21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 215 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 14 september 2018.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 14 SEPTEMBER 2018

Externe instrumenten Meerjarig Financieel Kader (MFK)

De Raad zal spreken over de voorstellen van de Europese Commissie voor het externe financiële instrumentarium van de EU onder het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027. Belangrijk onderdeel hiervan is het voorstel van de Commissie voor het Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI). De Commissie stelt voor om in dit instrument verscheidene bestaande externe financieringsinstrumenten samen te voegen en hierin tevens het thans buiten de EU-begroting staande Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) te integreren. De kabinetspositie ten aanzien van het voorstel is vastgelegd in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2682).

De Commissie beoogt een flexibelere inzet van middelen door het samenbrengen van een aantal van de huidige externe financiële instrumenten in één instrument. Dit is in lijn met de Nederlandse inzet. Daarnaast verwelkomt Nederland het voorstel van de Commissie om het EOF onder de begroting te brengen: dit bevordert beleidscoherentie, efficiëntie, flexibiliteit en transparantie.

Op geografisch en thematisch vlak stelt de Commissie een aantal prioriteiten voor. Zoals ook benoemd in het BNC-fiche verwelkomt het kabinet, in lijn met de BHOS-nota, de focus op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en de centrale aandacht in het voorstel voor de nabuurschapslanden en Afrika. Het kabinet is daarnaast positief over het voorstel om het percentage klimaatrelevante uitgaven te verhogen van 20% naar 25% en verwelkomt de centrale rol van mensenrechten in het voorstel. Nederland acht het van belang dat deze thema’s integraal in programma’s worden opgenomen.

Ook is er aandacht voor het thema van de grondoorzaken van irreguliere migratie in het voorstel van de Commissie. Nederland onderschrijft de door de Commissie voorgestelde benadering om het thema te integreren in de geografische en thematische programma’s. Het gaat primair om het wegnemen van de grondoorzaken van armoede. Hiervoor moet de bevolking in vooral fragiele en arme landen weer perspectief krijgen op een menswaardig bestaan, via investeringen in onderwijs, werk, veiligheid en toegang tot recht. De voorgestelde mainstreaming benadering vergemakkelijkt de totstandkoming van geïntegreerd beleid in het partnerland en leidt, zo verwacht de Commissie, tot een flexibelere en effectievere inzet van middelen. Het kabinet onderschrijft dit maar vindt wel dat er ook fondsen specifiek voor het aanpakken van irreguliere migratie gereserveerd moeten worden en zal hier in de Raad aandacht voor vragen.

Nederland zal daarnaast in de Raad verdergaande differentiatie bij de inzet van ODA-middelen bepleiten: officiële ontwikkelingshulp moet primair worden ingezet in de minst ontwikkelde landen en landen die te maken hebben met conflict en fragiliteit. Met rijkere landen, met name die in Latijns-Amerika en Azië, dient de EU de samenwerking op een meer gelijkwaardige leest te schoeien, gericht op het behalen van de SDG’s.

De Commissie stelt een externe investeringsstructuur voor, waarvoor het huidige European Fund for Sustainable Development en het Extern Leenmandaat de basis zijn. Het kabinet steunt inzet van de Commissie op het bevorderen van investeringen in ontwikkelingslanden, maar zal in de Raad het belang van voldoende (bancaire) expertise onderstrepen voor de regie binnen het voorgestelde raamwerk.

Het kabinet is tenslotte van mening dat coördinatie en coherentie in de uitvoering goed gewaarborgd moeten worden. Nederland zal daarom in de Raad het belang van geïntegreerd beleid benadrukken en aandacht vragen voor de samenhang met andere externe financiële instrumenten, de voorgestelde European Peace Facility en het budget voor het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Nederland zal deze voorstellen in samenhang bezien.

