19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3156 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2023

Inleiding

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) doet er alles aan om de doorstroom in de asielketen te bevorderen. Er zijn diverse maatregelen genomen om versneld aanvragen te behandelen en om (intern) beter te kunnen sturen en zo de voorraad minder snel te laten oplopen. Het lukt de IND echter ten aanzien van de aanvragen asiel niet om het aantal beslissingen – met de huidige werkwijze en binnen de bestaande (wettelijke) kaders – zo te verhogen dat de instroom bijgehouden wordt of op de werkvoorraad wordt ingelopen. Hierdoor duurt het steeds langer voordat mensen te horen krijgen dat zij moeten vertrekken, of juist in Nederland mogen blijven.

In de brief van 28 april 20231 is uw Kamer geïnformeerd over de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van instroom, productie en uitstroom uit de Meerjaren Productie Prognose (MPP). Uit de MPP volgt de verwachting dat de instroom van asielzoekers naar Nederland de komende jaren structureel blijft toenemen. Voor 2023 zijn drie scenario’s uitgewerkt, die uitkomen op een instroom van respectievelijk 49.000 (minimum), 67.000 (medio) en 77.000 asielzoekers (maximum).2 De verwachting vanuit het medio scenario van 67.000 is circa 17.500 personen hoger dan de instroom in het jaar 2022. Mede gelet op de (geopolitieke) onzekerheden en de te nemen maatregelen lijkt het scenario met een instroomverwachting van ruim 70.000 asielzoekers (tussen het medio en maximum in) het meest waarschijnlijk.

In deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de IND. Hierbij ga ik onder meer in op de aanvullende getroffen maatregelen, instroom en doorstroomcijfers van de IND, de versnelling op kansarme en kansrijke aanvragen, de dwangsomproblematiek en de diverse rapportages en evaluaties die de afgelopen jaren uitgebracht zijn. Ik sluit af met een update over de veranderopgave migratie, welke voortkomt uit het EY-keten advies.

Doorlooptijd, voorraadontwikkeling en productiecijfers IND

Jaarlijks worden met de IND afspraken gemaakt over de aantallen af te handelen aanvragen en procedures. Deze aantallen worden opgenomen in de opdrachtbrief en sluiten aan op het IND jaarplan. Voor 2023 zijn ambitieuze en realistische afspraken gemaakt. Daarin is opgenomen dat de IND op spoor 4 tenminste 22.184 zaken gaat behandelen. Dit is exclusief het project bespoediging afdoening asiel, waarbij de doelstelling is om in het eerste jaar vanaf mei 2023 13.000 extra zaken worden afgedaan. Het is echter niet genoeg om de instroom over 2023 bij te houden, ik kijk daarom samen met de IND hoe we het gat tussen de opgave en de opdracht kunnen verkleinen. Over de eerste maanden van 2023 is het de IND gelukt meer zaken te beslissen dan opgenomen in de opdracht en het Jaarplan. Dit zorgt ervoor dat de voorraad minder snel toeneemt dan vooraf verwacht.

Door de nog steeds hoge instroom van asielzoekers in combinatie met een capaciteitstekort en krapte op de arbeidsmarkt lukt het, ondanks deze maatregelen, niet om de instroom in spoor 4 bij te houden of in te lopen op de voorraad. Op 30 april bestond de voorraad zaken in spoor 4 uit 33.555 zaken. Op spoor 1 en spoor 2 is de voorraad sinds 1 januari 2023 wél afgenomen. Op 30 april bestond de voorraad in spoor 1 uit 3650 zaken (400 zaken minder dan op 1 januari jl.) en in spoor 2 uit 125 zaken (145 minder dan op 1 januari jl.)

