21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2093 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2019

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 9 december 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 9 DECEMBER 2019

Introductie

Op 9 december 2019 vindt in Brussel de Raad Buitenlandse Zaken plaats. Naar verwachting zal de Raad onder het agendapunt Current Affairs stilstaan bij de Turkse operatie in Noordoost-Syrië, de Turkse gasproefboringen in het Oostelijk deel van de Middellandse Zee en de recente ontwikkelingen in onder meer Hongkong, Libië en Bolivia. Verder zal de Raad spreken over de relatie van de Europese Unie (EU) met de Afrikaanse Unie (AU). Nederland heeft het verzoek ingediend ook mensenrechten te agenderen. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan de Raad.

Current Affairs

Noordoost-Syrië

In navolging van de Raad van november (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2082) zal de Raad opnieuw spreken over de Turkse operatie in Noordoost-Syrië. Hoewel er sinds de start van de Turks-Russische patrouilles langs de Turks-Syrische grens geen berichten zijn over grootschalige confrontaties en het aantal ontheemden in Noordoost-Syrië is afgenomen doordat mensen huiswaarts keren, blijft de humanitaire situatie zorgelijk. In heel Syrië zijn honderdduizend mensen op de vlucht en zijn er grote noden. De dalende temperaturen zorgen voor extra druk op de humanitaire situatie.

De gestabiliseerde situatie is, hoe welkom ook, geen reden om de Nederlandse positie ten aanzien van de Turkse operatie in Noordoost-Syrië te wijzigen. Nederland zal Turkije blijven oproepen om zo snel mogelijk een einde te maken aan de operatie. Daarbij is het van het grootste belang dat het geweld niet opnieuw oplaait en de humanitaire situatie aanzienlijk verbetert. Nederland zal wederom oproepen tot het instellen van een wapenembargo tegen Turkije. Ook zal Nederland zich in de Raad sterk maken voor verdere maatregelen tegen Turkije zoals het stopzetten van pre-accessiesteun aan Turkije conform de motie van het lid Van der Graaf c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2058).

Gasproefboringen

Tijdens de Raad van 11 november jl. is besloten een sanctie-regime in te stellen tegen Turkije, naar aanleiding van de voortgaande illegale proefboringen in het Oostelijk deel van de Middellandse Zee. Hiermee is opvolging gegeven aan de conclusies van de Raad van 15 juli jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2034) waarin Turkije werd opgeroepen de boringen te staken en de soevereiniteit van Cyprus te respecteren. De Turkse president Erdogan heeft in reactie op de instelling van het sanctie-regime benadrukt dat Turkije zich niet laat intimideren. Turkije heeft zijn activiteiten in het Oostelijk deel van de Middellandse Zee dan ook voortgezet. Tijdens de Raad van 9 december aanstaande zal er opnieuw gesproken worden over de kwestie. Nederland zal steun betuigen aan Cyprus bij de oproep aan Turkije de Cypriotische soevereiniteit te respecteren.

Hongkong

Evenals vorige maand zal de Raad spreken over de onrust in Hongkong. Sinds de vorige Raad zijn de spanningen en het geweld in Hongkong verder toegenomen. Dit is voor Nederland mede aanleiding geweest om op 13 november jl. het reisadvies voor Hongkong aan te scherpen. Verschillende Nederlandse universiteiten hebben hun studenten die op uitwisseling in Hongkong waren dringend geadviseerd de stad te verlaten. Het Nederlandse consulaat-generaal te Hongkong staat in contact met de Nederlandse studenten. Het High Court van Hongkong heeft op 18 november jl. het eerder per noodwet ingevoerde verbod op gezichtsbedekking ongrondwettelijk verklaard. De centrale regering in Peking stelt echter dat enkel het Staand Comité van het Nationale Volkscongres de bevoegdheid heeft maatregelen van bestuur aan de Grondwet te toetsen.

Tijdens de vorige Raad bepleitte Nederland een publieke steunverklaring voor een onafhankelijk onderzoek naar de grondoorzaken van de onrust, inclusief het politieoptreden, om recht te doen aan de zorgen van de Hongkongse bevolking. Nederland verwelkomt daarom de mede door Nederland geïnitieerde verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger van 18 november jl. waarin deze oproep is verwoord1. Het kabinet steunt de veroordeling van excessief geweld, zowel van de zijde van de demonstranten als van de zijde van de politie. Verder is het kabinet met de EU van mening dat Hongkongs hoge mate van autonomie binnen het One Country, Two Systems-model, onafhankelijke rechtspraak en fundamentele vrijheden gerespecteerd dienen te worden. Nederland brengt deze zorg bij alle mogelijke gelegenheden ook onder de aandacht van de Chinese autoriteiten. De oplossing dient gezocht te worden in een brede en inclusieve dialoog die ingaat op alle grondoorzaken van de onrust.

