21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1465 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2015

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel op 25 maart 2015 waaraan EU-Ministers verantwoordelijk voor handelspolitiek zullen deelnemen. In deze agenda informeer ik u over de punten op de RBZ-agenda, waarbij ik ook reageer op het Kamerverzoek voor een update over de onderhandelingen voor het EU-VS handelsakkoord (TTIP) en het Kamerverzoek voor een reactie op het artikel in de Volkskrant over investeringsbescherming. Verder zal ik voor TTIP specifiek ingaan op de onderhandelingen over de landbouwsector, zoals toegezegd door de Staatssecretaris van Economische Zaken tijdens het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad op 26 januari jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 832)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken 25 maart 2015

De agenda van de informele Raad voor Buitenlandse Zaken over handel (RBZ) op 25 maart a.s. te Riga is nog niet ontvangen. Waarschijnlijk staan de onderhandelingen over het EU-VS vrijhandelsakkoord, Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) en een door de Commissie geschreven paper over de economische baten van vrijhandel op de agenda. In het diner voorafgaand aan de RBZ zal de agenda van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) na de ministeriële conferentie te Bali in december 2013 besproken worden in aanwezigheid van de Directeur-Generaal van de WTO Azevêdo.

EU-VS vrijhandelsakkoord

De Raad zal spreken over de stand van zaken omtrent de onderhandelingen over het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP). Hierbij neem ik het Kamerverzoek mee om u te informeren over de laatste stand van zaken. Tevens heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken tijdens het AO Landbouw- en Visserijraad van 26 januari jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 832) toegezegd dat de Kamer ook specifiek op het landbouw- en visserijterrein over TTIP zal worden geïnformeerd.

Sinds juli 2013 hebben acht onderhandelingsrondes plaatsgevonden tussen de EU en de VS, waarvan de laatste ronde van 2 tot en met 6 februari in Brussel.

Ook tijdens deze onderhandelingsronde is over de volle bandbreedte van het akkoord gesproken: onder meer tarieven, diensten en overheidsaanbestedingen, waarbij de EU streeft naar een hoog en gelijkwaardig niveau van ambitie. Over het Investor-State-Dispute-Settlement (ISDS) is echter niet gesproken.

Het kabinet zet in op een ambitieus akkoord. De EU en de VS zijn de grootste handelspartners ter wereld en zijn samen goed voor 50% van het BNP van de wereld en 33% van de handel. Verdere integratie zou de last van de economische crisis kunnen verlichten. In een wereld die snel verandert en waarin opkomende economieën een steeds grotere rol opeisen, is een nauwere trans-Atlantische samenwerking een kans om onze gezamenlijke strategische positie te verbeteren.

Juist Nederland zal – met haar open en export-georiënteerde economie – veel voordeel hebben van TTIP. Niet alleen zijn de Nederlandse en de Amerikaanse economieën al nauw met elkaar verbonden, ook vormt de aantrekkende wereld- en Europese economie de stuwende kracht achter de groei van de Nederlandse economie via een toenemende export. Bijna de helft van de Nederlandse werknemers is in dienst bij een bedrijf dat exporteert. Trekt de internationale handel aan, dan is dat voor bedrijven snel merkbaar, met name voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Het MKB wordt – mede door gebrek aan personele en financiële middelen – vaak onevenredig getroffen door handelsbelemmeringen, vooral van non-tarifaire aard.

De onderhandelingen in 2014 kenden voornamelijk een technisch karakter. Dat er na een jaar onderhandelen nog weinig tastbare resultaten zijn, is omdat de thema’s breed en complex zijn. Tijdens de start van de onderhandelingen hebben zowel de EU als de VS de ambitie uitgesproken de TTIP-onderhandelingen af te ronden voor het einde van de tweede termijn van President Obama. Het kabinet steunt een snelle afronding van de onderhandelingen, maar is tegelijkertijd van mening dat kwaliteit boven snelheid gaat.

Sinds de benoeming van de nieuwe Commissie hebben Handelscommissaris Malmström en United States Trade Representative Michael Froman elkaar tweemaal gesproken, in december in Washington D.C. en in januari in Davos.

Het belangrijkste doel was om politieke richting te geven aan de onderhandelingen in 2015. De onderhandelaars hebben de instructie gekregen de onderhandelingen te intensiveren en zoveel mogelijk vooruitgang te maken dit jaar. De EU en de VS zijn daarom voor de komende maanden een intensief werkschema overeengekomen, waarvan de achtste onderhandelingsronde in Brussel het begin was. Daarnaast zullen er voor de zomer nog twee uitgebreide onderhandelingsrondes plaatsvinden.

Transparantie en participatie van alle stakeholders is cruciaal voor het welslagen van de onderhandelingen. Ik juich het dan ook toe dat Commissaris Malmström dit punt voortvarend heeft opgepakt. De Commissie heeft op 7 januari jl. een groot aantal nieuwe documenten openbaar gemaakt op haar website. Voor het eerst zijn ook onderhandelingsteksten zelf gepubliceerd. Een week na de achtste onderhandelingsronde heeft de Commissie tevens het EU-voorstel voor Regulatory Cooperation openbaar gemaakt op de website. Transparantie blijft een continu aandachtspunt van mij en ik zal mij hier binnen de Raad voor blijven inzetten.

Bij de achtste onderhandelingsronde is onder meer gesproken over naleving van regelgeving. Deze gesprekken vinden plaats in aanwezigheid van de toezichthouders van zowel de EU als de VS. Dit is met name het geval bij de sectorspecifieke discussies, zoals over chemicaliën, cosmetica, medische apparatuur en auto’s.

Naleving van regelgeving, het zogenaamde horizontale regulerende cluster, is in potentie ook het meest innovatieve aspect van TTIP. Het gaat hier om samenwerking op het gebied van regelgeving, technische handelsbelemmeringen, en sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Sinds de achtste onderhandelingsronde hebben beide partijen op alle vlakken een voorstel op tafel liggen op basis waarvan verder gesproken kan worden.

Voor samenwerking op het gebied van toekomstige regelgeving heeft de EU tijdens de achtste onderhandelingsronde haar voorstel aan de VS overhandigd. Twee belangrijke elementen in het EU-voorstel zijn goede regulerende praktijken (zoals impact assessments en stakeholderconsultatie) en verbeterde samenwerking zonder dat dit afbreuk doet aan de beleidsvrijheid van de verdragspartijen. Belangrijk uitgangspunt voor beide partijen is immers vanaf dag één geweest dat de onderhandelingen geen afbreuk mogen doen aan onze hoge standaarden voor mens, dier, plant en milieu.

Investor-State-Dispute-Settlement (ISDS)

De Europese Commissie heeft op 13 januari haar rapport gepubliceerd over de publieke consultaties over ISDS in TTIP. De Europese Commissie heeft aangegeven dat de resultaten van de publieke consultaties over investeringsbescherming en ISDS in TTIP onderdeel zijn van een breder debat over ISDS. Doel van dat debat is te komen tot een verbeterde standaard, die de bestaande zorgen voldoende adresseert. Naar verwachting zal tijdens de RBZ gesproken worden over de eerste voorstellen die de Commissie nu uitwerkt naar aanleiding van de consultaties.

Op basis van de consultaties heeft de Commissie een aantal terreinen geïdentificeerd waarop het vervolgdebat gefocust moet worden. Het gaat hierbij om 1) de bescherming van het recht om te reguleren; 2) de totstandkoming en het functioneren van arbitragetribunalen; 3) de relatie tussen nationale rechtsprocedures en ISDS; en 4) herziening van ISDS-uitspraken via een beroepsprocedure.

Deze terreinen komen overeen met de punten die ik eerder heb aangegeven in de Kamerbrief in juni 2014 over het Nederlandse onderzoek naar de risico’s van ISDS in TTIP (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1397). In deze brief doe ik verschillende aanbevelingen voor verbetering van het ISDS-instrument om te komen tot een hoogwaardig en modern instrument. Nederland zet erop in dat die verbeteringen in het ISDS-instrument in TTIP worden verwerkt.

Zoals geantwoord op vragen van het lid Van Ojik (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1331) heb ik met een aantal collegaministers overlegd hoe we investeringsbescherming in vrijhandelsverdragen beter kunnen vormgeven. Doel van de bespreking was tot gemeenschappelijke ideeën te komen voor mogelijke vervolgpaden om gezamenlijk te komen tot een robuuste vormgeving van investeringsbescherming, waarbij de beleidsvrijheid van overheden niet wordt ingeperkt. Gezamenlijk hebben deze lidstaten een paper met voorstellen tot verbeterpunten opgesteld en gedeeld met de Europese Commissie (zie het paper in de bijlage)1.

Op verzoek van de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 2 maart 2015 zal ik hierbij tevens een reactie geven op het bovengenoemde paper en het hierover verschenen artikel in de Volkskrant van 2 maart over «Speciaal Hof moet angel halen uit handelsverdrag». Het paper dat ik samen met een aantal collegaministers heb opgesteld bevat concrete voorstellen voor verbetering van investeringsbescherming. De essentie van die voorstellen richt zich op het belang dat er duidelijke garanties worden gesteld voor het behoud van beleidsvrijheid van staten. Het paper doet hier concrete voorstellen voor:

  • Volledig behoud van beleidsvrijheid voor overheden: investeerders kunnen en mogen niet verwachten dat regels niet veranderen;

  • De garantie dat fundamentele Europese waarden (bijv. hoge kwaliteitseisen, sociale zekerheid, fundamentele rechten) niet worden aangetast;

  • Hoge eisen voor de kwaliteit en onafhankelijkheid van arbiters voor een legitiem geschillenbeslechtingsmechanisme. Ook moet er een gedragscode voor arbiters komen. Hierbij wordt een nieuw mechanisme voor geschillenbeslechting met een permanent secretariaat gesteund. Een dergelijk nieuw mechanisme zou bijvoorbeeld gevormd kunnen worden door een internationaal Investeringshof, dat geschillen tussen investeerders en staten zou moeten regelen.

  • De mogelijkheid om in beroep te gaan tegen uitspraken van arbitragetribunalen in investeringsgeschillen;

  • Arbitrage mag niet de nationale rechtspraak doorkruisen. Het is ook de bedoeling dat investeerders niet kunnen gaan shoppen, door eerst naar de nationale rechter te gaan en vervolgens naar een arbitragetribunaal, of andersom.

De punten die we in het paper aanstippen komen overeen met de punten die ik eerder heb aangestipt in mijn brief aan de Tweede Kamer over het Nederlandse onderzoek naar de risico’s van ISDS in TTIP (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1397). We verwachten dat de Commissie deze voorstellen zal betrekken bij de vervolgdiscussie over ISDS.

Landbouw

Conform uw verzoek aan de Staatssecretaris van Economische Zaken informeer ik u specifiek over landbouwgerelateerde aspecten van TTIP. Naar verwachting zullen de besprekingen over landbouw lastig worden, omdat er veel inhoudelijk lastige kwesties beslecht moeten worden. Dit betekent niet dat er op het Europese niveau van consumentenbescherming zal worden ingeboet vanwege TTIP. Er zullen geen compromissen worden gesloten op het gebied van veiligheid, consumentenbescherming of het milieu. Tevens zal de EU haar eigen beleidsvrijheid behouden om wetgeving op te stellen om mens, dier, plant en milieu te beschermen.

De belangrijkste doelen van de EU in het hoofdstuk over sanitaire en fytosanitaire maatregelen zijn drieledig:

  • 1. Het terugdringen van de tijd die de VS nodig heeft om voedselimporten uit de EU goed te keuren;

  • 2. Nauwere samenwerking tussen de EU en de VS op zaken als dierenwelzijn;

  • 3. Het behouden van de strikte EU voedselveiligheidsstandaarden.