Voortgang verlenging wettelijke beslistermijn

In de brief van 26 augustus 20223 heeft het kabinet u onder meer geïnformeerd over het besluit om de wettelijke beslistermijn van zes maanden voor asielaanvragen op grond van artikel 42, vierde lid, onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw) categoriaal te verlengen met maximaal 9 maanden. Dat betekent dat de IND voor alle lopende asielaanvragen waarvan de wettelijke beslistermijn nog niet was verlopen op de datum van de publicatie van de Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire (hierna: WbV) op 27 september 2022 en voor asielaanvragen ingediend tot 1 januari 2023 binnen 15 maanden een beslissing moet nemen op een ingediende asielaanvraag. Op 4 februari 2023 is uw Kamer geïnformeerd dat de verlenging van de wettelijke beslistermijn met 9 maanden tot 15 maanden voor asielaanvragen ook toegepast wordt op asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2023 tot 1 januari 2024. Dit is door middel van WBV 2023/3 zo geregeld. Hierbij is aangetekend dat omstreeks 1 juli 2023 zou worden beoordeeld of de maatregel nog in stand moet blijven of dat de voorraad bij de IND zich zodanig heeft ontwikkeld dat een verlenging van de wettelijke beslistermijn niet meer noodzakelijk is. De situatie op dit moment geeft geen aanleiding voor de conclusie dat de verlenging van de beslistermijn niet meer noodzakelijk is. Gelet op de (te verwachten) hoge instroom zullen de voorraden en de beslistermijnen bij asielaanvragen van de IND naar verwachting alleen maar oplopen gedurende dit jaar. Deze maatregel blijft dus in stand voor asielaanvragen die dit lopende kalenderjaar worden ingediend.

Dwangsommen

Op 30 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) twee uitspraken gedaan4 over de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND (hierna: Tijdelijke wet) zoals die luidt sinds 11 juli 2021. Laat ik vooropstellen dat ik het van belang vind dat overheidsorganisaties wettelijke (beslis-)termijnen niet overschrijden. Ik deel dan ook de zorg van uw Kamer met betrekking tot de problematiek van de te lange doorlooptijden bij asielaanvragen zowel voor de aanvrager, de tijd die gemoeid is met het oplossen ervan en de kosten die daarmee gepaard gaan.

Het beperken van de schade als gevolg van de overschrijding van de beslistermijnen in relatie tot de bovengenoemde uitspraken vergt een aanpak gericht op zowel de korte als lange termijn, waarop al eerder door middel van verschillende verbeter- en versnellingsmaatregelen is ingezet. Daarnaast zal uiteraard ook meer grip moeten komen op de instroom en moet gekeken worden of het uit te voeren beleid passend is. De IND heeft voor het in kaart brengen van de (financiële) gevolgen van de rechterlijke uitspraken een externe partij ingeschakeld. De door hen in kaart gebrachte prognoses laten zien dat de te verwachten kosten aan uit te keren dwangsommen in de huidige situatie – waarbij uit wordt gegaan van de verlengde beslistermijn tot 15 maanden – naar verwachting om en nabij de € 55 miljoen euro zal bedragen (tot en met 2024). Dit zal binnen de Justitie en Veiligheid-begroting gedekt worden. In het prognosemodel is nog geen rekening gehouden met het project bespoedigen afdoening asiel (BAA). Indien de verlengde beslistermijn geen standhoudt, zullen de bedragen verder oplopen. Deze berekening is gebaseerd op de actuele en verwachte voorraad aan de hand van zowel ervaringsgegevens als prognoses. De genoemde cijfers en bedragen betreffen dan ook een momentopname met peildatum 16 februari 2023.

De prognose is dat begin 2024 er in de totale voorraad weinig zaken zullen bevinden waarvan de wettelijke beslistermijn is overschreden. Dit is o.a. het effect van de verlengde beslistermijn (van 6 naar 15 maanden). De werkelijkheid zal mogelijk afwijken omdat er geen rekening is gehouden met de doorstroom van de BNTB-zaken (beroep niet-tijdig beslis-zaken) uit 2022. In het eerste kwartaal van 2023 waren er circa 4.000 openstaande BNTB-zaken uit 2022 in beeld. Het totaal aantal verwachte (nieuwe) BNTB-zaken tot 30 december 2024 betreft 20.000.

  • Voorgaande prognose is gebaseerd op een first in first out (fifo)-werkwijze, maar in de praktijk zal het gelet op onvoorspelbare factoren niet altijd mogelijk zijn om te werken volgens het fifo-principe;

  • In de voorgaande prognose is geen rekening gehouden met het aantal BNTB-zaken dat vanuit 2022 nog zal doorstromen in 2023 e.v. D.w.z. dat de daadwerkelijke kosten mogelijk hoger zullen uitvallen dan hier genoemd;

  • De prognose is enkel gebaseerd op spoor 4, hasa- en zij-instroom zaken (asiel).

  • De prognose is erop gebaseerd dat 70% van de inzetbare FTE op spoor 4 bij de directie Asiel en Bescherming wordt ingezet op de «oude voorraad met overschreden beslistermijn» en 30% op de «nieuwe instroom». Deze verdeling heeft enkel betrekking op spoor 4 en betreft de verhouding van de uitstroom in zaken binnen wettelijke termijn/ buiten wettelijke termijn.

Project Bespoediging Afdoening Asiel en kansarme asielaanvragen

Als aanvullende maatregel is per 1 mei is gestart met het project bespoediging afdoening asiel (BAA). Binnen de BAA zal de IND projectmatig inzetten op het efficiënt afhandelen van asielaanvragen van Syriërs en Jemenieten die (ingevolge het gevoerde land gebonden beleid) snel voor inwilliging in aanmerking komen. De doelstelling is dat in het eerste jaar 13.000 extra zaken van deze doelgroep worden afgedaan. Tegelijkertijd wordt de werkwijze nog verder uitgewerkt en na 1 jaar geëvalueerd. Op korte termijn wordt zowel intern als extern personeel geworven om ervoor te zorgen dat met de BAA echt een versnelling gecreëerd kan worden. In 2025 wordt bezien – indien succesvol – hoe deze opgedane ervaringen structureel kunnen worden ingericht in de organisatie van de IND.

Kansarme asielaanvragen

Daarnaast wordt versneld op de kansarme asielaanvragen van Algerijnen en Moldaven. De overlast gevende Algerijnen in Ter Apel worden nu binnen de pilot «procesoptimalisatie» behandeld. De versnelling houdt in dat in die gevallen de RVT wordt onthouden. Daardoor worden deze zaken snel afgehandeld.

In het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 28 juni 2023 heb ik een toezegging gedaan ook de overige Algerijnse asielzoekers in spoor 4 te gaan behandelen met de snelheid van deze groep in spoor 2. Dit is helaas niet mogelijk, omdat het twee afwijkende procedures betreft. Anders dan in spoor 4 wordt in spoor 2 maar één gehoor gehouden, hoeft er geen rust en voorbereidingstermijn in acht te worden genomen en vindt er geen (standaard) medisch onderzoek plaats. Vanwege deze verschillen in procedures kunnen spoor 4 zaken niet met dezelfde snelheid als in spoor 2 worden afgedaan. Waar ik met mijn toezegging echter op doelde is dat de overige Algerijnen en Moldaven in spoor 4 zo spoedig mogelijk na aankomst in Nederland ingepland en afgehandeld worden.

Op dit moment wordt nog een inhaalslag gemaakt op het wegwerken van de voorraad van Algerijnse zaken. Het met prioriteit inplannen van deze zaken betekent dat vreemdelingen met deze nationaliteiten na het aanmeldgehoor gelijk in een POL worden geplaatst en vervolgens direct worden ingepland. Daarbij wordt een planhorizon van vier weken aangehouden. Indien alsnog sprake is van overlast door een vreemdeling wordt voor die desbetreffende vreemdeling de planhorizon verkort naar twee weken.

De IND zoekt verder naar wegen om de capaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten. Zo komt het in de uitvoeringspraktijk voor dat asielzoekers, alhoewel daarvoor uitgenodigd, om uiteenlopende redenen niet op het asielgehoor verschijnen. Dit gebeurt ook regelmatig bij deze specifieke doelgroep. Dit zorgt voor een verstoring van het proces en verspilling van capaciteit, aangezien de ambtenaren die de asielgehoren moeten afnemen en de tolken die daarbij zijn geregeld nodeloos zijn ingeroosterd. Dit leidt tevens tot onnodig lange doorlooptijden. Om het aantal gevallen waarin dit gebeurt terug te dringen is de IND in Budel gestart met een werkwijze waarbij de vreemdeling in persoon wordt uitgenodigd voor het gehoor. De vreemdeling moet daarbij ook tekenen voor ontvangst van de uitnodiging. Indien de vreemdeling desalniettemin – zonder geldige reden vooraf gemeld – niet op komt dagen voor zijn asielgehoor wordt dit betrokken bij de beslissing op de asielaanvraag en kan dat procedurele gevolgen hebben voor vreemdelingen die na een afwijzing een nieuwe asielaanvraag indienen. Alhoewel deze werkwijze niet specifiek voor deze twee nationaliteiten geldt, zorgt deze werkwijze in combinatie met het met prioriteit inplannen van deze zaken, wel voor kortere doorlooptijden ten aanzien van deze nationaliteiten. Indien deze werkwijze standhoudt in (hoger) beroep, zal deze werkwijze verder binnen de IND worden uitgerold.

Ten aanzien van Algerijnen en Moldaven in spoor 1 wordt nog opgemerkt dat er een inhaalslag heeft plaatsgevonden. Op dit moment worden zaken van deze nationaliteiten direct na binnenkomst geclaimd en beslist.

Voortgang op de rapporten met aanbevelingen aan de IND

Ten aanzien van de voortgang op de aanbevelingen uit de rapporten van Commissie Van Zwol, Significant en Ernst & Young over de doorlichting van de asiel- en migratieketen en de IND (verder te noemen EY-IND en EY-migratieketen) bericht ik uw Kamer als volgt.

Laat ik vooropstellen dat alle aanbevelingen uit de rapporten voortvarend zijn opgepakt door de IND en deels op dit moment en deels op een later moment zullen renderen. In de rapporten komt een aantal overkoepelende aanbevelingen voort. Die zien met name op een stabiele financiering, realistische productieafspraken, sturing en verbetering van de doorlooptijden door het creëren van meer inzicht. Door de IND zijn grote inspanningen geleverd om aan de aanbevelingen uit deze rapporten te voldoen. De meeste aanbevelingen zijn opgepakt, dan wel geïmplementeerd. Om die reden worden de rapporten van Commissie Van Zwol en Significant afgesloten en zullen een aantal van de overkoepelende aanbeveling door de IND onder het rapport van EY-IND verder gemonitord worden. Hieronder wordt dit per rapport verder toegelicht.

Rapport Commissie Van Zwol

Het rapport van Commissie Van Zwol uit 2019 over langdurig verblijvende vreemdelingen gaat in hoofdlijnen over het versterken van de uitvoering, bevorderen van terugkeer en het expliciet betrekken van het belang van het kind in de asielprocedure. De aanbevelingen die gedaan zijn in dit rapport zijn door de IND geïmplementeerd, dan wel in gang gezet. Hieronder geef ik in het kort weer wat de stand van zaken is.

Over de aanbevelingen uit het rapport van Van Zwol die zien op stabiele financiering zijn het ministerie en de IND met elkaar in gesprek. Daarbij wordt gekeken naar de stabiliteit van de financiering en daarmee een toekomstbestendige bekostigingssystematiek voor de IND. Het doel is om in het najaar van 2023 tot een toekomstbestendig voorstel te komen over hoe deze stabiliteit in financiering gerealiseerd kan worden. De implementatietermijn hangt af van de voorstellen die uit de werkgroep volgen. De aanbevelingen over de stabiele financiering overlapt met de aanbevelingen vanuit het rapport EY IND. Deze aanbeveling uit het rapport van Commissie Van Zwol zal dan ook samen worden gepakt met en worden gemonitord onder de aanbevelingen van EY IND.

Ten aanzien van het versterken van de uitvoering geldt dat de IND verschillende initiatieven heeft ingezet om de sturing op de doorlooptijden van asielprocedures te verbeteren. Zo bepaalt de IND bijvoorbeeld zo vroeg mogelijk tijdens het proces welk spoor een zaak moet doorlopen en of in spoor 4 een AA of AA+ procedure in de reden ligt om zo een efficiëntieslag te maken. Daarnaast hebben er beleids- en procesmatige aanpassingen plaatsgevonden met betrekking tot herhaalde asielaanvragen, waardoor kansloze herhaalde aanvragen snel kunnen worden afgehandeld. Daarnaast wordt aan de voorkant bepaald welke procedure een herhaalde aanvraag gaat doorlopen. Dit zorgt voor een efficiëntieslag in het behandelen van herhaalde aanvragen. Ook is er binnen de IND meer aandacht voor complexe zaken door het inrichten van de knopendoorhakteams. Daarnaast zijn de aanbevelingen rondom het horen van kinderen geïmplementeerd in onder andere werkinstructies en is de informatievoorziening verbeterd. Voorts is ook geïnvesteerd in het aan de voorkant vaststellen van de identiteit door het inrichten van het identificatie en registratieproces. Dit proces verbetert onder andere ook de terugkeermogelijkheden.

Daarmee zijn de aanbevelingen van het rapport van Commissie Van Zwol opgepakt. Lopende aanbevelingen die zien op een stabiele financiering en sturing en verbetering van doorlooptijden worden samengepakt en gemonitord onder EY-IND. Met deze rapportage worden het rapport van Commissie Van Zwol dan ook door de IND afgesloten. Dit betekent ook dat de IND niet meer zal apart zal rapporteren over deze aanbevelingen.

Rapport Significant

Het rapport van Significant uit 2020 benoemd drie aandachtspunten, te weten: (1) de informatievoorziening in brede zin, (2) de operationele sturing waarbij de schaarse capaciteit zo efficiënt mogelijk wordt ingezet, (3) alsmede de tactische sturing op projecten, pilots en verbetermaatregelen. Deze aandachtspunten hebben geresulteerd in een aantal aanbevelingen. Het programma «vernieuwen asiel» waarin de aanbevelingen van Significant waren belegd is begin 2022 afgerond. Op een aantal aanbevelingen uit het programma vindt nog een doorontwikkeling plaats en dit is belegd in de staande organisatie.

Zo hebben de aanbevelingen geresulteerd in het oprichten van de Verkeerstoren met als doel het creëren van centraal overzicht en inzicht te bieden op de voorraad, de productie, de beschikbare capaciteit en eventuele knelpunten die daarop betrekking hebben. Om dit te verwezenlijken moeten in de toekomst nog verdere stappen gezet worden, waardoor de Verkeerstoren uiteindelijk ook in staat zal zijn richting te geven aan sturingskeuzes en de gevolgen van die keuzes op de voorraad, de beschikbare capaciteit en de andere prioriteiten in kaart te brengen. Er wordt onder regie van de Verkeerstoren onder andere ook een nieuw capaciteitsmodel uitgerold. Dit capaciteitsmodel koppelt de werkvoorraad op een locatie aan de benodigde inzet van medewerkers. In de verkeerstoren zullen deze modellen uiteindelijk samen komen in een overkoepelend capaciteitsmodel. Hierdoor is ook steeds meer sturingsinformatie beschikbaar gekomen. De implementatie van de Verkeerstoren kost tijd en verloopt stapsgewijs, van strategische sturing naar versterking van de operationele sturing. In het implementatieprogramma over de nieuwe manier van sturen vinden ook trainingen op zowel tactisch als operationeel niveau plaats.

