30 844
Regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

31 953
Vaststelling van overgangsrecht en wijziging van diverse wetten ten behoeve van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

O1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBE HEER

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2009

In mijn brief van 15 september jl. heb ik uw Kamer nadere informatie toegezegd met betrekking tot de stand van zaken en de verdere uitwerking van de package deal2. Met voorliggende brief geef ik uitvoering aan deze toezegging. Achtereenvolgens vat ik de uitkomst van de ledenraadpleging bij de VNG3 samen (paragraaf 1) en geef ik een reactie op het voorstel van de VNG (paragraaf 2). Tot slot schets ik op hoofdlijnen op welke wijze de realisatie van de package deal wordt geborgd (paragraaf 3).

1. De uitkomst van de ledenraadpleging van de VNG

Op 19 juni 2009 heeft de VNG de belangrijkste onderdelen van de package deal als principeovereenkomst via een ledenraadpleging aan de gemeenten voorgelegd. Ik verwijs hierover kortheidshalve naar mijn brieven aan de Tweede Kamer van 19 juni 20094 en 3 juli 20095. Bij brief van 10 september jl. heeft het bestuur van de VNG mij geïnformeerd over de uitkomst van deze ledenraadpleging. Deze brief is hier bijgevoegd als bijlage 1. De meerderheid van de gemeenten heeft aangegeven dat zij zich kunnen vinden in de package deal, maar dat zij een gedeelte van het regionale basistakenpakket afwijzen. Om die reden heeft de VNG mij een voorstel gedaan voor een minder omvangrijk basistakenpakket.

De VNG heeft daarbij aangegeven dat de introductie van de kwaliteitscriteria en het feitelijke verloop van het overleg tussen de betrokken overheden in de regio’s (het bottom up proces) er toe kan gaan leiden dat het concrete takenpakket van de toekomstige RUD’s groter zal zijn dan het basistakenpakket zoals de VNG dat nu voorstelt en dat het concrete pakket daarbij per regio verschillen kan vertonen, op basis van lokale keuzes. De VNG stelt tevens voor het basistakenpakket over circa een jaar te evalueren, als de effecten van de introductie van de kwaliteitscriteria en de resultaten van het bottom up proces onder regie van de provincies bekend zijn.

2. Reactie op het voorstel van de VNG

Het heeft mij verheugd dat de VNG en de meerderheid van haar leden de package deal onderschrijven. Dit betekent dat alle betrokken overheden aan het werk kunnen met de kwaliteitscriteria die vanaf begin oktober beschikbaar zijn, dat er een systeem van uitwisseling van informatie tussen handhavende organisaties zal worden opgezet en dat er een landsdekkende structuur van RUD’s zal ontstaan conform de spelregels die in de package deal zijn opgenomen. Dit alles onder provinciale regie en met een wettelijke borging voor de langere termijn.

Ten aanzien van het voorstel van de VNG over het basistakenpakket heb ik op 24 september jl. nader overleg gevoerd met de bestuurlijke vertegenwoordigers van IPO, VNG en UvW. Daarbij hebben wij met elkaar geconstateerd dat het voorstel van de VNG op hoofdlijnen kan worden gevolgd, indien de lijst wordt aangevuld met complexe bedrijven en bedrijven met een relatief hoog risicoprofiel waarvoor algemene regels gelden. Deze aanvulling is nodig omdat het voorstel van de VNG zich beperkt tot bedrijven die in de toekomst vergunningplichtig zijn. Daardoor zou een groot aantal complexe bedrijven die onder algemene regels vallen, buiten het basistakenpakket zijn gevallen. Terwijl dit juist kan gaan om bedrijven waarvoor veel ambtelijke expertise nodig is en waarvoor afstemming, samenwerking en informatie-uitwisseling op het vlak van toezicht met andere overheden van belang is. Voorbeelden zijn galvanische bedrijven, grote aardgastankstations, rioolwaterzuiveringsinstallaties en autosloperijen. De komende weken vullen de betrokken partijen het door de VNG voorgestelde basistakenpakket in een werkdocument aan met dit soort complexe bedrijven, zodat het milieutoezicht hierop regionaal georganiseerd zal worden. Het bedrijfsleven wordt hierbij betrokken. Op deze manier wordt het basistakenpakket samengesteld in de geest van het advies van de commissie Mans.

