21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2294 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2021

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 2 maart 2021.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL (INFORMEEL) VAN 2 MAART 2021

Op 2 maart 2021 zal een informele Raad Buitenlandse Zaken Handel plaatsvinden middels een videoconferentie. Deze bijeenkomst zal geheel in het teken staan van de mededeling van de Commissie over de EU Trade Policy Review die op 18 februari 2021 is gepubliceerd.1 Lidstaten zullen tijdens de bijeenkomst met de Commissie van gedachten wisselen over de handelspolitieke strategie van de EU voor de komende jaren. Deze informele Raad Buitenlandse Zaken Handel is niet het enige moment waar de Raad zal stilstaan bij de mededeling. Onder het Portugees Voorzitterschap worden Raadsconclusies over de mededeling opgesteld. Het streven is om deze tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel in mei aan te nemen. In de Raadsconclusies wordt de visie van de Raad op de handelspolitieke strategie voor de komende jaren uiteengezet.

EU Trade Policy Review

In de mededeling geeft de Commissie aan dat handel één van de meest krachtige instrumenten van de EU is. De Commissie plaatst de herziening van het handelsbeleid in de context van een aantal trends en uitdagingen, waaronder globalisering, de opkomst van China, klimaatverandering, COVID-19 en digitalisering en «verdienstelijking» van de Europese economie. De Commissie beziet de herziening van het handelsbeleid tevens in het licht van «open strategische autonomie», waarbij het gaat om het vermogen van de EU om eigen keuzes te maken en de wereld om zich heen te vormen middels leiderschap en betrokkenheid, in aansluiting op de strategische belangen en waarden van de Unie.

Één van de kerndoelen van het herziene handelsbeleid is om herstel van de Europese economie post-COVID-19 te bevorderen en om hervormingen in lijn met de Green Deal en de Europese digitaliseringsstrategie te ondersteunen. Via het EU-handelsbeleid wil de Commissie ook verder inzetten op multilaterale afspraken voor een duurzamere en eerlijkere globalisering. Om deze doelstellingen te behalen, zal de Commissie zich de komende periode richten op hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het ondersteunen van de transitie richting een volledig duurzame EU, het bevorderen van duurzame waardeketens en maatschappelijk verantwoord ondernemen, en nieuwe afspraken en standaarden op het gebied van digitale handel. Ook zal de Commissie meer nadruk leggen op het versterken van de regelgevende invloed van de EU en de implementatie en handhaving van afspraken in handelsakkoorden versterken. Daarbij verwijst de Commissie in de mededeling ook naar het nieuwe klachtenmechanisme, het Single Entry Point. Tot slot zal de Commissie streven naar een mondiaal gelijker speelveld, bijvoorbeeld door het maken van scherpere internationale afspraken ten aanzien van subsidies.

Op hoofdlijnen voldoet de mededeling van de Commissie aan de kabinetsprioriteiten voor de EU Trade Policy Review. Uw Kamer is geïnformeerd over deze kabinetsinzet (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2197). Ook het Frans-Nederlandse non-paper over handel, duurzaamheid en sociaaleconomische ontwikkeling (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1541) en het Nederlandse non-paper over handel en gender (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2238) maken deel uit van die inzet. Nederland heeft met deze inzet vorig jaar als eerste lidstaat haar prioriteiten gedeeld met de Commissie en de Raad. Zo is het voor het kabinet essentieel dat de voordelen van het open en op regels gebaseerde internationaal handelsstelsel behouden blijven en een onnodige ontvlechting van waardeketens voorkomen wordt. Het Europees handelsbeleid moet bijdragen aan een mondiaal gelijker speelveld, de kansen voor het Europees bedrijfsleven vergroten, eenzijdige afhankelijkheden tegengaan en een duurzaam economisch herstel bevorderen. Ook zet Nederland in op een gendersensitief handelsbeleid.

Het kabinet verwelkomt het feit dat diverse elementen uit de Nederlandse inzet terugkomen in de mededeling, zoals de rol die EU-handelsbeleid en de marktmacht van de EU spelen als instrument ter ondersteuning van de geopolitieke doelstellingen van de EU, waaronder op het gebied van de Green Deal. Ook zet de Commissie in op effectieve implementatie en handhaving van afspraken in handelsakkoorden en op het sterker verankeren van duurzaamheid (met name ten aanzien van milieu- en arbeidsnormen) in zowel de bilaterale als de multilaterale handelsagenda. Op het gebied van digitale handel wil de Commissie tot ambitieuze afspraken en standaarden komen. Nederland steunt dit. Het kabinet heeft ook aandachtspunten voor de opvolging van de nieuwe handelspolitieke strategie. Zo had het kabinet op het gebied van handel en gender graag meer ambitie gezien in de mededeling. Zoals gebruikelijk zal uw Kamer uitgebreider worden geïnformeerd over de kabinetspositie ten aanzien van de inhoud van de mededeling via een BNC-fiche.

De kabinetsprioriteiten voor de EU Trade Policy Review zullen ook de basis vormen voor de Nederlandse inbreng tijdens de discussie in de aankomende informele Raad Buitenlandse Zaken Handel. Nederland zal daarbij in het bijzonder aandacht vragen voor de rol van duurzame ontwikkeling in EU-handelsbeleid en daarbij tevens ingaan op het nieuwe klachtenmechanisme van de Commissie. Ook zal Nederland verwijzen naar het belang van een ambitieuze EU-inzet op handel en gender. Uiteraard blijft Nederland onverminderd inzetten op hervorming van de WTO, waarbij duurzaamheid en bevordering van een mondiaal gelijk speelveld hoog op de agenda moeten staan.

In dit licht is het kabinet verheugd met de recente benoeming van Dr. Ngozi Okonjo-Iweala tot Directeur-Generaal van de WTO. Dr. Okonjo-Iweala zal naar verwachting op 1 maart aanstaande starten in haar nieuwe functie. Het kabinet verwacht dat de benoeming van de nieuwe directeur-generaal een belangrijke impuls kan geven aan het werk van de WTO.

Overig

Stand van zaken openstaande toezeggingen:

Toezegging productiestandaarden binnen de WTO, Begrotingsbehandeling BHOS 2 december 2020

Tijdens de Begrotingsbehandeling BHOS van 2 december 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 32, Debat over de Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2021) heb ik uw Kamer toegezegd te kijken naar de mogelijkheden binnen de Wereldhandelsorganisatie voor het weren van producten op basis van productiewijze.

De WTO-regels zijn gericht op voorkomen van misbruik van handelsmaatregelen. WTO-leden mogen nationale milieu- en arbeidsmaatregelen treffen, zolang deze niet discrimineren tussen derde landen of tussen nationale en buitenlandse producten. Nederland heeft groot belang bij het voorkomen van arbitrair gebruik van handelsmaatregelen en streeft naar het behoud van een op regels gebaseerd handelssysteem. Tegelijkertijd zou het in sommige gevallen gerechtvaardigd kunnen zijn om aan EU en non-EU producten productievoorwaarden te stellen ten behoeve van bescherming van het milieu als global public good. Dergelijke maatregelen dienen proportioneel te zijn en zo min mogelijk handelsverstorend. Bovendien dienen te allen tijde de non-discriminatieprincipes te worden gerespecteerd. Het kabinet zal onderzoek laten doen naar de rol van milieubescherming- en arbeidsrechten binnen de WTO. Daarbij zal worden betrokken de mate waarin dergelijke milieu- en arbeidsmaatregelen kunnen rekenen op voldoende steun op mondiaal niveau op basis waarvan gerechtvaardigde handelsmaatregelen genomen zouden kunnen worden, zonder dat sprake is van discriminatie tussen landen en producten.

Versterkte samenwerking tussen de WTO en de International Labour Organisation (ILO) op de samenhang tussen handel en arbeid is daarnaast wenselijk. De Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in Genève laat momenteel onderzoek uitvoeren naar mogelijkheden tot verdere samenwerking tussen de ILO en de WTO. Nederland kan op basis hiervan in EU-verband voorstellen ontwikkelen en inbrengen. Handelsbeleid is immers een exclusieve competentie van de Europese Unie.

