21 501-20 Europese Raad

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2016

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de tweede voortgangsrapportage van de Commissie inzake het visumliberalisatie van Turkije vergezeld van een kabinetsappreciatie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Op 4 maart jl. presenteerde de Commissie het tweede voortgangsrapport in het visumliberalisatietraject van Turkije.1 Een eerste appreciatie van dit rapport ontving u reeds in de Kamerbrief van 8 maart jl. (Kamerstuk 22 112, nr. 2078) over commissiemededelingen 4 maart 2016. Conform de toezegging van 9 december 2015 ontvangt uw Kamer hierbij een meer uitgebreide appreciatie.

Het visumliberalisatietraject met Turkije ging van start met de ondertekening van de EU-Turkije terug- en overnameovereenkomst op 16 december 2013 en is gebaseerd op de Roadmap towards a visa-free regime with Turkey2. Het kabinetsbeleid op dit terrein is strikt en fair: wanneer Turkije aan de voorwaarden van de Roadmap voldoet, dan kan Nederland instemmen met het invoeren van visumvrijheid voor Turkse burgers. Zoals toegelicht in het plenair debat ter voorbereiding op de Europese Raad van 17 en 18 maart 2016, zal ook bij een versnelling van het visumliberalisatietraject worden toegezien op naleving van alle benchmarks. De Europese Commissie heeft die lijn bevestigd in de mededeling «Volgende operationele stappen in de samenwerking tussen de EU en Turkije op migratie», van 16 maart 2016.

De Commissie stelt in dit tweede voortgangsrapport dat Turkije sinds de EU-Turkije Top van 29 november jl. de implementatie van de 72 benchmarks van de Roadmap heeft geïntensiveerd. Op dit moment wordt aan 19 benchmarks voldaan, aan 17 benchmarks wordt bijna voldaan en voor 21 benchmarks zijn er goede vooruitzichten. Op 3 benchmarks is een zekere voortgang geboekt, 9 benchmarks zijn gedeeltelijk vervuld en 3 benchmarks zijn niet vervuld. De Commissie verwelkomt het nieuwe engagement en signaleert dat Turkije de afgelopen periode een aantal belangrijke stappen heeft gezet. Ook doet de Commissie concrete aanbevelingen aan Turkije. Deze aanbevelingen zijn gerelateerd aan de vijf blokken met benchmarks in de Roadmap visumliberalisatie over de volgende terreinen: documentveiligheid, migratiebeheer, openbare orde en veiligheid, fundamentele rechten en terug- en overname van irreguliere migranten.

Op het gebied van documentveiligheid heeft Turkije volgens de Commissie goede voortgang geboekt, zoals de aanname van juridische en technische procedures voor het uitgeven van biometrische identiteitskaarten met een geldigheidsduur van 10 jaar. De aanbevelingen betreffen het met EU standaarden in overeenstemming brengen van de veiligheidskenmerken van Turkse paspoorten, het verbeteren van de capaciteit van de Turkse politie en van het grondpersoneel van luchtvaartmaatschappijen die zich bezig houden met het detecteren van valse en frauduleuze documenten, en betere informatiedeling over frauduleuze documenten met de EU.

