21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1872 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel op 22 mei 2018 in Brussel. Zoals gebruikelijk ontvangt u bij de geannoteerde agenda ook de voortgangsrapportage met de stand van zaken van de lopende onderhandelingen over handels- en investeringsakkoorden van de EU.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL 22 mei 2018

Op 22 mei 2018 vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats in Brussel. Op de agenda staan de stand van zaken van de WTO, een oriëntatiedebat over de voorgestelde raadsbesluiten omtrent ondertekening en goedkeuring van de akkoorden met Japan en Singapore, de voorgenomen Raadsconclusies over de totstandkoming van handelsakkoorden en de onderhandelingsmandaten voor Australië en Nieuw-Zeeland. Als punt onder wat verder ter tafel komt zal de Europese Commissie de stand van zaken in lopende onderhandelingen over handelsakkoorden, in het bijzonder de onderhandelingen met Mercosur en Mexico, toelichten. Hierover is geen inhoudelijke discussie voorzien. Tijdens de lunch zullen de Ministers van gedachte wisselen over de handelsrelatie tussen de EU en de VS.

WTO

De Europese Commissie zal de Raad informeren over de laatste stand van zaken in de multilaterale en plurilaterale handelsbesprekingen in WTO-verband. De onderhandelingen in WTO-verband worden na de Ministeriële Conferentie in december 2017 in Buenos Aires langzaamaan hervat. De eerste bijeenkomsten ter opvolging van de e-commerce verklaring, de verklaring over investeringsfacilitatie en de verklaring over binnenlandse regelgeving voor de dienstenhandel hebben inmiddels plaatsgevonden en zijn in goede sfeer verlopen. Deze bijeenkomsten zijn nog verkennend van aard en hebben nog niet tot concrete resultaten geleid. Medio mei start het werkprogramma voor de onderhandelingen over de uitfasering van visserijsubsidies dat onlangs door de WTO-leden is vastgesteld.

Een groot struikelblok in de WTO blijft de blokkade van de VS van het openen van de selectieprocedure voor de drie vacatures in het WTO-beroepslichaam. Dit is een zorgelijke situatie, omdat het beroepslichaam minimaal drie rechters nodig heeft om te functioneren. Meerdere WTO-leden, waaronder de EU, zijn daarom met de VS in gesprek om te kijken hoe de zorgen van de VS weggenomen kunnen worden zonder dat het bestaande systeem tandeloos wordt.

De Raad is eensgezind in haar steun voor de inzet van de Europese Commissie in de WTO. De Europese Commissie stelt zich in WTO-verband constructief op met het doel de onderhandelingsagenda van de WTO vooruit te brengen. Het kabinet hecht aan voortgang op de multilaterale beperking van handelsverstorende visserijsubsidies en opvolging aan de plurilaterale verklaringen over e-commerce, investeringsfacilitatie en binnenlandse regelgeving ten aanzien van de dienstenhandel. Waar gekozen wordt voor een plurilaterale benadering is het kabinet voorstander van inclusieve besprekingen die openstaan voor alle WTO-leden, zodat de beoogde afspraken bij voldoende steun van de WTO-leden op termijn deel kunnen uitmaken van de multilaterale WTO-regels.

Raadsconclusies totstandkoming handelsakkoorden

De Raad zal conclusies aannemen over de totstandkoming en sluiting van EU-handelsakkoorden. Nederland heeft baat bij brede en diepe handelsakkoorden die daadwerkelijk en tijdig worden afgesloten. Het kabinet vindt het van belang dat handelsakkoorden tot stand komen via een transparant, inclusief proces waarbij de democratische legitimiteit is gegarandeerd. Het kabinet streeft daarbij naar maximale betrokkenheid van het Nederlands parlement.

De Raadsconclusies voldoen in grote mate aan de inzet van het kabinet. De conclusies benadrukken dat nationale parlementen invloed kunnen uitoefenen op het totstandkomingsproces van EU-akkoorden via de band van de Raad. De Raad neemt een besluit over alle belangrijke stappen in het totstandkomingsproces van EU-handelsakkoorden, zoals de machtiging tot het openen van onderhandelingen en de ondertekening en sluiting van het handelsakkoord. De Eerste en Tweede Kamer ontvangen voor elke Raad Buitenlandse Zaken Handel een geannoteerde agenda met de kabinetsinzet. Deze kan worden besproken tijdens een Algemeen Overleg. Na afloop van elke Raad ontvangen de Eerste en Tweede Kamer een verslag van de Raad. Zo kan uw Kamer gedurende het proces via het kabinet invloed uitoefenen op de totstandkoming van handelsakkoorden.

Conform de inzet van het kabinet beziet de Raad de noodzaak voor afspraken over investeringsbescherming door de EU van geval tot geval. Een apart EU-investeringakkoord moet niet alleen door het Europees Parlement maar ook door alle nationale parlementen worden goedgekeurd.