Voortgang motie Van Haga/Baudet (Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 44) over het tegengaan van verdere oneerlijke concurrentie in de staalsector door de CO2-invoerheffing

Het kabinet ziet uit naar het voorstel van de Europese Commissie voor een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Deze publicatie is voorzien voor juni 2021. Het is nog niet bekend welke vorm een dergelijk mechanisme zal hebben en wat de reikwijdte (product scope) hiervan zal zijn. Daarom kan nog niet gezegd worden of – en op welke manier – een CBAM effect zal hebben op dergelijke eindproducten. Het kabinet vindt het van belang dat de Europese Commissie mogelijke stroomafwaartse effecten (downstreameffecten) van een CBAM onderzoekt. Daarnaast zal het kabinet, zoals toegezegd in de Toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda2, onderzoek laten uitvoeren naar wat onder andere de klimaat- en economische effecten van een CBAM (kunnen) zijn bij bepaalde technische vormgevingskeuzes.

Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – februari 2021

Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief in werking zijn getreden en EU-handelsakkoorden waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies

Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies te onderhandelen is onderdeel van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). Doel is om bepaalde vormen van subsidie af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde (IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Het is WTO-leden niet gelukt om in 2020 de onderhandelingen af te ronden, onder andere vanwege beperkingen door de COVID-19 pandemie. De EU blijft gecommitteerd aan het bereiken van een ambitieuze overeenkomst, waarvoor de huidige tekst van de voorzitter de basis kan vormen. Streven is om bij de 12e Ministeriële Conferentie (MC12, nu voorzien voor 2021 op een nog te bepalen datum) het resultaat te presenteren. Het is belangrijk om nu de vaart in de onderhandelingen te houden.

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer deze onderhandelingen worden hervat, ook gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016. Nederland steunt, in lijn met eerdere toezeggingen ten aanzien van de onderhandelingen over een milieugoederenakkoord (Kamerstuk 21 501, nr. 02, nr. 2097 en de motie met Kamerstuk 21 501-02, nr. 2085)3, de inzet van de Europese Commissie op het gebied van duurzaamheid in het kader van de WTO, waaronder een initiatief om handel in groene klimaatgoederen en diensten te bevorderen.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.4 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.5 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer deze onderhandelingen worden hervat.

Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce)

In december 2017 hebben 71 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, op de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd die als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming, bescherming van persoonsgegevens en privacy en grensoverschrijdende datastromen. In januari 2019 hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een gezamenlijk Joint Statement Initiative (JSI) te Davos besloten onderhandelingen te starten over de aan handel gerelateerde aspecten van e-commerce. Ondertussen is het aantal deelnemers gestegen tot 86.

De onderhandelingen vinden voor de EU plaats op basis van het mandaat voor de Doha Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019 door de Raad zijn vastgelegd6. Door COVID-19 is een aantal rondes geannuleerd, maar vanaf juni jl. zijn deze weer aangevangen in hybride vorm. Naast de plenaire vergaderingen hebben op een tiental onderwerpen bijeenkomsten in kleiner verband middels werkgroepen plaatsgevonden om de teksten verder te stroomlijnen. In augustus 2020 werd een stocktaking-tekst gepresenteerd. Er is begin 2021 overeenstemming bereikt over een tekst over spam (ongewenste elektronische post). Consensus wordt ook verwacht over: e-signature (elektronische handtekening) en consumentenbescherming.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig in werking; in de tussentijd heeft de EU (interim-) EPA’s gesloten met afzonderlijke landen (Kameroen, Ivoorkust, Ghana).

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land vindt overleg plaats over een mogelijke verdieping van de overeenkomst. De laatste onderhandelingsronde vond in februari 20197 plaats. Wel vindt nog virtueel overleg plaatst over de implementatie van de afspraken, o.a. over arbitrage en oorsprongsregels. Onderhandelingen met andere landen in Centraal-Afrika verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon daar niet meer voor in aanmerking. De overige landen van deze regio vallen onder de «minst ontwikkelde landen» en genieten daarom rechten- en quota-vrije toegang tot de EU-markt onder het zogenoemde «Everything but Arms» schema.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord over een EPA bereikt met de zestien landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben dertien landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben ook Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is dat de EPA niet getekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord getekend hebben en minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In 2016 zijn interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen8. Beide worden voorlopig toegepast.

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst. Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Op de EAC-Top van 20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van 1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen over deze zorgpunten en de EU bood ook technische assistentie aan, maar voortgang is sindsdien uitgebleven.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht. In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. Zo hebben onder meer discussies plaatsgevonden over modernisering van de regels van oorsprong. In januari 2020 is het EPA-comité bijeengekomen in de Seychellen en is gesproken over verdere verdieping van het akkoord. Er werd met name voortgang geboekt op technische handelsbarrières, douane, handelsfacilitatie, voedselveiligheid en landbouw. De tweede onderhandelingsronde vond virtueel in juli 20209 plaats. Daar werd ook gesproken over diensten en investeringen. De ambitie is te komen tot een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van de «civil society» en de parlementen. In november is voor het eerst gesproken over handel en duurzame ontwikkeling. De volgende, vierde onderhandelingsronde staat gepland voor april en zal ook over diensten, digitale handel en investeringen gaan.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland). Angola heeft formeel haar «accession negotiation letter» ingediend en de toetredingsprocedure is in gang gezet. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari 2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika. De zes andere landen in de SADC-regio (te weten: de Democratische Republiek Congo, Madagaskar, Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe), maken deel uit van andere regionale groepen waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika, respectievelijk Oostelijk en Zuidelijk Afrika.

Een eerste gezamenlijke Raad vond plaats op 19 februari 2019 in Kaapstad, waarbij een kader werd afgesproken voor geschillenbeslechting. Op 14 juni 2019 verzocht de EU formeel om consultaties over een vrijwaringsmaatregel voor pluimvee. De consultaties vonden op 13 september 2019 in Gaborone in Botswana plaats maar leidden niet tot een oplossing. De Europese Commissie is daarop een geschillenbeslechtingsprocedure gestart. Zuid Afrika en de EU hebben leden voorgedragen voor het arbitragepanel die uitspraak zal doen. Parallel aan de eerste Raad, vond de vijfde bijeenkomst plaats van het Comité voor Handel en Ontwikkeling (TDC) alsmede de tweede bijeenkomst van zowel het Comité voor handelsfacilitatie en douanesamenwerking als het Comité voor geografische aanduidingen en handel in wijnen en sterke dranken. In februari 2020 vond de zesde TDC-bijeenkomst plaats waar gesproken werd over monitoring van het akkoord, betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en «trade irritants».10 Op 26 februari a.s. vindt de zevende bijeenkomst plaats voor Handel en Ontwikkeling waar o.a. monitoring en evaluatie op de agenda staat, de landbouw vrijwaringsclausule en de toetreding van Angola tot SADC-EU EPA.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013, maar er is nog geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. Tijdens de EU-Marokko Associatieraad in juni 2019 is nog gesproken over hervatting van de onderhandelingen.11

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.12 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.13 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)14 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen. Op 1 december 2020 vond de 23e ASEAN-EU ministeriële ontmoeting (virtueel) plaats, waar ASEAN en de EU hun betrekkingen verdiepten door een strategisch partnerschap te sluiten. Hier herbevestigden ASEAN en de EU hun intenties om uiteindelijk tot een regionaal handelsakkoord te komen.

China (EU-China Investment Agreement):

Op 30 december 2020 kondigden de EU en China aan een principeovereenkomst te hebben bereikt over het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI). De Kamer is hierover geïnformeerd per brief15.

De onderhandelingen over het CAI waren gaande sinds 2013. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten, waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang op het gebied van investeringen, het verbeteren van transparantie, duurzaamheidsafspraken en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme volgens de nieuwe EU-benadering. Over dat laatste hebben de EU en China tot nu toe geen overeenstemming kunnen bereiken. De principeovereenkomst bevat een bepaling, waarmee de verdragspartijen zich verbinden tot het voortzetten van reeds gevorderde onderhandelingen om tot een overeenkomst over investeringsbescherming en investeringsgeschillenbeslechting te komen (in een zogenaamde «rendez-vous clausule»).

De conceptteksten van het akkoord zijn publiek gemaakt op 22 januari 202116. De teksten van de annexen zijn nog niet gedeeld. Op basis van de tekst van de principeovereenkomst lijkt sprake te zijn van een EU-only overeenkomst. Het definitieve, juridisch geschoonde en vertaalde verdrag, op basis waarvan lidstaten zullen moeten besluiten over ondertekening van het verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021 verwacht. Zoals vermeld in de beantwoording op Kamervragen over het CAI (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2255) kan het kabinet pas een volledige analyse van het akkoord maken als een definitieve tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen17.

Er zijn nog de nodige stappen te gaan voordat de overeenkomst is goedgekeurd en in werking kan treden. Allereerst moeten de definitieve teksten gereed komen, waarbij zal moeten blijken of de Europese Commissie inderdaad een EU-only overeenkomst zal voorstellen. Dan zal de Commissie de Raad een voorstel doen voor een besluit tot ondertekening en eventueel voorlopige toepassing. Daarover moet de Raad een besluit nemen. Als de Raad besluit tot ondertekening, zal de Commissie na ondertekening door beide partijen, de Raad een voorstel doen tot sluiting van de overeenkomst. Dat voorstel wordt ter goedkeuring aan het Europees Parlement voorgelegd.

Los van het CAI, zal op 1 maart 2021 de EU-China overeenkomst over geografische indicaties van kracht worden.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.18 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie blijft de strategische dialoog met India voortzetten om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart van de onderhandelingen.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 15 tot 26 juni 2020 vond de tiende onderhandelingsronde via videoconferentie plaats. Het verslag van de laatste digitale ronde is te vinden op de website van de Europese Commissie.19 Tijdens deze ronde hebben de EU en Indonesië onder andere voortgang geboekt op het gebied van regels van oorsprong en technische handelsbelemmeringen. Op andere onderwerpen, zoals handel in goederen en handel en duurzame ontwikkeling is weinig voortgang geboekt. Ook is nog geen markttoegangsaanbod op het gebied van overheidsopdrachten uitgewisseld. Een volgende digitale onderhandelingsronde is gepland in de week van 22 februari 2021.

Irak (Partnership and Cooperation Agreement):

Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten de ratificatie nog niet heeft afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie (samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Op 29 oktober 2018 (Kamerstuk 35 062, nr. 3) is de memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer en Eerste Kamer gestuurd. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de plenaire behandeling op 7 februari 2019 aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 5 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 51, item 3) heeft ingestemd. Het akkoord treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.

Kirgizië (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (ECPA))

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren: een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari 2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.20 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde vond plaats van 6 tot en met 8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. De tekst van het handelsgedeelte van het akkoord wordt momenteel juridisch opgeschoond en vertaald.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht op hervatting van de onderhandelingen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.21 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. De EU en Oezbekistan onderhandelen over een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november 2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De meest recente en zevende onderhandelingsronde van het handelsgedeelte vond digitaal plaats van 8–12 februari 2021.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

De EU-Singapore akkoorden zijn op 19 oktober 2018 ondertekend. Het gaat om een handelsakkoord en een investeringsakkoord. De akkoorden vormen een belangrijke kans voor het bedrijfsleven en zullen tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het handelsakkoord is op 21 november 2019 in werking getreden. Bij de viering van het 1-jarig bestaan van het verdrag tekenden de EU en Singapore een samenwerkingsovereenkomst «Administrative arrangement on cluster cooperation», een instrument voor het benutten van de voordelen van EUSFTA door middel van regelmatige uitwisselingen en business matchmaking voor Singaporese en Europese bedrijven. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten. In Nederland is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar aanleiding hiervan stelt de Raad, in de Raadsconclusies van 14 oktober 201922, dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieuze en alomvattende vrijhandelsovereenkomst te hervatten. Nederland heeft tijdens de RBZ/Handel in november 2019 gesteld dat de EU zou moeten overwegen opnieuw naar de onderhandelingsinzet te kijken. Dit is met de Europese Commissie besproken die heeft aangegeven hier positief tegenover te staan. Het is nog niet bekend of en wanneer de onderhandelingen met Thailand daadwerkelijk hervat zullen worden.

Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):

Er is sprake van een EU-only handelsakkoord en een gemengd investeringsakkoord. Beide akkoorden zijn op 30 juni 2019 ondertekend door de twee verdragspartijen (EU en Vietnam).

Op 12 februari 2020 heeft het Europees Parlement beide akkoorden goedgekeurd. De Raad heeft op 30 maart 2020 via een schriftelijke procedure een besluit tot sluiting van het handelsakkoord genomen. Het handelsakkoord is, nadat het op 8 juni 2020 door de Vietnamese Nationale Assemblee werd goedgekeurd, per 1 augustus 2020 volledig in werking getreden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.

Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Het handelsakkoord is een veelomvattend en gebalanceerd akkoord. Nu het handelsakkoord in werking is getreden, zijn bijna alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden geleidelijk afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.

C.3 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (gezamenlijk Association Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale fase. Nederland is voorstander van een zo goed mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA)):

Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk afspraken uit het DCFTA in stand te houden.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte van een nieuw akkoord vond plaats van 23 tot en met 25 april 2019 in Baku. Hoewel de onderhandelingen in 2020 vertraging hebben opgelopen, bevinden deze zich in een vergevorderd stadium.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld.

In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de EU en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. De Europese Raad heeft op 1 en 2 oktober 2020 besloten om tot een tweesporen-benadering ten aanzien van Turkije te komen (zie ook Kamerstuk 21 501-20, nr. 1610). Indien de Turkse constructieve inspanningen om illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus te beëindigen worden voortgezet, dan zal de voorzitter van de Europese Raad, in samenwerking met de voorzitter van de Europese Commissie en met de steun van de Hoge Vertegenwoordiger, een voorstel uitwerken om de relatie tussen de EU en Turkije nieuwe energie te geven. In deze dialoog kunnen de modernisering van de douane-unie en handelsfacilitatie, de zogeheten people-to-people contacten, dialogen op hoog niveau en in het bijzonder de voortgezette migratiesamenwerking onder de EU-Turkije verklaring van 2016 aan bod komen. In de bespreking van dit eerste spoor kwam uitdrukkelijk aan de orde dat de zorgen van de EU over de ontwikkelingen in Turkije ten aanzien van de rechtsstaat niet zijn weggenomen en dat deze onderdeel zullen blijven van de dialoog.

Verenigd Koninkrijk (Trade and Cooperation Agreement (TCA))

Op 24 december jl. heeft de EU met het VK een politiek akkoord bereikt over een handels- en samenwerkingsovereenkomst. De Kamer heeft een appreciatie van deze overeenkomst ontvangen op 27 december jl. (Kamerstuk 35 393, nr. 12)23 De overeenkomst wordt sinds 1 januari 2021 voorlopig toegepast, in afwachting van goedkeuring door het Europees Parlement en sluiting door de Raad.

C.4 Noord- en Midden-Amerika:

Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

Nederland heeft net als Canada, de EU en de andere EU-lidstaten het EU-handelsakkoord met Canada (CETA) in 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. De Nederlandse CETA-goedkeuringswet (Kamerstuk 35 154) is op 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de loop van 2019 hebben een schriftelijke vragenronde, twee technische briefings en een rondetafelgesprek over CETA plaatsgevonden. De Tweede Kamer heeft vervolgens op 12 en 13 februari jl. (Handelingen II 2019/21, nrs. 53 en 54, items 2, 5 en 7) over CETA gedebatteerd en voor dit verdrag gestemd. De Eerste Kamer behandelt momenteel de goedkeuringswet. Er hebben twee schriftelijke rondes en twee expertbijeenkomsten plaatsgevonden. CETA treedt volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. Aan implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt. Op 27 en 28 november 2019 vond de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad was voorzien in de eerste helft van 2020, maar heeft nog niet plaatsgevonden. Het evaluatie rapport van CARIFORUM werd 21 januari jl. gepubliceerd en beslaat de periode 2008–201824. Om de voordelen van de EPA beter te benutten beveelt het rapport o.a. aan de transparantie en de bewustwording te verbeteren, een gunstiger ondernemingsklimaat te bevorderen en de capaciteit van de overheid te versterken in de CARIFORUM-landen.

Mexico (modernisering EU-Mexico Global Agreement):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 28 april 2020 is er een politiek akkoord bereikt tussen de Europese Commissie en Mexico. Momenteel vindt de juridische opschoning van de tekst plaats. Naar verwachting zal de Commissie dit jaar het akkoord ter besluitvorming voorleggen aan de Raad. Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 97% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee, varkens, eierproducten, aardappelen, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels.

Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten:

De EU en de Verenigde Staten zijn in juli 2013 de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) gestart. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de onderhandelingen is geboekt.25 De TTIP-onderhandelingen zijn kort daarna opgeschort. Bij de vaststelling van de hieronder beschreven twee mandaten heeft de Raad verklaard dat de onderhandelingsrichtlijnen voor het TTIP beschouwd moeten worden als verouderd en niet meer relevant.