Nexus humanitair en ontwikkelingssamenwerking

De Raad zal spreken over de gezamenlijke voorstellen van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de Europese Commissie over de operationalisering van de aansluiting tussen korte termijn humanitaire interventies en langere termijn ontwikkelingssamenwerking. Tijdens de informele RBZ/OS in Tallinn van september 2017 spraken de EU-OS ministers af dat de EU in een zestal landen pilots uit zou gaan voeren om de aansluiting tussen humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking te verbeteren. Het afgelopen jaar is de Commissie in Nigeria, Oeganda, Myanmar, Irak, Soedan en Tsjaad gestart met deze pilots. De pilots bouwen voort op de eerder door de Raad vastgestelde prioriteiten op het gebied van weerbaarheid, waaronder het belang van gezamenlijke behoeftebepaling door humanitaire en ontwikkelingsactoren. Nederland is betrokken bij de pilots in de betreffende landen en onderstreept steeds het belang van goede aansluiting bij bestaande initiatieven van de internationale gemeenschap en lokale actoren. Het kabinet steunt de inzet van de Commissie om bij het operationaliseren van de aansluiting humanitair-OS ook conflictpreventie en vredesopbouw te betrekken met inachtneming van de humanitaire principes. Dit is in lijn met de EU Global Strategy van 2016 en het streven naar een geïntegreerde benadering. Het kabinet zal de Europese Commissie aanmoedigen om in de pilots, maar ook breder, een conflictsensitieve aanpak te volgen bij de identificatie, uitwerking en uitvoering van humanitaire en OS-programma’s.

EU-Afrika partnerschap

De Raad zal spreken over het partnerschap tussen de EU en Afrika in het licht van de conclusies van de Europese Raad (ER) van 28 en 29 juni jl. Hierin benadrukte de ER het belang van een partnerschap tussen de EU en Afrika met het oog op sociaaleconomische ontwikkeling in Afrika. De EU kan, met alle middelen en instrumenten die zij tot haar beschikking heeft, een belangrijke rol spelen in deze ontwikkeling. Zo heeft de EU met het in 2017 gelanceerde Externe Investeringsplan (EIP) een krachtig instrument in handen waarmee zij private investeringen in Afrika kan stimuleren.

Het kabinet vindt het belangrijk dat private investeringen in Afrika in toenemende mate gericht zijn op het creëren van perspectief en banen, met name voor jongeren, en verwelkomt in dat kader de stappen die de Commissie gezet heeft op het terrein van innovatieve financiering. Het EIP, en het daarbij horende Europees Fonds voor Duurzame Ontwikkeling (EFSD), worden op dit moment geoperationaliseerd, en in juni jl. zijn de eerste voorstellen voor het verlenen van garanties positief beoordeeld door de lidstaten. Het is nu zaak dat er met de voorgenomen projecten daadwerkelijk ontwikkelingsimpact wordt gegenereerd en dat wordt bijgedragen aan het creëren van perspectief.

Hiermee wordt mede opvolging gegeven aan de AU-EU Top die plaatsvond op 29 en 30 november jl. in Abidjan, Ivoorkust, waar uitgebreid is gesproken over het stimuleren van private investeringen in Afrika om de economische groei te bevorderen (zie ook Kamerstuk 21 501-04, nr. 202).

Tijdens de Europese Raad van juni jl. werd daarnaast besloten over extra middelen voor het EU Trust Fonds voor Afrika (EUTF). Dit betreft een aanvulling van het EUTF van 500 miljoen euro vanuit de reserves van het Europees Ontwikkelingsfonds. Deze middelen zullen specifiek worden ingezet voor programma’s in de Hoorn van Afrika en de Sahel-regio. Zoals ook aan uw Kamer gecommuniceerd in aanloop naar de RBZ/OS van mei jl. (Kamerstuk 21 501-04, nr. 212) zal Nederland zich blijven inzetten voor een grotere mate van transparantie en relevantie voor migratiesamenwerking van het fonds, mede in het licht van andere financieringsinstrumenten en een betere betrokkenheid van partnerlanden bij de programma-ontwikkeling en -uitvoering van het fonds.

Naar boven