21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1622 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2019

In mijn brief van 5 juni jl.1 heb ik u toegezegd de Kamer te informeren over de jaarvergadering van de Europese Investeringsbank (EIB), waaronder de bevindingen van het Audit Comité zoals beschreven in het jaarverslag. U vindt dit jaarverslag als bijlage bij deze brief2. Daarnaast heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de belangrijkste activiteiten van de EIB, met in het bijzonder aandacht voor klimaatgerelateerde activiteiten.

In deze kamerbrief zal ik ingaan op (1) de belangrijkste onderwerpen van de jaarvergadering gevolgd door (2) de bevindingen van het Audit Comité. Ik sluit af met (3) de klimaatgerelateerde ambities en activiteiten van de EIB.

1. Verslag jaarvergadering

De jaarvergadering van de Raad van Gouverneurs vond plaats op 14 juni jl. in Luxemburg en marge van de Ecofin en Eurogroep (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1612). Op de agenda stond een aantal onderwerpen, waaronder het (her)benoemen van de voorzitter en leden van het Audit Comité en het vaststellen van het jaarverslag van het Audit Comité.

Tijdens de jaarvergadering sneed EIB president Hoyer daarnaast twee inhoudelijke thema’s aan: de klimaatgerelateerde activiteiten en -ambities van de EIB en de toekomst van de Europese ontwikkelingsfinancieringsarchitectuur.

Ten aanzien van klimaat sprak president Hoyer zich uit voor een leidende rol van de EU in de strijd tegen klimaatverandering en een leidende rol voor de EIB als grootste multilaterale financier van klimaatprojecten wereldwijd in termen van leenvolume.

Over de toekomst van de Europese architectuur voor ontwikkelingsfinanciering deelde president Hoyer de prioriteiten volgens de EIB: zichtbaarheid van de Europese Unie, minder fragmentatie en een sterke EU bank om de strategische belangen van de EU te kunnen dienen. Dit zou bereikt kunnen worden door betere samenwerking met en tussen Europese partners op het gebied van extern beleid (waaronder de Europese Commissie, de Europese Dienst voor Extern Optreden (EEAS) en de Europese bilaterale ontwikkelingsbanken).

De discussie over de rol van de EIB in de toekomst van de Europese financiële architectuur buiten de EU is nauw verbonden met de vorderingen van de «Group of Wise Persons»3 en de onderhandelingen over het Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI), onderdeel van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het kabinet hecht er waarde aan de visie van de «Wise Persons Group» mee te nemen in de positiebepaling omtrent de rol van de EIB in de Europese financiële architectuur voor ontwikkelingssamenwerking. Het kabinet vindt verder dat het behalen van ontwikkelingsimpact en andere doelstellingen van het extern beleid van de Europese Unie leidende principes moeten zijn in de vormgeving en implementatie van deze financiële architectuur.

2. Bevindingen Audit Comité

Het Audit Comité is volgens het statuut van de EIB verantwoordelijk voor: (1) de audit op de boekhouding van de EIB Groep met behulp van een externe auditor, (2) de jaarlijkse controle van de operaties en boekhouding van de EIB, met name op het gebied van risicomanagement en compliance en (3) het controleren of de activiteiten van de EIB in overeenstemming zijn met «best banking practice» (BBP), waaronder de relevante regelgeving en richtlijnen voor commerciële banken.4 De EIB hoeft zich als publieke instelling niet automatisch aan deze regelgeving en richtlijnen te houden, maar past ze toe volgens het «comply or explain» principe.

Het Audit Comité heeft zijn audit op het financiële jaarverslag 2018 voltooid. Uit dit financiële jaarverslag dat ik op 5 juni jl.5 naar de Kamer heb gestuurd blijkt dat de EIB in 2018 een goed operationeel resultaat heeft behaald en winst heeft gemaakt (EUR 2,3 mld.). Het Audit Comité concludeert dat het financiële jaarverslag van de EIB een waarheidsgetrouw beeld geeft van de financiële positie en van de resultaten van de activiteiten van de EIB Groep.

Daarnaast deelt het Audit Comité in het jaarverslag de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen op vijf hoofdthema’s, te weten: 1) duurzaamheid en bedrijfsvoeringsmodel, 2) group alignment tussen de EIB en het Europees Investeringsfonds (EIF), 3) risicomanagement en interne controle, 4) best banking practices (BBP) en 5) cultuur en gedrag, middelen en bezoldigingen. Hoewel het Audit Comité erkent dat de bank voortgang heeft gemaakt met governance gerelateerde hervormingen, ziet het nog hiaten die zo snel mogelijk opgevuld moeten worden. Aan de hand van bovenstaande thema’s doet het Audit Comité in totaal 23 aanbevelingen hiervoor. Hieronder volgt een samenvatting van de aanbevelingen per hoofdthema:

1. Duurzaamheid en bedrijfsvoeringsmodel

De groei van activiteiten onder het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) en de toename van (quasi-)equity hebben ertoe geleid dat de operaties van de EIB steeds complexer en risicovoller worden. Gezien het belang van een financieel gezonde bank waarschuwt het Audit Comité het Management Comité de winstgevendheid en impact op het benodigde kapitaal per product en mandaat goed in de gaten te houden.

2. Group alignment tussen de EIB en het EIF

Gezien de groei van (quasi-)equity en de voorziene ontwikkeling van de mandaten van de EIB, onder andere als gevolg van veranderingen onder het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK), acht het Audit Comité afstemming op het niveau van de EIB-groep, bestaande uit de EIB en het EIF, («group alignment») steeds noodzakelijker. Zo wordt de EIB verzocht om het risicomanagement en controlefuncties meer op groepsniveau in te richten met een focus op effectieve interne controlemechanismen, het (quasi-) equity beleid beter te coördineren binnen de EIB-groep en ook op groepsniveau datamanagement en IT-beleid te ontwikkelen. Verder stelt het Audit Comité dat verscherpte IT veiligheidsmaatregelen nodig zijn en prioriteit moeten krijgen.

3. Risk Management en interne controle

Het Audit Comité raadt de EIB aan om de kredietbeoordelings- en goedkeuringsprocessen te verbeteren. Het gaat hierbij met name om de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de eerste en tweede line of defence in het «Three Lines of Defence»-model en de volledigheid van de analyses en consistentie van de informatie die gebruikt worden bij het goedkeuringsproces. Daarnaast ziet het Audit Comité het beter managen van cyber security risico’s als één van de prioriteiten voor de Bank.

4. Best Banking Practice (BBP)

Zoals eerder aangegeven moet de EIB zich houden aan de best banking principles (BBP) volgens het «comply or explain» principe. In 2018 heeft de EIB haar holistische BBP-framework in detail gedefinieerd en formeel gedocumenteerd. Het Audit Comité merkt op dat er verbeteringen moeten worden doorgevoerd wat betreft de naleving, met name op het gebied van liquiditeit (risico) management, Anti-Money Laundering (AML) en het management en uitvoering van het prudentiële BBP programma. Het Audit Comité raadt de EIB dan ook aan om dit zo snel mogelijk te adresseren en de toepassing van de BBP verder te ontwikkelen.

5. Cultuur & gedrag, middelen en bezoldigingen

Het Audit Comité benadrukt het belang van een gezonde risicocultuur voor de EIB Groep. Het Audit Comité raadt aan om de gedragscode voor het Management Comité en de Raad van Bewindvoerders te herzien met het oog op beter toezicht op de risicocultuur binnen de EIB door deze bestuursorganen. Ook wordt het belang van voldoende capaciteit bij de controlefuncties benoemd en wordt de EIB aangemoedigd om diversiteit en genderbalans na te streven, vooral bij het senior management van de EIB en bij de bestuursorganen van de EIB Groep. Tenslotte stelt het Audit Comité dat het bezoldigingsbeleid beter in lijn moet worden gebracht met de BBP.

Een groot deel van de aanbevelingen van het Audit Comité is ook terug te vinden in het pakket van governance hervormingen dat onderdeel uitmaakt van een breder voorstel waarin ook de vervanging van het Britse kapitaal wordt geadresseerd. Op 5 februari jl.6 heb ik u geïnformeerd over deze hervormingen die ertoe dienen de governance van de EIB in lijn te brengen met de sterk gegroeide omvang en complexiteit van haar activiteiten en waar Nederland samen met een aantal andere aandeelhouders op aan heeft gedrongen.

Het management van de EIB heeft aangegeven de aanbevelingen van het Audit Comité op te zullen volgen en voortgang te blijven maken met de uitvoering van de reeds overeengekomen governance hervormingen. Dit zal onder andere gedaan worden door de uitvoering van de nieuwe Group Capital Sustainability Policy, het vernieuwen van het Risk Reporting framework, het opzetten van een nieuwe ICT strategie, het updaten van het proces voor interne audits in 2019, het versterken van het interne control framework volgens de Three Lines of Defence, een herziening van het governancemodel voor informatiebeveiliging en het verder versterken van het AML-CFT framework en de compliance functie binnen de EIB. Dit laatste onder andere door middel van een nieuw klokkenluidersbeleid en gedragscodes voor personeel en bestuursorganen. In het rapport is een uitgebreide reactie van het management op de aanbevelingen uit de vijf thema’s opgenomen (pagina’s 38 t/m 52).

Zoals benadrukt in de Nederlandse interventie tijdens de jaarvergadering, onderschrijf ik de bevindingen van het Audit Comité en zal ik toezien op de implementatie van de aanbevelingen en de governance hervormingen, met speciale aandacht voor de Group Capital Sustainability Policy, de implementatie van het «Three Lines of Defence»-model en de naleving van de Best Banking Practices.

3. Klimaatactiviteiten en -ambitie van de EIB

Uitgangspunt van het klimaatbeleid van de EIB is de in 2015 vastgelegde EIB klimaatstrategie.7 Zoals ik in mijn brief van 5 februari jl.8 heb aangegeven, heeft de EIB als doel minimaal 25 procent van alle investeringen te doen in projecten die gevolgen van klimaatverandering mitigeren en/of bijdragen aan de weerbaarheid tegen klimaatverandering. In 2018 voldeed 29 procent van de investeringen van de EIB hieraan.

Onderdeel van de EIB klimaatstrategie is vergroening van de energieactiviteiten van de EIB. Het EIB Energy Lending beleid9 dateert uit 2013 en wordt op dit moment herzien. Hoofddoel van het nieuwe beleid is om aan te sluiten bij de EU energie- en klimaatdoelen en zo effectief mogelijk gebruik te maken van de beperkte publieke middelen. De EIB heeft de publieke consultatie voor haar Energy Lending Policy in juni afgerond en een concept van het nieuwe beleid10 opgesteld. Het is de verwachting dat het nieuwe beleid in het najaar wordt vastgesteld. Het voorstel houdt rekening met drie grote veranderingen in de context waarin de EIB opereert sinds 2013:

  • De EU energie- en klimaatdoelen voor 203011;

  • Benodigde investeringen voor het behalen van de doelen in het Akkoord van Parijs op de lange termijn;

  • De verbeterde toegang tot financiering voor bepaalde delen van de energiemarkt.

Overkoepelend ziet de EIB een belangrijke rol voor zichzelf bij het ondersteunen van EU- en nationaal beleid om de noodzakelijke investeringen in duurzame energie te stimuleren, zowel binnen als buiten de EU. Ook heeft de EIB aandacht voor de verschillende snelheden van de energietransitie door voor te stellen om een nieuw ondersteuningspakket («Energy Transition Package») in te voeren voor lidstaten of regio’s waar extra ondersteuning nodig is tijdens de energietransitie. In het concept van het nieuwe beleid komt een aantal prioriteiten naar voren:

1. Uitfaseren fossiele brandstoffen

De EIB stelt voor de financiering van nieuwe energieprojecten die gebruik maken van fossiele brandstoffen (olie en gasproductie, gas infrastructuur en elektriciteitscentrales en warmtecentrales die op fossiele brandstoffen draaien) uit te faseren met eind 2020 als einddatum12.

2. Energie-efficiëntie

Investeringen in energie-efficiëntie zullen zich vooral richten op het verkleinen van de vraag naar energie in gebouwen en industrie, omdat de investeringsbehoefte voor het reduceren van CO2-uitstoot in deze sectoren groot is. Het voorstel richt zich hierbij op een initiatief om samen met de Europese Commissie de renovatiesnelheid van gebouwen te verhogen, efficiënt gebruik van energie in nieuwe gebouwen te ondersteunen en investeringen in energie-efficiëntie door het MKB en de industrie te promoten.

3. Decarbonisatie van het energieaanbod

De EIB gaat onder andere inzetten op het ondersteunen van de marktintegratie van duurzame energieprojecten en de regionale samenwerking tussen lidstaten op het gebied van duurzame energie bevorderen. Daarnaast gaat de EIB meer investeren in duurzame energie technologieën die veelbelovend lijken, maar waar de kosten nu nog relatief hoog zijn, zoals waterstof en CO2-afvang en -opslag.

4. Het ondersteunen van innovatieve technologieën en nieuwe energie-infrastructuur

De EIB stelt voor zich te richten op het stimuleren van innovatieve low-carbon technologie inclusief versterking van de duurzame levering van kritieke grondstoffen hiervoor. Daarnaast besteedt de EIB specifieke aandacht aan projecten die onderdeel zijn van het «Strategic Energy Technology Plan»13. Ook heeft het concept-beleid aandacht voor nieuwe energie infrastructuur zoals battery storage en gedecentraliseerde energie. De EIB zet hierbij ook in op het verstrekken van advies aan bedrijven.

5. Ondersteunen van de energie-infrastructuur

De EIB stelt voor zich te richten op het versterken van elektriciteitsnetwerken, de transitie naar low-carbongas netwerken en het stimuleren van low-carbon bronnen voor verwarmingsnetwerken.

Nederland steunt de ambitieuze herziening van de Energy Lending Policy. Dit betekent dat de energiefinanciering van de EIB in lijn wordt gebracht met het Akkoord van Parijs (transitiepad naar bij voorkeur 1,5 graden en het uitfaseren van financieringen in fossiele brandstoffen) en aansluit op de lange termijndoelen van de Europese Unie, waaronder klimaatneutraliteit in 2050 waar Nederland zich voor inzet. Het duurzame ontwikkelingsdoel 7 («Ensure access to affordable, reliable, sustainable and modern energy for all») is daarbij ook leidend.

In het kader van de Nederlandse inzet voor het ophogen van de EU-klimaatdoelen steunt NL het voornemen van de EIB om bij de energietransitie specifieke aandacht en ondersteuning te geven aan regio’s die nog in grote mate afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.

Nederland ziet verder een speciale rol voor de EIB in het financieren van projecten voor het energiezuinig maken van bestaande bouw, het energieneutraal bouwen van nieuwe woningen en gebouwen en het ondersteunen van lokale – en regionale overheden in de energietransitie. Ook kan de EIB in het ondersteunen van nieuwe, innovatieve bedrijfsmodellen en technologieën van meerwaarde zijn.

Tenslotte zet Nederland in op het aansluiten bij de nationale afspraken uit het Klimaatakkoord en de mogelijke rol die de EIB kan spelen in het behalen van deze afspraken. Het Klimaatakkoord benoemt de rol van de financiële sector in het ondersteunen van de energietransitie om te voldoen aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs14. In de komende jaren zal de transitie enerzijds een beroep doen op nieuwe financiering van verduurzamingsprojecten in alle sectoren en anderzijds stelt de transitie financiële instellingen voor de uitdaging om op beheerste en bestendige wijze bestaande (energie)portefeuilles te heroverwegen.

Ik zal de Kamer op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen inzake deze onderwerpen.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1606.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Eerder is de Kamer op 16 mei jl. (Kamerstuk 21 501-04, nr. 221) en 14 juni jl. (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3072) door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en mijzelf geïnformeerd over de «Group of Wise Persons». Deze groep analyseert in opdracht van de Raad hoe de toegevoegde waarde van de Europese ontwikkelingsfinancierings-architectuur gemaximeerd kan worden via inzet van diverse actoren zoals de EIB, de EBRD en nationale ontwikkelingsbanken zoals FMO.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1606

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1574.

X Noot
8

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1574.

X Noot
12

De enige uitzondering op dit principe is voor gasgestookte cogeneratie/trigeneratie die voldoet aan de criteria van de EIB, inclusief broeikasgasemissies van minder dan 250g CO2 per kWh.

Naar boven