21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1473 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2017

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 december te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Geannoteerde agenda t.b.v. de Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 december in Brussel

Eurogroep

Griekenland

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

In de Eurogroep zullen de instellingen (Europese Commissie, ECB en IMF) stilstaan bij de voortgang van het Griekse ESM-programma. Daarbij zullen de instellingen terugkoppelen over de bezoeken in Athene in het kader van de derde voortgangsmissie, die eind november zullen plaatsvinden. In die voortgangsmissie wordt de implementatie van de afgesproken hervormingsmaatregelen getoetst. Die maatregelen beslaan een breed spectrum en hebben als doel het borgen van het herstel en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, het bewaken van de financiële stabiliteit, het stimuleren van groei, concurrentie en investeringen en het realiseren van een moderne publieke sector. Het grootste deel van de maatregelen betreft de implementatie van reeds ingezet beleid. Indien de derde voortgangsmissie wordt afgerond kan overgegaan worden tot uitkering van een volgend leningendeel aan Griekenland.

Thematische discussie: belastingdruk op arbeid

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep houdt een thematische bespreking over de belastingdruk op arbeid. In september 2015 heeft de Eurogroep een benchmark vastgesteld voor de belastingdruk op arbeid. Deze benchmark richt zich op de belastingdruk op arbeid voor eenverdieners met een gemiddeld inkomen, en voor eenverdieners met een inkomen dat 50% van het gemiddelde inkomen bedraagt.

De Europese Commissie rapporteert elk jaar bij de conceptontwerpbegrotingen hoe lidstaten presteren ten opzichte van de benchmark.

De discussie sluit aan bij de Nederlandse inzet voor een ambitieuze agenda van structurele hervormingen om de veerkracht en het groeipotentieel van lidstaten in het eurogebied te vergroten. Lastenverlichtingen op arbeid kunnen een positieve bijdrage leveren aan groei en werkgelegenheid in de muntunie.

Nederland neemt in het Regeerakkoord zelf ook maatregelen om de belasting op arbeid te verlagen door de invoering van een tweeschijvenstelsel en een per saldo verhoging van de arbeidskorting, naast een groot aantal kleinere aanpassingen. Deze maatregelen maken het lonender om (meer) te werken.

Beoordeling van de conceptontwerpbegrotingen van eurozonelidstaten en de budgettaire situatie van de eurozone als geheel

Document: Conceptontwerpbegrotingen van de eurozone lidstaten en opinies van de Commissie (https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/economic-and-fiscal-policy-coordination/eu-economic-governance-monitoring-prevention-correction/stability-and-growth-pact/annual-draft-budgetary-plans-dbps-euro-area-countries/draft-budgetary-plans-2018)

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal zoals gebruikelijk spreken over de conceptontwerpbegrotingen die lidstaten hebben ingediend bij de Europese Commissie en de opinies van de Commissie over deze plannen. Dit is het vijfde jaar dat lidstaten een conceptontwerpbegroting hebben ingediend. Deze verplichting vloeit voort uit het two-pack (verordening 473/2013) en geldt voor alle eurolanden, alleen Griekenland is als programmaland uitgezonderd. Naast een bespreking van de begrotingen van de individuele lidstaten zal ook worden gesproken over de budgettaire situatie in de eurozone als geheel.

De opinies ten aanzien van de conceptontwerpbegrotingen zijn gepubliceerd op 22 november 2017 jl. De Commissie oordeelt dat de ontwerpbegrotingen van Duitsland, Litouwen, Letland, Luxemburg, Nederland en Finland «compliant» zijn met de eisen van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). De ontwerpbegrotingen van Estland, Ierland, Cyprus, Malta, Slowakije en Spanje worden beoordeeld als «broadly compliant». De begrotingen van België, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Frankrijk worden beoordeeld als «at risk of non-compliance». De Commissie roept deze lidstaten op om de benodigde maatregelen te nemen in hun nationale begrotingsprocessen om te borgen dat in 2018 wordt voldaan aan de eisen van het SGP.

Het tekort van de eurozone als geheel loopt naar verwachting verder terug van 1,5% van het bbp in 2016, naar 1,1% in 2017 en 0,9% in 2018. Daarbij merkt het kabinet op dat het teruglopen van het tekort wordt verklaard door de aantrekkende groei. Het structureel saldo, het feitelijk saldo gefilterd voor de conjunctuur en eenmalige mee- en tegenvallers, verslechtert naar verwachting in zowel 2017 als 2018 met 0,1% van het bbp. Hoewel het schuldniveau van de eurozone als geheel daalt, verschillen schuldniveaus nog fors tussen lidstaten en ligt het gemiddelde schuldniveau ruim boven de grens van 60% van het bbp. Het kabinet is van mening dat lidstaten de aantrekkende economie dienen te benutten om hun huis op orde te brengen en om budgettaire en economische fundamenten te versterken, met name lidstaten met hoge schuldniveaus. Het kabinet hecht groot belang aan naleving van het SGP; lidstaten die op basis van de laatste raming niet voldoen aan de eisen zullen aanvullende maatregelen moeten nemen.

Werkprogramma Eurogroep voor eerste half jaar van 2018

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

In de Eurogroep zal het werkprogramma voor de Eurogroep van het eerste half jaar van 2018 worden toegelicht. Voor de Eurogroep wordt altijd per half jaar een werkprogramma opgesteld met de onderwerpen die waarschijnlijk besproken zullen worden per vergadering. Dit draagt bij aan meer lange termijn focus en kan helpen bij het voorbereiden van de discussies. Terugkerende onderwerpen zijn de terugkoppeling van post-programma surveillancemissies (voor Ierland, Portugal, Cyprus en Spanje), de stand van zaken van het ESM-programma voor Griekenland, discussies rond de implementatie van het SGP en het Europees semester en discussie over de toekomst van de EMU.

Cyprus: post-programma surveillancemissie

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Europese Commissie en de ECB zullen een terugkoppeling geven over de derde post-programma surveillancemissie (pps-missie) in Cyprus, die van 25 tot 29 september plaatsvond. De voornaamste bevindingen van de missie waren positief. De economische groei ontwikkelt zich positief en zal in 2017 waarschijnlijk uitkomen op 3,5% bbp. Ook de overheidsfinanciën zijn verbeterd. Zo realiseerde Cyprus in 2016 een overschot op de begroting en de verwachting is dat dit de komende jaren doorzet. De instellingen geven echter ook aan dat blijvende beleidsinspanningen nodig zijn om de economische groei op de middellange termijn te bestendigen, hervormingen te blijven doorvoeren en begrotingsdiscipline te bewaken. Ook het aanpakken van het hoge niveau van leningen met een betalingsachterstand in het bankwezen vergt nog een forse verdere inspanning. De volgende pps-missie in Cyprus zal plaatsvinden in de lente van 2018.

Spanje: post-programma surveillancemissie

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal spreken over de uitkomsten van de achtste post-programma surveillancemissie (pps-missie) voor Spanje. Deze missie, waaraan de Europese Commissie, de ECB en het ESM deelnamen, heeft plaatsgevonden van 16 tot en met 18 oktober jl. Het doel van post-programme surveillance is het verkleinen van het risico dat een land dat steun heeft ontvangen terugvalt op «oud beleid», wat risico’s voor de financiële stabiliteit met zich mee kan brengen en mogelijk de terugbetaalcapaciteit van een land in gevaar brengt. Het rapport is op het moment van het schrijven van deze geannoteerde agenda nog niet gepubliceerd. Wel is een persverklaring van de Commissie en de ECB beschikbaar.1 In de persverklaring wordt gesteld dat de groei van de Spaanse economie boven de gemiddelde groei van de eurozone ligt. Tegelijkertijd zijn er nog uitdagingen die o.m. zien op winstgevendheid op de middellange termijn van de bancaire sector, de hoge publieke en private schuldniveaus, lage productiviteitsgroei en een dalende maar nog steeds hoge werkloosheid. De Commissie en de ECB stellen dat het van belang is dat de hervormingsagenda wordt hervat. De volgende pps-missie zal plaatsvinden in het voorjaar van 2018. Nederland onderschrijft de belangrijkste bevindingen uit de persverklaring. Er wordt weinig tot geen discussie verwacht.

Verkiezing van de nieuwe Eurogroepvoorzitter

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Besluit

Besluitvormingsprocedure: Meerderheid

Toelichting:

In de Eurogroep zal een nieuwe Eurogroepvoorzitter gekozen worden. Kandidaten kunnen zich melden tot eind november, waarna op 4 december de Ministers in de Eurogroep indien nodig hierover zullen stemmen. Nederland heeft grote waardering voor het werk en de inzet van de huidige voorzitter en zal inzetten op een goede opvolging.

Voorbereiding Eurotop van December (inclusieve samenstelling)

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal in inclusieve samenstelling (met 27 lidstaten, zonder het Verenigd Koninkrijk) de Eurotop over de toekomst van de Economische Monetaire Unie (EMU) voorbereiden. Deze vindt – conform de door Europese Raad overeengekomen Leaders Agenda – plaats en marge van de Europese Raad van 14 en 15 december dit jaar. De afgelopen maanden is in de Eurogroep al drie keer gesproken over de toekomst van de EMU, in het bijzonder over de toekomst van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), de voltooiing van de Europese bankenunie en het Europese begrotingsraamwerk. In het verlengde van deze discussie zal er nu een brede discussie worden gevoerd, waarover de voorzitter van de Eurogroep naar verwachting de regeringsleiders zal terugkoppelen tijdens de Eurotop. Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda is er geen achtergronddocument voor deze discussie met de lidstaten gedeeld.

Het kabinet zal de Tweede Kamer separaat een toelichting geven op de inzet van het kabinet ten aanzien van de toekomst van de EMU, in aanvulling op wat al was uiteengezet in het regeerakkoord. Het kabinet is van mening dat de werking van de EMU verder kan worden verbeterd met nadruk op duurzame groei en stabiliteit. Dat is in het belang van individuele lidstaten, en daarmee in het belang van de monetaire unie als geheel. Het uitgangspunt moet daarbij zijn dat lidstaten hun eigen huis op orde brengen, onder andere op het gebied van overheidsfinanciën, de veerkrachtigheid van hun economie en gezonde banken. Voor een uitgebreide inzet van het kabinet wordt verwezen naar bovengenoemde brief.

Ecofinraad

Versterken bankenunie

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling, met evt. besluitvorming op het gebied van risicoreductie.

Besluitvormingsprocedure: N.v.t., bij evt. besluitvorming gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting:

Onder dit agendapunt worden drie zaken besproken. Ten eerste staat het pakket aan maatregelen inzake risicoreductie (RRM) op de agenda. Ook wordt een voortgangsrapport over het Europees depositoverzekeringsstelsel (EDIS) gepresenteerd. Ten slotte spreekt de Ecofinraad over de laatste stand van zaken ten aanzien van niet-presterende leningen (NPLs).

Maatregelen inzake risicoreductie (RRM)

Onder het Nederlands voorzitterschap van de Raad hebben de Europese Ministers van Financiën in juni 2016 een routekaart opgesteld voor de voltooiing van de bankenunie. Hierin zijn meerdere afspraken gemaakt om risico’s in de Europese bankensector te reduceren alvorens tot verdere risicodeling over te gaan. In lijn met de routekaart heeft de Commissie in november 2016 op een aantal onderdelen voorstellen gedaan. Vervolgens is de Raad onder het Maltese voorzitterschap in juni 2017 tot een deelakkoord gekomen op subonderdelen,2 waaronder afspraken ten aanzien van de aanpassing van de crediteurenhiërarchie.3 Doelstelling van het Estse voorzitterschap van de Raad is om dit jaar nog tot een akkoord te komen over de rest van het pakket aan regels voor banken, waaronder ook de hoogte van de buffers, die het beter mogelijk maken om bail-in toe te passen en eventuele verliezen zodoende bij aandeelhouders en crediteuren neer te kunnen leggen.4

In de kabinetsbrief over de mededeling van de Europese Commissie heeft het kabinet zijn positie over de daarin genoemde onderdelen reeds uiteengezet.5 Nederland staat positief tegenover de voorstellen van de Commissie gegeven het belang van gemeenschappelijke regels voor grensoverschrijdende banken. Nederland vindt bepaalde voorstellen van de Commissie echter niet streng genoeg en zet zich ervoor in om die aan te scherpen. Zo zijn adequate buffers van belang om mogelijke verliezen bij aandeelhouders en crediteuren neer te kunnen leggen. Het door de Commissie voorgestelde nieuwe kader voor de vaststelling van de hoogte van buffers is volgens het kabinet op onderdelen een afzwakking ten opzichte van het bestaande kader.6 Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk dat risico’s verder worden gereduceerd. Daarom hecht het kabinet aan de implementatie van internationale afspraken, bijvoorbeeld over de leverage ratio van banken en eventuele nog te maken afspraken over de behandeling van staatsobligaties op bankbalansen. Wel moet daarbij ruimte blijven om in Europese context waar nodig verder te gaan dan afspraken uit het Bazelse Comité. Ook blijft het kabinet aandacht vragen voor het inzichtelijk maken van de gezondheid van individuele banken middels balansdoorlichtingen alsook voor het vergroten van de samenwerking tussen instituties en het waar nodig aanscherpen van de principes voor eventuele staatssteun aan banken.

Naar verwachting zal er veel discussie zijn over de maatregelen inzake risicoreductie. Het speelveld is zeer verdeeld. Enerzijds zijn er enkele lidstaten die net als Nederland aanvullende aanscherpingen nodig achten, bijvoorbeeld rondom kwaliteit en hoogte de buffers voor bail-in. Ook wordt in deze context gesproken over de toepassing van regels die transparantie en marktvertrouwen moeten bevorderen. In dit kader is ook aandacht voor het tegengaan van besmettingsgevaar. Daarnaast wordt in het kader van bankenbuffers onder meer gesproken over de introductie van een leverage ratio-eis van 3% voor alle banken en over de implementatie van de fundamentele herziening van het handelsboek. Anderzijds zijn er meerdere lidstaten die juist inzetten op het verwateren van bestaande eisen of van de consequenties van het niet voldoen hieraan. Tegelijk zijn lidstaten het ook nog niet eens over een ander onderdeel van het pakket dat ziet op de manier waarop de uitstroom van middelen gedurende een korte periode bevroren kan worden. Het is dan ook onzeker of de ambitie van het Estse voorzitterschap, om tot een raadsakkoord te komen, in december van dit jaar gerealiseerd kan worden.

Europees depositoverzekeringsstelsel (EDIS)

De routekaart stelt dat politieke onderhandelingen over een EDIS van start kunnen gaan na voldoende voortgang op maatregelen die risico’s reduceren. Het kabinet hecht aan deze afspraak. Het Ests voorzitterschap presenteert een voortgangsrapport over de technische discussies die hebben plaatsgevonden over EDIS, bijvoorbeeld over verschillen tussen nationale depositogarantiestelsels. Tevens heeft de Europese Commissie een mededeling gepubliceerd met daarin een aantal ideeën ten aanzien van haar eigen EDIS-voorstel. Hierover is de Kamer recentelijk geïnformeerd.7

Niet-presterende leningen (NPLs)

In juli 2017 is de Raad gekomen tot een actieplan voor niet-presterende leningen (NPLs). Doel hiervan is om bij te dragen aan het opschonen van bankbalansen, waardoor de Europese bankensector weerbaarder wordt. Tijdens de Ecofinraad wordt gesproken over de stand van zaken van de uitvoering van het actieplan. Eerder heeft Nederland al steun uitgesproken over de manier waarop de toezichthouder invulling geeft aan de mogelijkheid om voldoende voorzieningen af te dwingen. Banken zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het oplossen van eventuele problemen omtrent NPLs. Sommige belemmeringen in het oplossen van deze problemen dienen echter op nationaal niveau geadresseerd te worden, zoals het waar nodig verbeteren van nationale insolventieprocedures. Het kabinet staat tot slot kritisch tegenover eventuele ideeën waarbij NPLs met behulp van overheidsmiddelen worden overgedragen.

Nieuwe btw-voorstel administratieve samenwerking

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Presentatie

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofin van 5 december zal de Commissie een presentatie geven over het nog te verschijnen btw-voorstel tot aanpassing van de verordening administratieve samenwerking.

In haar btw-actieplan van april 2016 en recentelijk in de State of the Union heeft de Commissie aangekondigd met voorstellen te komen voor een gemeenschappelijke btw-ruimte in de EU.

Hier is al een begin mee gemaakt middels het op 4 oktober 2017 gepubliceerde btw-pakket, met daarin voorstellen voor quick fixes en de hoekstenen voor een definitief btw-systeem. De uitwerking van dit definitieve btw-systeem wordt in het voorjaar van 2018 verwacht.

De andere aangekondigde onderdelen zijn het voorstel over de hervorming van btw-tarieven, het voorstel om bestaande instrumenten voor administratieve samenwerking op btw-gebied te versterken en het voorstel om de btw-regels voor het midden- en kleinbedrijf te vereenvoudigen. Het voorstel over de versterking van de bestaande instrumenten voor administratieve samenwerking op btw-gebied wordt in november gepresenteerd. De andere voorstellen zullen in januari worden gepresenteerd.

Met deze voorstellen beoogt de Commissie het btw-systeem te moderniseren, te vereenvoudigen en fraude-robuust te maken. Nederland ondersteunt de doelstellingen die met deze voorstellen worden beoogd. Nederland is allereerst groot voorstander van effectieve maatregelen tegen btw-fraude. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de IT-analysetool TNA (Transaction Network Analysis), waarover tijdens het Nederlands voorzitterschap is gesproken en die nu wordt ontwikkeld door de Commissie. Verder is Nederland voorstander van vereenvoudigingen voor het bedrijfsleven en de Belastingdienst. In dit kader is het belangrijk om naar de gevolgen van de administratieve lasten te kijken.

Het is op dit moment nog niet mogelijk een standpunt in te nemen over het nieuwe voorstel omdat nog niet bekend is hoe deze er uit gaat zien. Na het verschijnen van het voorstel wordt het standpunt van de regering opgenomen in het BNC-fiche.

Lijst van niet-coöperatieve jurisdicties op het gebied van belastingen

Document: Nog niet openbaar

Aard bespreking: Aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

De Raad zal conclusies aannemen met daarin een lijst van niet-coöperatieve jurisdicties op het gebied van belastingen. Tijdens de Ecofin raden van 8 november 2016 en 21 februari 2017 zijn de criteria en het proces vastgesteld ten aanzien van het opstellen van een dergelijke gemeenschappelijke lijst. Hierbij is afgesproken dat uiterlijk in 2017 een lijst zal worden vastgesteld. Het gaat hier om een politieke overeenkomst tussen de EU-lidstaten en de besluitvorming vindt plaats op basis van unanimiteit.

Naar aanleiding van de hierboven genoemde conclusies hebben de lidstaten, ondersteund door de Commissie, jurisdicties vervolgens getoetst op drie criteria:

  • 1. Fiscale transparantie: voldoen de jurisdicties aan de wereldwijde standaard op het gebied van de uitwisseling van fiscale informatie, en

  • 2. Geen schadelijk belastingconcurrentie: de jurisdicties mogen geen schadelijke preferentiële regimes of schadelijke generieke 0%-regimes toepassen, en

  • 3. Participatie van deze jurisdicties aan het internationale proces om grondslaguitholling en winstverschuiving tegen te gaan.

Als een jurisdictie niet aan alle criteria voldoet dan komt de jurisdictie in aanmerking om op de lijst te worden geplaatst. De afgelopen maanden is er contact geweest met deze jurisdicties met als doel om de jurisdicties te bewegen om alsnog aan de criteria te voldoen. Het is ook voorgekomen dat jurisdicties op hoog niveau hebben aangegeven dat zij op korte termijn hun wetgeving zullen aanpassen. Deze jurisdicties zullen niet op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties worden opgenomen. Wel zal de gedane toezegging tot verandering in de gaten worden gehouden. Mocht blijken dat deze niet wordt nagekomen, dan komt de jurisdictie alsnog op de lijst.

Ten slotte steunt het kabinet het uitgangspunt dat de lidstaten defensieve maatregelen treffen richting niet-coöperatieve jurisdicties.

Belastingheffing van winsten in de digitale economie

Document: (Nog) niet beschikbaar

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

Het is de bedoeling dat de Ecofinraad conclusies aanneemt waarmee de Raad reageert op de mededeling van de Commissie «Een eerlijk en efficiënt belastingstelsel in de Europese Unie voor de digitale eengemaakte markt» van 21 september jl.

Nederland zet erop in dat de Raadsconclusies aansluiten bij de conclusies die de Europese Raad (ER) op 19 oktober jl. heeft vastgesteld. Deze ER-conclusies stellen dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat alle bedrijven naar billijkheid hun deel van de belastingen betalen en dat er wereldwijd een gelijk speelveld tot stand wordt gebracht, in overeenstemming met de lopende werkzaamheden bij de OESO. De ER verzocht de Raad werk te maken van de bespreking van de Commissiemededeling ter zake en stelde uit te zien naar passende Commissievoorstellen vroeg in 2018.

Lidstaten moeten het er met elkaar over eens worden of gesproken kan worden over tijdelijke maatregelen die de EU kan treffen, zolang de OESO geen concrete maatregelen voor het belasten van de digitale economie heeft vastgesteld. Daarnaast is uitgebreid tussen lidstaten gesproken of er een rol is voor een zogenoemde egalisatiebelasting (equalisation levy) kan worden opgenomen zonder dat helder is wat daar precies onder kan worden verstaan.

Nederland zet erop in dat de OESO en de Europese Commissie goed samenwerken bij het vraagstuk van het belasten van winsten van de digitale economie. Hoewel Nederland een sterke voorkeur heeft om eerst de resultaten van het onderzoek naar het belasten van winsten van de digitale economie af te wachten die de OESO in het voorjaar van 2018 aan de G20 zal presenteren, accepteert Nederland dat geconcludeerd wordt dat de Commissie voorstellen voor het belasten van de digitale economie kan doen, maar niet voordat zij eerst een impactanalyse heeft gedaan. Zoals in het BNC-fiche bij eerdergenoemde Commissiemededeling is opgemerkt8, moet worden voorkomen dat gebrek aan begrip van dit complexe vraagstuk leidt tot «quick fix-oplossingen» die bij nadere beschouwing of in de praktijk niet effectief blijken.

Gedragscodegroep

Document: Rapport van de Gedragscodegroep aan de Ecofinraad (openbaar na vaststelling in de Ecofinraad)

Aard bespreking: Voortgangsrapportage en aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

De Gedragscodegroep onderzoekt belastingmaatregelen die potentieel schadelijke belastingconcurrentie vormen en derhalve onder de EU-Gedragscode (inzake de belastingregeling voor ondernemingen) vallen. Zij toetst deze belastingmaatregelen aan de (vijf) criteria van de Gedragscode om vast te stellen of daadwerkelijk sprake is van schadelijke belastingconcurrentie.

De Gedragscodegroep doet van haar bijeenkomsten halfjaarlijks verslag in een voortgangsrapportage aan de Ecofinraad. Het rapport doet verslag van werkzaamheden met betrekking tot rollback en standstill. Het standstill-principe houdt de afspraak in om geen nieuwe schadelijke maatregelen te introduceren. Onder rollback moet een maatregel die door de Gedragscodegroep als schadelijk is beoordeeld, worden aangepast of ingetrokken.

In het kader van standstill en rollback onderzoekt de Gedragscodegroep of Frankrijk, Italië en Spanje hun patentboxen in overeenstemming brengen met de binnen de OESO en de Gedragscodegroep afgesproken nexusbenadering, waartoe de lidstaten zich hebben gecommitteerd. In november 2016 heeft de Gedragscodegroep geconstateerd dat de Franse en Italiaanse patentboxen op dat moment niet voldeden aan de eerder gemaakte afspraken. Inmiddels wordt in Frankrijk op regeringsniveau besproken of de Franse patentbox zal worden aangepast. In Italië en Spanje (nationaal en in twee regio’s) is wetgeving in gang gezet om de Italiaanse en Spaanse patentboxen aan te passen. De Gedragscodegroep zal deze ontwikkelingen monitoren en hierop terugkomen.

In het kader van standstill heeft de Gedragscodegroep zich gebogen over de patentboxaspecten van het Imputation Payment Company (IPC) regime van Aruba teneinde deze te toetsen aan de criteria van de Gedragscode en de eisen van de nexusbenadering. Nederland heeft hierbij namens Aruba aangegeven dat Aruba werkte aan een wijziging van het Landsbesluit terzake. Inmiddels heeft Aruba zijn patentbox in het IPC-regime afgeschaft per 28 oktober jl.

Een subgroep van de Gedragscodegroep houdt zich bezig met de werkzaamheden om te komen tot een EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties in belastingzaken (zie de aparte paragraaf hierover). Een andere subgroep van de Gedragscodegroep heeft gewerkt aan richtsnoeren die een nadere invulling geven aan het derde criterium – het zogenoemde substancecriterium – en het vierde criterium van de Gedragscode, dat bepaalt dat winsttoerekening moet worden bepaald aan de hand van internationaal (met name in OESO-verband) afgesproken standaarden. De Gedragscodegroep heeft de richtsnoeren over de interpretatie van het vierde criterium vastgesteld. De besprekingen van de (concept-)richtsnoeren over de interpretatie van het derde criterium zullen tijdens het Bulgaarse voorzitterschap worden voortgezet. Sommige lidstaten willen aansluiten bij de afspraken die in OESO-verband zijn gemaakt over substance-eisen waaraan belastingmaatregelen moeten voldoen, terwijl andere lidstaten deze nader in EU-verband willen invullen. Daarnaast is nog geen overeenstemming bereikt over de frequentie van de beoordelingen of een belastingmaatregel voldoet aan het substance-criterium.

De Gedragscodegroep heeft tevens richtsnoeren vastgesteld met werkmethoden die een effectieve monitoring van lidstaten mogelijk maken van de toepassing door de lidstaten van eerder door de Gedragscodegroep vastgestelde richtsnoeren. Daarnaast wordt de dialoog van de Gedragscodegroep met Liechtenstein voortgezet die tot doel heeft om met Liechtenstein tot afspraken te komen over het intrekken of aanpassen van belastingmaatregelen die door de Gedragscodegroep als (potentieel) schadelijk worden aangemerkt.

Tot slot heeft Nederland in de Gedragscodegroep aandacht gevraagd voor de noodzaak om de Gedragscodegroep transparanter te maken, in lijn met de Raadsconclusies over de toekomst van de Gedragscode van maart 2016.

Implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)

Documenten:

Aard bespreking: Besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Europese Commissie heeft woensdag 22 november een pakket gepubliceerd waarin zij onder meer analyseert in hoeverre de verschillende Europese landen voldoen aan de begrotingsregels van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Tevens heeft de Commissie op 9 november haar herfstraming gepubliceerd. Als blijkt dat lidstaten afwijken van de regels van het SGP, of hun begroting juist weer voldoende op orde hebben, dan is het mogelijk dat de Commissie aan de Raad voorstelt om stappen te ondernemen binnen het raamwerk van het SGP.

In dat kader heeft de Commissie een aanbeveling gedaan voor een Raadsbesluit om het Verenigd Koninkrijk (VK) te ontslaan uit de correctieve arm van het SGP (zie document 1). Nederland kan zich hierin vinden, want het buitensporig tekort in het VK is op basis van de herfstraming duurzaam gecorrigeerd. Het feitelijk begrotingstekort van het VK daalde in het begrotingsjaar 2016–2017 tot onder de 3% en volgens de herfstraming zal het tekort de komende jaren verder dalen. Als het VK wordt ontslagen uit de correctieve arm neemt het aantal lidstaten in de correctieve arm af tot twee (Spanje en Frankrijk).

Daarnaast heeft de Commissie een aanbeveling gedaan voor een Raadsbesluit om vast te stellen dat Roemenië geen effectieve actie heeft genomen om de significante afwijking van het pad naar de Medium Term Objective (MTO) terug te dringen (zie document 2). Tevens doet de Commissie een aanbeveling voor een nieuwe Raadsaanbeveling voor Roemenië om deze significante afwijking te corrigeren (zie document 3). Nederland kan zich vinden in het voorstel om Roemenië aan te zetten de significante afwijking te corrigeren.

Europees Semester 2018 – Annual Growth Survey 2018, Alert Mechanism Report 2018 en aanbevelingen voor de eurozone

Document: De relevante documenten zijn te vinden op: http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-17-4682_en.htm

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Commissie zal een presentatie geven over de Annual Growth Survey 2017 (AGS), het Alert Mechanism Report 2017 (AMR) en de aanbevelingen voor de eurozone. Deze documenten vormen het startsein van de jaarlijkse budgettaire en economische coördinatie tussen lidstaten in het kader van het Europees Semester. De Commissie heeft deze documenten op woensdag 22 november gepubliceerd.

In de AGS blikt de Commissie vooruit op de belangrijkste economische beleidsuitdagingen voor het komende jaar. Met de nadruk op investeringen, structurele hervormingen en verantwoord begrotingsbeleid hanteert de Commissie in de AGS voor 2018 dezelfde drieslag als voorgaande jaren. De drieslag wordt echter meer dan in voorgaande jaren gespecificeerd: (1) het bevorderen van investeringen om het economisch herstel en groei op de lange termijn te bevorderen, (2) het doorvoeren van structurele hervormingen voor het stimuleren van inclusieve groei en opwaartse convergentie en (3) verantwoord begrotingsbeleid om convergentie en houdbaarheid te bevorderen.

Het Alert Mechanism Report (AMR) vormt het startsein van de jaarlijkse cyclus van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De MEOP heeft als doel economische onevenwichtigheden tijdig te detecteren en te corrigeren. In het AMR worden aan de hand van een scoreboard met indicatoren en indicatieve drempelwaarden mogelijke macro-economische onevenwichtigheden opgespoord. Aan de hand van het scoreboard wordt bepaald welke lidstaten onderworpen worden aan nader onderzoek (zogenoemde diepteonderzoeken). Deze diepteonderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in welke mate deze een risico vormen voor de lidstaten zelf en de Europese Unie als geheel. De lidstaten die zullen worden onderzocht zijn Bulgarije, Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Kroatië, Nederland, Slovenië, Spanje, Portugal en Zweden. De Commissie wijst voor Nederland, net zoals vorig jaar, op het overschot op de lopende rekening en het niveau van private schulden, die beiden de grenswaarden van scoreboard overschrijden.

In de aanbevelingen voor het eurogebied benoemt de Commissie de gezamenlijke beleidsuitdagingen voor het eurogebied. De Commissie doet dit jaar aanbevelingen op het gebied van (1) het stimuleren van houdbare en inclusieve economische groei, veerkracht, herbalancering en convergentie, (2) het bereiken een neutrale fiscal stance (begrotingssituatie) voor de eurozone als geheel, (3) het doorvoeren van hervormingen die werkgelegenheid, gelijke kansen, toegang tot de arbeidsmarkt, sociale bescherming en inclusie bevorderen, (4) het voortzetten van werk om de bankenunie af te maken en (5) het boeken van voortgang met het vervolmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU).

De bespreking van deze documenten door de Ecofin betreft een presentatie door de Commissie en een eerste gedachtewisseling onder lidstaten. In januari zal de Ecofin de documenten concreter bespreken en zullen er Raadsconclusies worden geformuleerd over de AGS en het AMR. Daarnaast is de planning dat ook de aanbevelingen voor de eurozone, na concreet te zijn besproken in de Eurogroep, in januari worden aangenomen door de Ecofin. De documenten worden vervolgens bekrachtigd door de Europese Raad in maart. De Kamer zal per kamerbrief nader worden geïnformeerd over de inhoud van deze documenten en de appreciatie van het kabinet.

Presentatie door de Europese Investeringsbank (EIB) van idee van een Europese ontwikkelingsbank

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Presentatie

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofinraad zal de president van de Europese Investeringsbank (EIB) een idee presenteren van een Europese ontwikkelingsbank. Momenteel gaat jaarlijks ca. 10%, ofwel EUR 6–7 miljard van de projectfinanciering die de EIB doet, naar landen buiten de EU. Deze activiteiten zijn nu veelal versnipperd binnen de EIB. Het idee is om deze financieringsactiviteiten van de EIB buiten de EU samen te brengen in een aparte entiteit binnen de EIB groep.

Voor Nederland zijn efficiëntie, effectiviteit en samenspel van internationale instellingen zeer belangrijk. Een eventueel uitgewerkt voorstel zal Nederland te zijner tijd onder andere hierop beoordelen.


X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1446.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1454.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II, 2017/18, nr. 131.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1472.

X Noot
6

Het huidige raamwerk voor bail-inbare buffers is in 2015 door de Europese Bankenautoriteit ontworpen en vervolgens door de Europese Commissie vastgesteld. Dit heet de Minimum Requirement for own funds and Eligible Liabilities (MREL).

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1472.

X Noot
8

Kamerstuk 22 112, nr. 2418.

Naar boven