Nederland heeft daarnaast gepleit voor een consistente publicatie van vastgestelde onderhandelingsmandaten. Een transparant totstandkomingsproces kan namelijk bijdragen aan de inclusiviteit en legitimiteit van het totstandkomingsproces. De Raad benadrukt het belang van het goed informeren van nationale parlementen en belanghebbenden en roept de Europese Commissie en de lidstaten op om hier werk van te blijven maken. Een meerderheid van de Raad blijft echter vasthouden aan een aanpak om van geval tot geval te besluiten over de publicatie van vastgestelde onderhandelingsmandaten. Het kabinet zal per geval pleiten voor publicatie.

Mandaten AUS en NZ

De Raad zal de compromisvoorstellen voor de onderhandelingsrichtlijnen voor vrijhandelsakkoorden met respectievelijk Australië en Nieuw-Zeeland bespreken om deze mandaten vast te stellen.

Het kabinet is voorstander van het starten van onderhandelingen over brede en ambitieuze EU-handelsakkoorden met Australië en Nieuw Zeeland. Een nauwere economische samenwerking met beide landen kan een belangrijke impuls geven aan het bevorderen van de duurzame en inclusieve groeiagenda.

Conform de Nederlandse inzet kent het mandaat een goede balans tussen offensieve en defensieve belangen en blijft gegarandeerd dat de EU haar hoge beschermingsniveaus ten aanzien van o.a. milieu, volksgezondheid en dierenwelzijn kan handhaven.

Het kabinet is voorstander van de publicatie van beide mandaten en zal daar tijdens de Raad op aandringen.

Oriëntatiedebat raadsbesluiten ondertekening/goedkeuring Japan en Singapore akkoorden

Op 18 april 2018 heeft de Europese Commissie de concept-Raadsbesluiten ter ondertekening en goedkeuring van het handelsakkoord met Japan en het handelsakkoord en het investeringsakkoord met Singapore bij de Raad neergelegd. Het EU-Singapore akkoord is gesplitst in een apart handelsakkoord en een apart investeringsakkoord. Voor de twee akkoorden zijn separate concept-Raadsbesluiten ter ondertekening en ter akkoord voorgelegd aan de Raad. In dit oriëntatiedebat zullen de voorlopige posities van de Lidstaten ten aanzien van het ondertekenen en sluiten van deze akkoorden besproken worden.

Het kabinet kan instemmen met de ondertekening en sluiting van de akkoorden met Singapore. Het handelsakkoord zorgt onder andere voor het wegnemen van onnodige handelsbelemmeringen en het verlagen van de douanerechten. Uit een analyse van de Europese Commissie blijkt dat de uitvoer van de EU naar Singapore kan toenemen met ongeveer 1,4 miljard euro over een periode van 10 jaar. De analyse voorspelt dat het reële bbp van de EU kan groeien met ongeveer 550 miljoen euro over een periode van 10 jaar. Naast de instemming van de Raad is de goedkeuring van het Europees Parlement vereist om tot sluiting van het akkoord te komen. Omdat er sprake is van een EU-only akkoord is aparte ratificatie door de EU-lidstaten niet voorzien.

Het investeringsakkoord met Singapore voldoet aan de nieuwe EU-inzet op het terrein van investeringsbescherming en gaat uit van het Investment Court System. Het akkoord zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore vervangen. Het investeringsakkoord moet worden ondertekend en geratificeerd door Singapore, de EU en de EU-lidstaten. Het akkoord valt immers buiten de exclusieve bevoegdheden van de EU. Het Nederlands parlement heeft voor dit akkoord een apart goedkeuringsrecht.

De ondertekening van de akkoorden met Singapore zal – behoudens goedkeuring van de Raad – naar verwachting tijdens ASEM-top van 18-19 oktober 2018 plaatsvinden.

Het kabinet is tevreden met het bereikte akkoord met Japan.1 Het kabinet kan daarom instemmen met de ondertekening en sluiting van het akkoord. Het EU-Japan akkoord bevat geen afspraken over investeringsbescherming. Japan stemt niet in met de nieuwe EU-inzet voor een Investment Court System. Japan houdt vast aan het oude ISDS, wat voor de EU en het kabinet niet aan de orde is. De onderhandelingen over een investeringsakkoord zullen worden voortgezet. Naast de instemming van de Raad is de goedkeuring van het Europees Parlement vereist om tot sluiting van het akkoord te komen. Omdat er sprake is van een EU-only akkoord is aparte ratificatie door de EU-lidstaten niet voorzien. De ondertekening van het akkoord met Japan is voorzien voor de EU-Japan top van 11 juli 2018.

Wat verder nog ter tafel komt: stand van zaken lopende onderhandelingen

De Europese Commissie zal een korte update geven van de lopende onderhandelingen, met de nadruk op Mercosur en Mexico. Voor deze punten is geen inhoudelijke discussie voorzien.

Mexico

Op 21 april is een politiek akkoord gesloten tussen de Europese Commissie en Mexico over de modernisering van het Economic Partnerschap, Political Coordination and Development Cooperation, de zogenaamde Global Agreement. De komende 3–4 maanden worden de technische aspecten uitgewerkt. Daarna vindt de gebruikelijke juridische revisie van de tekst plaats. Naar verwachting zal het definitieve akkoord voor 1 december 2018 gesloten worden, voordat de huidige president van Mexico, Enrique Nieto, aftreedt.

De Global Agreement is een «gemengd akkoord», dat geratificeerd wordt door de nationale parlementen van de lidstaten voordat het in werking treedt. De snelle totstandkoming van het politieke akkoord, in krap twee jaar, is een sterk positief signaal dat op regels gebaseerde handel mogelijk is in deze tijd van toenemend protectionisme.

De modernisering van de Global Agreement biedt een kader om met Mexico een dialoog aan te gaan over belangrijke onderwerpen als mensenrechten, klimaat, corruptie en duurzame ontwikkeling. Een dialoog die ook open zal staan voor het maatschappelijk middenveld, naast het bedrijfsleven en de overheid.

Nederland is de derde investeerder in Mexico. De Nederlandse handel met Mexico groeit en bedroeg in 2017 ongeveer 5 miljard euro. Het kabinet is daarom een groot voorstander van de herziening van de huidige bestaande overeenkomst om de handel tussen beide landen te bevorderen en te moderniseren.

Het kabinet verwacht dat eind dit jaar een voor Nederland goed gebalanceerde EU-Mexico overeenkomst tot stand komt:

Voor Nederland is een aantal voorziene belangrijke resultaten:

  • Bijna volledige liberalisering van de handel door de afbouw van tarieven. De marktoegang voor Nederlandse zuivelproducten (kaas, melkpoeder), kippen en varkens wordt hiermee aanzienlijk vergroot.

  • De douaneprocedures worden nu transparanter en eenvoudiger. Procedures worden gestroomlijnd en afgestemd op elkaar. Voor het Nederlands MKB zijn de huidige trage, ondoorzichtige in- en uitvoerprocedures een grote hindernis.

  • Voor voedselveiligheid komt er een apart comité. Ook ten aanzien van voedselveiligheid, plant- en diergezondheid worden de procedures in beide landen transparanter en op elkaar afgestemd. Bedrijven weten eerder waar ze aan toe zijn en hoe te handelen.

  • Voor het eerst in een handelsverdrag zal voor dierenwelzijn een aparte werkgroep worden opgericht. De samenwerking tussen beide partijen wordt geïntensiveerd en samen zal erop worden ingezet de internationale normen voor dierenwelzijn te verbeteren.

  • In het verdrag zal de marktoegang voor Europese energiebedrijven aanzienlijk worden vergroot. Verder zal de samenwerking op duurzame energie worden geïntensiveerd met het streven te komen tot uniforme standaarden/normen.

  • Voor diensten krijgen de Europese telecommunicatie en postdiensten (omzet van 10 miljard euro) een gelijk speelveld met de lokale bedrijven en zullen de consumenten beter worden beschermd tegen fraude bij e-commerce en digitale handel.

  • Er is een stevig hoofdstuk voorzien over duurzame ontwikkeling. In het verdrag zijn ook bepalingen opgenomen over anticorruptie in de publieke en private sector.

  • Naast de vertrouwde bepalingen over arbeidsrechten zijn er ook bepalingen opgenomen over het recht op decent work, milieu, klimaat en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • Het akkoord voldoet aan de nieuwe EU-inzet voor investeringsbescherming en gaat uit van het Investment Court System.

  • Voor het eerst krijgt het maatschappelijk middenveld een actieve rol in het monitoren van het gehele akkoord, dus niet alleen het hoofdstuk over duurzame ontwikkeling.

Nederland had gehoopt ook al afspraken in zouden staan over de toegang tot aanbestedingsprocedures op sub-federaal niveau. Hierover is nog overleg gaande tussen de centrale en sub-federale overheid. Juist op dit bestuursniveau in Mexico liggen voor het Nederlands bedrijven kansen, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur en watermanagement.

Het kabinet had graag meer ambitie gezien over datastromen. De Europese Commissie sluit echter aan bij de bepaling in het handelsakkoord met Japan, namelijk dat over drie jaar bekeken zal worden of en welke bepalingen over datastromen nodig zijn.

Als de definitieve tekst voor het akkoord er is, zal het kabinet een appreciatie geven van het akkoord.

Mercosur

De onderhandelingen tussen de EU en Mercosur over een associatieakkoord zijn vergevorderd, maar nog niet afgerond. Van 24 tot 26 april 2018 kwamen de hoofdonderhandelaars bijeen om te spreken over nog openstaande onderwerpen, zoals regels van oorsprong, markttoegang voor zuivel, auto(-onderdelen), maritieme diensten en de bescherming van geografische aanduidingen. Andersom hoopt Mercosur op een betere markttoegang voor rundvlees. Zoals van tevoren verwacht, is tijdens deze ronde nog geen akkoord bereikt. Er is nog geen datum bekend gesteld voor een volgende ronde.

