21 501-20 Europese Raad

Nr. 1358 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2018

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan van de informele Europese Raad van 20 september 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE EUROPESE RAAD VAN 19 EN 20 SEPTEMBER 2018

Op de informele Europese Raad (ER) van 19 en 20 september a.s. in Salzburg zullen naar verwachting de onderstaande onderwerpen aan de orde komen. Gelet op het informele karakter worden geen besluiten voorzien noch raadsconclusies aangenomen. Er zijn nog geen voorbereidende documenten beschikbaar.

Migratie

Op moment van schrijven van deze geannoteerde agenda staat nog niet vast hoe dit agendapunt zal worden besproken. Het ligt in de lijn der verwachting dat de informele ER zich zal buigen over de opvolging van de conclusies van de Europese Raad van 28 juni 2018. De inzet van het kabinet zal conform de integrale migratieagenda zijn.2

Daarbij is het voor het kabinet van belang dat de EU en haar lidstaten blijven vasthouden aan de integrale benadering van migratie, zoals overeengekomen tijdens de ER op 28 juni jl., met interventies langs alle punten van de migratieroutes. Daarvan zijn onlosmakelijk onderdeel de samenwerking met derde landen, het aanpakken van grondoorzaken, voldoende ondersteuning voor het EU Trustfonds voor Afrika en de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en het naar behoren functioneren van de Schengenruimte.

Om hier nader invulling aan te geven dienen de conclusies van de Europese Raad van 28 en 29 juni jl.3 het uitgangspunt te zijn. Naar verwachting zal de Europese Commissie in aanloop naar deze informele Europese Raad nadere voorstellen presenteren n.a.v. deze conclusies, o.a. over de samenwerking met derde landen in het oprichten van een ontschepingsmechanisme en de toepassing van het concept van gecontroleerde centra in de EU. Naar verwachting zal de ER hier ook over spreken. Het kabinet heeft veel waardering voor de inspanningen van lidstaten die met grote aantallen aankomsten te maken hebben gehad en/of substantiële aantallen asielverzoeken hebben ontvangen. Nederland heeft hen in de afgelopen jaren ook op verschillende manieren hierbij solidariteit getoond. Voor het kabinet is het duidelijk dat hier een structurele oplossing moet worden gevonden langs de conclusies van de Europese Raad van 28 en 29 juni jl. waarbij verantwoordelijkheid en solidariteit onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Uw Kamer zal via de gebruikelijke weg over deze voorstellen worden geïnformeerd. Zoals uw Kamer bekend4, steunt het kabinet de verdere uitwerking van dergelijke concepten. Van belang is dat deze concepten de (internationaal)rechtelijke kaders en verplichtingen respecteren, in het bijzonder het respect voor het principe van non-refoulement.

Zoals vaker met uw Kamer gedeeld verschillen de visies op het thema migratie in de Europese Raad en is het tot op heden niet mogelijk gebleken om hier een duurzame Europese oplossing voor te vinden. Het kabinet zet zich ervoor in dat zo’n oplossing er komt op basis van de conclusies van de ER van 28-29 juni jl. Daarbij is het van belang dat alle lidstaten bijdragen aan de oplossing.

Interne Veiligheid

Op moment van schrijven van deze geannoteerde agenda staat nog niet vast hoe dit agendapunt zal worden besproken. In de Leaders Agenda van de voorzitter van de Europese Raad Tusk is vastgelegd dat een discussie zal plaatsvinden over interne veiligheid. Daartoe zal conform de gebruikelijke procedure naar verwachting nog een discussion note worden gecirculeerd onder de leden van de Europese Raad. Deze notitie is nog niet verschenen. Zodra deze is ontvangen zal deze vertrouwelijk met het parlement worden gedeeld. Zoals bij de eerdere discussies in het kader van de Leaders Agenda zullen de staatshoofden en regeringsleiders geen conclusies aannemen, en is het denkbaar dat formele conclusies over deze onderwerpen op een latere (formele) ER aan de orde zullen komen.

Strategische interne veiligheidsagenda

Het ligt in de lijn der verwachting dat de informele ER zich zal buigen over nadere invulling van de strategische interne veiligheidsagenda. Onderwerpen die hier vermoedelijk aan bod zullen komen zijn preventie van radicalisering, terroristische inhoud online en het cyber security pakket. Het kabinet zal de versterking binnen de Europese Commissie op het gebied van preventie van radicalisering steunen en het belang van flexibiliteit en inzet van eerstelijnsprofessionals onderstrepen. Ook zal Nederland op het gebied van terroristische inhoud online aangeven positief te zijn over de samenwerking tussen de grote internetbedrijven in het EU Internet Forum. Dit forum heeft geleid tot een vermindering van terroristische inhoud online. Eventuele Europese wetgeving en werkwijze is voor Nederland alleen van toegevoegde waarde als deze bijdraagt aan het borgen van vermindering van terroristische inhoud online en geen ongeoorloofde inbreuk maakt op mensenrechten online, waaronder vrijheid van meningsuiting. De voorstellen dienen ook in lijn te zijn met de richtlijn inzake elektronische handel, in het bijzonder betreffende beperkte aansprakelijkheid. Tot slot steunt het kabinet het cyber security pakket van de Europese Commissie van september 2017, in het bijzonder voor een permanent mandaat voor ENISA, het Europees Agentschap voor Netwerk en Informatiebeveiliging en een Europees kader voor cyberbeveiligingscertificering voor ICT-producten en -diensten, zoals verwoord in de betreffende BNC fiches5 die uw Kamer reeds zijn toegekomen.

