21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2034 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juli 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse zaken van 15 juli 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 15 JULI 2019

Current Affairs

Soedan

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini kwalificeerde het bereikte interim-akkoord over een transitieproces in Soedan (op het moment van schrijven van dit verslag nog niet ondertekend) als een positieve ontwikkeling. De Finse Minister van Buitenlandse Zaken Pekka Haavisto heeft tijdens de Raad een terugkoppeling verzorgt van zijn reis naar Soedan en omliggende landen, waarbij hij tevens optrad als vertegenwoordiger van de EU. Belangrijke zaken die volgens Minister Haavisto nadere aandacht behoeven zijn het bereiken van overeenstemming tussen het leger en de oppositie inzake de controle over de strijdkrachten, de slechte economische situatie in Soedan en eventuele schuldverlichting, de rol van vrouwen en vrouwenorganisaties in het transitieproces en de voortzetting van de EU-dialoog met Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten over Soedan.

Nederland heeft in de Raad het concept interim-akkoord tussen partijen in Soedan verwelkomd maar ook gewezen op een aantal belangrijke kwesties die in het akkoord nog niet zijn geregeld. Het kabinet acht het van groot belang dat een monitoringsmechanisme wordt gecreëerd om de implementatie van het akkoord te waarborgen. Daarnaast pleitte Nederland voor de betrokkenheid van vrouwen in het transitieproces. Ook heeft Nederland de urgentie benadrukt van onafhankelijke documentatie van en onderzoek naar recente en eerdere mensenrechtenschendingen, zodat daders verantwoordelijk kunnen worden gehouden en straffeloosheid wordt tegengegaan. In dit licht benadrukte Nederland dat van een toekomstige civiel-geleide regering volledige medewerking wordt verwacht met het Internationaal Strafhof, inclusief de uitlevering van voormalig president al-Bashir. Tot slot heeft Nederland aangegeven dat steun voor een EU-hulppakket voor Soedan afhankelijk is van de installatie van een civiel-geleide regering. Gezien de volatiliteit van de situatie in Soedan, heeft Nederland de EU gevraagd gelijktijdig ook mogelijke punitieve maatregelen, zoals sancties, te blijven uitwerken, zodat druk kan worden opgevoerd indien het interim-akkoord faalt.

Venezuela

De Raad sprak grote bezorgdheid uit over de situatie in Venezuela. Het recent verschenen rapport van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN, Bachelet, spreekt van grove mensenrechtenschendingen, afbreuk van de rechtsstaat en ondermijning van democratische instituties. In combinatie met de verslechterde humanitaire situatie worden de problemen in Venezuela en de regio groter. De Raad onderstreepte nogmaals het belang van een politieke, vreedzame en democratische oplossing en sprak steun uit voor de onderhandelingen tussen het Maduro-bewind en de oppositie in Barbados, onder leiding van de Noorse regering. Om zowel het rapport van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten als het onderhandelingsproces kracht bij te zetten is er een EU-28 verklaring1 uitgebracht waarin, mede op aandringen van Nederland, wordt aangekondigd dat de EU restrictieve maatregelen zal instellen indien de onderhandelingen niet tot concrete resultaten leiden. Daarnaast zal de EU, eveneens mede op verzoek van Nederland, voorbereidingen treffen die moeten leiden tot het instellen van sancties tegen leden van de veiligheidsdiensten die betrokken zijn bij martelingen en andere ernstige mensenrechtenschendingen. Tot slot bracht de Hoge Vertegenwoordiger een verslag uit van het bezoek van de Speciaal Adviseur van de International Contact Group (ICG), Enrique Iglesias, aan Caracas van 7 tot 10 juli. Hij sprak onder andere met Maduro, interim-president Juan Guaidó, het maatschappelijk middenveld en de kerk. In zijn gesprekken heeft hij alle partijen opgeroepen inspanningen te leveren om tot een oplossing te komen. De ICG blijft zich inzetten voor het herstel van de democratie in Venezuela door middel van eerlijke en vrije presidentsverkiezingen.

Gasproefboringsactiviteiten in de Oost-Middellandse Zee

Als vervolg op de RAZ-conclusies van 18 juni jl.2 en de ER-conclusies van 20 juni jl.3 nam ook de Raad Buitenlandse Zaken conclusies aan over de Turkse gasproefboringsactiviteiten in het Oostelijke deel van de Middellandse Zee. De Raad betreurde dat Turkije deze activiteiten voortzet, riep Turkije opnieuw op deze activiteiten te staken en de soevereiniteit van Cyprus te respecteren. De EU blijft volledig gecommitteerd aan het door de VN geleide werk om voorwaarden te creëren voor het hervatten van onderhandelingen over een alomvattende oplossing voor de Cyprus kwestie. De Raad besloot de onderhandelingen over een Alomvattende Luchttransport Overeenkomst op te schorten en voorlopig geen bijeenkomsten van de Associatieraad of EU-Turkije high-level dialogen plaats te laten vinden. De Raad bekrachtigde het voorstel van de Commissie om de pre-accessiesteun (IPA) voor Turkije voor 2020 te korten en nodigde de Europese Investeringsbank uit om haar activiteiten in Turkije te heroverwegen. De Raad zal de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen en nodigde de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie uit om opties voor mogelijke sancties verder uit te werken, mochten de Turkse booractiviteiten voortduren.

Irak

Tijdens de Raad zijn Raadsconclusies over Irak aangenomen. Mede door de inzet van Nederland richten deze zich op de positie van minderheden, het belang van economische hervormingen en migratiesamenwerking met de Iraakse autoriteiten, inclusief terugkeer van Iraakse onderdanen. Tijdens de Raad koppelde Hoge Vertegenwoordiger Mogherini terug over haar bezoek aan Bagdad en sprak hierbij waardering uit over de vooruitgang die Irak de afgelopen jaren heeft geboekt, onder meer op het gebied van veiligheid. Desalniettemin vragen vele uitdagingen de komende tijd om een voortzetting van EU-steun en de intensivering van samenwerking op basis van het Partnership and Cooperation Agreement. Nederland onderstreepte dat stabiliteit in Irak van groot belang is voor de EU en verwelkomde daarom het bezoek van de Hoge Vertegenwoordiger aan het land. Daarnaast ging Nederland in op de kansen die de EU-Irak migratiedialoog en het Partnership and Cooperation Agreement bieden voor meer migratiesamenwerking, ook ten aanzien van terugkeer. Tot slot benadrukte Nederland dat het verbeteren van de positie van minderheden en strafrechtelijke vervolging van ISIS-strijders prioritair blijven.

Iran

De Raad sprak serieuze zorgen uit over de ontwikkelingen omtrent het nucleaire akkoord, waaronder de Iraanse overschrijdingen van verscheidene limieten uit het akkoord, zoals vastgesteld door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA). De Raad riep Iran dan ook dringend op om zo snel mogelijk terug te keren naar volledige naleving van het akkoord en de genomen maatregelen terug te draaien. Het is aan de ondertekenaars van het nucleaire akkoord om (eventuele) gevolgen te verbinden aan de Iraanse overschrijdingen. De EU staat eensgezind achter het akkoord en steunt de diplomatieke inspanningen van de Hoge Vertegenwoordiger, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om verdere escalatie te voorkomen. De Iraanse overschrijdingen zijn zeer zorgwekkend, maar nog zeker niet onomkeerbaar.

Het nucleair akkoord dient nog steeds een cruciaal veiligheidsbelang van de EU en blijft een belangrijk onderdeel van de internationale non-proliferatie architectuur. Daarom zal de EU ook blijven werken aan de operationalisering van INSTEX. Dit mechanisme is begin 2019 opgericht door Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk met als doel om het betalingsverkeer met Iran te kunnen faciliteren nadat de Verenigde Staten op 5 november 2018 opnieuw economische sancties tegen Iran instelde.