Voor Nederland is het belangrijk om de onderhandelingen zo spoedig mogelijk af te ronden. Het huidige politieke momentum dient benut te worden. Het kabinet wil tot een gebalanceerd akkoord komen waarin de belangen van Nederland, zoals betere markttoegang voor zuivelproducten en lagere invoertarieven voor machines, zijn meegenomen. Ook hecht het kabinet er aan de samenwerking op het terrein van voedselveiligheid, plant- en diergezondheid en dierenwelzijn met het akkoord te versterken.

Overige

Tijdens de lunch zullen de Ministers van gedachte wisselen over de handelsrelatie tussen de EU en de VS.

EU-VS handelsrelatie

Op 23 maart 2018 heeft de VS uit hoofde van nationale veiligheid additionele importheffingen ingesteld op de importen van staal- en aluminiumproducten van respectievelijk 25% en 10%. De Tweede Kamer is hierover eerder geïnformeerd (Kamerstuk 33 625, nr. 256).

De EU was aanvankelijk tot 1 mei 2018 van de maatregelen uitgezonderd. De VS heeft op 30 april 2018 aangekondigd dat de EU-uitzondering voor een laatste maal wordt verlengd tot 1 juni 2018. Ook Zuid-Korea, Australië, Canada, Mexico, Argentinië en Brazilië zijn (deels) uitgezonderd. Zuid-Korea heeft een permanente uitzondering voor de maatregelen op staal. Australië, Brazilië en Argentinië hebben een verlenging van de uitzondering voor zowel de staal- als aluminiummaatregelen voor onbepaalde tijd. Canada en Mexico hebben net als de EU een beperkte verlenging van een maand waarbinnen getracht dient te worden tot een vergelijk te komen.

Het kabinet is met de Europese Commissie van mening dat de importen van staal en aluminium vanuit de EU geen bedreiging vormen voor de nationale veiligheid in de VS. Daarom wil de EU een permanente uitzondering of afschaffing van de heffingen. Sinds de aankondiging van de maatregelen op 8 maart zijn de Europese Commissie en de lidstaten op hoog politiek niveau in gesprek met de VS. Zelf sprak ik tijdens mijn bezoek aan Washington van 19-20 april met Secretary of Commerce Wilbur Ross. Deze dialoog tussen de EU en de VS zal worden voortgezet met als doel een permanente uitzondering en bespreking van wederzijdse handelspolitieke zorgen, zoals overcapaciteit. De Europese Commissie en de Europese Raad hebben echter duidelijk aangegeven dat we dit gesprek voeren als gelijkwaardige partners. Vervalt de uitzondering voor de EU na 1 juni, dan staat de EU klaar om tegenmaatregelen te nemen in de vorm van extra heffingen op Amerikaanse goederen (rebalancerende maatregelen) en het starten van een WTO-zaak (Kamerstuk 33 625, nr. 256).

Zowel de VS als de EU heeft belang bij het oplossen van de structurele onevenwichtigheden op de wereldwijde markt voor staal en aluminium. Hierover wordt in multilateraal verband gesproken. Zo neemt de EU actief deel aan het G20 Forum over de mondiale overcapaciteit van staal. Ook heeft de EU al een groot aantal handelsdefensieve maatregelen genomen om de gevolgen van de overcapaciteit van staal voor de Europese markt tegen te gaan. Daarnaast heeft de EU recent het Europese handelsdefensieve instrumentarium versterkt. De Raad en het Europese Parlement hebben op 5 december 2017 een akkoord bereikt in de triloogonderhandelingen hierover.2 De Europese Commissie heeft dit akkoord onlangs bevestigd via een mededeling (COM (2018) 191).3 De aanpassingen onder het voorstel om het handelsdefensief instrumentarium te moderniseren treden naar verwachting op 7 juni 2018 in werking.

Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – mei 2018

Deze bijlage bevat EU-handelsakkoorden die nog niet in werking zijn getreden en waarbij de betrokken partijen al wel de intentie hebben kenbaar gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een Milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zicht op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (landing zones) geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer de onderhandelingen worden hervat, gezien het veranderd internationale krachtenveld sinds 2016.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot in december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.4 Het doel van het akkoord is onder meer afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21ste onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.5 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer de onderhandelingen worden hervat.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Een interim-EPA is beperkt in reikwijdte (vaak alleen bepalingen over goederen en ontwikkelingssamenwerking en is gericht op een beperkt aantal landen in de regio) terwijl een volledige EPA doorgaans betrekking heeft op meerdere onderwerpen, waaronder handel in goederen en diensten, investeringen, intellectueel eigendom, duurzaamheid en aanbestedingen, en een gehele regio beslaat.

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In Centraal Afrika zijn de onderhandelingen over een volledige EPA nog altijd gaande. In afwachting van een volledige EPA is voor Kameroen op dit moment een interim-EPA van kracht.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de 16 landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de ECOWAS) over een EPA. De juridische revisie van de uitkomst is door beide partijen afgerond en de EPA dient nog door Gambia, Nigeria en Mauritanië ondertekend te worden. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer de ECOWAS-lidstaten het akkoord allemaal getekend hebben en wanneer minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In afwachting van een volledige EPA, zijn de reeds bestaande interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust in september 2016 tot stand gekomen. Beide interim-EPA’s worden voorlopig toegepast (Ivoorkust per 3 september 2016 en Ghana per 15 december 2016).

