21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1703 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2016

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken over Handel (RBZ) van 11 november 2016 in Brussel.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

RAAD BUITENLANDSE ZAKEN OVER HANDEL 11 NOVEMBER 2016

Op 11 november 2016 vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats in Brussel. Er is gesproken over de Wereldhandelsorganisatie (incl. het Milieugoederenakkoord en het Verdrag over handel in diensten), de onderhandelingen over het EU-VS handelsakkoord (TTIP), de onderhandelingen over het EU-Japan handelsakkoord, de onderhandelingen over het EU-Mercosur handelsakkoord en de modernisering van het handelsdefensief instrumentarium.

Wereldhandelsorganisatie (WTO)

De Europese Commissie gaf een toelichting op de recente EU-initiatieven in WTO-verband zoals een voorstel over visserijsubsidies, e-commerce en transparantie. Afspraken over binnenlandse landbouwsteun blijven ook cruciaal in de vormgeving van de onderhandelingsagenda richting de 11e Ministeriële Conferentie (MC11) eind 2017. Een overleg tussen handelsministers en marge van het World Economic Forum dat zal plaatsvinden van 17 tot en met 20 januari 2017 in Davos en de Ministeriële Bijeenkomst van de OESO die zal plaatsvinden in juni 2017 in Parijs zijn belangrijke momenten waarbij leden het Geneefse onderhandelingsproces richting MC11 verder kunnen sturen.

In de Raad was brede steun voor de Europese Commissie voor een ambitieuze agenda richting MC11.

Milieugoederenakkoord (EGA)

De Europese Commissie zag goede mogelijkheden om de onderhandelingen over een Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement, EGA) dit jaar af te ronden. Het was de verwachting dat de laatste politieke beslissingen genomen zouden worden tijdens de afrondende Ministeriële Bijeenkomst op 3 en 4 december 2016. Op deze bijeenkomst is duidelijk geworden dat de onderhandelingen vooralsnog niet tot een succesvol einde gebracht kunnen worden.

Tijdens de RBZ benadrukte Nederland, gesteund door andere lidstaten, het belang van een handelsakkoord met een substantieel milieueffect. Dit moet zwaarder wegen dan het beschermen van gevoelige productlijnen.

Verdrag over handel in diensten (TiSA)

De Europese Commissie herhaalde de ambitieuze doelstelling om het Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement, TiSA) nog dit jaar af te ronden. De EU spant zich in voor een spoedige afronding van de onderhandelingen al blijft het uitgangspunt dat een goed akkoord voorrang heeft boven een snel akkoord. Afspraken over datastromen blijven een belangrijk offensief belang voor de EU. De Europese Commissie werkt nog aan het EU-voorstel voor deze bepalingen, waarbij persoonsgegevens volledig zullen worden geborgd.

Nederland is voorstander van spoedige afronding van de onderhandelingen over TiSA. 17% van het bbp van Nederland is direct verbonden met de export van diensten. De dienstenexport richt zich op dit moment vooral op andere EU-lidstaten. TiSA biedt een kans om een impuls te geven aan de Nederlandse export van diensten buiten de EU. Nederland heeft de Commissie opgeroepen het voorstel over grensoverschrijdende gegevensstromen, waarin adequate bescherming van persoonsgegevens wordt gegarandeerd, zo spoedig met de lidstaten te delen. Op 10 november 2016 heeft uw Kamer een brief ontvangen met nadere duiding over deze onderhandelingen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 191).

De FNV heeft op maandag 14 november 2016 een petitie aangeboden, waarin wordt opgeroepen de onderhandelingen over TiSA te onderbreken. De FNV gaf hierbij aan met name bezorgd te zijn over eventuele gevolgen voor publieke diensten. In lijn met de Kamerbrief over publieke diensten in handelsakkoorden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1574) is tijdens het gesprek nogmaals benadrukt dat de Europese, nationale, regionale en lokale overheden zelf kunnen bepalen welke diensten zij als publieke dienst kwalificeren. TiSA roept overheden niet op, laat staan verplicht, tot het privatiseren van diensten. Tevens heeft er op 25 november 2016 een gesprek plaatsgevonden met meerdere maatschappelijke organisaties, waarin op detail niveau op de verschillende zorgen van deze organisaties is ingegaan.

Veel lidstaten spraken hun steun uit voor het afronden van de onderhandelingen voor het eind van 2016. Lidstaten onderschreven het offensieve belang van de EU op het gebied van datastromen, terwijl tevens werd benadrukt dat een dergelijk voorstel geen belemmering mag vormen voor de adequate bescherming van privacy en de persoonsgegevens van burgers.

Op vrijdag 18 november 2016 is door de onderhandelende partijen besloten om de Ministeriële bijeenkomst die gepland stond op 5 en 6 december 2016 te annuleren vanwege de uitkomst van de verkiezingen in de Verenigde Staten. De eerstvolgende onderhandelingsronde die gepland stond van 28 november tot 10 december 2016 is ingekort. De doelstelling om de onderhandelingen voor het eind van dit jaar af te ronden zal niet worden gehaald.

EU-VS handelsakkoord (TTIP)

De Europese Commissie gaf een terugkoppeling van de 15e onderhandelingsronde over het EU-VS handelsakkoord (Transatlantic Trade and Investment Partnership, TTIP) die van 3 tot en met 7 oktober 2016 plaatsvond. Er is een pauze in de onderhandelingen vanwege het aantreden van een nieuwe president in de Verenigde Staten. Wanneer de onderhandelingen hervat worden of wat de inzet is van de volgende president, is op dit moment nog niet duidelijk. De Europese Commissie wees erop dat het mogelijk is om op enkele technische dossiers nog wel voortgang te maken. Een specifiek voorbeeld hiervan is een overeenkomst voor wederzijdse erkenning van inspecties voor zogenaamde Good Manufacturing Practices voor medicijnfabrikanten. De tekstuele basis voor deze overeenkomst is een annex van een EU-VS akkoord uit 1998.1 In dat akkoord zijn over verschillende sectoren, zoals telecommunicatie, afspraken gemaakt voor wederzijdse erkenning van specifieke technische standaarden. De onderhandelingen over de implementatie van de annex over Good Manufacturing Practices waren niet afgerond en in kader van TTIP opnieuw gestart.

