VN. De HV en meerdere lidstaten beklemtoonden het belang om de ambities uit het implementatieplan te staven met toereikende financiële middelen. Dit is ook vastgelegd in de raadsconclusies.

Verschillende lidstaten onderstreepten dat de Navo het primaire kader in Europa blijft voor de collectieve verdediging. Nederland merkte daarbij op dat de EU tot nauwere defensiesamenwerking moet komen om efficiënter op te kunnen treden, maar moet waken voor onnodige duplicatie met de Navo. Voorts onderstreepte Nederland dat de EU beter dient te communiceren wat zij doet om de veiligheid van Europa te versterken en de manier waarop dit gebeurt. Ook benadrukte Nederland het belang van betere samenwerking tussen civiele en militaire missies van de EU die in dezelfde regio zijn ontplooid, zoals in de Hoorn van Afrika.

Naar verwachting zal HV Mogherini het plan aan de staatshoofden en regeringsleiders voorleggen tijdens de Europese Raad van 15 en 16 december. Ook het Europese Defensie actieplan van de Europese Commissie en de uitwerking van de EU-Navo verklaring van 8 juli jl. zullen dan worden gepresenteerd. Het merendeel van de uitgewerkte voorstellen uit het implementatieplan wordt vervolgens in het voorjaar van 2017 verwacht. De voorstellen zullen voorts ter besluitvorming aan de lidstaten worden voorgelegd. In juni 2017 wordt de eerste voortgangsrapportage van de uitvoering van de EU Global Strategy verwacht. Daarin zal de HV ook nadrukkelijk stil staan bij de voortgang op veiligheids- en defensiegebied.

EDA-bestuursraad

De ministers van Defensie spraken als EDA-bestuursraad over het EDA-budget voor 2017 en het daarbij behorende driejarenplan (2017–2019). Het EDA heeft de lidstaten gevraagd in te stemmen met een verhoging van ongeveer 10 procent. HV Mogherini en het uitvoerend hoofd van het EDA, de heer Domecq, hebben onderstreept dat deze budgetverhoging uitsluitend is bestemd voor het operationele budget van het agentschap dat gericht is op projecten en studies waartoe de lidstaten zelf opdracht hebben gegeven. Nederland heeft dit laatste verwelkomd.

Het budget voor 2017 is uiteindelijk vastgesteld op 31 miljoen euro omdat een aantal lidstaten alleen wilden instemmen met een inflatiecorrectie. Dit betekent een verhoging van 0,5 miljoen euro. Dit resulteert in een Nederlandse bijdrage van in totaal ongeveer 1,4 miljoen euro, die binnen de defensiebegroting kan worden opgevangen. Het driejarenplan (2017–2019) wordt met het aangepaste budget in lijn gebracht.

Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie

Voorafgaand aan de eerste werksessie heeft Eurocommissaris Bienkowska de stand van zaken van het Europese Defensie Actieplan (EDAP) van de Commissie toegelicht. Dit plan heeft vier kernpunten: 1) het opzetten van een Europees defensiefonds voor het financieren van defensieonderzoek (door onder andere de Preparatory Action) en het ondersteunen van capaciteitsontwikkeling, 2) het bevorderen van investeringen in toeleveringsketens ter ondersteuning van het MKB, 3) maatregelen ter versterking van de interne markt en industrie (onder andere de herziening van de defensierichtlijn inzake openbare aanbestedingen op defensie- en veiligheidsgebied en de richtlijn over de overdracht van defensie-gerelateerde producten binnen de EU) en 4) maatregelen ter bevordering van synergiën tussen beleidsterreinen die zowel civiele als militaire raakvlakken hebben, zoals satelliet communicatie, cyber, luchtvaart en maritieme veiligheid. Ten aanzien van het defensiefonds onderstreepte Bienkowska dat dit voorstel zich nog in een vroeg stadium bevindt en dat verdere gesprekken met de lidstaten nodig zijn. Het actieplan is op 30 november door de Commissie aangenomen. Uw Kamer zal hiervan, overeenkomstig de gebruikelijke procedure, een BNC-fiche ontvangen.

Agenda onderwerp 1: Uitvoering van de EU-Navo verklaring

In het bijzijn van SG Navo Stoltenberg spraken de Defensie-ministers over de uitvoering van de gezamenlijke EU-Navo verklaring. HV Mogherini informeerde de lidstaten over de uitwerking van een aantal gezamenlijke voorstellen (common set of proposals), waarin de EU-Navo samenwerking op de verschillende prioriteitsgebieden die in de gezamenlijke verklaring worden genoemd, verder wordt vormgegeven (de aanpak van hybride dreigingen, operationele samenwerking op het gebied van migratie in het Middellandse Zeegebied, cyberdefensie, complementaire en interoperabele capaciteitsontwikkeling, het versterken van defensieonderzoek en industriële samenwerking, parallelle en gecoördineerde oefeningen en capaciteitsopbouw in derde landen). De verwachting is dat de gezamenlijke voorstellen op 6 december a.s. door zowel de EU (tijdens de Ecofin Raad) als de Navo op ministerieel niveau worden aangenomen.

De SG Navo noemde het belang van de trans-Atlantische samenwerking en het belang van de EU-Navo samenwerking daarbinnen. Ook verwelkomde hij het Implementation Plan on Security and Defence en de raadsconclusies die hierover op 14 november jl. zijn aangenomen. Dit zal Europa, de EU en de Navo versterken, aldus Stoltenberg. Hij herhaalde de woorden van HV Mogherini dat het implementatieplan geen aanzet gaf tot een EU-leger, EU-collectieve verdediging of een EU-duplicatie van de Navo commandostructuur.

Agenda onderwerp 2: GVDB-missies en operaties

Tijdens de tweede werksessie spraken de ministers over de militaire GVDB-missies en operaties. Daarbij ging de aandacht voornamelijk uit naar EUNAVFOR MED Sophia. HV Mogherini onderstreepte het belang van een duurzame oplossing voor de financiering van de trainingen van de Libische kustwacht. Voorts stond zij stil bij de samenwerking tussen EUNAVFOR MED Sophia en Navo-operatie Sea Guardian en de afspraken die zijn gemaakt om informatie uit te wisselen. Lidstaten verwelkomden de samenwerking tussen EUNAVFORMED Sophia en Sea Guardian als een concrete uitwerking van de gezamenlijke EU-Navo verklaring.

Toezegging en overige mededelingen

Het takenpakket van het EDA en de taakverdeling van het EDA met andere instanties

De taken van het EDA zijn op 12 oktober 2015 vastgelegd in raadsbesluit 2015/1835. De primaire taak van het EDA is het assisteren van de lidstaten en de Raad om de Europese defensiecapaciteiten te verbeteren ter ondersteuning van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Het EDA kan hiertoe operationele capaciteitsbehoeften identificeren, maatregelen ontwikkelen om de capaciteitsontwikkeling te bevorderen en de Europese Defence Technological and Industrial Base (EDTIB) te versterken. Het EDA werkt hierbij nauw samen met de militaire staf van de EU (EUMS) en in toenemende mate met de Commissie, bijvoorbeeld op het gebied van onderzoek en technologieontwikkeling en het ondersteunen van de defensiemarkt- en industrie (onder andere in het kader van het EDAP).

Tijdens de EDA-bestuursraad op 15 november jl. heeft HV Mogherini een herziening van de rol van het agentschap aangekondigd die zij nog dit jaar wil starten. Het Implementation Plan on Security and Defence dat op 14 november jl. is gepresenteerd, het Europese Defensie actieplan (EDAP) dat eind november wordt verwacht en de gezamenlijke EU-Navo voorstellen voor het versterken van de samenwerking die in december worden verwacht, resulteren in een nieuwe strategische context waarin het agentschap zal moeten opereren. Dit heeft waarschijnlijk gevolgen voor de rol van het EDA op het gebied van capaciteitsontwikkeling en de ondersteuning die het EDA biedt om de Europese defensiesamenwerking te verdiepen. De verwachting is dat in het voorjaar 2017 de bevindingen en aanbevelingen van de herziening worden gepresenteerd.

Uitspraken van Duitse Minister van financiën Schäuble over een gezamenlijk EU budget

De heer De Roon verwees tijdens het AO van 8 november jl.

(Kamerstuk 21 501-28, nr. 148) naar de uitspraken van de Duitse Minister van Financiën, de heer Schäuble, over een gezamenlijke EU-defensiebegroting. Minister Schäuble opperde dit idee tijdens een bijeenkomst van een denktank in Berlijn waarover de Financial Times op 18 oktober jl. heeft gepubliceerd. Schäuble doelde bij zijn uitspraken op het poolen van beschikbare middelen. Hij heeft daar direct bij gezegd dat dit volledige synchronisatie van defensieplanningscycli en budgetten vereist en daardoor weinig kans van slagen heeft. Het voorstel is niet formeel door Duitsland gepresenteerd en is ook niet ter sprake gekomen tijdens de discussies over het Implementation Plan on Security and Defence.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven