19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2950 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 augustus 2022

Op dit moment zit de asielketen in een stevige crisis. De situatie is, voor zowel mensen die asiel willen aanvragen als voor medewerkers met name in Ter Apel nog nauwelijks houdbaar. Op het terrein van het aanmeldcentrum in Ter Apel verblijven vrijwel iedere dag meer mensen dan is afgesproken en verantwoord is. Dit heeft tot gevolg dat er vaker personen langere tijd buiten het terrein van het aanmeldcentrum moesten verblijven en daar de nacht doorbrachten. Uit prognoses blijkt er deze week opnieuw onvoldoende crisisnoodopvangplekken zijn om deze mensen onder te brengen. Hoewel de processen in de migratieketen op meerdere fronten stokken zien we dat medewerkers, bij de uitvoeringsorganisaties, gemeenten, Veiligheidsregio’s en maatschappelijke organisaties, zich tot het uiterste inzetten. Daarvoor zijn we hen zeer erkentelijk. De Rijksoverheid, de provincies en de gemeenten staan gezamenlijk voor de enorme opgave het stelsel van asielopvang te stabiliseren.

Algemeen beeld

Gisterenavond, 8 augustus jl., zijn we met de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samengekomen met de voorzitters van de veiligheidsregio’s in het Veiligheidsberaad om de huidige situatie te bespreken. De beelden van Ter Apel, waarbij mensen in geïmproviseerde tenten in het gras verblijven, gaan ons allemaal aan het hart.

De veiligheidsregio’s hebben er bij het kabinet op aangedrongen structurele maatregelen uit te werken voor de lange termijn. Het kabinet neemt hierin haar verantwoordelijkheid en wil de gemeenten en veiligheidsregio’s perspectief bieden. Het kabinet verkent daarom verschillende mogelijkheden in de aanpak van de doorstroom- en migratiecrisis door zowel op Europees- als op nationaal beleid besluitvorming voor te bereiden.

Samen met het COA spannen we ons reeds sinds 2019 in om nieuwe COA-locaties te openen en om contracten van locaties te verlengen waarvan de overeenkomst afloopt. Hierbij zijn het COA en wij echter afhankelijk van de bereidwilligheid van gemeenten om hier gehoor aan te geven. Zonder de medewerking van gemeenten kan het COA geen nieuwe locaties openen of bestaande locaties langer openhouden, terwijl er wel dringend behoefte is aan meer opvangplekken.

De huidige situatie laat des te meer zien dat het Rijk instrumenten nodig heeft om de regie te kunnen nemen bij het openen van nieuwe opvanglocaties. Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel waarbij gemeenten een wettelijke opvangtaak krijgen en waarbij het Rijk een dwingend juridisch instrumentarium tot haar beschikking heeft.1 De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid streeft ernaar om dit wetsvoorstel na de zomer in consultatie te brengen. Op verzoek van de burgemeesters onderzoeken we hoe dit sneller kan. In de tussentijd ziet het kabinet zich genoodzaakt om het Ruimtelijk ordeningsinstrumentarium (verder RO-instrumentarium) in te zetten. Dit instrumentarium geeft het Rijk de optie om de vergunningsverlening naar zich toe te halen.2 Op deze manier is het Rijk niet gebonden aan de bereidwilligheid van gemeenten om een COA-locatie te openen.

De huidige situatie vergt maximale inzet van ons allemaal, om te zorgen voor duurzame, stabiele en humane opvang van mensen die recht hebben op bescherming in Nederland. Het kabinet werkt momenteel langs drie sporen bij de aanpak van deze crisis, die we hieronder aan u toelicht. Er wordt gewerkt met een noodplan voor de zeer korte termijn. Voor de middellange termijn wordt gewerkt aan grootschalige landlocaties en cruiseschepen. Tot slot wordt ook besluitvorming voorbereid voor de lange termijn om verlichting te kunnen brengen in de ontstane situatie.

Verzoek aan de veiligheidsregio’s voor de korte termijn

Eerdergenoemde mogelijke structurele oplossingen zijn noodzakelijk, maar bieden geen directe verlichting voor de acute situatie waar we ons nu in bevinden. Het kabinet ziet zich daarom genoodzaakt om voor de korte termijn een extra hulpverzoek te doen aan de gemeenten en veiligheidsregio’s in het veiligheidsberaad. Tijdens het veiligheidsberaad heeft het Kabinet de voorzitters van de veiligheidsregio’s gevraagd om:

  • 1. Een deel van de opvangplekken voor Oekraïners die niet gebruikt worden, de komende periode te benutten voor de noodopvang van reguliere asielzoekers.

  • 2. Naast de noodopvangplekken voor asielzoekers die de veiligheidsregio’s al hebben gerealiseerd, opnieuw per veiligheidsregio 225 extra crisisnoodopvangplekken te realiseren.