Turkije heeft ook goede voortgang gemaakt ten aanzien van migratiebeheer, zoals de aanname van wetten ter bescherming van vluchtelingen, de verbetering van het visum- en grensbeheersysteem, de introductie van de visumplicht voor bepaalde derdelanders met een verhoogd migratierisico-profiel en intensivering van de bestrijding van mensensmokkel. De Commissie geeft Turkije tegelijkertijd ook het nodige huiswerk mee op het gebied van grensbeheer, visumbeleid en internationale bescherming. Hierbij benadrukt de Commissie het belang van adequate grenscontrole om illegale grensoverschrijding tegen te gaan. Ook moet de capaciteit van de Turkse kustwacht, de politie en de gendarmerie worden versterkt, het aantal controles aan de grenzen worden verhoogd, de communicatie met de Griekse kustwacht worden verbeterd en de operationele samenwerking met Frontex verder worden ontwikkeld. De Commissie stelt o.a. dat het visumbeleid vis-à-vis bepaalde landen van herkomst verder in lijn moet worden gebracht met het EU-visumbeleid, dat terug- en overnameovereenkomsten met herkomstlanden moeten worden uitgevoerd en dat de capaciteit van de Turkse consulaire staf op ambassades in derde landen moet worden verbeterd. Op het gebied van internationale bescherming beveelt de Commissie onder meer aan dat Turkije de toegang tot sociale diensten, werkgelegenheid, huisvesting en taal- en beroepsonderwijs voor erkende vluchtelingen verder verbetert, dat de achterstand in asielaanvragen sneller wordt weggewerkt en dat het land meer doet om te voorkomen dat asielzoekers doorreizen naar Europa.

Turkije heeft volgens de Commissie sinds het eerste voortgangsrapport3 diverse verdragen geratificeerd die relevant zijn voor de openbare orde en veiligheid: het Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme, het Verdrag inzake bestrijding van mensenhandel, het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens en het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen. Desalniettemin is de Commissie van mening dat de implementatie van dit derde blok met benchmarks achterblijft bij de blokken documentveiligheid en migratiebeheer. De Commissie beveelt Turkije daarom aan om o.a. politie- en justitiële samenwerking met EU-lidstaten en met Europol te verbeteren, bovengenoemde verdragen onverwijld ten uitvoer te leggen, nieuwe actieplannen voor de bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie op te stellen en een aantal aanvullende verdragen en protocollen te ondertekenen en ratificeren. Hiervoor is het naar het oordeel van de Commissie belangrijk dat Turkije zijn procedures stroomlijnt door middel van het aannemen van nadere regelgeving ter uitvoering van de Wet op Buitenlanders en Internationale Bescherming.

Op het gebied van fundamentele rechten waren er ten tijde van het eerste voortgangsrapport een aantal aandachtsgebieden van groot belang waar verdere voortgang noodzakelijk is, met name op het gebied van burger- en minderhedenrechten. Tegelijkertijd had Turkije de zes benchmarks ten aanzien van vrijheid van beweging en voorwaarden en procedures voor de uitgifte van identiteitsdocumenten al wel vervuld. De Commissie signaleert dat er op dit terrein sindsdien weinig voortgang is geboekt en herhaalt daarom haar eerdere aanbevelingen op dit terrein. Zo moet Turkije zijn terrorismewetgeving in overeenstemming brengen met het EU acquis, anti-discriminatiewetgeving aannemen, protocollen 4 en 7 bij het EVRM ratificeren en wetgeving aannemen voor het toezicht op mogelijke mensenrechtenschendingen door ordehandhavers.

Sinds het eerste voortgangsrapport zijn er volgens de Commissie meerdere positieve ontwikkelingen te melden inzake de terug- en overname van irreguliere migranten, zoals intensivering van de contacten met Griekenland ter verbetering van de implementatie van het bilaterale terug- en overnameprotocol tussen beide landen. De Commissie stelt dat Turkije nog een aantal belangrijke acties moet ondernemen. Per 1 juni 2016 moet Turkije de overnameverplichting van derdelanders op grond van de bestaande terug- en overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije implementeren. Tot die tijd moet de implementatie van de overnameverplichting volgend uit bilaterale verdragen aanzienlijk verbeteren en moet Turkije de bestaande terugnameverplichting van eigen onderdanen op grond van de bestaande terug- en overnameovereenkomst met de EU respecteren.

