21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1713 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 januari 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 16 JANUARI 2017

Prioriteiten Buitenlands Beleid voor de eerste helft 2017

De Raad Buitenlandse Zaken startte met een discussie over de prioriteiten van het buitenlandbeleid van de Unie in de eerste helft van 2017. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Mogherini stelde dat de EU haar aandacht zal richten op het Oostelijk en Zuidelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan. Daarnaast zal een aantal andere zaken vanzelfsprekend aandacht vergen of krijgen van de Unie waaronder met name Afrika (EU-Afrika Top in november 2017), het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (gezamenlijke Raad met Ministers van Defensie en Europese Raad in maart), trans-Atlantische betrekkingen en migratie. Libië zal tijdens de Raad Buitenlandse Zaken in februari op de agenda staan, net als Egypte en Oekraïne.

Syrië

De Raad sprak over de situatie in Syrië en over het staakt-het-vuren dat recentelijk door Rusland en Turkije is overeengekomen. De HV en verschillende Ministers verwelkomden het bestand en de aangekondigde vredesonderhandelingen in Astana, mits deze besprekingen bijdragen aan het VN-vredestraject en de oppositie voldoende wordt betrokken. Verschillende Ministers spraken daarbij de hoop uit dat de gesprekken in Astana als «stepping stone» kunnen fungeren naar vredesbesprekingen in Genève onder leiding van de VN. De HV benadrukte daarbij dat de eventuele aanwezigheid van de EU in Astana afhangt van de aard van de conferentie: indien wordt gesproken over een politieke oplossing voor het conflict, dan dient de EU betrokken te zijn. Als Astana in het teken van militaire besprekingen staat, dan zal de EU een beperkte rol spelen gezien de militaire afwezigheid van de EU in Syrië.

Het merendeel van de Ministers dankte de HV voor haar regionale «outreach» richting Iran, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Libanon, Jordanië en Egypte in het kader van het conflict in Syrië, en voor de gesprekken die zij nog zal voeren met Turkije en Qatar. Doel van de gesprekken is het vinden van «common ground» voor een toekomstige politieke oplossing. Deze «common ground» zal als input kunnen dienen voor de VN-besprekingen in Genève die zijn voorzien op 8 februari aanstaande. Nederland wees in dit kader op de negatieve rol van Iran in de regio en heeft gevraagd om een nadere discussie hierover.

Nederland onderschreef verder de EU-lijn en herhaalde dat de EU moet voorkomen dat zij verwordt tot «paymaster» die enkel de wederopbouw van Syrië financiert zonder dat er een geloofwaardige, politieke transitie plaatsvindt. Nederland en verschillende andere lidstaten wezen daarbij op het belang van accountability en benadrukten dat schendingen van humanitair oorlogsrecht en mensenrechten niet ongestraft kunnen blijven. Nederland deelde mede een bijdrage van 1 miljoen euro te hebben gegeven aan de Office of the High Commissioner on Human Rights (OHCHR) voor het accountability-mechanisme en heeft andere lidstaten opgeroepen hier ook aan bij te dragen. Nederland sprak ook zijn steun uit voor een VN Veiligheidsraad conceptresolutie van Brits-Franse hand die oproept tot sancties naar aanleiding van de inzet van chemische wapens in Syrië. Meerdere lidstaten waaronder Nederland onderstreepten verder het belang van humanitaire toegang tijdens het staakt-het-vuren.

Tot slot ging de HV in op de Brussel-conferentie begin april 2017 over verzoening en wederopbouw als «follow-up» van de «Londen Conference» vorig jaar. Het doel van de conferentie is tweeledig: enerzijds zal de stand van zaken worden opgemaakt rondom gedane en mogelijk nieuwe toezeggingen. Anderzijds biedt de conferentie de mogelijkheid om een geloofwaardige, politieke transitie, die dan hopelijk plaatsvindt, te ondersteunen of om druk uit te oefenen om een dergelijke transitie in gang te zetten. De conferentie kon rekenen op steun van de lidstaten.

MOVP

Daarnaast bespraken de Ministers de laatste ontwikkelingen met betrekking tot het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP). Verschillende Ministers herhaalden de gemeenschappelijke EU-posities, waarbij unaniem steun werd uitgesproken voor een twee-statenoplossing. De HV stond in haar introductie stil bij de negatieve ontwikkelingen en acties ter plaatse die een twee-statenoplossing verder compliceren en gaf aan dat de EU zoveel mogelijk in het kader van het Kwartet zal blijven opereren. De EU zal verder vasthouden aan het geconsolideerde EU-standpunt, dat onder meer is opgenomen in de raadsconclusies van de RBZ van 18 januari 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1579), waarbij de Hoge Vertegenwoordiger beide partijen zal blijven oproepen om af te zien van eenzijdige stappen die een oplossing verder bemoeilijken.

Parijs conferentie

Tevens blikten de Ministers terug op de conferentie over het MOVP in Parijs van 15 januari jl. Aan deze conferentie namen ruim 70 landen en internationale organisaties (EU, VN, Arabische Liga en Organisation of Islamic Cooperation) deel. Israëlische en Palestijnse vertegenwoordigers waren niet aanwezig. Uiteindelijk had Frankrijk besloten beide partijen niet uit te nodigen. Hoofddoel van deze bijeenkomst was herbevestiging en behoud van de twee-statenoplossing door de internationale gemeenschap.

De deelnemende landen onderstreepten tijdens de conferentie dat de twee-statenoplossing de enige oplossing is voor een duurzame vrede tussen Israël en de Palestijnen. Tevens bestonden gedeelde zorgen dat de twee-statenoplossing onder grote druk staat. Beide partijen werden opgeroepen hun commitment aan de twee-statenoplossing te herbevestigen en af te zien van stappen die deze oplossing ondermijnen.

Nederland heeft conform staand kabinetsbeleid in Parijs gepleit voor het behoud van de levensvatbaarheid van de twee-statenoplossing, beide partijen opgeroepen hun commitment aan de twee-statenoplossing te herbevestigen en aangedrongen op implementatie van de aanbevelingen van het laatste Kwartetrapport teneinde een terugkeer naar de onderhandelingstafel mogelijk te maken.

Achter de schermen werd tot het laatste moment onderhandeld over de slotverklaring. De korte verklaring bevat veelal «agreed language» (bestaande formuleringen uit Kwartetverklaringen en Veiligheidsraadresoluties) en is in lijn met staand Europees en Nederlands beleid. De partijen worden opgeroepen betekenisvolle, directe onderhandelingen te starten. Bovengenoemde elementen zijn ook verwoord in de slotverklaring. Daarnaast worden daarin de internationale inspanningen verwelkomd, inclusief VN Veiligheidsraadresolutie 2334, de aanbevelingen uit het Kwartetrapport van juli 2016 en de Kerry-parameters zoals Secretary of State Kerry die uiteenzette in zijn toespraak op 28 december jl. Achteraf liet het Verenigd Koninkrijk weten als waarnemer te hebben deelgenomen aan de Conferentie.

Er is geen concreet vervolg op deze conferentie voorzien. Frankrijk heeft al aangegeven het initiatief niet voort te zetten. De bijeenkomst had met name politieke betekenis: brede consensus binnen de internationale gemeenschap onderstrepen dat de twee-statenoplossing de enige duurzame oplossing is die recht doet aan aspiraties van beide partijen.

Veiligheidsraad resolutie 2334

Op 23 december jl. stemde de Veiligheidsraad over resolutie 2334 die werd aangenomen met 14 stemmen en één onthouding. De resolutie stelt dat Israëlische nederzettingen in strijd zijn met internationaal recht en een groot obstakel vormen voor het bereiken van een twee-statenoplossing, en roept Israël op om nederzettingenactiviteiten stop te zetten. Tevens wordt het belang benadrukt om geweld te voorkomen, terrorisme te bestrijden, terroristische daden te veroordelen en af te zien van haatzaaien en opruiende retoriek. De resolutie roept partijen op door vertrouwenwekkende stappen hun commitment aan de twee-statenoplossing te tonen en zich in te spannen om geloofwaardige onderhandelingen te starten. In de resolutie zijn geen afspraken opgenomen over verdere implementatie. Het kabinet verwelkomt VN Veiligheidsraadresolutie 2334, die in lijn is met het Nederlandse en Europese beleid en waarin de twee-statenoplossing centraal staat. Het kabinet beschouwt VNVR-resolutie 2334 als een belangrijk politiek signaal dat de internationale consensus ten aanzien van de Israëlische nederzettingen en het aanzetten tot geweld en haat herbevestigt.

Overig

Nederlandse bijdragen aan civiele missies EUAM Oekraïne en EUMM Georgië

Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren dat de Nederlandse bijdragen aan de EU Advisory Mission (EUAM) in Oekraïne en aan de EU Monitoring Mission (EUMM) in Georgië zijn verlengd. De Nederlandse bijdrage aan EUAM bedraagt 8 personen en loopt tot en met 1 december 2017. De Nederlandse bijdrage aan EUMM bedraagt 10 personen en loopt tot en met 15 december 2018. De looptijd van de mandaten voor de Nederlandse bijdragen zijn gelijkgeschakeld met de EU-mandaten van de missies.

EDSTAR-initiatief

Het kabinet maakt tot slot van deze gelegenheid gebruik om uw Kamer, conform de eerdere toezegging van de Minister van Defensie om uw Kamer te informeren over gezamenlijke projecten van het Europese Defensieagentschap (EDA) met Oekraïne, te informeren dat Oekraïne in het kader van de administratieve overeenkomst met het EDA een verzoek heeft ingediend om deel te nemen aan het European Defence Standards Reference System (EDSTAR). Dit initiatief is gericht op het harmoniseren van standaarden voor defensiematerieel. Oekraïne wil deelnemen aan het gezamenlijke beheercomité van EDSTAR (Joint Maintenance Committee) en twee werkgroepen (EDSTAR Expert Group 25 «Range Interoperability» en EDSTAR Expert Group 27 «Automatic Identification Technique»). Nederland neemt geen deel aan het EDSTAR-initiatief van het EDA. Nederland heeft geen bezwaar tegen Oekraïense deelname en de verwachting is dat de andere lidstaten hiermee eveneens zullen instemmen.

Naar boven