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de 5 landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. De EPA wacht nu op ondertekening door de EAC-landen, waarna het akkoord geratificeerd dient te worden. Tanzania heeft tot op heden echter aangegeven nog niet klaar te zijn om te tekenen,omdat het land eerst meer informatie wil over de gevolgen van Brexit op het EPA-proces. Daarom wordt zowel in EAC-verband als tussen de EU en Tanzania overleg gepleegd om de impasse te doorbreken. Na ratificatie door de EAC-lidstaten zal het akkoord na goedkeuring van het Europees Parlement voorlopig toegepast worden.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Op dit moment zijn de onderhandelingen met de gehele regio over een EPA nog altijd gaande. In afwachting van een volledige EPA is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een interim-EPA van kracht.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

Na bijna 15 jaar onderhandelen is er eind 2014 een akkoord bereikt met de 6 landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio (de Southern African Development Community, SADC) over een EPA. De EPA is in juni 2016 tot stand gekomen en wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. In de EU-lidstaten zal, aangezien het een gemengd akkoord betreft, de nationale goedkeuringsprocedure worden opgestart.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvatte diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking voor landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013. Er is geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. In oktober 2012 trad een separaat akkoord in werking op het gebied van landbouw en visserij. Op 21 december 2016 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat dit akkoord géén betrekking heeft op producten uit de Westelijke Sahara. De Raad Buitenlandse Zaken heeft daarom ingestemd met het mandaat voor onderhandelingen met Marokko ten behoeve van uitbreiding van de geografische reikwijdte van twee protocollen (oorsprongsregels, import) bij het EU-Marokko Associatieakkoord tot de Westelijke Sahara, opdat goederen uit dat gebied ook onder gunstig tarief de EU kunnen worden ingevoerd. De onderhandelingen zijn nog niet afgerond. Daarnaast onderhandelt de Commissie met Marokko over vernieuwing van het visserijprotocol tussen de Europese Unie en Marokko, dat op 14 juli 2018 afloopt.

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. EU-tekstvoorstellen zijn online te vinden.6 Dit geldt tevens voor de resultaten van een consultatie met belanghebbenden.7 Een eerste volledige onderhandelingsronde vond plaats in april 2016. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.8 De volgende onderhandelingsronde vindt naar verwachting plaats rond eind mei of begin juni.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen begonnen tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)9 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN- mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om verder te gaan op de weg van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen.

China (EU-China Investment Agreement):

Sinds november 2013 is de Europese Commissie, op basis van een mandaat uit oktober 2013, met China in onderhandeling over een investeringsakkoord. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang van investeringen en transparantie, duurzaamheidsafspraken te maken en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme volgens de nieuwe EU-benadering. De 26 bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen de EU-lidstaten en China zullen uiteindelijk vervangen worden door dit diepgaand EU-investeringsakkoord. De 16e onderhandelingsronde vond plaats van 12 tot en met 15 december2017 in Brussel. Een verslag van de onderhandelingsronde heeft de Commissie gepubliceerd op haar website.10 De eerstvolgende ronde zal op 16 april 2018 plaatsvinden.

De Raad heeft de Commissie in december 2005 gemachtigd voor het voeren van onderhandelingen over een Partnership and Cooperation Agreement. Onderhandelingen zijn gestart in 2007, maar zijn in 2011 vastgelopen vanwege het verschil in de verwachtingen tussen beide partijen.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.11 Op dit moment is nog geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

Na vaststelling van het onderhandelingsmandaat in de Raad in april 2007, zijn onderhandelingen over een handelsakkoord in juni 2007 van start gegaan. Na 12 onderhandelingsrondes, waarvan de laatste in de zomer van 2013, staan de onderhandelingen voorlopig stil. Pas als de ambities en verwachtingen van beide partijen weer nader tot elkaar komen, is hervatting van de onderhandelingen mogelijk. Op de EU-India top van 6 oktober 2017 hebben de leiders van beide partijen aangekondigd om zich actief in te zetten voor het heropenen van de onderhandelingen. In december 2017 en april 2018 is er tussen de hoofdonderhandelaars opnieuw gediscussieerd over een mogelijke herstart van de onderhandelingen. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart van de onderhandelingen.

D.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 19 tot en met 23 februari 2018 in Solo, Indonesië. Het verslag van deze ronde is online gepubliceerd.12 De EU en Indonesië hebben tijdens deze ronde nog geen markttoegangsaanbod uitgewisseld. Wel is onder andere voortgang geboekt op gebied van sanitaire en fytosanitaire eisen en handel in diensten.

Irak (Partnership and Cooperation Agreement):

Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten de ratificatie nog niet hebben afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.