Ook Nederland heeft steun uitgesproken voor het werk van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van behoud van het akkoord en schaart zich achter de verklaring van de E3 van 14 juli jl.4 Tevens heeft Nederland het blijvende belang van EU-eenheid benadrukt en gewezen op deelname aan INSTEX.

Daarnaast sprak de Raad ook over de ontwikkelingen in de Golf. Verschillende lidstaten benadrukten het belang van de vrije doorvaart van schepen in de Straat van Hormuz en de Golf van Oman, omdat deze route van groot belang is voor de energietoevoer aan wereldmarkten.

Migratie

Lidstaten riepen de nieuwe Commissie op om van migratie een topprioriteit te maken en plannen voor structurele aanpak van migratie uit te werken. Dit omvat ook brede partnerschappen met derde landen, waarbij de focus moet liggen op het aanpakken van de grondoorzaken van migratie door middel van structurele investeringen in herkomstlanden, alsmede verbeterde terugkeersamenwerking.

Het kabinet heeft het belang voor een structurele oplossing en een integrale benadering onderstreept, in lijn met de Staat van de Unie en het in dit kader opgestelde policy paper getiteld «A renewed European agenda on migration». Dit betekent het versterken van de buitengrens, goed functionerende asiel- en terugkeerprocedures, het bevorderen van de integratie van geaccepteerde asielzoekers, het versterken van Schengen, het tegengaan van mensensmokkel en -handel binnen en buiten de EU en de aanpak van de grondoorzaken van irreguliere migratie. Nederland heeft benadrukt uit te zien naar het aantreden van de nieuwe Europese Commissie, zodat dit belangrijke thema voortvarend kan worden opgepakt.

Tot slot sprak de Raad over de verslechterende situatie in Libië, het belang van veilige opvang en bescherming van migranten en vluchtelingen in Libië en de noodzaak tot een gezamenlijke EU aanpak. De Raad onderstreepte hierbij het belang van nauwe samenwerking met IOM en UNHCR om de schrijnende humanitaire situatie te adresseren.

Het kabinet maakt graag van de gelegenheid gebruik in te gaan op de toezegging gedaan tijdens het AO RBZ van 3 juli jl. over plekken in Libië waar vluchtelingen en migranten vanwege de recente bombardementen een veilig heenkomen kunnen vinden. Zoals ook toegelicht door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in het AO Vreemdelingen- en Asielbeleid van 4 juli jl., is het kabinet uiterst bezorgd over de omstandigheden in Libië. Voor wat betreft de migranten die in detentiecentra verblijven, is de inzet van het kabinet gericht op de sluiting van detentiecentra, alsmede op het opzetten van veilige en open centra onder toezicht van UNHCR en IOM waar kwetsbare migranten en vluchtelingen naartoe kunnen worden gebracht. Er is nu één UNHCR-centrum in gebruik, het Gathering and Departure Facility (GDF), in Tripoli. Hier worden vluchtelingen veilig ondergebracht voor verdere evacuatie naar bijvoorbeeld het Emergency Transit Mechanism (ETM) in Niger. Nederland zal blijven aandringen op de opvang van mensen in dergelijke veilige centra, zowel bilateraal als in EU-verband, zoals ook genoemd in de aangenomen moties van het lid Van Ojik5 tijdens het VAO Vreemdelingen- en Asielbeleid. Nederland draagt hiertoe ook financieel bij aan UNHCR en IOM.

Moldavië

Tijdens de Raad vond er een lunchbespreking plaats met de nieuwe Moldavische Minister van Buitenlandse Zaken, Nicolae Popescu. Minister Popescu gaf een update over de politieke situatie in zijn land na de turbulente machtswisseling begin juni 2019. De Minister bevestigde de Europese koers van zijn regering evenals de toewijding aan het implementeren van de onder het associatieverdrag afgesproken hervormingen. Daartoe verzocht hij de lidstaten ook om EU-steun te hervatten en uitbreiden, en onderstreepte hij het belang van politieke aandacht voor Moldavië.

