Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2024
Op 9 februari jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de actuele situatie in de asielopvang
(Kamerstuk 19 637, nr. 3204). Dit komt mede door de hoge instroom, het tekort aan nieuwe locaties en doordat
de uitplaatsing van statushouders niet zo snel als gewenst gaat. In diezelfde brief
heb ik vanwege de nijpende situatie in de asielopvang de 8 provincies die nog een
opvangopgave in te vullen hebben, opgeroepen met spoed circa 5.500 opvangplekken te
realiseren. Dit aantal opvangplekken is onderdeel van de reeds bekende opgave. Ik
heb de commissarissen van de Koning, vanuit hun rol als rijksorgaan en als de voorzitter
van de provinciale regietafels, opgeroepen om maximaal te bevorderen dat voor 1 april
2024 nieuwe opvangplekken gerealiseerd worden, sluitingen van locaties worden voorkomen
of worden uitgesteld. Alle CdK´s zijn inmiddels benaderd om te bespreken wat de stand
van zaken is van het te realiseren aantal opvangplekken.
Duidelijk is dat deze provincies onder leiding van de CdK´s bezig zijn om de gevraagde
5.500 plekken te realiseren. Om de bezetting in Ter Apel onder de 2.000 te houden,
is een aantal opvanglocaties langer ingezet. Hierdoor zijn de voorbereidingen op aanstaande
sluitingen van deze locaties vertraagd, onder andere hierdoor is een acuut probleem
ontstaan. Om die reden ben ik genoodzaakt aanvullende maatregelen te treffen. Dit
heb ik besproken in de Landelijke Regietafel van 1 maart jl.
Op 24 mei vorig jaar heb ik per brief1 aangegeven dat, indien de situatie daarom vraagt, ik een tweetal noodmaatregelen
kan treffen. Namelijk het openen van tijdelijke noodopvanglocaties en het uitplaatsen
van vreemdelingen naar hotels in gemeenten. In de LRT van 1 maart jl. is de maatregel
besproken om 3.500 plekken te vinden in hotels. Vanwege de grote krapte in de opvang
zullen met instemming van de gemeente in eerste instantie asielzoekers worden geplaatst
in deze hotels. Zodra het uitvoeringstechnisch mogelijk is, zullen deze plekken worden
ingenomen door statushouders. Het COA zal de betreffende asielzoekers en statushouders
begeleiden, zoals zij ook doen op reguliere opvanglocaties. De burgemeesters van de
betreffende gemeenten worden gevraagd om instemming voor het plaatsen van de vreemdelingen.
De rijksorganen is gevraagd om het rijk hierin te ondersteunen.
Met het treffen van deze maatregel is de noodzaak voor het realiseren van opvanglocaties
niet van tafel. Samen met het COA en de medeoverheden wordt onverminderd ingezet op
het vinden van nieuwe opvang- en doorstroomlocaties.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg