19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2952 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2022

De laatste maanden zien we schrijnende beelden van mensen in Ter Apel die in afwachting van toelating tot de asielprocedure, buiten slapen op stoelen of in het gras. Er zijn te weinig opvangplekken voor asielzoekers en de versnelling van de doorstroom van statushouders naar woningen komt onvoldoende op gang. Nederland is een land waar we alle mensen, ongeacht hun afkomst, rechtvaardig en humaan behandelen. De afgelopen weken (maar ook al ver daarvoor) hebben we samen met het COA, gemeenten en veiligheidsregio’s onderzocht hoe te komen tot een oplossing om mensen onderdak te bieden. Zowel voor de korte termijn, de middellange termijn als de lange termijn werkt het kabinet met alle betrokken overheden en organisaties aan een pakket maatregelen. Hoewel alle partijen hard werken om juist voor de korte termijn al tot oplossingen te komen, heeft dat nog niet geleid tot een doorbraak. De nood is heel hoog. Zonder maatregelen komen we in oktober duizenden opvangplekken tekort.

Zoals ook in mijn brief van 9 augustus jl. uiteengezet, leidt de huidige situatie – het dreigende grote tekort aan opvanglocaties – ertoe dat het Rijk instrumenten nodig heeft om de regie te kunnen nemen bij het openen van nieuwe opvanglocaties (Kamerstuk 19 637, nr. 2950). Ik werk aan een wetsvoorstel waarbij gemeenten een wettelijke opvangtaak krijgen en waarbij het Rijk een dwingend juridisch instrumentarium tot haar beschikking heeft. Ik streef ernaar om dit wetsvoorstel op korte termijn in consultatie te brengen. In de tussentijd ziet het kabinet zich genoodzaakt om het Ruimtelijk ordeningsinstrumentarium (het zgnde RO-instrumentarium) in te zetten. Dit instrumentarium geeft het Rijk de optie om de vergunningsverlening naar zich toe te halen. Op die manier is het Rijk niet gebonden aan de bereidwilligheid van gemeenten om een COA-locatie te openen. En die stap neemt het kabinet nu. Het betreft hier een eerste stap, waarna ook meerdere locaties in andere gemeenten zullen volgen.

Het COA heeft een hotel aangeschaft in Albergen, gelegen in de gemeente Tubbergen. Dit hotel kan momenteel 80 gasten ontvangen. In potentie kunnen er op deze locatie 300 asielzoekers gehuisvest worden. Om opvang op deze locatie te realiseren is het noodzakelijk dat het lokale bestemmingsplan opvang toestaat. Als de opvang niet binnen het bestemmingsplan past, kan met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan worden afgeweken. Het COA is momenteel bezig met de voorbereidingen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor deze locatie.

Uitgangspunt is en blijft dat eerst wordt gestreefd om opvang via de gemeente te realiseren, waarbij het gemeentebestuur vergunning verleent om de opvang van asielzoekers in het hotel mogelijk te maken. Vanaf begin april is er op verscheidene momenten zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau contact geweest tussen het COA, het departement en de gemeente. Het contact met de gemeente heeft tot op heden nog niet tot een bestuurlijk akkoord geleid.

De noodzaak om aanvullende opvangplekken te realiseren is zo groot dat het kabinet heeft besloten om een uitzonderlijke stap te zetten en de bevoegdheden zoals beschreven in artikel 3.2 Besluit omgevingsrecht toe te passen. Dit houdt in dat ik in overeenstemming met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een besluit zal nemen op de vergunningsaanvraag van het COA.

Het Rijk vindt het ook bij de inzet van het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium van het allergrootste belang om goed met de gemeente samen te werken en om de gemeenteraad en de omwonenden goed te betrekken en te informeren. Dit is ook in het belang van de gemeente, de inwoners en de asielzoekers die uiteindelijk op de locatie komen. Het investeren in het draagvlak en de dialoog met de gemeente blijft onverkort de inzet.

Mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven