21 501-08 Milieuraad

Nr. 594 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2015

Hierbij doe ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda toekomen van de Milieuraad die op 16 december a.s. plaats zal vinden in Brussel. De geannoteerde agenda gaat onder andere in op de tussentijdse evaluatie van de EU Biodiversiteitsstrategie. Voor dit onderwerp bied ik u de geannoteerde agenda mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken aan.

Deze geannoteerde agenda is gebaseerd op de voorlopige agenda die door het Luxemburgse Voorzitterschap is uitgebracht en de laatste informatie over lopende zaken. Indien de agenda nog ingrijpend wijzigt, zal ik u nader informeren.

Tenslotte treft u in de bijlage een voortgangsoverzicht aan van actuele Europese wetgevingsinitiatieven op het terrein van Infrastructuur en Milieu1.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

MILIEURAAD, 16 DECEMBER 2015

Op 16 december 2016 zal de volgende Milieuraad plaatsvinden in Brussel. Het eerste agendapunt is de herziening van de NEC-Richtlijn. Daarnaast wil het Luxemburgs Voorzitterschap Raadsconclusies aannemen ten aanzien van de tussentijdse herziening van de EU Biodiversiteitsstrategie. Vervolgens zal de Commissie haar nieuwe voorstel voor circulaire economie presenteren. Tot slot zal er kort stilgestaan worden bij de uitkomsten van de klimaattop in Parijs en zal Nederland als inkomend EU-voorzitter het werkprogramma van de Milieuraad voor het komende half jaar presenteren.

NEC-Richtlijn

Eind 2013 presenteerde de Europese Commissie haar luchtkwaliteitpakket. Sindsdien wordt er onderhandeld over het voorstel voor herziening van de NEC-Richtlijn (National Emission Ceilings). Deze Richtlijn bevat voor de jaren 2020 en 2030 voor alle Lidstaten uitstootplafonds voor een aantal luchtverontreinigende stoffen. Het Luxemburgs Voorzitterschap streeft ernaar om tijdens deze Milieuraad een algemene oriëntatie te bereiken. Ondanks de inzet van het Voorzitterschap is het de vraag of dat haalbaar is. Het belangrijkste obstakel is dat een aantal Lidstaten nog altijd geen positie kan innemen ten aanzien van de voor hun land voorgestelde emissieplafonds. Ze zijn nog niet klaar met het doorrekenen van hun kosten-batenanalyse.

Inzet Nederland

Het kabinet is voorstander van een verdergaande reductie van de luchtverontreiniging. In een variant op het Commissievoorstel heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de reductieverplichtingen in lijn gebracht met de Nederlandse gegevens. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 25 februari 2015 streeft Nederland ernaar dat de reductieverplichtingen zoveel mogelijk aansluiten bij de PBL-variant. Voor stikstofoxiden, zwaveldioxide, fijnstof en ammoniak zijn in de Raadswerkgroep percentages voorgesteld die voldoende aansluiten bij de PBL-variant. Nederland kan zich hierin vinden. Alleen voor niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) en voor het methaanplafond heeft Nederland bedenkingen. Naar mening van Nederland is nog onvoldoende duidelijk wat de kosten en baten zijn van een methaanplafond onder de NEC-Richtlijn. Bovendien is methaanreductie al onderdeel van het energie- en klimaatpakket. Voor NMVOS ligt het voorgestelde reductiepercentage hoger dan wat het PBL technisch haalbaar acht voor Nederland.

De Richtlijn stelt plafonds vast voor 2020 en 2030. Het Europees Parlement is voorstander om ook een bindend plafond vast te stellen voor 2025. Nederland kan zich daar niet in vinden, omdat het – gezien de investeringscyclus van bijvoorbeeld bedrijven – efficiënter kan zijn de maatregelen dichter naar 2030 te treffen. Wel is Nederland voorstander van een stevig ijkmoment in 2025, zodat er zekerheid is dat alle Lidstaten de verplichtingen van de Richtlijn daadwerkelijk gaan nakomen. In de Milieuraad zal Nederland zich inzetten voor haalbare en kostenefficiënte reductiepercentages.

Indicatie krachtenveld

Een aantal Lidstaten heeft nog geen definitieve positie ingenomen omdat ze nog niet klaar zijn met het doorrekenen van hun kosten-batenanalyse. Verder zijn veel Lidstaten van mening dat de voorstellen nog erg ambitieus zijn en dat de Richtlijn voldoende flexibiliteit moet bieden, bijvoorbeeld om ruimte te bieden aan onvoorziene (economische) ontwikkelingen.

Het Europees Parlement heeft op 28 oktober zijn positie bepaald. Voor de reductiepercentages is de positie van het Parlement dat het oorspronkelijke Commissievoorstel moet worden gevolgd. De Raad heeft deze reductiepercentages in de onderhandelingen losgelaten – omdat ze op verkeerde gegevens gebaseerd waren – en vervangen door nieuwe cijfers. Hiermee is het Parlement ambitieuzer dan de Raad. Verder is het Europees Parlement voorstander van een methaanplafond, iets wat op weinig bijval kan rekenen in de Raad. Tot slot zijn het Europees Parlement en de Europese Commissie ook voorstander van een bindend plafond voor 2025, terwijl de Raad dat niet is.