Libië

De Raad zal naar verwachting en afhankelijk van de ontwikkelingen, opnieuw spreken over de ontwikkelingen in Libië, waar Duitsland sinds enkele maanden probeert de huidige impasse in het politieke proces te doorbreken door de internationale gemeenschap dichterbij elkaar te brengen. Nederland volgt deze ontwikkelingen nauwlettend en benadrukt hierin dat een duurzame oplossing alleen tot stand kan komen met betrokkenheid van alle Libische partijen. Het kabinet is van mening dat blijvende internationale druk en naleving van gemaakte afspraken nodig is om tot een politieke oplossing te komen. Een sterke en eensgezinde inzet van de EU is nodig voor het bevorderen van het politieke proces, met betrekking tot het waarborgen van mensenrechten en het naleven van internationaal humanitair recht maar ook voor het vinden van oplossingen voor de situatie van vluchtelingen en migranten – in het bijzonder voor diegenen die in detentiefaciliteiten zitten en diegenen die door de gevechten gevaar lopen.

Bolivia

De Raad zal spreken over de aanhoudende onrust in Bolivia. Na de presentatie van het rapport van de Organization of American States (OAS) over de ernstige onregelmatigheden tijdens de presidentsverkiezingen van 20 oktober jl. en diens oproep tot nieuwe verkiezingen, zijn de ontwikkelingen in Bolivia in een stroomversnelling geraakt. Het kabinet is bezorgd over polarisatie in de Boliviaanse samenleving die leidt tot protesten, blokkades en gewelddadige confrontaties tussen Morales-aanhangers en het leger. Het kabinet benadrukt het belang van het organiseren van nieuwe verkiezingen binnen het grondwettelijk vastgestelde tijdsbestek van drie maanden.

Op 15 november jl. is – mede op verzoek van Nederland – een EU28-verklaring uitgebracht waarin geweld wordt afgekeurd en alle partijen worden opgeroepen bij te dragen aan een vreedzame verzoening2. De verklaring benadrukt dat de primaire doelstellingen van de interim--regering onder leiding van Jeanine Añez zijn om vrede en veiligheid te verzekeren, nieuwe verkiezingen te organiseren, het vertrouwen van de bevolking in de democratie te herstellen en respect voor burgerrechten en democratische instituties te waarborgen. Het kabinet onderschrijft het belang van een dialoog en roept wetshandhavingsinstanties op de veiligheid en mensenrechten voor de Boliviaanse bevolking te garanderen en zich in te zetten voor het behoud van een inclusieve samenleving in Bolivia.

AU-EU ministeriële bijeenkomst

De Raad zal spreken over de samenwerking tussen de EU en de Afrikaanse Unie (AU), met het oog op de aankomende AU-EU ministeriële die in het eerste kwartaal van 2020 zal plaatsvinden en de EU-AU Top die eind 2020 of begin 2021 is voorzien. Nederland vindt een goede en inhoudelijke voorbereiding van deze bijeenkomsten belangrijk. Samen met een aantal andere lidstaten heeft Nederland zich daarom verbonden aan een initiatief om klimaat als een van de mogelijke onderwerpen van de EU-AU Top voor te dragen; een onderwerp dat bij uitstek baat heeft bij versterkte EU-AU samenwerking. Nederland vindt het belangrijk dat het EU-AU partnerschap is gestoeld op de bevordering van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat. Ook dient in het EU-AU partnerschap aandacht te besteden aan een breed scala aan onderwerpen, waaronder klimaat, vrede en veiligheid, het creëren van banen en aantrekken van investeringen, de aanpak van irreguliere migratie, handel en regionale integratie. Uitgangspunt daarbij is dat het partnerschap gebaseerd is op zowel Europese als Afrikaanse belangen.

Mensenrechten

Nederland heeft, met brede steun, het verzoek ingediend om tijdens deze Raad – één dag voor internationale mensenrechten dag – te spreken over de EU-inspanningen op het gebied van mensenrechten. Het is van belang dat de Raad, onder voorzitterschap van de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell, markeert dat mensenrechten de hoeksteen vormen van het EU-buitenlandbeleid, in samenhang met rechtsstatelijkheid en democratisering. Met de inzet ten behoeve van mensenrechtenverdedigers (prioriteit onder het Finse voorzitterschap), vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten van LHBTI, de positie van vrouwen en meisjes en accountability behoort de EU internationaal tot de koplopers, zowel in politiek-diplomatieke als financiële zin.

De EU-activiteiten sluiten nauw aan bij het Nederlands buitenlands mensenrechtenbeleid, waarbinnen de organisatie van de conferentie World Press Freedom Day in samenwerking met UNESCO als een van de hoogtepunten voor 2020 geldt. Onder dit agendapunt beoogt Nederland bovendien een terugkoppeling te geven van de 7e editie van het Istanbul process, de internationale conferentie voor vrijheid van religie en levensovertuiging die op 18 en 19 november jl. plaatsvond. Indien mensenrechten niet als formeel agendapunt wordt opgenomen, zal Nederland een AOB aanvragen om de Raad te informeren over deze bijeenkomst, conform de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens de Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken van 14 november jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 24, Begroting Buitenlandse Zaken 2020). Voorts zal Nederland dit agendapunt benutten om politieke steun te bestendigen voor een EU wereldwijd Mensenrechtensanctieregime met het oog op spoedige aanname van een Europees sanctie instrument. Ten slotte zal Nederland oproepen tot EU-eenheid in de VN-Mensenrechtenraad. Een slagvaardig en eensgezind EU-optreden zal bijdragen aan het behalen van resultaten tijdens het Nederlandse lidmaatschap van de Mensenrechtenraad (2020–2022).

Naar boven