Het tekstvoorstel van de EU over sanitaire en fytosanitaire maatregelen is ook terug te vinden op de website van DG Trade.2

De Commissie heeft vanaf het begin aangegeven dat de basiswetgeving voor het EU-toelatingsbeleid voor genetisch gemodificeerde organismen en hormoonvlees niet ter discussie staat in de onderhandelingen. Dit betekent dat de Europese risicobeoordeling van GGO's door de European Food Safety Authority (EFSA) onverkort van kracht blijft. Nederland steunt deze inzet van de Commissie.

Het EU-Verdrag bevat het voorzorgsprincipe, waardoor autoriteiten snel kunnen reageren in gevallen dat de gezondheid van mensen, dieren of planten risico’s loopt, of om het milieu te beschermen. De EU kan dit voorzorgsprincipe ook hanteren wanneer zelfs na wetenschappelijke analyse een bepaald risico onvoldoende kan worden ingeschat. De EU heeft dit voorzorgsprincipe bijvoorbeeld gebruikt om de invoer van Amerikaans hormoonvlees tegen te houden. Ik zet mij ervoor in dat de EU in de TTIP-onderhandelingen onverkort vasthoudt aan het voorzorgsprincipe. Hierin zie ik mij gesteund door de Commissie.

Dierenwelzijn is voor Nederland een belangrijk aandachtspunt in de onderhandelingen. Mede door inzet van Nederland is de tekst over dierenwelzijn in het onderhandelingsmandaat aangescherpt. Het kabinet zal gedurende de onderhandelingen blijven inzetten op dit onderwerp.

Paper over vrijhandel

Tijdens de afgelopen RBZ handel op 21 november 2014 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1443) is op verzoek van verschillende lidstaten door de Commissie toegezegd een paper op te stellen over de economische baten van vrijhandel. Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda was het paper nog niet afgerond.

WTO post-Bali agenda

Zoals tijdens het schriftelijke AO in november is gemeld (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1441), hebben de onderhandelingen in WTO-verband weer enige dynamiek gewonnen.

De impasse rondom het handelsfacilitatieakkoord is doorbroken. WTO-leden werken momenteel hard aan de ratificatie en implementatie van het akkoord.

Het akkoord treedt in werking wanneer twee derde van de WTO-leden het akkoord hebben geratificeerd – naar verwachting tijdens de Ministeriële Conferentie van de WTO in december 2015.

In het kader van de Doha-ontwikkelingsronde wordt momenteel gewerkt aan een routekaart voor de afronding van deze onderhandelingsronde: de zogenaamde post-Bali agenda. De deadline voor de afronding van deze agenda is juli 2015.

De belangrijkste onderhandelingspijlers zijn: landbouw, markttoegang voor industriële goederen en diensten. De Directeur-Generaal van de WTO Azevêdo doet er veel aan om de vaart in de gesprekken te houden. De sfeer is constructief, al zijn er nog grote verschillen te overbruggen. De EU stelt zich actief en constructief op in deze onderhandelingen. Nederland zal in EU-kader blijven aandringen op een voorspoedige afronding van de Doha ronde, met een resultaat dat voldoende gestand doet aan de ontwikkelingsbelofte van deze ronde.

Nederland werkt in EU- en WTO-kader verder aan de nakoming van afspraken ten behoeve van de minst ontwikkelde landen. De EU heeft onlangs haar voorstel voor een grotere preferentiële toegang tot de EU-markt voor aanbieders van diensten uit de minst ontwikkelde landen gepresenteerd. Het EU-voorstel is in WTO-kringen goed ontvangen. Nederland zal in EU-kader pleiten voor een snelle implementatie van het voorstel. Daarnaast financiert Nederland een UNCTAD-programma gericht op training aan de minst ontwikkelde landen op het terrein van regels van oorsprong, dat er op is gericht deze landen beter in staat te stellen gebruik te maken van de mogelijkheden voor markttoegang voor goederen tegen lagere invoerrechten in de EU en andere rijke landen.

Naar boven