EOM

Daarnaast heeft de Commissie in haar werkprogramma voor 2018 een Mededeling over de mogelijke uitbreiding van het mandaat van het EOM met terrorismebestrijding voor dit najaar aangekondigd. Naar verwachting zal de Commissie tijdens de informele bijeenkomst van de Europese Raad haar ideeën op dit punt nader toelichten. Wat Nederland betreft, is een discussie over uitbreiding van het mandaat van het EOM niet aan de orde. Het kabinet heeft in de brief aan beide Kamers van 23 februari 2018 over zijn voornemen tot notificatie van de wens van Nederland tot deelname aan de nauwere samenwerking inzake het EOM aangegeven dat Nederland geen voorstander is van verdere uitbreiding van het mandaat van het EOM tot bijvoorbeeld terrorismebestrijding.

Het is nu belangrijk dat het EOM eerst goed wordt ingericht voor zijn rol in EU-fraude zaken en deze in praktijk goed vervult. Beide zaken zullen aanzienlijke tijd en energie kosten. Nederland stelt zich op het standpunt dat eerst de evaluatie voorzien in artikel 119 van de EOM-verordening zal moeten worden uitgevoerd, voordat een discussie over wijziging in het takenpakket van het EOM aan de orde kan komen. Los daarvan is het kabinet niet overtuigd van de operationele noodzaak het EOM een aanvullende rol te geven bij de bestrijding van terrorisme, mede omdat bestaande structuren, zoals Eurojust en Europol, voor de grensoverschrijdende samenwerking voldoende effectief zijn.

Interoperabiliteit

Tijdens de informele Europese Raad zal mogelijk ook gesproken worden over interoperabiliteit. Of het onderwerp op de agenda zal staan en wat er over dit onderwerp besproken zal worden is op moment van schrijven nog niet duidelijk. Indien het op de agenda staat zal het waarschijnlijk gaan over de twee voorstellen van de Commissie van 12 december 2017 over interoperabiliteit tussen centrale EU-informatiesystemen. Dit moet zorgen voor beter beheer van de buitengrens van het Schengengebied en voor verhoogde interne veiligheid binnen de Europese Unie.

Op 14 juni jl. is in de Raad een algemene oriëntatie bereikt over de twee verordeningen en is mandaat verleend voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. Nederland heeft zijn steun uitgesproken voor de Raadspositie. Het kabinet hecht aan een evenwichtig akkoord. De nadere visie van het kabinet is vervat in de aanbiedingsbrieven bij de geannoteerde agenda’s voor de informele JBZ-raad van respectievelijk 8 en 9 maart6 en 4 en 5 juni.7

Europese Raad in Artikel 50 samenstelling

Tijdens deze informele Europese Raad zal mogelijk ook de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50) samenkomen om kort de voorgang te bespreken in de Brexit-onderhandelingen. Hoofdonderhandelaar Barnier zal in dat geval een presentatie geven over de laatste stand van zaken.

Sinds de ER Artikel 50 van 28-29 juni jl. is zeer beperkt vooruitgang geboekt in de onderhandelingen over de nog openstaande punten van het terugtrekkingsakkoord, zoals de Iers/Noord Ierse grenskwestie en de governance van dat akkoord. Ook de gesprekken over de politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen blijven vooralsnog voornamelijk beperkt tot het uitwisselen van standpunten. Het door de regering van het VK gepubliceerde beleidsdocument over de toekomstige relatie (White Paper) heeft daarmee nog niet geleid tot een doorbraak in de onderhandelingen, al verlopen de gesprekken over interne en externe veiligheid constructiever dan die over het beoogde economisch partnerschap.

Ondanks de beperkte vooruitgang de afgelopen tijd zijn de onderhandelingen na het verschijnen van het White Paper een nieuwe fase ingegaan. Om de kans op overeenstemming over het terugtrekkingsakkoord en de politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen te vergroten, komen de onderhandelaars van de Europese Commissie en het VK sinds de tweede week van augustus wekelijks bijeen (continue onderhandelingen). Ook heeft hoofdonderhandelaar Barnier tijdens zijn persconferentie op 21 augustus jl. het signaal afgegeven dat de deadline voor het bereiken van een akkoord eventueel opgeschoven zou kunnen worden tot «ruim voor het einde van dit jaar».

Het kabinet zal tijdens de informele Europese Raad opnieuw steun uitspreken voor de inzet van hoofdonderhandelaar Barnier in de Brexit-onderhandelingen om zo spoedig als mogelijk tot een evenwichtig pakket te komen. Het kabinet zal daarbij het belang van behoud van de EU27 eenheid benadrukken in aanloop naar de ER Artikel 50 van 18 oktober 2018 en daarna.


X Noot
1

I.v.m. correctie in Kamerstuknummer

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2375.

X Noot
3

Verslag van de Europese Raad van 28 en 29 juni 2018, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1354.

X Noot
4

Verslag JBZ-raad van 4 en 5 juni 2018 te Luxemburg d.d. 18 juni 2018, Kamerstuk 32 317, nr. 516; Geannoteerde agenda Europese Raad van 28 en 29 juni 2018, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1342; Verslag van een notaoverleg, gehouden op 4 juli 2018, over uitkomsten van de Europese Raad en eurozonetop van 28 en 29 juni 2018, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1357.

X Noot
5

Kamerstuk 22 112, nrs. 2407 en 2408.

X Noot
6

Geannoteerde agenda JBZ-raad van 8 en 9 maart 2018, Kamerstuk 32 317, nr. 507.

X Noot
7

Geannoteerde agenda JBZ-raad 4 en 5 juni 2018, Kamerstuk 32 317, nr. 513.

Naar boven