21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1445 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2017

Uw Kamer heeft verzocht om een cijfermatig overzicht van de financiële verplichtingen van Nederland ten opzichte van de EU, naar aanleiding van de Kamerbrief over de stand van zaken van het Meerjarig Financieel Kader, d.d. 19 mei jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1232).

In bovengenoemde brief is het kabinet ingegaan op de verplichtingen en garanties die de EU is aangegaan, en waar Nederland wat betreft de (eventuele) financiering, onder andere via het Eigen Middelenbesluit, medeverantwoordelijk voor is.

Een overzicht van de meest recente verplichtingen en garanties die de EU is aangegaan, is onder andere te vinden in de Annual Accounts van de Europese Unie, waarbij de stand van zaken op 31 december 2015 de meest recente is.

De belangrijkste cijfers uit de Annual Accounts, stand 31 december 2015, worden hieronder weergegeven.1 Hierbij dient te worden aangemerkt dat deze cijfers per jaar behoorlijk kunnen en zullen verschillen.

  • De openstaande verplichtingen (reste à liquider – RAL): 217 692 miljoen euro. De RAL zal in de komende jaren naar verwachting doorstijgen.

  • Uitgaven die nog niet in verplichtingen en betalingen zijn vastgelegd, maar waarvan al wel duidelijk is dat ze gaan volgen (significant legal commitments): 376 303 miljoen euro. Dit zal afnemen omdat een gedeelte hiervan in de komende jaren tot betaling komt.

  • Daarnaast zijn er nog te verwachten uitgaven in het restant van het MFK die niet onder de RAL of deze significant legal commitments vallen, zoals bijvoorbeeld landbouwsubsidies en administratieve uitgaven. Het gaat om uitgaven zonder meerjarig karakter, waarvan het niveau pas bij jaarlijkse begroting definitief vastgesteld wordt.

  • De activa en passiva (assets en liabilities) zijn respectievelijk 153 696 miljoen euro en 226 139 miljoen euro. Garanties van de EU vallen onder de passiva, waarbij er zoals aangegeven in de Kamerbrief van 19 mei jl. verschillende soorten garanties zijn. Ook de pensioenverplichtingen van de EU zijn onderdeel van de passiva op de balans van de EU. In netto contante waarde was dit 63 814 miljoen euro.

Verantwoording EU-uitgaven

Bovengenoemde verplichtingen van de EU worden, samen met de betalingen, via de jaarlijkse EU-begrotingen goedgekeurd. In de Nederlandse begroting wordt dit doorvertaald in de (meerjarige) raming van de EU-afdrachten zoals opgenomen in de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.2 De Nederlandse afdrachten worden geraamd op de betalingenplafonds van het MFK. Het Nederlandse aandeel in de garanties aan de European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)-leningen en de EU-betalingsbalanssteun, waarvoor de EU-begroting direct wordt ingezet bij een mogelijke wanbetaling, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Tweede Kamer en op de begroting van het Ministerie van Financiën verantwoord.3 Er zijn ook garanties waar, indien er sprake is van wanbetaling, allereerst het EU-garantiefonds wordt ingezet dat gevoed wordt met bijdragen uit de EU-begroting. Dit zijn EIB-leningen buiten de EU, macrofinanciële assistentie aan landen buiten de EU, en leningen in het kader van Euratom buiten de EU.

De deelname van De Nederlandsche Bank in de ECB wordt verantwoord in het jaarverslag van DNB. De Nederlandse betrokkenheid bij de EIB wordt ook verantwoord op de begroting van het Ministerie van Financiën.4 De Nederlandse bijdrages aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de Facility for Refugees in Turkey wordt verantwoord op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.5

De Minister van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Zie voor een verdere inhoudelijke toelichting op de begrippen ook de Kamerbrief van 19 mei jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1232).

X Noot
2

Kamerstuk 34 550 V, nr. 2, p. 36–39 (3.1)

X Noot
3

Kamerstuk 34 550 IX, nr. 2. Zie overzicht garanties en achterborgstellingen (2.6), p. 25–27, en p. 36–39,

X Noot
4

Kamerstuk 34 550 IX, nr. 2. Zie overzicht garanties en achterborgstellingen (2.6), p. 25–27, en p. 38.

X Noot
5

EOF: Kamerstuk 34 550 V, nr. 2, p. 20 (3.2). FRT: Kamerstuk 34 551, nr. 2.

Naar boven