Tussentijdse evaluatie EU Biodiversiteitsstrategie

Op 6 oktober 2015 heeft de Europese Commissie een tussentijdse evaluatie van de EU 2020 Biodiversiteitsstrategie2 gepubliceerd. Het Luxemburgs Voorzitterschap wil tijdens deze Milieuraad Raadsconclusies aannemen waarmee de Raad een appreciatie geeft van het rapport. Het Europees Parlement streeft er ook naar eind december 2015 of januari 2016 conclusies aan te nemen over de tussentijdse evaluatie van de Biodiversiteitsstrategie.

De hoofddoelstelling van de EU 2020 Biodiversiteitsstrategie is het stoppen van het verlies aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten in 2020 en deze waar mogelijk te herstellen. Daarnaast beoogt de strategie de EU-bijdrage aan de mondiale biodiversiteit te vergroten. Uit de tussentijdse evaluatie blijkt dat hoewel er op onderdelen vooruitgang is geboekt, er nog geen verbetering zichtbaar is op het hoofddoel3.

De conceptconclusies over het eerste subdoel, de volledige implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn, houden nauw verband met de lopende fitness check van deze Richtlijn waar uw Kamer eerder over is geïnformeerd (kst 33 576, nr. 43). De resultaten hiervan worden in het voorjaar van 2016 verwacht.

Inzet Nederland

Het kabinet onderschrijft de hoofdboodschappen van de Europese Commissie dat er weliswaar voortgang is geboekt, maar dat extra inspanning nodig is om de doelen te behalen. Daar is het kabinetsbeleid ook op gericht. Daarnaast wil het kabinet het duurzaam benutten van biodiversiteit benadrukken en dat natuurlijk kapitaal en circulaire economie elkaar wederzijds versterken.

Het kabinet zet in op het versterken van de uitvoerbaarheid van de Vogel- en Habitatrichtlijn met behoud van het huidige beschermingsniveau; dit staat voor Nederland niet ter discussie. Nederland is voorstander van flexibele en dynamische invulling van de bestaande Europese richtlijnen. In juni 2016 zal onder Nederlands Voorzitterschap een conferentie rondom de fitness check plaatsvinden.

Nederland acht het niet effectief om in de Raadsconclusies vooruit te lopen op de fitness check van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dat zou immers geen recht doen aan het lopende onderzoek waar Lidstaten en maatschappelijke organisaties veel energie in hebben gestopt en waarvan de conclusies nog niet bekend zijn.

Indicatie krachtenveld

Alle Lidstaten en het Europees Parlement hechten er belang aan om de doelen te realiseren en een oproep te doen tot verdergaande inspanningen. De discussie over de aan te nemen Raadsconclusies wordt echter beïnvloed door al dan niet reeds ingenomen standpunten over de fitness check van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Negen Lidstaten (Nederland behoort hier niet toe) hebben de Europese Commissie al schriftelijk kenbaar gemaakt dat ze de Vogel- en Habitatrichtlijn ongewijzigd willen laten.

Circulaire economie

Begin dit jaar besloot de Commissie om het afvalpakket4 in te trekken om eind 2015 met een ambitieuzer pakket voor de transitie naar een circulaire economie te komen. Dit nieuwe voorstel zal op 2 december a.s. gepubliceerd worden. Volgens de laatste berichten van de Commissie zal dit de hele keten adresseren, en bestaan uit een nieuw wetgevend afvalpakket en een actieplan waarin voorstellen staan aangekondigd die deze Commissie zal initiëren. Het Luxemburgs Voorzitterschap heeft de Commissie uitgenodigd het dan net gepubliceerde pakket tijdens de Milieuraad van 16 december te presenteren.

Inzet Nederland

De transitie naar een circulaire economie is in Nederland in volle gang. Dit blijkt onder andere uit alle initiatieven en de dynamiek in de samenleving gericht op het sluiten van ketens en het efficiënt omgaan met grondstoffen. In Nederland is het kabinet het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) gestart om deze transitie te versnellen. Nederland is op dit moment een koploper in het verwerken van afval en stort nog maar 2 á 3% van haar huishoudelijk afval.

Voor een daadwerkelijke transitie naar een circulaire economie moet echter voorbij onze landsgrenzen gekeken worden. Een Europese transitie vergroot de kansen voor groei en werkgelegenheid en versterkt de Europese concurrentiepositie. Nederland is daarom voorstander van Europees beleid om het speelveld gelijk te trekken, koplopers meer ruimte te bieden en meer zekerheid te geven voor investeringen. Daarnaast moet de transitie gefaciliteerd worden door meer coherente Europese regelgeving en instrumenten. Zo is bijvoorbeeld betere aansluiting nodig tussen het beleid voor chemische stoffen, voor producten en voor afval.

Het circulaire economie-pakket is één van de Nederlandse prioriteiten tijdens het Nederlands EU-Voorzitterschap. Hierbij wil het kabinet naast het milieubelang ook aandacht vragen voor het economisch belang van het pakket. Daarnaast wil Nederland ervoor zorgen dat de partijen die de transitie zullen realiseren een stem behouden in de ontwikkeling van het pakket. Tijdens ons Voorzitterschap organiseert Nederland daarom met de Commissie een bijeenkomst om het nieuwe voorstel met Europese niet-statelijke actoren te bespreken. Tijdens de Milieuraad in december zal Nederland het belang van het circulaire economie-pakket onderstrepen.

Indicatie krachtenveld

Het Europees Parlement heeft zich stevig uitgesproken voor regelgeving en beleid dat de transitie naar een circulaire economie in Europa stimuleert. In juli 2015 heeft het Parlement een resolutie aangenomen waarin de Commissie wordt opgeroepen om met ambitieuze maatregelen te komen om een systeemverandering richting een circulaire economie te bevorderen.

Lidstaten zullen hun positie op het Commissievoorstel nog moeten vormen. Ten opzichte van het actieplan lijken diverse Lidstaten op hoofdlijnen de Nederlandse standpunten te delen. Wat afval betreft kampen veel Lidstaten met het realiseren en handhaven van de eerder gestelde doelen. Naar verwachting zullen de standpunten tussen Lidstaten vooral verschillen waar het de instrumenten betreft en tot in hoeverre deze op onderdelen bindend of niet bindend zijn.

Terugkoppeling klimaattop

De Commissie en het Voorzitterschap zullen een terugkoppeling geven van de klimaattop die van 30 november tot 11 december 2015 plaats vindt in Parijs. De Tweede Kamer is op 9 november jl. geïnformeerd over de Nederlandse inzet in Parijs. Nederland en de EU zetten zich momenteel in om tot een ambitieus, dynamisch en flexibel klimaatakkoord te komen.

Presentatie werkprogramma EU-Voorzitterschap

Op 1 januari 2016 neemt Nederland het EU-voorzitterschap over van Luxemburg. Tijdens deze Milieuraad zal Nederland hier aandacht voor vragen, zoals gebruikelijk is als inkomend voorzitter.

Op de Milieuraadsagenda neemt klimaat tijdens het Nederlands EU-Voorzitterschap een prominente plek in. Het invullen en uitvoeren van nieuwe mondiale afspraken na de klimaattop in Parijs zal hierbij een rol spelen. Daarnaast wordt er sinds juli onderhandeld over een Commissievoorstel voor herziening van het emissiehandelsysteem ETS binnen het 2030 klimaat- en energiepakket. In het 2e kwartaal 2016 wordt er ook een Commissievoorstel verwacht over de nationale doelstellingen voor het verder terugdringen van CO2-emissies in de non-ETS-sectoren (effort sharing decision). Nederland zal zich inzetten voor concrete voortgang in deze onderhandelingen, waarmee het besluit van de Europese Raad in oktober 2014 om de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 40% te reduceren in 2030 t.o.v. 1990 wordt geïmplementeerd in EU-wetgeving.

Daarnaast wil Nederland tijdens het Voorzitterschap het onderwerp circulaire economie actief agenderen. Nederland hoopt dat het voorstel dat de Commissie op 2 december publiceert de gehele keten omvat, van ontwerp tot en met afval. Dit betekent dus ook passende maatregelen voor zaken als duurzame winning, productie en consumptie.

In het verlengde van de Nederlandse prioriteit Better Regulation zal het kabinet zich op milieugebied inzetten voor verbetering en vereenvoudiging van EU-regelgeving, met name via promotie van het Nederlands-Brits-Duitse initiatief «Make It Work». Hierin richt een coalitie van Lidstaten zich samen met de Commissie op beter uitvoerbare, consistentere en meer toekomstbestendige EU-milieuwetgeving. Tijdens het Voorzitterschap wordt er o.a. gewerkt aan herziening en modernisering van de rapportageverplichtingen.

Een ander belangrijk dossier dat Nederland als voorzitter hoopt af te ronden is de herziening van de NEC-richtlijn. Daarnaast zullen het EU Action Plan on Wildlife Crime, dat de Commissie op 3 maart zal publiceren, en de internationale conferentie die Nederland van 1 tot 3 maart 2016 over dit onderwerp organiseert aan bod komen in de Milieuraad.

Tot slot vindt op 14 en 15 april 2016 de gecombineerde informele milieu en Transportraad plaats. Deze bijeenkomst zal in het licht staan van technische innovaties en beleid t.b.v. slimme en groene mobiliteit. Naast een gezamenlijk deel zullen de milieu en transportministers ook afzonderlijk bijeenkomen. Tijdens het milieudeel staat de vraag centraal op welke wijze de innovatie die nodig is om in 2050 60% CO2 te besparen in de Europese mobiliteitssector gestimuleerd kan worden. De uitkomsten hiervan kunnen bijdragen aan het verder brengen van de transitie naar zero-emissie rijden, de CO2-normering voor voertuigen na 2020 en het post-2020 (bio)brandstoffenbeleid.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

12683/15

X Noot
3

Kamerstuk 26 407, nr. 100

X Noot
4

11598/2014

Naar boven