Gelet op de onvoorspelbare situatie in Oekraïne en de nog dagelijkse instroom van nieuwe Oekraïense ontheemden, kan het benutten van gereserveerde plekken voor ontheemden uit Oekraïne zorgen voor een beperkte opvangcapaciteit van ontheemden uit Oekraïne. Wij hebben met het veiligheidsberaad afgesproken deze week in kleiner verband verder te overleggen over deze verzoeken en de randvoorwaarden die daarbij horen. Zodra hier besluitvorming op plaatsvindt zal de Kamer worden geïnformeerd.

Overige inzet op de korte termijn

Statushouders versneld uit plaatsen

Naast het realiseren van extra opvangplekken is meer nodig om Ter Apel op zowel de korte als lange termijn te ontlasten. Allereerst de maatregel om versneld 7500 vergunninghouders uit te plaatsen naar (flexibele) woningen of tussenvoorzieningen. Het aantal vergunninghouders dat verblijft in de asielopvang is opgelopen naar rond de 15.800 personen. Het is daarmee cruciaal dat de uitplaatsing versneld wordt om ruimte te creëren in de asielopvang. Op dit moment is er nog geen versnelling zichtbaar in de landelijke cijfers hoewel dit wel met de veiligheidsregio’s en de partijen die vertegenwoordigd zijn in de Landelijke Regietafel Migratie & Integratie is afgesproken Met alle betrokken partijen bespreken we nu hoe de veiligheidsregio’s alsnog versneld plekken kunnen creëren. Daarbij gaat de aandacht vooral uit naar veiligheidsregio’s die tot dusver zijn achtergebleven. Tevens zijn er acties ingezet op o.a. het gebied van communicatie om onduidelijkheden weg te nemen en relevante informatie actief te delen. In dat verband is het nodig dat vergunninghouders vlot kunnen uitstromen naar huisvesting in gemeenten. Dit kan in de reguliere woningvoorraad, maar ook in tussenvoorzieningen en nieuwe flexwoonruimten of via transformatie van bestaande gebouwen naar gerealiseerde woonruimten. De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft de Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting opgericht om gemeenten en andere betrokken partijen hierbij actief te ondersteunen. Deze taskforce en de thans beschikbare € 100 miljoen aan middelen vergroten de slagkracht. De taskforce spoort snel te realiseren projecten op en helpt medeoverheden, woningcorporaties en andere partijen bij het snel aanpakken van struikelblokken.

Inzet op de middellange termijn

Met landlocaties en cruiseschepen kan deels worden voorzien in de grote opgave om aanvullende opvangplekken te realiseren. De huidige instroom en beperkte doorstroom van statushouders leidt ertoe dat het stokt op meerdere fronten in de asielketen. Het kabinet ziet zich daarom genoodzaakt om een andere oplossing in te zetten die het mogelijk maakt dat het Rijk, ook zonder medewerking van gemeenten, wel de COA-locaties kan openen die nodig zijn. De inzet van het RO-instrumentarium is een middel dat, in uiterste gevallen, kan worden ingezet om deze locaties te realiseren.

Ruimtelijke ordeningsinstrumentarium

Om (nood)opvang te realiseren is het noodzakelijk dat het lokale bestemmingsplan opvang toestaat. Als de opvang niet in het bestemmingsplan past kan met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan worden afgeweken. Uitgangspunt is dat altijd eerst wordt nagestreefd om opvang via de gemeente te realiseren waarbij het gemeentebestuur de verlening van omgevingsvergunning op zich neemt. Indien het lokale bestuurlijke draagvlak ontbreekt kan vanuit het Rijk een omgevingsvergunning worden afgegeven voor het afwijken van het bestemmingsplan voor de opvang van asielzoekers.

Door gebruik te maken van de optie om als Rijk de omgevingsvergunning te verlenen creëert het Rijk de mogelijkheid om Rijksvastgoed in te zetten om opvang te realiseren. Ook wanneer lokaal bestuurlijk draagvlak ontbreekt. Desalniettemin vindt het Rijk het ook bij de inzet van dwingend instrumentarium van het allergrootste belang om goed met de gemeente samen te werken en om de gemeenteraad en de omwonenden goed te betrekken en te informeren. Dit is ook in het belang van de gemeente, de inwoners en de asielzoekers die uiteindelijk op locatie komen.

Momenteel zijn er twee locaties in beeld waar gezamenlijk circa 1000 opvangplekken gerealiseerd kunnen worden. Daarover wordt gesproken met de betrokken gemeentes. Het kabinet is echter van mening dat, gezien de tijdsdruk en de hoogst precaire situatie, van uitstel of afstel ditmaal geen sprake kan zijn. Naast de twee locaties die nu in beeld zijn is het Rijk bezig met een verdere inventarisatie van Rijksvastgoed die op korte termijn geschikt is voor opvang.