De Raad verwelkomde de vreedzame wisseling van macht in Moldavië en zegde toe het land te blijven ondersteunen bij de hervormingen. Maar dan moet Moldavië ook voortgang boeken bij het versterken van de rechtsstaat en de strijd tegen corruptie. De Commissie kondigde bij monde van Commissaris Hahn aan voornemens te zijn de bevroren begrotingssteun aan Moldavië ter waarde van EUR 14.5 miljoen te zullen uitkeren, zolang aan de voorwaarden voldaan wordt. Tot slot benadrukte de Raad het belang van concrete voortgang op de hervormingsagenda.

Centraal-Afrikaanse Republiek

Frankrijk heeft tijdens de Raad gepleit voor initiële politieke steun voor een mogelijke civiele missie van ongeveer twintig veiligheidsexperts in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) om hervorming van de veiligheidssector en training van de lokale veiligheidsdiensten te ondersteunen. Dit initiatief zou complementair zijn aan de bestaande militaire trainingsmissie (EUTM RCA). Verschillende lidstaten onderschreven de noodzaak van een civiele GVDB-missie. EDEO zal het voorbereidende werk voor een mogelijke civiele missie voortzetten. Nederland wacht de uitwerking van het initiatief af en heeft zich in de Raad nog niet uitgesproken over een eventuele Nederlandse rol. Zodra er een concreet voorstel ligt, zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.

Overig

Navo Rusland Raad

Zoals op 19 juni jl. tijdens het AO ter voorbereiding op de bijeenkomst van de ministers van Defensie van de NAVO aan de Kamer is toegezegd (Kamerstuk 28 676, nr. 322), maakt het kabinet van de gelegenheid gebruik tevens verslag te doen van de bijeenkomst van de NAVO-Rusland Raad op 5 juli jl. De onzekere toekomst van het INF-verdrag vormde de voornaamste aanleiding voor het kabinet om aan te dringen op deze laatste NAVO-Rusland Raad voor het verstrijken van de opzegtermijn van het verdrag op 2 augustus a.s. Nederland heeft in zijn interventie de eigenstandige vaststelling van de Russische schending van het INF-verdrag benadrukt en Rusland opgeroepen de INF-naleving te herstellen voor het verstrijken van het verdrag op 2 augustus. De bespreking in de NAVO-Rusland Raad leidde evenwel niet tot een andere Russische houding; Rusland blijft als voorheen de schending van het INF-verdrag ontkennen. Bovendien toont het in zijn retoriek en handelen nog altijd geen enkele bereidheid om terug te keren naar complete en verifieerbare naleving van het INF-verdrag.

De komende weken vormen de laatste kans voor Rusland om het INF-verdrag te redden; als het dat niet doet, draagt Rusland de volledige verantwoordelijkheid voor de teloorgang van dit belangrijke verdrag dat decennialang een grote bijdrage heeft geleverd aan veiligheid en stabiliteit in Europa. De kansen om alsnog het INF-verdrag te behouden raken daarmee langzaam uitgeput. Nederland heeft er veelvuldig bij Rusland op aangedrongen terug te keren naar complete en verifieerbare naleving van de INF-verplichtingen maar het ziet ernaar uit dat deze inzet, net als die van de rest van de internationale gemeenschap, geen vruchten zal afwerpen.

Ook werd gesproken over de situatie in Oekraïne. De NAVO-bondgenoten benadrukten hun steun aan de territoriale integriteit van Oekraïne en herhaalden hun oproep aan Rusland om volledige medewerking te verlenen aan de implementatie van de Minskakkoorden. Van NAVO-zijde werden breed gedragen zorgen uitgesproken over de voortdurende illegale Russische annexatie van de Krim. Stilgestaan werd bij de verslechterende mensenrechtensituatie en de militarisering van het gebied. Conform de uitspraak van het Internationaal Zeerechttribunaal riepen diverse bondgenoten Rusland op de 24 Oekraïense zeelieden vrij te laten die het sinds het incident in de Zee van Azov op 25 november jl. vasthoudt.

Naar boven