Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2023
Op 28 februari 2022 is uw Kamer geïnformeerd over uw besluit een besluit- en vertrekmoratorium
in te stellen voor asielzoekers met de Oekraïense nationaliteit voor de duur van een
half jaar.1 Dit besluit- en vertrekmoratorium stond los van de inwerkingstelling van de Richtlijn
Tijdelijke Bescherming (RTB) op 4 maart 2022 en was in de praktijk alleen van toepassing
op personen met Oekraïense nationaliteit die niet onder de richtlijn vallen. Het besluitmoratorium
is nadien nog twee keer met een halfjaar verlengd en liep af op 28 augustus 2023.
In mijn brief van 16 maart 20232 heb ik aangegeven dat het na 4 maart 2023 niet meer mogelijk was het vertrekmoratorium
te verlengen. Ik heb daarbij toegezegd uw Kamer separaat te zullen informeren over
de werkwijze ten aanzien van de groep vertrekplichtige Oekraïners en dat de DT&V tot
die tijd geen actieve vertrekhandelingen zal verrichten ten aanzien van deze vreemdelingen.
De situatie met betrekking tot Oekraïne is nog niet wezenlijk veranderd. Tegelijkertijd
schrijft de Procedurerichtlijn voor dat de behandelingsprocedure ook tijdens een besluitmoratorium
binnen 21 maanden na de indiening van het verzoek moet worden afgerond. Ik verwacht
dat het aantal zaken waarin deze termijn wordt bereikt vanaf november 2023 zal gaan
oplopen. In deze zaken zal dan een beslissing moeten worden genomen en een besluitmoratorium
zal in de praktijk dus geen effect meer hebben.
Inmiddels zijn er in toenemende mate (openbare) bronnen beschikbaar gekomen die een
beschrijving geven van de situatie in Oekraïne. Ik ben voornemens om die informatie
te verzamelen en op basis daarvan een landenbeleid te formuleren voor Oekraïners die
niet vallen onder de RTB. Dit landenbeleid zal worden toegepast met ingang van 28 november
2023, dus precies 21 maanden nadat het besluitmoratorium voor de eerste keer werd
ingesteld. Over de inhoud van dit landenbeleid zal ik uw Kamer vanzelfsprekend informeren.
Voor ontheemden die wel onder de RTB vallen blijft de behandeling conform artikel
43a van de Vreemdelingenwet 2000 opgeschort totdat de tijdelijke bescherming wordt
beëindigd.
Op basis van het voorgaande heb ik besloten het besluitmoratorium nog eenmaal met
drie maanden te verlengen, tot 28 november 2023. Daarnaast wordt de aanwijzing van
Oekraïne als veilig land van herkomst voor dezelfde periode nogmaals opgeschort.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg