21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 218 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 26 november 2018.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 26 NOVEMBER 2018

Afrikaans-Europees partnerschap voor duurzame investeringen en banen

De Raad zal spreken over het door de Commissie voorgestelde Afrikaans-Europese partnerschap voor duurzame investeringen en banen. Commissievoorzitter Juncker stelde tijdens zijn Staat van de Unie op 12 september jl. dat er een radicale verschuiving nodig is naar «een logica die toegespitst is op het economisch potentieel van Afrika en de inzet van de private sector». In de daaropvolgende Mededeling van de Commissie (COM (2018) 643)1 worden tien actiepunten voorgesteld ter bevordering van duurzame economische groei in Afrika in de komende vijf jaar. Een appreciatie van de Mededeling ging uw Kamer door middel van een BNC-fiche toe op 25 oktober jl. (Kamerstuk 22 112, nr. 2712).

Tijdens de Raad zullen lidstaten spreken over de uitwerking van de plannen en de initiatieven die de Commissie in gang heeft gezet. Hiermee wordt ook beoogd verschillende reeds lopende initiatieven en trajecten beter op elkaar af te stemmen. Nederland is positief over een versterkt EU-Afrika partnerschap, met bijzondere aandacht voor private investeringen in Afrika en het aldaar creëren van banen specifiek voor vrouwen en jongeren. Het EU-Afrika partnerschap moet gebaseerd zijn op zowel de Europese als de Afrikaanse belangen en de snelgroeiende groep Afrikaanse jongeren perspectief bieden op een toekomst met werk, onderwijs, gelijke kansen en veiligheid. Het structureel uitbreiden van banen en het genereren van investeringen speelt hierin een belangrijke rol. Daarbij moet vooral gekeken worden naar die sectoren en waardeketens die meerwaarde creëren en een groot potentieel hebben voor duurzame banen, zoals in de landbouw.

De EU zet in op het bevorderen van (regionale) economische integratie in Afrika en het stimuleren van de handelsbetrekkingen tussen de EU en Afrika. Het is daarbij van belang dat bestaande handelsakkoorden, zoals de economische partnerschapsakkoorden in de regio, optimaal benut worden. Zoals aangegeven in het BNC-fiche is Europa de grootste investeerder in Afrika. In Afrika liggen kansen voor het Europese en Nederlandse bedrijfsleven, o.a. op het gebied van agribusiness, logistiek, opslag, landbouwverwerking, duurzame verlichting, waterbeheer en kustbeheer.

Tijdens de Raad zal Nederland het belang van een geïntegreerde benadering benadrukken. Naast de versterkte aandacht voor investeringen en banen moet er blijvend ingezet worden op goed bestuur, mensenrechten en een gunstig investeringsklimaat in Afrikaanse landen. Ook zal er bijzondere aandacht nodig zijn voor landen die te maken hebben met conflict en fragiliteit. Daarbij is het belangrijk dat er wordt voortgebouwd op, bestaande afspraken, waaronder de opvolging van de AU-EU top van november 2017 in Abidjan.

Meerjarig Financieel Kader externe instrumenten en het European Fund for Sustainable Development+

In opvolging van de discussie tijdens de informele RBZ/OS van 14 september jl. (Kamerstuk 21 501-04, nr. 216) zal de Raad spreken over het voorstel van de Commissie om binnen het Neighborhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI) een externe investeringsstructuur in te stellen, het zogenoemde EFSD+ (European Fund for Sustainable Development+). De Commissie beoogt hiermee meer ontwikkelingsrelevante financiering te genereren, in het bijzonder meer private financiering. Het investeringsraamwerk is gebaseerd op het huidige European Fund for Sustainable Development en het Externe Leenmandaat, en zou maximaal 60 miljard euro aan garanties moeten kunnen uitgeven voor de periode 2021–2027.

Zoals ook vermeld in het BNC-fiche over het NDICI, dat uw Kamer op 17 augustus jl. toekwam (Kamerstuk 22 112, nr. 2682), juicht het kabinet toe dat dit instrument middelen bevat om investeringen in ontwikkelingslanden te bevorderen. Om de Sustainable Development Goals te behalen is het genereren van meer private fondsen van groot belang. Nederland zal in de Raad onderstrepen dat het genereren van investeringen geen doel op zich mag zijn: er moet voldoende aandacht zijn voor de ontwikkelingsimpact van de investeringen, die moeten bijdragen aan de doelstellingen van het extern beleid van de Europese Unie. Nederland vindt dat er een belangrijke rol voor de Commissie is weggelegd bij de beleidsinhoudelijke aansturing – policy first, zoals de Commissie zelf ook aangeeft. Maar er is tevens voldoende bancaire expertise nodig om een fonds met dergelijk grote risico’s goed in te zetten en te beheren. Er moet daarom goed gekeken worden naar de rol van bijvoorbeeld de Europese Investeringsbank, internationale financiële instellingen en nationale ontwikkelingsbanken. Nederland zal hier in de Raad aandacht voor vragen.

Lunch over gender en OS

De Raad zal tijdens de lunch spreken over gender en ontwikkeling, in aanwezigheid van de Nobelprijswinnaars voor de Vrede, Denis Mukwege en Nadia Murad. De verwachting is dat de focus van de discussie zal liggen op het voorkomen en bestrijden van seksueel en gendergerelateerd geweld in conflictsituaties. De EU zet zich hier onder meer via het VN-EU Spotlight Initiatief voor in. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld betreft dit een meerjarig initiatief van de EU en de VN, waarbij de EU de primaire donor is met een bijdrage van 500 miljoen euro. Nederland zal in de Raad benadrukken dat er binnen dit initiatief voldoende aandacht moet zijn voor de rol van het maatschappelijk middenveld, met specifieke aandacht voor Zuidelijk geleide vrouwenorganisaties.

Het tegengaan van seksueel en gendergerelateerd geweld is een belangrijke prioriteit voor Nederland. Het Koninkrijk heeft dan ook actief gebruik gemaakt van haar lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad om hiervoor aandacht te vragen. Nederland zal in de Raad het belang benadrukken van het bevorderen van de deelname van vrouwen aan besluitvormingsprocessen, zoals politieke en vredesprocessen.

De Raad zal daarnaast naar verwachting conclusies aannemen over de implementatie van het EU Gender Action Plan (GAP) in 2017. Het GAP omvat een brede inzet op het gebied van het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid, niet alleen via EU-ontwikkelingsfinanciering maar bijvoorbeeld ook via politieke dialogen met partnerlanden en de EU-inzet in internationale fora. In de Raadsconclusies roept de Raad onder meer op om alle vormen van seksueel en gendergerelateerd geweld te voorkomen, te bestrijden en te vervolgen, inclusief geweld door partners, genitale verminking bij vrouwen, gedwongen huwelijken en kindhuwelijken. Nederland heeft zich er hard voor gemaakt dat in de Raadsconclusies is vastgelegd dat de EU onverminderd inzet op uitvoering van VNVR resolutie 1325 en de strategische benadering van de EU ten aanzien van Women, Peace and Security.

Naar boven