Japan (EU-Japan Economic Partnership Agreement):

De EU en Japan hebben vanaf 2013 onderhandeld over een handelsakkoord. Op 8 december 2017 zijn die onderhandelingen afgerond. Op 18 april 2018 heeft de Europese Commissie voorstellen aan de Raad voorgelegd ter sluiting en ondertekening van het handelsakkoord. De planning is dat ondertekening van het verdrag op 11 juli 2018 plaatsvindt tijdens de EU-Japan top. Over het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten is tussen Japan en de EU geen overeenstemming bereikt. Daardoor is het EU-Japan akkoord een EU-only akkoord.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van 12 jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig nog geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

De onderhandelingen over het handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. De Europese Commissie en Maleisië verkennen momenteel de mogelijkheid om een nieuwe onderhandelingsronde te plannen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.13 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

Onderhandelingen tussen de EU en Singapore zijn begin 2010 gestart, nadat besloten was de regionale onderhandelingen tussen EU en ASEAN voorlopig stil te leggen. De basis van de onderhandelingen ligt dan ook in het ASEAN-mandaat uit 2007. De onderhandelingen voor een handelsakkoord zijn in oktober 2014 afgerond. In juli 2015 heeft de Europese Commissie een adviesverzoek ingediend bij het Europees Hof van Justitie over het karakter (EU-only of gemengd) van het handelsakkoord tussen de EU en Singapore. Op 16 mei 2017 heeft het Europees Hof van Justitie hierover uitspraak gedaan. In zijn advies bepaalt het EU-Hof dat de afspraken op het terrein van indirecte investeringen en het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten buiten de exclusieve EU-bevoegdheden vallen. Overige onderdelen van het EU-Singapore handelsakkoord vallen wel onder de exclusieve EU-bevoegdheid. De fase van van juridische revisie en vertaling is afgerond. Het akkoord is gesplitst in een handelsakkoord en een investeringsakkoord. De concept-raadsbesluiten ter goedkeuring en sluiting van beide akkoorden is voorgelegd aan de Raad. Planning is om de akkoorden, na instemming van de Raad, te ondertekenen tijdens de ASEM top in oktober 2018. Het handelsakkoord moet daarna nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement voordat het in werking kan treden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden moet het akkoord naast het Europees Parlement worden goedgekeurd door de nationale parlementen van de EU-lidstaten.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Nu Thailand heeft aangekondigd in november 2018 weer verkiezingen te zullen houden, inventariseert de EU de mogelijkheid om de onderhandelingen te heropenen. Volledige heropening van de onderhandelingen gebeurt pas wanneer er weer een democratisch gekozen civiele regering aan de macht is in Thailand.

Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):

In juni 2012 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Vietnam gestart. Eind 2015 zijn de onderhandelingen over het EU-Vietnam handelsakkoord formeel afgerond. Op 1 februari 2016 zijn de teksten gepubliceerd.14 Na het handelsakkoord met Singapore, is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Momenteel bevindt het handelsakkoord zich in de fase van juridische revisie en vertaling. Daarna kan het akkoord worden goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement. Afhankelijk van de uiteindelijke inhoud van het akkoord is ook eventuele ratificatie van de lidstaten nodig.

D.1 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (één of meerdere Association Agreements):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in bij voorkeur één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De afgelopen onderhandelingsronde vond plaats op 20 tot en met 22 maart 2018. Hierbij is onder meer gesproken over het vrij verkeer van personen, staatssteun, intellectueel eigendomsrecht en mededinging op de agenda. Grootste uitdaging voor een akkoord met Andorra betreft afspraken over tabak. Monaco heeft moeite om in te stemmen met het volledige vrij verkeer van vestiging. Nederland is voorstander van een zo groot mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt, bij voorkeur door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor alle drie de microstaten. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement):

Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over een Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement. Deze overeenkomst komt in plaats van het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de Europese Unie hadden als onderdeel van een Associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane- unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizstan en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk de afspraken uit het DCFTA in stand te laten. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Voorlopige inwerkingtreding wordt op korte termijn verwacht zodra de binnenlandse besluitvorming in Armenië is afgerond.

E.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement)):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking is getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De volgende onderhandelingsronde zal naar verwachting in de eerste helft van 2018 plaatsvinden. Azerbeidzjan is op dit moment nog geen lid van de WTO. De WTO-toetredingsonderhandelingen zijn gaande.

Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

In 2011 zijn onderhandelingen van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing door de EU per 1 mei 2016. De Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Momenteel wordt dit advies verwerkt in de memorie van toelichting en vervolgens zal de memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

F.

Kirgizië (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië ligt vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Samenwerking omvat drie pilaren: politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het APS+-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. Kirgizië is geen lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Ten aanzien van handel stelt de Commissie in het mandaat voor om enkele principes uit het WTO-kader, zoals meest-begunstige-behandeling, tevens van toepassing te verklaren op de handel tussen de EU en Kirgizië. De onderhandelingen met Kyrgizië over de modernisering van het PCA zijn in december 2017 gestart met eerst een politieke ronde. Een onderhandelingsronde gericht op handel heeft eind februari 2018 plaatsgevonden. De tekst is gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan. Er is geen sprake van tariefliberalisatie omdat daarover alleen met de Euraziatische Unie als geheel onderhandeld kan worden.

Noorwegen (Bilateral Agreement on Trade in Basic Agricultural Products)

De EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn onderdeel van de Europese Economische Ruimte (EER). Dit betekent een interne markt voor goederen, diensten, kapitaal en werknemers. Handel in landbouwgoederen is echter uitgezonderd van de EER. Op grond van artikel 19 paragraaf 4 van de EER-overeenkomst dienen de partijen iedere twee jaar de handel in landbouwgoederen te evalueren, met als doel op termijn volledige marktintegratie. Op 18 november 2014 heeft de Raad een mandaat verleend aan de Commissie om met Noorwegen te onderhandelen over nieuwe tariefliberalisaties. Op 5 april 2017 is een principeovereenkomst bereikt tussen de EU en Noorwegen. Hierin is afgesproken dat de EU en Noorwegen voor 36 productcategorieën, bijvoorbeeld maïs voor diervoeder, diverse bessen en cider, hun wederzijdse invoerheffingen volledig afschaffen. Voor vlees, zuivelproducten, granen, groenten en sierplanten zal Noorwegen de EU additionele tariefcontingenten toekennen, bijvoorbeeld een aanvullend quotum van 1.600 ton voor runderen en 1.200 ton voor kaas. De EU zal Noorwegen onder meer een 700 ton quotum toekennen voor verschillende soorten kippenvlees. Het akkoord zal worden geformaliseerd door een briefwisseling. Op 17 oktober 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een Raadsbesluit gedaan. Op 20 november 2017 heeft de Raad het Raadsbesluit 2017/2182 vastgesteld, waarmee de Raad haar akkoord geeft met deze briefwisseling. Op 17 april 2018 is ook het Europese Parlement akkoord gegaan. Op dit moment wordt er gewacht op formele goedkeuring door Noorwegen, waarna de tariefliberalisaties op korte termijn van kracht kunnen worden.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld. In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland en het conflict in Oost-Oekraïne.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de Europese Unie en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane- unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. Op dit moment wordt er binnen de Raad onderhandeld over de vaststelling van het mandaat. Het is onwaarschijnlijk dat op korte termijn overeenstemming in de Raad over vaststelling van het mandaat wordt bereikt. Voor Nederland is het van belang dat modernisering van de douane-unie en verbetering van de rechtsstaat in Turkije hand in hand gaan.

Verenigd Koninkrijk (Free trade agreement as part of a close partnership)

Op 23 maart heeft de Europese Raad in artikel 50-samenstelling richtsnoeren aangenomen voor gesprekken tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk over het kader van de toekomstige betrekkingen na de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie («Brexit»). Hierin verklaart de Europese Raad (artikel 50) opnieuw dat de EU vastbesloten is in de toekomst een zo hecht mogelijk partnerschap met het Verenigd Koninkrijk te hebben. Dat partnerschap dient betrekking te hebben op samenwerking op economisch en handelsgebied, en op andere gebieden, met name de bestrijding van terrorisme en internationale criminaliteit, evenals veiligheid, defensie en buitenlands beleid. Wat betreft de kern van de economische betrekkingen, geeft de Europese Unie aan bereid te zijn besprekingen te beginnen met het oog op een evenwichtige, ambitieuze en brede handelsovereenkomst, voor zover er voldoende garanties zijn voor een gelijk speelveld. Doel van de besprekingen is te komen tot een politieke verklaring bij het uittredingsakkoord. De handelsovereenkomst zelf zal worden voltooid en gesloten zodra het Verenigd Koninkrijk geen lidstaat meer is. Gezien de economische verwevenheid is het voor het kabinet van groot belang dat de Europese Unie en het VK komen tot ambitieuze afspraken over de toekomstige betrekkingen.

F.1 Noord-Amerika:

Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

In 2009 zijn onderhandelingen tussen de Europese Unie en Canada over een handelsakkoord gestart. Het mandaat voor de onderhandelingen is in 2009 vastgesteld en in 2011 aangepast om onderhandelingen over investeringsbescherming mogelijk te maken. In 2014 is een onderhandelingsovereenkomst bereikt tussen beide partijen. In overeenstemming met Canada is het investeringshoofdstuk – met name de bepalingen op het gebied van investeringsbescherming – vervolgens in lijn gebracht met de nieuwe EU-inzet op dit gebied. Op 28 oktober 2016 heeft de Raad de besluiten over ondertekening en voorlopige toepassing vastgesteld. CETA is vervolgens op 30 oktober 2016 ondertekend tijdens een EU-Canada Top. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement ingestemd met het akkoord. Per 21 september 2017 wordt het akkoord gedeeltelijk voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. Het kabinet bereidt de goedkeuringsstukken voor. CETA treedt pas volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de 28 EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. In 2008 zijn de onderhandelingen over de Cariforum-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart. De EPA wordt sinds 2008 voorlopig toegepast en Nederland heeft dit akkoord geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd.

