21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1793 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2017

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 13 NOVEMBER 2017

Strategische Communicatie (Stratcom)

De Ministers zullen van gedachten wisselen over strategische communicatie («StratCom»). Aanleiding is het pleidooi van enkele lidstaten de EU-capaciteiten op dit gebied te versterken. In reactie op de gebeurtenissen in Oekraïne (illegale annexatie van de Krim en conflict in Oost-Oekraïne) besloot de Raad Buitenlandse Zaken in 2015 tot de oprichting van de EU «East StratCom Taskforce» binnen de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Deze taakgroep richt zich op de intensivering van de communicatie over de EU in landen van het Oostelijk Partnerschap, het bevorderen van mediapluriformiteit in de betrokken landen en op het tegengaan van desinformatie door pro-Kremlin media. Het kabinet steunt de vraag van verschillende lidstaten om binnen EDEO meer capaciteit vrij te maken voor initiatieven op het gebied van strategische communicatie, met het oog op het versterken van de mediadiversiteit in alle landen waar Russisch wordt gesproken. Via het project van de Russia Language News Exchange doet Nederland dit ook bilateraal.

EU-Afrika (incl. EU-AU Top)

De Ministers zullen spreken over de voorbereidingen van de Top tussen de Afrikaanse Unie (AU) en de EU die op 29 en 30 november 2017 in Ivoorkust zal plaatsvinden. HV Mogherini zal de Ministers informeren over de voortgang van de voorbereidingen. De top is een strategisch moment om het partnerschap tussen de EU en Afrika te versterken. Aan de top zullen de staatshoofden en regeringsleiders van 55 Afrikaanse landen en 28 EU-lidstaten deelnemen alsmede vertegenwoordigers van de AU, EU, regionale en sub-regionale organisaties. De top heeft als focus «Jeugd» en als hoofdthema: Investing in Youth for a Sustainable Future. De EU-inzet is op 4 mei jl. met de EU-lidstaten gedeeld in de gezamenlijke mededeling van de EU Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie over «een vernieuwde impuls voor het EU-Afrika partnerschap» waarover uw Kamer reeds werd geïnformeerd (Kamerstuk 22 112, nr. 2361 d.d. 9 juni 2017). In aanloop naar de top is op thematische conferenties input verzameld van Afrikaanse stakeholders uit de landbouwsector, jeugd, maatschappelijk middenveld en, direct voorafgaand aan de Top zelf, het bedrijfsleven. Als uitkomst van de Top is een slotverklaring voorzien van de AU en de EU die het belang van de relatie onderstreept op gebied van politieke samenwerking, investeringen, vrede en veiligheid en goed bestuur. In de slotverklaring zal in het bijzonder het belang van effectieve samenwerking op het gebied van migratie en van intra-Afrikaanse mobiliteit worden benadrukt. Daarnaast worden thematische verklaringen aangenomen over het verbeteren van het investeringsbeleid in Afrika, onderwijs en ontwikkeling van vaardigheden, het vergroten van investeringen in Afrika ten behoeve van het creëren van banen, en een verklaring over mensenrechten, democratie en goed bestuur. Tenslotte zullen de AU en de EU een Memorandum van Overeenstemming over de samenwerking op het gebied van vrede en veiligheid ondertekenen.

De Nederlandse inzet is gericht op drie pijlers: 1. Migratie, met specifieke aandacht voor terugkeer, en Intra-Afrikaanse migratie en mobiliteit; 2. Investeringen gericht op het creëren van banen voor jongeren, met name in de landbouwsector; en 3. Samenwerking op het gebied van vrede en veiligheid, het tegengaan van terrorisme, gewelddadig extremisme en georganiseerde misdaad.

Nederland verwelkomt het overkoepelende thema «Jeugd» en de focus op investeringen in Afrika ten behoeve van het verbeteren van de werkgelegenheid voor jongeren. Nederland zal op de Top specifiek de aandacht vragen voor publieke en private investeringen in de landbouwsector. Deze sector biedt grote kansen voor het creëren van banen, en daarmee voor het aanpakken van een van de grondoorzaken van migratie, omdat de meerderheid van jonge mensen in Afrika op het platteland woont en werkt. Het Externe Investeringsplan (EIP) van de EU, waarover uw Kamer reeds geïnformeerd werd (Kamerstuk 22 112, nr. 2225), richt zich op het wegnemen van de grondoorzaken van migratie. Het EIP zal mede worden ingezet om investeringen in de landbouwsector in Afrika te bevorderen.

Nederland is in 2018 lid van de VN Veiligheidsraad en zal de Top aangrijpen om de samenwerking tussen de AU en de EU, als ook tussen Nederland, de andere Europese leden van de VN Veiligheidsraad en de Afrikaanse leden van de VN Veiligheidsraad, op het gebied van vrede en veiligheid te bevorderen. Nederland zal het belang van goede coördinatie in de veiligheidssamenwerking onderstrepen. In dat kader zal Nederland het voorstel tot het oprichten van een samenwerkingsplatform tussen de EU, AU en de VN verwelkomen.

Nederland zal ook een voorstel tot het opzetten van een intra-Afrikaans migratieplatform verwelkomen dat de mobiliteit en legale migratie op het continent moet gaan bevorderen. Daarnaast zal Nederland het belang onderstrepen van meer concrete samenwerking op het gebied van terugkeer. Om migratie effectief aan te kunnen pakken is aandacht nodig voor de demografische uitdagingen. De aanpak van jeugdwerkloosheid, het bevorderen van economische groei door een beter macro-economisch en investeringsklimaat en specifieke aandacht voor vrouwen en meisjes in de regio is daarbij essentieel. Daarom zal Nederland op de Top ook aandacht vragen voor investeringen in (toegang tot) seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, mede vanwege het positieve effect op het demografisch dividend.

Veiligheid en defensie

Tijdens de gezamenlijke werklunch spreken de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over het Europees Defensiefonds (EDF) en over permanente gestructureerde samenwerking (PESCO). De Ministers worden geïnformeerd over de vorderingen die zijn gemaakt met betrekking tot het Commissievoorstel voor een industrieel ontwikkelingsprogramma (European Defence Industrial Development Programme (EDIDP)) dat onderdeel is van het EDF. Het streven is de onderhandelingen hierover binnen de Raad nog dit jaar te voltooien, mogelijk tijdens de Raad Algemene Zaken van 20 november, zodat gesprekken met het Europees Parlement snel van start kunnen gaan. Dit zou het mogelijk maken de eerste projecten in 2019 te financieren.

PESCO is de mogelijkheid die het EU-verdrag biedt om met een groep lidstaten de samenwerking op gebied van veiligheid en defensie te intensiveren. Het doel is de EU beter in staat te stellen om militaire missies uit te voeren en als lidstaten beter samen te werken bij het ontwikkelen van defensiecapaciteiten. De Europese Raad van 22 en 23 juni jl. concludeerde dat het in het licht van de geopolitieke ontwikkelingen nodig is PESCO te lanceren om daarmee een impuls te geven aan het Europese veiligheid- en defensiebeleid (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1247). De Europese Raad van 19 en 20 oktober jl. riep lidstaten vervolgens op tot notificatie voor PESCO-deelneming over te gaan (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1260). Dat wil zeggen dat lidstaten formeel de Raad en de HV mededelen dat zij van plan zijn aan PESCO mee te doen. De planning is dat deze notificatie tijdens de RBZ van 13 november a.s. wordt gedaan. In de gezamenlijke notificatie staat dat de deelnemende landen voornemens zijn aan een aantal criteria te voldoen en onderling verbintenissen (commitments) aan te gaan. Deze zijn verwoord in Protocol 10 van het EU-verdrag en betreffen onder meer doelstellingen voor investeringen in defensie, deelneming aan Europese capaciteitsprojecten en EU-missies en operaties en het verbeteren van de gereedheid en interoperabiliteit van militaire troepen en capaciteiten.

Naar verwachting zal PESCO per Raadsbesluit op 11 december a.s. worden opgericht. De verwachting is dat de meeste lidstaten aan PESCO zullen deelnemen.

Nederland verwelkomt de voortgang van de uitwerking van de verordening voor een industrieel ontwikkelingsprogramma, als onderdeel van het EDF. Nederland zal daarbij opnieuw aandacht vragen voor het belang van grensoverschrijdende samenwerking en de positie van kleine en middelgrote ondernemingen (mkb) door het bevorderen van een gelijk speelveld (level playing field).

Nederland ziet PESCO als een geschikt instrument om het Europese veiligheid- en defensiebeleid een impuls te geven. Nederland zal meedoen aan PESCO en de gezamenlijke notificatie onderschrijven. Dit is de Kamer gemeld in de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken met Ministers van Defensie op 6 en 7 september jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr 162) en in de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 19 en 20 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1250).

Nederland is voor een ambitieus en inclusief PESCO dat toegevoegde waarde heeft en dat tot concrete resultaten leidt. Een sterker Europees defensiebeleid dat leidt tot betere defensiecapaciteiten, inzetbaarheid en interoperabiliteit vergroot niet alleen de effectiviteit van EU-missies, maar bevordert ook een sterker Europees aandeel binnen de NAVO. Wat concrete PESCO-samenwerkingsprojecten betreft, wordt op dit moment bijvoorbeeld gedacht aan projecten voor de gezamenlijke ontwikkeling en verbetering van medische en logistieke capaciteiten. Daarnaast stelt Nederland voor om PESCO te benutten om belemmeringen weg te nemen voor grensoverschrijdend militair transport binnen Europa.

Besluitvorming over de samenwerking binnen PESCO geschiedt op basis van unanimiteit door de deelnemende lidstaten. Nederland behoudt te allen tijde de zeggenschap over de inzet van Nederlandse militairen en de nationale capaciteitsontwikkelingsplannen.

Naar boven