Het COA gaat aanvullend vastgoed aanschaffen waar door toepassing van het RO-instrumentarium opvang gerealiseerd kan worden. Verder wordt onderzocht of het instrumentarium toepasbaar is om aanmeerplaatsen voor cruiseschepen te realiseren. Tot slot zijn er een aantal kavels in het bezit bij het Rijksvastgoedbedrijf, waar door toepassing van dit instrumentarium mogelijk met tijdelijke voorzieningen extra opvangplekken gerealiseerd kunnen worden. Het is de verwachting dat er op korte termijn meer locaties in beeld komen.

Inzet van cruiseschepen

Het Rijk heeft twee cruiseschepen gehuurd waarop per schip ongeveer 1000 opvangplekken gerealiseerd kunnen worden. Het Rijk is in gesprek met gemeenten om het eerste schip in september in gebruik te kunnen nemen en in oktober het tweede schip.

Inzet op de lange termijn: aanpak doorstroom- en migratiecrisis Europees en nationaal beleid

Hoewel acute oplossingen nodig zijn om de situatie in Ter Apel te stabiliseren verkent het kabinet ook haar verschillende mogelijkheden in de aanpak van de doorstroom- en migratiecrisis door zowel op Europees- als op nationaal beleid besluitvorming voor te bereiden. Dan moet gedacht worden aan de Uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen en het uitwerken van een wetsvoorstel met wettelijke opvangtaak voor gemeenten en daarachter een dwingend juridisch instrumentarium, zoals uw Kamer is geïnformeerd per brief op 8 juli jl.3

Overige inzet

Inzet van tenten, paviljoens en andere voorzieningen met behulp van internationale organisaties

Aan het COA is de opdracht gegeven om zo snel mogelijk en uiterlijk op 1 oktober de beschikbaarheid van paviljoens en andere mobiele voorzieningen te verzekeren. Op de korte termijn kan er geen extra opvang worden gerealiseerd door aanvullend gebruik te maken van paviljoens en andere mobiele voorzieningen, omdat door heel Europa Oekraïense ontheemden opgevangen worden in tenten. Daarnaast is het momenteel het hoogtepunt van het festivalseizoen. Hierdoor zijn paviljoens, maar ook sanitair en ander noodzakelijke mobiele voorzieningen zeer beperkt beschikbaar. Indien nodig kan het Rijk het RO-instrumentarium inzetten om kavels in bezit van het Rijksvastgoedbedrijf gereed te maken voor opvang in tenten, paviljoens en andere mobiele voorzieningen.

Voorts dient opgemerkt te worden dat paviljoens en tenten enkel geschikt zijn als opvanglocatie als zij aan bepaalde eisen voldoen. Zo moet er bijvoorbeeld een vaste vloer inzitten en moeten er mogelijkheden zijn om enkele aansluitingen zoals verwarming te realiseren. Het COA en overige Rijksorganisaties krijgen verder de opdracht om hulpverzoeken uit te doen naar (internationale) partner organisaties om te bezien of daar tenten beschikbaar zijn die voldoen aan deze eisen.

Overige signalen

Signalen over zorg op CNO locaties

Het kabinet erkent de zorgen die zijn aangestipt over de medische zorg in de crisisnoodopvanglocaties. Er zijn afspraken gemaakt met Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA) over de beschikbaarheid van medische zorg op crisisnoodopvanglocaties. Dit wordt gefaseerd ingevoerd en neemt tijd in beslag voordat het optimaal werkt. Het blijkt dat GZA niet op alle CNO-locaties kwalitatief goede zorg kan leveren, zoals de «Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd» en de GGD-GHOR stelden. Het Rijk en het COA doen al het mogelijke om zorg te dragen voor goede basale zorgvoorzieningen en er vindt wekelijks overleg plaats met de meest betrokken partijen als het gaat over zorg op de CNO-locaties, dat is onder andere met VWS, GGD-GHOR, KCIO, COA en JenV. Momenteel onderzoekt het kabinet of het mogelijk is met andere partijen alsnog de zorg te organiseren in de regio’s waar dat tot nu toe nog niet gelukt is. Veiligheidsregio’s kunnen hun kosten ook declareren bij het COA als zij op de CNO-locaties zelf extra zorg organiseren.

Openbaarmaking MCCb sheets

In het kader van actieve openbaarmaking maakt het kabinet de MCCb sheets die ten grondslag liggen aan de in deze brief beschreven besluitvorming openbaar. De stukken worden op de website4 van de Rijksoverheid gedeeld voor zover daaraan geen zwaarwegende belangen5 in de weg staan en zijn op korte termijn raadpleegbaar.

Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2901.

X Noot
2

Artikel 3.2 onder b van het Besluit omgevingsrecht.

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2901.

X Noot
5

Hierbij is onder meer te denken aan derden belang, het belang van de staat, de

persoonlijke levenssfeer en de internationale betrekkingen.

Naar boven