Ook volg ik de suggestie van de VNG om – voordat we overgaan tot het wettelijk borgen van het basistakenpakket – te bezien of een aanpassing van dit pakket noodzakelijk is. Hiervoor zal een evaluatie worden uitgevoerd voordat sprake is van formalisering van het basistakenpakket.

3. Hoofdlijnen van de realisatie van de package deal

De package deal bevat de afspraak dat de uitvoering ervan wettelijk zal worden geborgd. Deze regeling heeft dus niet het karakter van het dwingend opleggen van een uitvoeringsstructuur. Het gaat om het codificeren van de afspraken, met inbegrip van de borging van de kwaliteitscriteria en van de spelregels en afwijkingsmogelijkheden voor de RUD’s. In de tussentijd implementeren gemeenten en provincies de package deal in de praktijk. Zodoende ontstaat regionaal maatwerk, onder regie van de provincies, binnen de spelregels van de package deal. Conform de package deal zal ik voor het einde van het jaar een nieuw wetsvoorstel in procedure brengen, dat een hoofdstuk aan de Wabo zal toevoegen met daarin de volgende elementen:

• de grondslag voor het bij AMvB kunnen stellen van kwaliteitseisen zoals met betrekking tot kritische massa, informatie-uitwisseling en de uitvoering van de vergunningtaak door gemeenten en provincies. Ik kan uw Kamer in dit verband melden dat de kwaliteitscriteria inmiddels in constructieve samenwerking tussen mijn departement, het IPO en de VNG en met inbreng van ruim 40 experts uit de gemeente- en provinciepraktijk zijn opgesteld door KPMG Sustainability. Dit resultaat wordt in de maand oktober getest op eventuele fouten, onvolkomenheden of onduidelijkheden. Daarbij krijgen alle gemeenten en provincies de gelegenheid om aan de test bij te dragen, via een internetconsultatie. Hiermee is tevens geregeld dat alle gemeenten en provincies zich vanaf begin oktober kunnen oriënteren op de kwaliteitscriteria en op de consequenties daarvan voor hun organisatie en uitvoeringspraktijk.

• de instelling van de regionale diensten;

• de grondslag voor de aanwijzing van het basistakenpakket dat aan de regionale diensten moet worden opgedragen. Zoals ik hierboven heb aangegeven, zal ik dit takenpakket pas aanwijzen nadat het aan de praktijk en actuele ontwikkelingen is getoetst, zoals voorgesteld door de VNG.

• de grondslag voor de regeling bij AMvB van de informatie-huishouding en informatie-uitwisseling en voor de beïnvloeding van de prioriteitenstelling van handhavingactiviteiten die van nationaal belang zijn;

• de regietaak van GS;

• de opdracht aan GS en de hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket om gezamenlijk zorg te dragen voor de coördinatie van de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving per regio;

• de verplichting van het college van B&W om de gemeenteraad regelmatig te informeren of de uitvoering van de vergunning-, toezicht- en handhavingtaak aan de daaraan gestelde kwaliteitseisen voldoet en om zonodig het besluit te nemen de betreffende taken voortaan door een RUD te laten uitvoeren.

In de package deal is afgesproken dat een deel van de provinciale Wabo bevoegdheden op termijn worden gedecentraliseerd, met een overgangsregeling in de vorm van een verklaring van geen bedenkingen. Hierbij is in de package deal afgesproken dat de decentralisatie van de provinciale taken (behalve IPPC en BRZO) aan de orde is als de robuuste landsdekkende uitvoeringsstructuur daadwerkelijk is gerealiseerd en de kwaliteit van de uitvoering is geborgd. De overgangsregeling zal in het Besluit omgevingsrecht worden geregeld, voordat dit besluit voor advies aan de Raad van State wordt gezonden.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

In verband met datum van de brief en aanhef.

XNoot
2

Kamerstukken I, 2008–2009, 30 844, nr. N.

XNoot
3

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 141840.03.

XNoot
4

Kamerstukken II, 2008–2009, 29 383, nr. 130.

XNoot
5

Kamerstukken II, 2008–2009, 29 383, nr. 132.

Naar boven