Op 15 april 2019 heeft de Raad twee mandaten verleend aan de Europese Commissie om met de Verenigde Staten te onderhandelen. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.26 Inmiddels zijn de onderhandelingen over conformiteitsbeoordelingen gestart.

C.5 Oceanië:

Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.27 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Op 18 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Er hebben tot nu toe acht onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De negende onderhandelingsronde vond plaats van 30 november–11 december 2020 per videoconferentie28.

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.29 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Er hebben tot nu toe acht onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De negende onderhandelingsronde vond van 23–30 november 2020 per videoconferentie plaats30.

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van kracht. Medio 2019 vond de zevende en laatste EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte, trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe, de Solomon-eilanden op 7 mei 2020. Inmiddels is ook de procedure gestart voor de toetreding van Tonga tot deze interim-EPA.

C.6 Zuid-Amerika:

Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.31 De laatste en negende onderhandelingsronde vond plaats van 11–12 januari 2021.

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast. Op 14 december 2018 heeft de ministerraad ingestemd met het opstarten van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure inzake het toetredingsprotocol van Ecuador bij de Handelsovereenkomst. De Kamer heeft op 14 juli 2019 ingestemd met het protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst; het Koninkrijk der Nederlanden heeft het toetredingsprotocol vervolgens op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk) geratificeerd. Het protocol treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.32 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Sinds het aantreden van de Braziliaanse president Bolsonaro (op 1 januari 2019) benadrukt de Europese Commissie nog meer dan voorheen het belang van goede afspraken op het gebied van milieu. Op 29 juni 2019 zijn de onderhandelaars tot een politiek akkoord gekomen, waarbij een aantal voorlopige teksten door de Europese Commissie zijn gepubliceerd.33 De Commissie hecht nu de laatste resterende tarieflijnen af en werkt aan de juridische opschoning en vertaling van de teksten. De Commissie zal het Sustainability Impact Assessment, waarover ook het maatschappelijk middenveld in 2020 is geraadpleegd, in het voorjaar van 2021 samen met een eigen positie paper publiceren. Wageningen Universiteit voerde een studie uit om de mogelijke effecten van het handelsakkoord voor Nederland, in het bijzonder op agrarische huishoudens, te evalueren. In januari 2021 werd het eindrapport aan de Tweede Kamer aangeboden (Bijlage bij Kamerstuk 31 985, nr. 68). Het kabinet zal zijn positie bepalen nadat het de hierboven genoemde documenten in definitieve versie van de Europese Commissie ontvangen heeft.

D. Investeringsakkoorden

Ecuador

Op 29 en 30 april 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.

Argentinië

Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.

Burkina Faso

Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso heeft in december 2019 een eigen inzet gedeeld. Het kabinet bestudeert dit voorstel momenteel.

Irak

Op 21 november 2019 is een voorstel van Irak binnengekomen om te onderhandelen over een investeringsakkoord, nadat eerder de Nederlandse modeltekst met de Iraakse autoriteiten was gedeeld. Het kabinet bestudeert het voorstel momenteel. Er is nog geen datum voor een eerste gesprek bekend.

Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden

In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals opgenomen in het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd is met het Unierecht. De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt niet enkel het investeringsakkoord tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden tussen de EU-lidstaten beëindigd moeten worden. De onderhandelingen over het beëindigingsverdrag zijn afgerond.

Op 12 december 2019 heeft de Rijksministerraad ingestemd met de ondertekening van het verdrag. De ondertekening heeft op 5 mei 2020 plaatsgevonden. Conform de gebruikelijke procedure heeft de regering het beëindigingsverdrag en de toelichtende nota ter advies voorgelegd aan de Raad van State. Het beëindigingsverdrag is vervolgens op 26 december jl. stilzwijgend door uw Kamer goedgekeurd.


X Noot
2

Bijlage 4: Toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda – Vaststelling begroting Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2021 – https://www.rijksbegroting.nl/2021/voorbereiding/begroting,kst282764_31.html.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1878.

X Noot
14

De volgende landen zijn lid van de ASEAN: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
15

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2255.

X Noot
17

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2269.

X Noot
23

Kamerstuk 35 393, nr. 12.

X Noot
32

De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst. Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.

Naar boven