Mexico Economic Partnership, Political Coordination and Cooperation (Global Agreement):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 21 april is er een politiek akkoord bereikt tussen de Commissie en Mexico. De laatste openstaande punten en de «finetuning» van de tekst zal nog enige weken in beslag nemen. Daarna breekt de laatste fase, «de legal scrubbing», van de tekst aan. De verwachting is dat eind dit jaar een finaal akkoord zal worden gesloten tussen de Commissie en Mexico. Het betreft een zgn. «gemengd akkoord». Het akkoord zal daarom worden voorgelegd aan de EU-lidstaten ter ratificatie.

Het handels- en investeringsdeel van Global Agreement zet in op 98% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, als zuivel, pluimvee, eierproducten, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen zoals niet-tarifaire obstakels. Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de Europese Unie voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anticorruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten (Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP)):

De EU en de Verenigde Staten zijn onderhandelingen in juli 2013 gestart, nadat de Raad in juni 2013 het mandaat aan de Europese Commissie heeft verleend. Tijdens de informele RBZ Handel op 23 september 2016 heeft de Europese Commissie vastgesteld dat afronding van de onderhandelingen in 2016 niet meer mogelijk is. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang de afgelopen jaren geboekt is.15 De onderhandelingen liggen stil: er is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

F.2 Oceanië:

Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

In november 2015 hebben de voorzitter van de Europese Raad, de president van de Europese Commissie en de premier van Australië de wens uitgesproken om onderhandelingen over een handelsakkoord op te starten. De Europese Commissie heeft dit voorjaar een effectenbeoordeling uitgevoerd, inclusief een publieke consultatie, om de belangrijkste mogelijkheden te identificeren van een eventueel handelsakkoord. Op 13 september 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan om de onderhandelingen te openen, inclusief een voorstel voor een mandaat.16 De Raad moet het mandaat nog vaststellen, waarbij de inzet is om de onderhandelingen te starten in de eerste helft van 2018. Vaststelling van het mandaat staat op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken/Handel van 22 mei a.s.

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Op 29 oktober 2015 hebben de voorzitter van de Europese Raad, de president van de Europese Commissie en de premier van Nieuw-Zeeland de wens uitgesproken om onderhandelingen over een handelsakkoord op te starten. De Europese Commissie heeft dit voorjaar een effectbeoordeling uitgevoerd, inclusief een publieke consultatie, om de belangrijkste mogelijkheden te identificeren van een eventueel handelsakkoord. Op 13 september 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan om de onderhandelingen te openen, inclusief een voorstel voor een mandaat.17 De Raad moet het mandaat nog vaststellen, waarbij de inzet is om de onderhandelingen te starten in de eerste helft van 2018. Vaststelling van het mandaat staat op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken/Handel van 22 mei a.s.

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Op dit moment zijn de onderhandelingen met de gehele regio over een EPA nog altijd bezig. Voor Papoea-Nieuw-Guinea en Fiji is, in afwachting van een volledige EPA, een interim-EPA van kracht.

F.3 Zuid-Amerika:

Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.18 De eerste onderhandelingen hebben plaatsgevonden op 16 november 2017 en 15-19 januari 2018. De volgende onderhandelingsronde zal in de week van 28 mei 2018 plaatsvinden.19

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijenovereenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013.

De Europese Commissie publiceert jaarlijks een rapport over de implementatie van het handelsakkoord.20 De EU heeft in 2014, op verzoek van Ecuador, onderhandelingen met het land gevoerd over aansluiting bij het EU- Colombia/Peru handelsakkoord. Deze onderhandelingen zijn in 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast.

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.21 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld. Van 21 februari tot 2 maart 2018 en van 24 tot 27 april 2018 hebben onderhandelingsrondes plaatsgevonden. Het is deze rondes niet gelukt tot een akkoord te komen. Openstaande punten zijn oorsprongregels, markttoegang voor zuivel, auto(-onderdelen) en maritieme diensten en bescherming van geografische aanduidingen. Andersom hoopt Mercosur op een betere markttoegang voor rundvlees.

De datum van de volgende onderhandelingsronde is nog niet bekend. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes staan online.22


X Noot
1

Uw Kamer is eerder geïnformeerd over het kabinetsstandpunt ten aanzien van het akkoord (kamerstuk 21 501-02, nr. 1826).

X Noot
2

De Tweede Kamer is hierover eerder geïnformeerd (Kamerstukken 21 501-02, nr. 1811).

X Noot
3

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 30 april 2018 verzocht om een appreciatie in de vorm van een BNC-fiche. In de communicatie bevestigt de Europese Commissie het akkoord dat het EP en de Raad in de triloog hebben bereikt. Over dit akkoord heeft de kamer reeds een appreciatie ontvangen en zijn feitelijke vragen beantwoord.

X Noot
8

Het verslag van deze ronde is beschikbaar via: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/april/tradoc_154466.pdf.

X Noot
9

De volgende landen zijn lid van ASEAM: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
19

Het verslag van de laatste onderhandelingsronde en de EU tekstvoorstellen zijn beschikbaar op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/countries/chile/.

X Noot
21

De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst. Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.

Naar boven