Verschillende lidstaten intervenieerden over het belang om de resultaten tot nu toe te kunnen behouden. Andere lidstaten gaven aan dat het belangrijk is om vast te houden aan de doelstelling van een ambitieus handelsakkoord. Nederland benadrukte dat de EU aan haar hoge ambitieniveau voor een EU-VS handelsakkoord moet vasthouden en dat de onderhandelingen voorlopig gepauzeerd zijn. Het kabinet gebruikt deze periode als reflectie, waarbij gekeken gaat worden hoe de onderhandelingen over handelsakkoorden kunnen worden gereset. Het gaat hierbij om de bijdrage van handelsakkoorden aan hogere doelen zoals de Werelddoelen (Sustainable Development Goals), de afspraken uit het Parijsakkoord, recente WTO-afspraken, de fundamentele ILO-conventies en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Daarnaast moeten de onderhandelingsprocessen transparant zijn en moeten zo veel mogelijk mensen profiteren van de akkoorden.

EU-Japan handelsakkoord

De Europese Commissie gaf een stand van zaken over de onderhandelingen over het EU-Japan handelsakkoord. Van 26 september tot en met 30 september 2016 heeft de 17e onderhandelingsronde plaatsgevonden in Brussel. Er was sprake van significante voortgang. De Commissie gaf aan dat Japan duidelijk maakte de onderhandelingen over het akkoord zo spoedig mogelijk af te willen ronden. Voor de EU is het hierbij wel belangrijk dat op enkele cruciale dossiers, zoals markttoegang voor landbouwproducten en de toegang tot overheidsaanbestedingen nog concrete stappen gezet worden door Japan. De volgende onderhandelingsronde staat gepland voor begin december 2016.

Over een aantal voor Nederland belangrijke onderwerpen is inmiddels overeenstemming bereikt, zoals markttoegangsproblemen op het gebied van kalfsvlees en medische apparatuur. Op andere onderwerpen, zoals aanbestedingen en markttoegang voor de maritieme sector en financiële dienstverleners, is tot op heden nog weinig voortgang bereikt. Ditzelfde geldt voor de opname van een ambitieus hoofdstuk op het gebied van duurzaamheid, waar Nederland veel waarde aan hecht.

EU-Mercosur handelsakkoord

De Europese Commissie blikte terug op de onderhandelingsronde van oktober 2016. Dit was de eerste onderhandelingsronde sinds 2012. Tijdens de onderhandelingen is over de gehele breedte van het akkoord gesproken, waaronder over duurzame ontwikkeling. De Europese Commissie gaf aan dat er op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen en openbare aanbestedingen nog geen teksten zijn uitgewisseld. De volgende ronde vindt plaats in maart 2017 in Buenos Aires. De Europese Commissie benadrukte daarbij de grote waarde van een handelsakkoord met Mercosur.

Handelsdefensief instrumentarium en het voorstel om de antidumping methodiek aan te passen

De Europese Commissie sprak steun uit voor de inspanning van het Slowaaks voorzitterschap om tot een compromis te komen voor de verdere modernisering van het handelsdefensief instrumentarium van de EU. De Raad blijft verdeeld over de aanpassing van de lesser duty rule die onderdeel uitmaakt van dit voorstel. Nederland heeft aangegeven bij te willen dragen aan een compromis. Voor Nederland kan een beperkte, nauw omschreven, aanpassing van de lesser duty rule bij marktverstoringen van de grondstoffenmarkten uiteindelijk geaccepteerd worden. De Raad streeft ernaar om voor het einde van het jaar tot een compromis te komen, waarna onderhandelingen met het Europese Parlement over het voorstel zouden kunnen beginnen.

Ook gaf de Europese Commissie een overzicht van een voorstel om de antidumpingmethodiek aan te passen. De Commissie presenteerde in de Raad haar voorstel dat zij op 9 november 2016 heeft gepubliceerd. De aanleiding voor het voorstel is het verlopen van bepaalde bepalingen in het WTO-toetredingsprotocol van China, waardoor de EU-antidumpingwetgeving dient te worden aangepast. China heeft in de huidige EU-antidumpingwetgeving als niet-markteconomie een status aparte. Volgens het voorstel zal de Europese Commissie bij het berekenen van antidumpingheffingen niet langer een verschil maken tussen landen met of zonder markteconomie; de nieuwe methodologie zal van toepassing zijn op alle landen. Vanwege de korte termijn tussen het verschijnen van het voorstel op 9 november 2016 en de Raad op 11 november 2016, is het voorstel niet inhoudelijk besproken. Het Nederlandse standpunt ten aanzien van dit voorstel komt uw Kamer op korte termijn in een BNC-fiche toe.

Omdat beide dossiers nauw met elkaar verbonden zijn, vindt Nederland dat beide dossiers in samenhang moeten worden besproken.

AOB Autonome handelsmaatregelen Oekraïne

De Europese Commissie gaf een korte toelichting over het voorstel voor het toekennen van autonome handelsmaatregelen aan Oekraïne. Het standpunt van het Nederlandse kabinet is op 11 november 2016 in een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2245) met uw Kamer gedeeld.

Naar boven