21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1792 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2017

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken, inclusief art. 50, van 20 november 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 20 NOVEMBER 2017

Raad Algemene Zaken

Voorbereiding Europese Raad 14 en 15 december

Op 14 en 15 december a.s. zal de Europese Raad (ER) plaatsvinden. De Raad Algemene Zaken (RAZ) van 20 november a.s. zal de ontwerpagenda van deze ER bespreken. De inhoudelijke voorbereiding van de conclusies vindt plaats door de RAZ van 12 december a.s. Op de agenda van de ER van 14 en 15 december a.s. staan de onderwerpen Europees veiligheids- en defensiebeleid, follow-up informele Sociale Top in Göteborg en migratie. De ER zal in Artikel 50 samenstelling spreken over de Britse uittreding uit de EU. Naast de ER op 14 en 15 december a.s. staat ook een Eurotop over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie gepland. Daarover wordt u separaat geïnformeerd.

Europees veiligheids- en defensiebeleid

De ER zal de voortgang op het gebied van het Europese veiligheids- en defensiebeleid bespreken, in het bijzonder de Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO) en het Europese Defensiefonds (EDF). De planning is dat de lidstaten die aan PESCO mee willen doen dit via een gezamenlijke notificatie tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 13 november a.s. formeel kenbaar maken aan de Raad en Hoge Vertegenwoordiger Mogherini. De volgende voorziene stap is dat de RBZ van 11 december a.s. het Raadsbesluit ter oprichting van PESCO zal nemen. De ER van 14 en 15 december a.s. zal die stap vervolgens verwelkomen. Nederland is, zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd, voornemens om aan PESCO deel te nemen. Ten aanzien van het EDF is het streven om de onderhandelingen over het Commissievoorstel voor een industrieel ontwikkelingsprogramma (dat onderdeel is van PESCO) nog dit jaar te voltooien binnen de Raad, zodat gesprekken met het Europees Parlement snel van start kunnen gaan. Mogelijk zal de RAZ van 20 november a.s. de Raadspositie vaststellen. Voor een beschrijving van het Nederlandse standpunt over PESCO en het EDF wordt verwezen naar de geannoteerde agenda’s voor de jumbo RBZ van Ministers van Buitenlandse Zaken en Ministers van Defensie van 13 november a.s. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 164). Onder de EU-lidstaten is brede steun voor PESCO en het EDF.

Follow-up informele Sociale Top in Göteborg

Op 17 november a.s. organiseert de Europese Commissie samen met de Zweedse regering een informele «Sociale Top voor eerlijke banen en groei» in Göteborg. Tijdens een besloten lunch zal worden gesproken over de toekomst van de Unie met aandacht voor de sociale dimensie, de rol van onderwijs en cultuur. In aanloop naar de Top zal uw Kamer worden geïnformeerd over de inzet van het kabinet. De informele Sociale Top zal geen geschreven conclusies voortbrengen, maar de Europese Commissie zal wel, samen met de Zweedse regering, een samenvatting van de discussies over de sociale dimensie maken en na afloop beschikbaar stellen. Deze samenvatting kan bijdragen aan de verdere discussie over de toekomst van de sociale dimensie van de EU.

Migratie

De ER van 14 en 15 december a.s. zal toezien op de voortgang van alle aspecten van de integrale Europese migratieaanpak. Het kabinet verwelkomt de daling van de irreguliere instroom op de Centraal Mediterrane route, mede als gevolg van deze aanpak. Het is echter te vroeg om van een structurele afname te spreken. Daarom zal het kabinet er voor pleiten de inspanningen – gericht op de aanpak van grondoorzaken, de strijd tegen mensensmokkel en het verbeteren van opvang in de regio – onverminderd voort te zetten in nauwe samenwerking met derde landen. Daarnaast zal Nederland de noodzaak voor effectievere terugkeersamenwerking onderstrepen.

Ook zal de ER zich wederom buigen over de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). De herziening van het GEAS hangt met name op de patstelling rond de Dublinverordening en de daaraan gerelateerde politieke discussie over de toepassing van de principes van effectiviteit en solidariteit. Nederland blijft een spoedige herziening van het GEAS nastreven. Daarbij is het voor Nederland belangrijk dat de herziening ook daadwerkelijk tot vooruitgang leidt en resulteert in een veerkrachtig en robuust asielsysteem dat toekomstige migratieschokken aankan. De ER heeft de ambitie om halverwege 2018 consensus te bereiken over de herziening van het GEAS.

Uw Kamer wordt in de geannoteerde agenda’s van de JBZ-Raad, laatstelijk die van 12–13 oktober jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 491), geïnformeerd over de voortgang van de herziening van het GEAS.

Op de RAZ van 20 november a.s. zal het politieke akkoord over het voorstel, overeengekomen tussen de lidstaten en het Europees Parlement, met betrekking tot het In- en uitreissysteem (EES) worden geaccordeerd. Het voorstel voor een EES omvat de registratie van inreis- en uitreisgegevens en registratie van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de Europese Unie overschrijden. Het voorstel omvat ook de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden. Het kabinet ziet dit voorstel als een belangrijk instrument in de versterking van het grensbeheer, de bestrijding van illegaal verblijf en het bevorderen van terugkeer, omdat overstayers makkelijker kunnen worden geïdentificeerd.

Follow-up ER

Tijdens de RAZ zal worden gesproken over de follow-up van de ER. Met de Leaders’ Agenda van de voorzitter van de ER, Donald Tusk, is de focus sterker komen te liggen op resultaten en implementatie van de conclusies van de ER (EUCO 14/17). Het kabinet is hier voorstander van en acht het van belang dat er in de Raad – zeker in de RAZ die de ER immers voorbereidt – aandacht is voor de implementatie van de ER-conclusies. Ten aanzien van de follow-up van de ER in oktober gaat de aandacht met name uit naar migratie en de (digitale) interne markt.

Commissie Werkprogramma 2018

Op 24 oktober jl. heeft de Commissie het Commissie Werkprogramma (CWP) gepresenteerd. Het betreft het laatste Commissie Werkprogramma gedurende deze legislatuurperiode. De voorstellen die in de komende maanden zullen volgen, zullen nog voor de verkiezingen van het Europees Parlement in 2019 moeten worden afgerond. Andere voorstellen zijn ook relevant voor de periode daarna. U zult een nadere kabinetsappreciatie van het CWP ontvangen. Tevens zullen wetsvoorstellen t.z.t. voorzien worden van een nadere appreciatie in BNC-fiches en Kamerbrieven.

Tijdens de RAZ van 20 november a.s. zal de Commissie het CWP presenteren en zal er worden gesproken over de onderdelen van het CWP die in een gemeenschappelijke verklaring van de instellingen zullen worden opgenomen. Dit betreft een verklaring waarmee de instellingen aangeven welke onderdelen van het CWP prioriteit verdienen in de behandeling in de Raad en het Europees Parlement.

Wat het kabinet betreft, dient het CWP gezien te worden in het licht van de Leaders’ Agenda. Het gaat er daarbij om dat er spoedig besluitvorming volgt over de voorstellen die momenteel in de Raad en het Europees Parlement behandeld worden. Het betreffen voorstellen die betrekking hebben op een eerlijkere en diepere interne markt, interne en externe veiligheid, migratie en klimaat en energie. Het kabinet zal er in de RAZ voor pleiten dat voorstellen die in het CWP staan en op deze onderwerpen betrekking hebben ook in de gemeenschappelijke verklaring van de instellingen worden opgenomen. Tevens zal het kabinet de Commissie oproepen werk te blijven maken van de agenda voor betere regelgeving. Het kabinet acht het van belang dat dit aspect van het CWP aandacht blijft krijgen en ook de komende tijd verder wordt ingezet op het moderniseren van het bestaande wetgevende acquis.

Interinstitutioneel Akkoord Beter Wetgeven

Tijdens de RAZ van 20 november a.s. zal de implementatie van het Interinstitutioneel Akkoord Beter Wetgeven (IIA) aan de orde komen. Nederland hecht, net als de meerderheid van de EU-lidstaten, aan voortvarende implementatie van het IIA en de daarin gemaakte afspraken. Het kabinet ziet graag een hoog ambitieniveau ten aanzien van transparantie en betere regelgeving. Bij transparantie gaat het daarbij onder meer om het register van gedelegeerde handelingen en een internetsite van de instellingen waarmee de toegankelijkheid van wetgevingsdocumenten in het Europees wetgevingsproces moet worden verbeterd. Ook zet het kabinet zich ervoor in dat de Raad toetreedt tot het transparantieregister. Het voorstel voor een Interinstitutioneel Akkoord inzake een verplicht transparantieregister (COM(2016)627/F1) wordt momenteel in de Raad besproken. Daarnaast zal Nederland een oproep doen aan de Commissie om ambitie te blijven tonen in de uitvoering van de betere regelgeving-agenda. Het kabinet ziet hier aanleiding toe gezien het relatief beperkte aantal voorstellen van de Commissie voor intrekking, aanpassing of vereenvoudiging van bestaande regelgeving zoals aangegeven in het CWP 2018. Naar verwachting zal het voorzitterschap ook ingaan op uitwerking van de afspraken uit het IIA over betere informatiedeling over internationale akkoorden met het Europees Parlement.