Het kabinet deelt de bevindingen van de Commissie. Het kabinet heeft waardering voor de inspanningen van Turkije om aan de verplichtingen uit de Roadmap visumliberalisatie te voldoen. Het is ook in het belang van de Unie dat Turkije voldoet aan deze benchmarks, die immers een belangrijke rol spelen in de aanpak van de huidige migratieproblematiek. Het kabinet verwelkomt de verschillende stappen die Turkije heeft gezet in het verbeteren van de juridische en sociaaleconomische situatie van de bijna drie miljoen vluchtelingen die Turkije opvangt. De Europese Unie ondersteunt deze initiatieven ook via de Refugee Facility for Turkey. Ook waardeert het kabinet in het bijzonder de wijze waarop Griekenland en Turkije hun onderlinge samenwerking intensiveren op het gebied van grens- en kustbewaking en overname van niet rechtmatig verblijvende derdelanders. Waar mogelijk zal het kabinet Turkije en Griekenland daarin ondersteunen, samen met de Commissie. Dit volgt ook uit de afspraken die met Turkije op 29 november 2015 zijn gemaakt in het kader van het gezamenlijke EU-Turkije Actieplan4 en waar het voorstel dat Turkije op 7 maart jl. heeft gepresenteerd op voortborduurt.

Tegelijkertijd signaleert het kabinet dat de Turkse wens om al in juni 2016 in aanmerking te komen voor visumvrijheid voor Turkse burgers additionele inzet van Turkije zal vergen. Turkije moet nog veel werk verzetten voordat het land alle benchmarks heeft vervuld. Een voorbeeld is de invoering en vervanging van tien miljoen Turkse paspoorten door biometrische documenten vereist voor visumvrij reizen. Het is zeer goed mogelijk dat het gros van deze biometrische documenten pas na 1 juni ingevoerd zullen zijn. Een burger kan echter alleen een beroep doen op visumvrijheid als hij/zij in het bezit is van een biometrisch paspoort. Zaken als capaciteitsopbouw en de vervanging van verouderd materieel hebben verder permanente aandacht nodig, dit is een voortdurend proces. Het wegwerken van achterstanden in de behandeling van asielaanvragen en de noodopvangcapaciteit voor vluchtelingen in afwachting van hun procedure of van hun terugkeer zullen verder verbeterd moeten worden. Het kabinet hecht in het bijzonder belang aan voortgang in de vervulling van de benchmarks op het gebied van fundamentele rechten. Ook moeten de rechten van alle migranten in Turkije – ook de niet-Syriërs – gewaarborgd worden.

Het is nu in de eerste plaats aan Turkije om zijn ambitie waar te maken en politiek commitment te tonen door de aanbevelingen van de Commissie met energie op te pakken. Daarnaast blijft het van belang dat de Commissie haar nauwe monitoring van de voortgang in de implementatie van de benchmarks voortzet en dat de Commissie waar nodig technische ondersteuning biedt. Nederland is zelf ook bereid Turkije met raad en daad bij te staan in de aanpak van de migratiecrisis. Dat is ook in ons eigen belang.

Zoals toegelicht in het plenair debat ter voorbereiding op de Europese Raad van 17 en 18 maart 2016, zorgt de Europese Commissie voor verdere voortgangsmonitoring, bovenop het thans voorliggende voortgangsrapport. De Commissie is voornemens om eind april 2016 een voorstel om Turkije op de lijst met visumvrije landen te plaatsen aan de Raad en het Europees Parlement voor te leggen, mits Turkije de noodzakelijke maatregelen neemt om te voldoen aan de openstaande vereisten. Het kabinet ziet deze aanvullende voortgangsrapportage en het voorstel met belangstelling tegemoet en zal op basis daarvan beoordelen of Turkije alle benchmarks heeft vervuld en of er eind juni door de Raad besloten kan worden of de visumplicht voor Turkse burgers kan worden opgeheven. De visumvrije status zal pas worden ingevoerd wanneer de Raad (met gekwalificeerde meerderheid) hiertoe besluit en het Europees Parlement ermee heeft ingestemd. Over het voorstel van de Commissie zal uw Kamer te zijner tijd volgens de bestaande afspraken worden geïnformeerd.

Naar boven