Daarnaast heeft de IND een start gemaakt met een Bedrijfsbureau dat zowel centraal als lokaal werkt. Het centrale bedrijfsbureau streeft naar centraal voorraadbeheer en moet ervoor gaan zorgen dat een zaak planklaar is voordat de zaak naar de locatie wordt overgedragen om ingepland te worden. Het lokale bedrijfsbureau zal zich gaan richten op de administratieve ontlasting van de hoor en beslismedewerker. Door deze manier van werken wordt de schaarse besliscapaciteit die eerder nog belast was met deze taken ontlast en kan deze capaciteit volledig worden ingezet op de beslistaak. Ook hierop vindt nog een doorontwikkeling plaats binnen de staande organisatie.

Hiermee heeft de IND invulling gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport Significant. Dit betekent dat het rapport Significant met deze rapportage dan ook wordt afgesloten.

Veranderopgave IND (EY)

Op verzoek van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft EY begin 2021 onderzoek gedaan naar het functioneren van de asiel- en migratieketen als geheel enerzijds en de IND als onderdeel van de keten anderzijds. EY heeft naar aanleiding van de doorlichting twee rapporten uitgebracht. De passage hieronder gaat over het rapport dat betrekking heeft op de sturing op en binnen de IND, in de volgende paragraaf van deze brief wordt ingegaan op het rapport van EY gericht op de keten. De doorlichting van de IND heeft geleid tot een verbetertraject onder coördinatie en verantwoordelijkheid van de IND zelf. De belangrijkste aandachtspunten zijn de financiering, capaciteitsmanagement, sturing en informatiemanagement. Doordat een aantal van deze punten ook in de eerdere rapporten aan de orde zijn gekomen, zijn deze samengepakt en worden deze verder opgepakt bij de aanbevelingen in het kader van dit rapport.

Het EY-IND rapport bevat twintig aanbevelingen. Een deel hiervan is reeds geïmplementeerd en afgerond. Dat ziet op onder andere de herziene Enterprice Architectuur, meer realistisch plannen, een meerjarig perspectief creëren, het kostprijsmodel en het inrichten van de risicomanagementfunctie. De andere aanbevelingen zijn reeds opgepakt. Zo wordt onder andere gewerkt aan een strategische IND-agenda; scenario’s ontwikkeld voor een verhoogde asielinstroom of capaciteitstekort; ingezet op strategische personeelsplanning; leiderschapsprofielen geïmplementeerd; is het project «verbeteren operationele sturing» opgericht en wordt geïnvesteerd om te komen tot de reeds eerdergenoemde aanpak van de bekostigingssystematiek. Hiermee wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen die voortkomen uit het rapport van EY-IND. Voortgang op deze aanbevelingen wordt verder gemonitord binnen de IND.

Veranderopgave Migratieketen (EY)

Om opvolging te geven aan het rapport EY-migratieketen is een programmaregisseur aangesteld om samen met ketenpartners IND, COA, DT&V, Politie en KMar versnelling te geven aan de opvolging en implementatie van de aanbevelingen.

In de doorlichting is geconstateerd dat de ketenpartners zich primair richten op de eigen taakuitvoering en organisatie. Het is belangrijk om meer te handelen vanuit het ketenperspectief. Om die reden is een missie/visie traject uitgevoerd voor de migratieketen, waarbij is gestart met het formuleren van een gezamenlijke ketenbedoeling/ maatschappelijke opgave, die aanzet tot samenwerking en die uitstraalt dat de migratieketen meer is dan de optelsom van de organisatiedoelstellingen. Het gaat hierbij om het bestaansrecht van de keten, met andere woorden «waarom» binnen de migratieketen wordt samengewerkt:

Wij staan voor een zorgvuldige, menswaardige en rechtvaardige behandeling van iedere migrant die naar Nederland komt. Dat je als migrant weet waar je aan toe bent in ons land, binnen de mogelijkheden die er zijn. En dat duidelijk is wat er van je verwacht wordt: als je hier bent en mag blijven, maar ook als je moet vertrekken. We hebben hierbij oog voor de belangen en zorgen van migranten, medeoverheden en van onze samenleving. Dat is wat ons drijft om dag in dag uit met elkaar samen te werken.

De ketenpartners hebben gezamenlijke kernwaarden geformuleerd. Deze bieden een fundament voor samenwerkingsafspraken en geven aan «hoe» door alle partners aan de maatschappelijke opgave wordt gewerkt. De kernwaarden kunnen worden gezien als de grondbeginselen van de migratieketen: mensgericht, oplossingsgericht, samen, open.

Daarnaast zijn er ketendoelen geformuleerd. Dit zijn doelen waar de ketenpartners zich gezamenlijk voor verantwoordelijk voelen. De ketendoelen gaan over «wat» binnen de migratieketen wordt gedaan om invulling te geven aan de maatschappelijke opgave:

  • We zorgen voor een zorgvuldig en rechtvaardig verloop van de procedure: van het toetsen van de identiteit en aanvraag, tot verblijf of vertrek. Wij zijn er samen verantwoordelijk voor om dit binnen de termijnen te realiseren die hiervoor staan.

  • We zorgen voor eenduidige en heldere informatie over procedures, opvang, verblijf of vertrek en wat dit voor migranten, de keten en de samenleving betekent.

  • We zorgen voor een menswaardige en veilige opvang voor iedere migrant die hier recht op heeft, ook ter voorbereiding op integratie of terugkeer. Hierbij hebben wij specifieke aandacht voor de meest kwetsbare groepen.

  • We dragen bij aan de veiligheid van de samenleving en gaan onrechtmatig verblijf en niet-gereguleerde migratie in en naar Nederland tegen.

De ketendoelen zijn geoperationaliseerd en meetbaar gemaakt naar indicatoren met signaalwaarden. Voor deze sturingsinformatie wordt een ketendashboard ontwikkeld. Dit geeft meer inzicht in het functioneren van de keten. Op de ketendoelen worden ook de individuele organisatiedoelstellingen en resultaatsafspraken aangesloten, via de aanschrijvingen voor de jaarplannen voor 2024. Hierdoor wordt gezorgd voor zoveel mogelijk consistentie tussen de ketendoelen en doelen van individuele organisaties onderling.

Slimme inrichting ketengovernance

De nieuwe werkwijze wordt gekoppeld aan een geheel vernieuwde ketengovernance, met andere overleggen op bestuurlijk, tactisch en operationeel niveau. Het doel is een effectiever en efficiëntere ketengovernance, die bijdraagt aan eenduidige (aan)sturing van de keten door helderheid over inhoud, samenhang in de keten en mandaat van de diverse overleggremia. Er wordt op bestuurlijk niveau een strategische agenda gehanteerd, waarbij een duidelijke verbinding bestaat met de ketendoelen. Ook komt de uitvoerbaarheid meer centraal te staan in het gesprek binnen de keten, en wordt monitoren en bijsturen beter mogelijk gemaakt. Dit was een aanbeveling die ook is gedaan bij de POK en WaU. Door de «hoofdstructuur in positie» te brengen en te schrappen in omringende stuurgroepen en directeuren overleggen, wordt voorts ook gewerkt aan het verminderen van de ketendrukte.

Over deze hoofdelementen uit de Veranderopgave Migratieketen heeft inmiddels besluitvorming plaatsgevonden. Dit wordt verwerkt in het ketenplan voor de migratieketen voor 2023–2027 dat voor de zomer wordt opgeleverd. Voor de zomer wordt een implementatietraject gestart om de nieuwe werkwijzen in de praktijk te brengen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen afkomstig uit het rapport EY-migratieketen en wordt hierbij afgesloten.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 310

X Noot
2

Aantallen betreffen eerste asielaanvragen, hervestiging, herhaalde aanvragen en nareis.

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 3068

X Noot
4

ECLI:NL:RVS:2022:3353 en ECLI:NL:RVS:2022:3352

Naar boven