26 407 Biodiversiteit

Nr. 100 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2015

Op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken geef ik u hierbij een eerste reactie op de tussentijdse evaluatie, Mid-Term Review (MTR), van de EU 2020 Biodiversiteitsstrategie. Dit rapport is vrijdag 2 oktober 2015 gepubliceerd door de Europese Commissie en voor behandeling toegestuurd naar de Raad van de EU en het Europees parlement. Het Luxemburgse voorzitterschap heeft dit rapport geagendeerd in de Milieuraad van 16 december 2015.

EU 2020 Biodiversiteitsstrategie en Mid-Term Review

De EU 2020 Biodiversiteitsstrategie is in 2010 vastgesteld en beschrijft met zes doelen en 20 acties welke maatregelen nodig werden geacht om de achteruitgang van biodiversiteit tegen te gaan en waar mogelijk te verbeteren. De zes doelen zijn:

  • Implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

  • Behoud en herstel van ecosystemen en hun diensten.

  • Vergroten van de bijdrage van land- en bosbouw aan behoud en versterking van de biodiversiteit.

  • Verzekeren van het duurzaam gebruik van visbestanden en het bereiken van een goede milieutoestand.

  • Bijdragen aan het bestrijden van invasieve exoten.

  • Bijdragen aan het tegengaan van de mondiale biodiversiteit.

De MTR geeft de stand van zaken weer in het realiseren van die doelen en acties op EU-niveau. De MTR is hoofdzakelijk gebaseerd op de EU State of Nature, in mei jl. gepubliceerd door het Europees Milieuagentschap, en op informatie uit de 5de nationale rapportages van de Conventie inzake Biologische Diversiteit (CBD) van de EU-lidstaten. De Nederlandse CBD-rapportage heb ik april 2014 naar uw Kamer gezonden (Kamerstuk 26 407, nr. 92) en deze is behandeld in een Algemeen Overleg Natuur en biodiversiteit op 28 mei 2015 (Kamerstuk 33 576, nr. 47).

De MTR laat zien dat er op veel terreinen voortgang is geboekt, maar benadrukt de noodzaak voor meer inspanningen door lidstaten bij de implementatie van de maatregelen om het biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Deze constatering is hoofdzakelijk gebaseerd op de eerder genoemde State of Nature, waarin wordt aangegeven dat er op EU-niveau geen verbetering zichtbaar is op het hoofddoel: het tegengaan van het verlies aan biodiversiteit.

Bij de bestrijding van invasieve exoten loopt de voortgang op schema. Bij vier doelen is de voortgang zichtbaar, maar nog wel onvoldoende. Bij het doel «vergroten van de bijdrage van land- en bosbouw aan behoud van biodiversiteit» is op EU-niveau nog geen voortgang merkbaar.

Reactie

Ik onderschrijf de hoofdboodschap van de Europese Commissie dat er weliswaar voortgang is geboekt, maar dat extra inspanningen nodig zijn. Daar is mijn beleid ook op gericht, onder meer met het aanwijzen van Natura 2000-gebieden in het afgelopen jaar en de inwerkingtreding van het Programma Aanpak Stikstof. Ook mijn inzet om de verdere verduurzaming van een klimaatslimme landbouw te bevorderen, draagt bij aan het tegengaan van biodiversiteitsverlies. Verder is Nederland op andere doelen actief. Ik noem hier afspraken met provincies voor herstelmaatregelen en realiseren van nieuwe natuur, een nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer, een implementatieplan voor de bestrijding van invasieve exoten en het agenderen van het tegengaan van wild life crime.

Tegelijkertijd komt ook uit evaluaties naar voren dat alleen het nemen van overheidsmaatregelen binnen de EU en ook binnen Nederland waarschijnlijk onvoldoende zal zijn om het biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Samen met burgers, ondernemers, andere overheden en maatschappelijke organisaties is het belangrijk om meer natuur-inclusief te gaan handelen. In de Natuurvisie (Kamerstuk 33 576, nr. 1) en de daaruit volgende Maatschappelijke Uitvoeringsagenda (Kamerstuk 33 576, nr. 41) ben ik ingegaan op het werken aan synergie tussen natuurdoelen en andere maatschappelijke belangen zoals waterbeheer, recreatie, ondernemerschap, gezondheid, energie en klimaat.

Mijn inzet binnen de EU wil ik op beide aspecten richten: extra aandacht voor de implementatie van de acties uit de EU Biodiversiteitsstrategie én inzetten op verbreding door het stimuleren van een natuur-inclusieve samenleving.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven