21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1720 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 6 februari 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 6 FEBRUARI 2017

Oekraïne

De Raad sprak over de situatie in Oekraïne en de voortgang die het land, ondanks uitdagende omstandigheden, heeft geboekt bij de uitvoering van zijn hervormingsagenda. Meerdere ministers prezen de voortvarendheid waarmee Oekraïne te werk gaat. Deze ministers onderstreepten hierbij wel de noodzaak van het bestendigen van de inspanningen. Het is bovendien essentieel dat de hervormingen ten goede komen aan de gehele bevolking en dat de Oekraïense regering actief verbinding blijft zoeken, ook met de inwoners van Oost-Oekraïne. De economische en sociale implicaties van hervormingen vragen nadrukkelijke aandacht. Er moet voorkomen worden dat krachten tegen democratie en de hervormingsagenda worden gevoed. De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte dat steun van de EU cruciaal is en dat de EU, onder meer via conditionaliteit, effectief de hervormingen zal blijven ondersteunen. De Hoge Vertegenwoordiger gaf aan dat de EU zich daarbij vooral zal richten op de versterking van de rechtsstaat, corruptiebestrijding, implementatie van het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) en hervorming van de Oekraïense veiligheidssector.

De Raad sprak zijn bezorgdheid uit over de recente escalatie van geweld in de Donbass regio en de daaruit voortvloeiende implicaties voor de politieke en humanitaire situatie. Het is van groot belang dat de gevechten worden beëindigd en de partijen tot een politieke oplossing komen. Alle inspanningen zijn nu gericht op het bereiken van een staakt-het-vuren, het op afstand brengen van de vechtende partijen en het verlenen van humanitaire hulp. De Raad benadrukte het belang dat Rusland en Oekraïne zich houden aan de Minsk-afspraken en deze volledig implementeren. De Hoge Vertegenwoordiger zal namens de EU een verklaring publiceren die de niet-erkenning van de illegale Russische annexatie van de Krim in 2014 markeert. Zij zal tijdens haar bezoek aan de VS de positie van de EU inzake Oekraïne en Rusland uiteenzetten.

Enkele lidstaten refereerden voorts aan het belang van de OVSE voor de uitvoer van de Minsk-akkoorden. In dat kader pleitten zij voor investeringen in de waarnemingsmissie EUAM, waarbij een tweetal lidstaten expliciet vroeg om verdere uitbreiding van de missie naar de regio’s. Tot slot benadrukten enkele lidstaten dat indien de EU effectief stabiliteit wil exporteren en de import van instabiliteit wil voorkomen, zij ook de eigen beloftes moet nakomen ten aanzien van het DCFTA en visumvrijheid.

Libië

Tijdens de discussie over Libië herbevestigde de Raad unaniem zijn steun voor het Libyan Political Agreement (LPA) als politiek kader en benadrukten ministers het belang van een inclusieve, politieke transitie. In lijn met de uitkomst van de informele Europese Raad te Valletta van 3 februari jl. (zie tevens Kamerstuk 21 501-20, nr. 1192) pleitte de Hoge Vertegenwoordiger voor versterking van de Libische kustwacht en nauwere samenwerking met de International Organization for Migration (IOM) en het kantoor van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR). Het is van belang om de opvangcentra in Libië te versterken en te verbeteren en het proces van vrijwillige terugkeer naar landen van herkomst te faciliteren. Verder benadrukte de Hoge Vertegenwoordiger het belang van samenwerking tussen de EU-missies in de Sahel, EUBAM Libië en relevante overheidsinstanties in Tsjaad en Niger om het grensmanagement aan de poreuze zuidgrens van Libië te verbeteren. Tot slot herhaalde zij de oproep aan de lidstaten om met bilaterale steun de 200 miljoen euro aan te vullen die door de Europese Commissie is gereserveerd uit het Trust Fund voor Afrika en bestemd is voor migratie-gerelateerde projecten in Libië.

Tegelijkertijd onderstreepten Nederland en andere lidstaten dat de EU niet alleen aandacht voor Libië moet hebben vanuit migratieperspectief. De Hoge Vertegenwoordiger deelde in dit kader haar zorgen over de volatiele politieke situatie in Libië en uitte volledige steun voor het nationale politieke proces, waarbij Libiërs zelf dienen te beoordelen of het huidige LPA hiervoor het meest geschikte kader is. Nederland en enkele andere lidstaten pleitten daarbij voor eventuele ondersteuning van een breed gedragen politieke dialoog tussen alle Libische partijen. Een aantal lidstaten wees er in dat kader op dat de Libische generaal Haftar ook een rol zou moeten spelen in deze dialoog.

De Hoge Vertegenwoordiger sprak tevens over een mogelijke herziening van het mandaat van UNSMIL en van VN-gezant Kobler. Daarnaast zou de EU steun kunnen verlenen op het niveau van gemeenten om de omstandigheden van de lokale bevolking te verbeteren. De Hoge Vertegenwoordiger pleitte ervoor dat de EU actief de dialoog zoekt met verschillende regionale actoren en organisaties zoals de Afrikaanse Unie, de G5 Sahel en de Arabische Liga. De EU kan volgens haar een faciliterende rol spelen in regionale initiatieven die kunnen bijdragen aan de politieke transitie in Libië. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, spraken hun steun uit voor intensievere outreach. De Hoge Vertegenwoordiger zal hieraan de komende weken gevolg geven. Tot slot gaven enkele lidstaten aan te overwegen op korte termijn een ambassade te openen in Tripoli.

Egypte

De Raad sprak over de EU-relatie met Egypte ter voorbereiding op een discussie in aanwezigheid van de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken, die mogelijk tijdens de Raad van 6 maart a.s. zal plaatsvinden. De Hoge Vertegenwoordiger stelde daarbij dat de toekomstige relatie met Egypte vormgegeven zou worden rondom vier kernthema’s: economie, politiek, regionale samenwerking en sectorale samenwerking, onder meer op het gebied van irreguliere migratie en terrorismebestrijding.

Eurocommissaris Hahn (Nabuurschapsbeleid en Uitbreidingsonderhandelingen) gaf een toelichting op de sociaaleconomische situatie van het land en stond stil bij de sociale onrust die dit mogelijk kan veroorzaken. Egypte kent structurele sociaaleconomische zwaktes waaronder een aanzienlijke demografische druk en hoge jeugdwerkloosheid. De Commissie is bereid Egypte te ondersteunen om deze sociaaleconomische uitdagingen het hoofd te bieden. Meerdere lidstaten toonden zich bezorgd over de zwaktes van de Egyptische economie en de tekortkomingen van de Egyptische democratie. Enkele ministers plaatsten kritische kanttekeningen bij de duurzaamheid van het huidige politieke model.

Tegelijkertijd erkende de Raad dat Egypte een strategische partner blijft met toenemende invloed op een instabiele regio. Het voorkomen van sociale spanningen onder de Egyptische bevolking en van instabiliteit aan de zuidgrenzen is in het belang van de EU en vraagt om een constructieve politieke dialoog. Daarbij onderstreepte de Raad dat de EU onverminderd zal vasthouden aan haar democratische waarden en de Egyptische autoriteiten zal blijven wijzen op de fundamentele rechten van de Egyptische bevolking. In dat kader heeft Nederland zich kritisch uitgelaten over de omstreden ontwerpNGO wetgeving en de situatie van religieuze minderheden, waaronder de kopten. Een bezoek van de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken biedt een gelegenheid deze fundamentele kwesties en waarden te bespreken. Na dit bezoek zal de EU voorbereidingen treffen voor een nog te plannen Associatieraad met Egypte. Als onderdeel van een intensievere dialoog zal deze Associatieraad gericht zijn op het verbeteren van het functioneren van de Egyptische democratie.

MOVP

De Raad sprak tenslotte over het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP) en benadrukte het belang van eensgezind EU-optreden. In lijn met het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 1 januari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1713) herbevestigden lidstaten unaniem steun voor een twee-statenoplossing als basis voor een duurzame oplossing van het conflict. De Hoge Vertegenwoordiger waarschuwde voorts voor stappen die een twee-statenoplossing in gevaar brengen, waaronder uitbreiding van Israëlische nederzettingen. Zij werd hierin door verschillende lidstaten, waaronder Nederland, gesteund. Enkele lidstaten wezen daarbij ook op mogelijke stappen van de nieuwe Amerikaanse regering. In dat licht riep de Hoge Vertegenwoordiger lidstaten op in hun bilaterale contacten met relevante betrokken partijen te blijven wijzen op de gemeenschappelijke EU-positie over het MOVP. De Raad benadrukte ook het belang van een stevige reactie van de EU ingeval het Israëlische parlement een wet zou aannemen ter «legalisering» van illegale nederzettingen in bezet gebied. De Hoge Vertegenwoordiger heeft hierover inmiddels op 7 februari jl. een verklaring afgegeven waarin zij de aanname van de wet veroordeelt (https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage/20104/statement-high-representativevice-president-federica-mogherini-regularisation-law-adopted_en). De Hoge Vertegenwoordiger zegde toe om een te plannen Associatieraad met Israël in nauwe samenspraak met de EU Lidstaten verder voor te bereiden.

Naar boven