Europees Semester 2018

Het Estse EU-voorzitterschap en het inkomend Bulgaarse EU-voorzitterschap zullen een roadmap voor het Europees Semester 2018 presenteren. De roadmap zet de bespreking van het Europees Semester in de relevante vakraden uiteen, zoals de gebruikelijke jaarlijkse bespreking van de EU groeiprioriteiten tussen december en maart en de bespreking van de landenspecifieke aanbevelingen in de relevante Raden in juni. Naar verwachting zal de Europese Commissie kort na deze RAZ haar jaarlijkse analyse van prioriteiten voor economische groei (Annual Growth Survey) presenteren. Dit vormt doorgaans het startschot van het Europees Semester. Het krachtenveld ten aanzien van het Semester is nog niet uitgekristalliseerd, omdat zowel roadmap als semesterpakket nog niet gepresenteerd zijn.

Raadsconclusies EU-cyberbeveiliging

De RAZ zal de Raadsconclusies over het cyberbeveiligingspakket van de Europese Commissie (JOIN (2017) 450, COM (2017) 476, C (2017) 6100, COM (2017) 477) van 13 september jl. aannemen. Nederland steunt deze Raadsconclusies. Voor het volledige Nederlandse standpunt wordt verwezen naar de BNC-fiches over het cyberbeveiligingspakket.1

Meerjarig Financieel Kader: Lunch met Commissaris Oettinger

In aanloop naar het in mei 2018 verwachte Commissievoorstel over het toekomstig Meerjarig Financieel Kader (MFK), zoekt de Commissie de dialoog met de lidstaten. De lunch met Commissaris Oettinger, verantwoordelijk voor het MFK, biedt de mogelijkheid om zowel over het proces te spreken als om boodschappen te delen over het toekomstig MFK. De Nederlandse inzet is reeds uiteengezet in de Kamerbrief van 19 mei 2017 (Kenmerk 2017Z04266/2017D08802). Het kabinet zal op basis van deze inzet, die uitgaat van zowel de noodzaak van moderniseren als bezuinigen, aan deze bespreking deelnemen. Dit is in lijn met de inzet van het kabinet om de komende maanden de Nederlandse positie duidelijk uit te dragen en draagvlak hiervoor te vergroten, om zodoende ook het Commissievoorstel te kunnen beïnvloeden. Na de publicatie van het Commissievoorstel zullen de formele MFK-onderhandelingen in de Raad starten.

Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling

De RAZ in Artikel 50 samenstelling zal de voortgang bespreken van de onderhandelingen over de Britse uittreding uit de EU ter voorbereiding op de ER van 14 en 15 december a.s. Daarnaast zal in de marge van de RAZ gestemd worden over de nieuwe vestigingsplaats van het Europees geneesmiddelenagentschap (EMA) en de Europese Bankenautoriteit (EBA).

Stand van zaken Brexit-onderhandelingen

De ER (Artikel 50) van 19 en 20 oktober jl. heeft geen voldoende vooruitgang vastgesteld naar aanleiding van de afgelopen vijf onderhandelingsronden op de drie onderwerpen van de eerste fase (rechten van burgers, financiële afwikkeling en de Iers/Noord-Ierse grens). Voldoende vooruitgang is het ijkpunt voor de start van de tweede fase, waarin de EU bereid is de onderhandelingen te verbreden naar het kader van de toekomstige betrekkingen en eventuele overgangsregelingen. Mede met het oog op de tijd die resteert om de onderhandelingen over het terugtrekkingsakkoord succesvol af te ronden, heeft de ER besloten dat de EU27 reeds intern start met verkenningen ten aanzien van het kader van de toekomstige betrekkingen en mogelijke overgangsregelingen. In eerste instantie wordt dit een bottom-up proces met een aantal technische seminars op het niveau van de Raadswerkgroep Artikel 50.

De onderhandelingen tussen de EU27 en het VK worden deze maand weer opgepakt. Een nieuwe onderhandelingsronde zal worden gehouden op 9 en 10 november a.s. Daarnaast wordt aan de kant van de EU27 waar mogelijk een begin gemaakt met het consolideren van de tot nu toe geboekte voortgang in concept-verdragsteksten. Daarbij geldt, zoals in de ER-richtsnoeren van 29 april jl. vastgelegd (EUCO XT 20004/17), het voorbehoud dat het uiteindelijke onderhandelingsresultaat altijd in zijn geheel zal worden beoordeeld: «nothing is agreed until everything is agreed».

De uitdaging is nu om de onderhandelingen zodanig te versnellen dat de ER van 14 en 15 december a.s. wel voldoende vooruitgang kan concluderen, zodat de stap naar de tweede fase van de onderhandelingen kan worden gemaakt. Hiervoor is het nodig dat het VK in beweging komt, vooral door meer duidelijkheid te verschaffen over zijn positie op het punt van de financiële afwikkeling.

Nederlandse inzet

De inzet van Nederland, zoals geschetst in de Kamerbrief van 31 maart jl. (Kamerstuk 23 987, nr. 173), is nog onverkort van kracht. Het kabinet steunt de inzet van EU27-hoofdonderhandelaar Barnier, die hecht aan het behoud van de eenheid van de EU27 en het vasthouden aan de met het VK afgesproken volgtijdelijkheid van de onderhandelingen. Nederland betreurt het dat vooralsnog onvoldoende voortgang is geboekt en dat daarmee kostbare onderhandelingstijd verloren is gegaan. Het VK is nu aan zet om te komen tot voldoende voortgang.

Nederland verwelkomt de interne verkenningen ten aanzien van het kader van de toekomstige betrekkingen, waartoe de ER Artikel 50 van 19 en 20 oktober jl. heeft besloten. De toekomstige relatie met het VK is voor Nederland van groot belang gezien de intensieve handelsbetrekkingen. Nederland zet zich in voor een zo breed mogelijk partnerschap met het VK, met dien verstande dat het VK ervoor kiest om uit de douane-unie en de interne markt te stappen.

Besluitvorming EMA en EBA

In de marge van de RAZ in Artikel 50 samenstelling zal de stemming plaatsvinden over de hervestiging van het EMA en de EBA. Voor de EMA zijn er negentien lidstaten kandidaat en voor de EBA hebben zich acht lidstaten kandidaat gesteld. Er zijn zes lidstaten zonder kandidatuur. De stemming zal in maximaal drie anonieme stemronden plaatsvinden. Elke lidstaat heeft in de eerste stemronde zes punten te verdelen (drie, twee en één); landen mogen op zichzelf stemmen en moeten alle zes punten verdelen over drie kandidaten. Indien geen kandidatuur drie stempunten van ten minste veertien lidstaten ontvangt, gaan de drie kandidaturen met het hoogste aantal punten door naar de tweede stemronde. Als meer dan drie kandidaturen het hoogste aantal punten krijgen, gaan deze allemaal door naar de tweede stemronde.

In de tweede ronde hebben alle lidstaten maar één stem te verdelen. Indien een kandidatuur veertien stemmen of meer ontvangt, wordt het geacht gekozen te zijn. Indien geen kandidatuur veertien stemmen of meer ontvangt, gaan de twee kandidaturen die het hoogste aantal stemmen krijgen over naar de derde ronde. Als drie (of meer) kandidaturen een gelijk aantal stemmen krijgt, gaan deze allemaal door naar een derde stemronde. In de derde ronde volgt wederom een stemronde waarin alle lidstaten één stem hebben. Een kandidatuur die het hoogste aantal stemmen krijgt, wordt als de winnende kandidatuur beschouwd. Bij staking van stemmen zal de beslissing worden genomen door het voorzitterschap door middel van het trekken van een lot. De op basis van deze procedure uitverkoren nieuwe zetels van de agentschappen worden in de marge van de RAZ in Artikel 50 samenstelling bevestigd.

Er zal eerst worden gestemd over de EMA, vervolgens over de EBA. Nederland heeft zich alleen voor EMA kandidaat gesteld en heeft met Amsterdam een sterke kandidatuur neergezet. Voor Nederland is het van groot belang dat de EMA in een lidstaat komt waar business continuity voor de EMA gegarandeerd is. Als het dagelijkse werk van de EMA onderbroken wordt, komen medicijnen later op de markt en komt het toezicht op de veiligheid van medicijnen die al op de markt zijn in het geding. Uiteindelijk zijn de Europese patiënten dan de dupe.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, nrs. 2407 en 2408

Naar boven